1881. No. 108. Drie en tachtigste Jaargang. De verkiezingen in Frankrijk. FEUILLETON. ZONDAG 11 SEPTEMBER. EERSTE BLAD. DE ONRUSTIGE HUURDER. Prijs der gewone Advertentiën Dit nummer beslaat uit twee bladen. Het oudste lid van ons Vorstenhuis de eerbiedwaardige Prins Frederik is aan de zijnen en het vaderland ontvallen. Zijne ongesteldheid is zoozeer toegenomendat hij reeds donderdag avond, 5 minuten over half elf, zacht en kalm ontsliep, in het bijzijn van zijne dochter en schoonzoon. Zijn geest bleef tot het laatst toe helderzoodat hij nog in staat is geweest eenige beschikkingen te maken. Geboren in 1797den 28 Februarite Berlijn had de Prins den hoogen ouderdom van 84 jaren bereiktmaar hoe ook in jaren geklommen wordt hij noode gemist door het nederlandsche volk waarvan hij door zijne edele hoedanigheden de achting en het vertrouwen in hooge mate gewonnen had. Aan de zaak des lands heeft hij gewichtige diensten bewezen ook als krijgsman. Hij maakte deel uit van het pruisische bevrijdingsleger dat in 1813 ons land binnentrok, beijverde zich om onze krijgsmacht te organiseeren en nam in 1814 en 1815 deel aan de krijgsverrichtingen in Belgie en Frankrijk. Ook na den opstand in Belgie maakte hij zich verdienstelijk door de voorbereiding van den tiendaagschen veldtocht. Hij bekleedde den rang van veldmaarschalk en van admiraal der vlootwas grootkruis der 3 neder landsche en versierd met 24 buitenlandsche orden. Zijne inderdaad vorstelijke milddadigheid is vele instellingen en personen tot grooten zegen geweest. Ook daardoor blijft zijne nagedachtenis bij het volk in eere. Ziju huwelijk met prinses Louise van Pruisen was zeer gelukkig en ein digde door haren dood in 1870zijne dochtergehuwd met den kroonprins van Zweden moest hij reeds in 1850 verliezenzijne tweede dochtergehuwd met den prins v. Wiedbeweent in hem een liefdevollen vader. Gansch Nederland deelt in haren rouw. (DfSciêei (Sebecltc. De Patenten 12) (Novelle). VI. ALKIAABSCHE COURANT Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele Rijk f 1, De 3 nummers 0.06. Van 15 regels 0,75; iedere regel meer f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HEEMs. COS- TEE ZOON. De BURGEMEESTER van ALKMAAR brengt naar aan leiding eener aanschrijving van hooger bestuur ter kennis van belanghebbendendat ten gevolge van het overlijden van Z. K. H. Prins Frederik der Nederlanden g e e n e openbare vermakelijkheden zullen mogen plaats hebben tot 17 dezer en op den dag der begrafenis. Alkmaar, De Burgemeester voornoemd 9 Sept. 1881. A. MACLAINE PONT. De SCHOOLOPZIENER in het district HAARLEM brengt ter kennis van belanghebbenden in het arrondissement Alkmaar, dat hij allen, die hem verlangen te spreken, hiertoe de gelegen heid aanbiedt op aanstaanden Zaterdag, 17 September e.k., van 12 tot 2 uur, op het stadhuis te Alkmaar, daar hij door onge steldheid verhinderd was gevolg te geven aan zijn voornemen, om aldaar op 10 Sept. tegenwoordig te zijn. HaarlemDe Schoolopziener voornoemd, 10 Sept. 1881. VAN EIJK. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter algemeene kennis, dat,: a. met ingang van 12 September 1881 het ophalen der pri vaat-stoffen bij hendie geen gebruik maken van de bij het tonnenstelsel in gebruik zijnde tonnenzal aanvangen des avonds te half tien ure b. zij besloten hebbengeene vergunning meer te verleenen tot het opbreken van openbare straten of wegen, om riolen, bestemd of gebruikt voor den afvoer van privaat-stoffen te herstellen. Burgemeester en Wethouders voornoemd AlkmaarA. MACLAINE PONT. 9 Sept. 1881. Be Secretaris, NUHOUT van der VEEN. aangevraagd in Juni en Juli j.l., benevens de aangevraagde PATENTEN van KOOPLIEDEN c.s., die elders wonen, doch te Alkmaar handel drijven, kunnen worden afgehaald ter ge meente-secretarie, van 12 tot en met 24 September 1881van 's morgens 9 tot 2 ure. Lijst van brieven, waarvan de geadresseerden onbekend zijn, verzonden gedurende de le. helft der maand Aug. 1881. C. C. Foks, Alkmaar; G. L. Luden, Henry Ward, Jansen, D. Hof, wed. Hagbaumer, Amsterdam; Neeltje Schrieken, Belk- merweg L. Kriek Hilversum KrijnenLangedijk. Van de hulpkantoren Burgerbrug: KlaasