No. 100.
Drie en tachtigste Jaargang.
1881.
WOENSDAG
2 lx AUGUSTUS.
FEUILLETON.
DE ONRUSTIGE HUURDER.
Prijs der gewone Advertentiën
Ocbecltc.
De PATENTEN, aangevraagd in Mei j.l.,
kunnen alsnog worden afgehaald aan de
gemeente-secretarie tot en met Woensdag
24 Augustus e.k
Buitculattb
5) (Novelle).
i
ALRMIARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar 0,80 franco door
het geheele Eijk f 1,
De 3 nummers 0.06-
Van 15 regels 0,75; iedere regel meer ƒ0,15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter algetneene kennisdat het verkeer door en over
de Turfmarktbrug van af heden weder hersteld is.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
23 Ausr. 1S81. De Secretaris,
NU HOUT VAN DER VEEN.
BELGIE. Men zegtdat na de opening van de
zitting der Kamer van den heer Malou een voorstel
zal inkomen om tot eene hervorming van het kiesrecht
binnen de grenzen der grondwet te geraken.
DUITSCHLAND. Te Stettin hadden den 15 onge
regeldheden plaats door hendie Israëlieten wilden
vervolgen. Honderden personen wilden de huizen en
winkels der israëlitische burgers bestormen. Hoewel
de politie slaagde in hare pogingen om deze beweging
in den aanvang te keer te gaan zoo bleef de israë-
lietische bevolking voor eene herhaling dier ongeregeld
heden bevreesd omdat het grootste deel van het gar
nizoen door de gewone najaarsoefeuingen afwezig Was.
Den 10 tegen den avond werden die ongeregeldheden
herhaald. Men wierp flesscheu en steenen naar de
politie-agenten. De stedelijke brandweer hielp de politie
op loffelijke wijze en verder werd de herstelde orde
door militairen gehandhaafd. Geene eigendommen wer
den beschadigd, hoewel het gerucht liep, dat de bezit
tingen der Israëlieten vernield zouden worden. Den
15 werden 19 enden 16 29 personen gevangen genomen.
Den 16 werd te Keulen het 9e congres der vereeni-
ging voor de hervorming en eenvormigheid van het Vol
kenrecht geopend. In de 2e vergadering dier vereeniging
werd met ingenomenheid op voorstel van een lid uit Nieuw-
Tork het volgende besluit genomen de vergadering acht
het wenschelijk in die uitleveringsverdragen, waarin eene
uitzondering voor staatkundige misdrijven gemaakt is
de bepaling op te nemen dat noch moord noch po
ging tot moord met het doel eener verandering van
regeering of hoofd van den Staat wegens staatkun
dige ontevredenheid, hetzij zij werkelijk, hetzij zij slechts
in de verbeelding van sommigen moge bestaanals
staatkundig misdrijf in den geest van zulk een verdrag
zal worden beschouwd en dat derhalve het asylrecht
(het recht om ergens vrij te verblijven) geweigerd moet
worden aan personendie zich aan zulk een misdrijf
schuldig maken.
Op voorstel van professor van Hamel uit Amsterdam,
werd terug gekomen op een vroeger genomen besluit
om den verjaringstermijn voor papier aan toonder op
20 jaren vast te stellen op grond dat er geen reden
bestaat, om af te wijken van den in geheel Europa,
behalve Engeland, aangenomen regel, om dien termijn
op 30 jaren te stellen.
Een voorstel van araericaans'che zijde om een gou
den muntstuk van gelijk gewicht en gehalte aan te
nemen als internationale munteenheidtersvijl ieder
rijk dat stuk zou mogen munten in den vorm dien men
verkoos en daaraan den naam zou mogen geven dien
men goed vondwerd naar eene commissie verzonden.
In de 4e vergadering werd groote voldoening uitge
sproken over den vooruitgang van het denkbeeld van
scheidsgerichten en de hoop geuitdat weldra alle
beschaafde volken zullen instemmen met de instelling
van een voortdurend scheidsgericht. Verder dat in
alle internationale verdragen de bepaling mocht voor
komen dat de geschillen tusschen de contracteerende
mogendheden aan een scheidsgericht onderworpen zou
den worden.
Prins Bismarck is van Berlijn naar zijn landgoed
Varzin vertrokkenna herhaaldelijke en langdurige
besprekingen met zijne ambtgenooten en den Keizer.
Óp eene kiezersvergadering te Elberfeld heeft pro
fessor A. Wagner medegedeeld, dat de Rijksdag zich
weldra met de invoering van het tabaksmonopolie zon
moeten bezig houden. Prins Bismarck zelf had hem
dit verzekerd en verlof gegeven, daaraan openbaarheid
te geven.
De Keizerin is in den laatsten tijd veel beter ge
worden zelfs zoo dat er hoop bestaat dat zij het
huwelijk harer kleindochter prinses Victoria van Baden
met den kroonprins van Zweden te BadenBaden zal
kunnen bijwonen.
ENGELAND. Lageehuis. Minister Porster deelde
o. a. naar aanleiding van de beweering van Parnell
dat de in Ierland ter uitvoering der dwangwet gevan
gen genomen personen hoofdzakelijk fatsoenlijke en
achtenswaardige lieden zouden zijn mede, dat dit niet het
geval was. Onder 209 personen waren 16 wegens moord
10 wegens schieten op personen, 22 wegens mishandeling,
44 wegens aanvallen op woningen, 12 wegens rustver
storing 20 wegens het schrijven van brieven met be
dreigingen en slechts enkelen wegens het honden van
tot oproer aansporende toespraken gevangen genomen.
PRANKRIJK. Gambetta vroeg in zijn aan de
kiezers van het 20e arrondissement te Parijs gericht
schrijven de bekrachtiging der staatkundige gedrags
lijn door hem sedert 12 jaren gevolgd. Van hen
alleen wenschte hij het mandaat voor de Kamer te
ontvangen om de staatkunde van vooruitgang en we-
deropbeuring voort te zetten. Hij eindigde aldus
steeds voorwaarts, zonder schokken of geweld! Nooit
achterwaarts Het is uwe leus en de mijne. Laat ons
volhouden in de opgevatte taakter wille van de re
publiek en het vaderland.
De burgers Ploquet en Lockroy die in het Cirque
d'hiver hunne kiezers wilden toespreken hebben een
niet minder ongunstig onthaal gevonden dan Gambetta.
Reeds een uur voor hun optreden waren dezelfde leven
makers als bij Gambetta tegenwoordig. Z jodra Ploquet
zijne toespraak wilde beginnen werd hij luide toege
juicht en van alle kanten hoorde men deD kreetleve
de republiek welk geschreeuw echter zoo lang bleef
aanhoudendat hij niet verder kon spreken. Aubert
was tot president der bijeenkomst benoemd deze be
noeming was echter niet naar den zin dier levenmakers.
Paulard moest dit zijn en om dit nu mogelijk te ma
ken deden zij niets anders dan hard fluiten wanneer
Aubert iets zeide, en schreeuwen om Paulard. Ein
delijk beloofde men Paulard onder-voorzitter te maken,
doch dit was niet alleen niet naar den zin van de leven
makers maar ook niet naar dien van Paulard want
deze drong door de menigte heen, klom op de voor den
voorzitter bestemde stoelonder den uitroep ik wil
president zijn, het volk heeft mij be
noemd. Daarop ontstond een onbeschrijfelijk tooneel
van verwarring en werd van verscheidene kanten het
geroep gehoord om de vergadering te sluiten waar
aan door den voorzitter voldaan werd. Dit was nog
veel minder naar den zin der levenmakerseen hun
ner sprong op een tafel en dreigde, onder het zwaaien
met zijn stokde vergadering met geweld bijeen te
houden. Op dit oogenblik kwam Lockroydie niet
vroeger had kunnen komen en thans trachten wilde
de gemoederen tot kalmte te brengen. Dit hielp even
min met moeite bleef hij zelfs op de beenwant zij
wilden hem op den grond gooien. Ploquet en Lockroy
weken daarop naar een nevenlokaal, van waar zij het
gebouw verlieten. Op straat werden zij met gejuich
ontvangen en in triumf door de kiezers naar hunne
rijtuigen gedragenterwijl duizenden riepenleve
de republiek, leve onzecandidaten!
De zaal was na het vertrek der kalme ledeu zeer spoe
dig door de levenmakers ontruimd.
De Agence Havas merkt op, dat de onlangs door
de Kamer aangenomen wet de door Engeland ge
vraagde verlenging van het handelsverdrag met dat
rijk niet zou vergunnen voor dat de onderhandelin
gen genoeg gevorderd waren om zeker te zijn van de
sluiting van het verdrag. Het blal hoopt, dat men
het nog eens zal worden en dat dit wettelijk bezwaar
het engelsche ministerie eene oplossing zal doen zoe
ken die beide rijken welke elkander even zeer noodig
hebben bevredigt.
Den 21 hadden de verkiezingen voor de Kamer
plaats. Voor zoover de uitslag bekend is, behaalden
de gematigde republikeinen de overwinning en leed de
bonapartistische partij in menig district de nederlaag.
Van de 412 bekende verkiezingen waren 308 in het
voordeel der republikeinen en 54 in dat der oppositie
III.
De heer Gerard Aimer behoorde tot de eerste en
rijkste boekhandelaars uit de residentie en zijn firma
stond hoog in aanzien. Hij was uitgever voor de
voornaamste schrijvers en in zijn tijdschriftversche
nen slechts stukken van diegenendie tot de beste
auteurs behoorden of door de redactie daarvoor werden
aangezien. Zooals het helaas maar al te dikwijls ge
schiedt was het in handen van een zekeren kring
van schrijvers, die het alsdoor hen gepacht be
schouwden en het voor ieder gesloten hieldendie hun
roem niet huldigden of bescheiden verzochten in hun
kring te worden opgenomen. Zij waren ook zeer op
hun hoede voor schrijvers die door hun talenthen in
de oogen der lezers zouden overschaduwen.
Wolf had reeds te vergeefs pogingen aangewend om
zijn werk in het tijdschrift geplaatst te zien maar
men had dit herhaalde malen afgewezen. De heer Almer
wist hiervan waarschijnlijk niets want hij liet dit geheel
aan de redactie daarvan over en had zelfs eene bizon-
dere expeditie daarvoor opgerichthij zelf bemoei
de zich meest met de uitgave van wetenschappe
lijke werken doch sedert jaren boezemden hem echter
de vereenigingenwaarvan hij lid wasde handelin
gen van den raad en de staatkundige verkiezingen
meer belang in dan de zorg om den roem van zijn
algemeen bekende firma te verhoogen.
Evenwel hield Almer ervan om behalve de raadsleden
der stad en de autoriteiten op het gebied van weten
schap en kunstook jonge talenten in zijn huis te
ontvangen eens in de week stonden zijne salons voor
ieder open die door het afgeven van zijn kaartje ver
zocht had om te worden toegelaten en dan voor altijd
de uitnoodiging ontvangen had om maandags bij den
heer Almer te komen thee drinken.
Wolf had om deze gunst nog niet verzocht. De
weigering van de redactie om zijne bijdragen optenemen
had hem ervan afgeschrikt, juist den stap te doen,
welke waarschijnlijk het meest geschikt was om zijn werk
geplaatst te zien. De persoonlijke bekendheid met den
redacteur zou waarschijnlijk eene zekere toenadering
ten gevolge kunnen hebbenmaar hierin ook lag de
moeielijkheid. Wolf verving zeer dikwijls in den schouw
burg zijn vriend den reporter van eene courant en
legde zich dan op een strenge onpartijdige kritiek toe;
een der voornaamste mede-arbeiders van het tijdschrift
was evenwel een zeer vruchtbare blijspelschrijver, tegen
over wien Wolf onafhankelijk wilde blijven.
Hoewel Almer zich met de aangelegenheden der re
dactie van zijn uitgaven niet bemoeide, bleven hem de
voortbrengselen der nieuwste litteratuur niet vreemd
en las hij dan ook meest de tijdschriften zijner concur
renten zoodatal was Wolf zelf hem Jonbekend geble
ven hij zijn naam genoeg had gelezen om hem als
een der meest geliefde schrijvers te kennen. Hierbij
kwam nogdat zijne dochter Adelheiddie een roman
van Wolf, welke zij in een tijdschrift las. zeer boeiend
gevonden hadhem vroeg, waarom de werken van dien
schrijver ook niet in haars vaders uitgave voorkwamen.
Almer gaf veel om het oordeel zijner dochter die
een zeer goeden smaak bezat en was voornemens bij
gelegenheid aan zijnen hoofd-redacteur te vragen waar
Albertus Wolf woonde en waarom deze niets van zijne
werken aanboodmaar dit was hem weder door het
hoofd gegaan.
Heden echter zou hij aan hem herinnerd worden.
De schouwburgbedienden kennen de geregelde bezoe
kers ervan waaronder ook de medewerkers der pers
behooren.
Verving Wolf zijnen vriend, den reporter, zoo zat
hij op diens vrijplaats in het parketwas dit niet het
gevaldan maakte hij van zijn vrijbillet voor het parterre
gebruik waarin hij meestal gezien werd.
De verwondering van den portier was dus dubbel te
verklaren, te meer daar Wolf hem den gulden gelaten
had zonder van de plaats in de loge gebruik te maken,
die hem in ruil daarvoor toekwam, en Almer had het
den man aangezien dat er iets ongewoons voorgeval
len was.
„Wat is er?" vroeg hij. „Wie was die'neer, die daar
wegloopt alsof hij eens anders jas aangetrokken
heeft
„Ik kan het niet zeggen, maar er steekt niets kwaads
in. De heer verlangde de ledige plaats in uwe loge."
„En loopt wegwanneer ik kom Wie is hij Kent
gij hem?"
„Hij behoort tot de pers en komt dikwijls in plaats
van Dr. Spits zoo ver ik weet heet hij Wolf."
Almer hoorde verwonderd op. „Albertus Wolf?"
vroeg hij.
„Ik geloof ja. Maar zeker weet ik het niet."
Almer liet zich de loge openen en nam daarin plaats
nadat hij de zijnen en hare gasten gegroet had maar
hij zag bijna niet naar het tooneel, want andere ge
dachten hielden hem bezig. Het was tamelijk opval
lend dat een vreemd jongmensch den portier een
plaats in de loge van den heer Almer verzocht had
en wat het nog zonderlinger maakte was dat dit
jongmensch zich spoedig verwijderd had toen de be
zitter der loge naderdehet was dus duidelijkdat
hij hem niet wilde laten bemerkendat hij diens
familie wenschte te bezoeken. Aan den anderen
kant had Adelheid voor dien man dien zij voor
gaf persoonlijk niet te kennen belangstelling ver
raden.
Werd daar achter zijn rug in het geheim iets afge
speeld? Werd daar misschien wel begunstigd door
zijne vrouw, die steeds tegenwoordig was, wanneer zijne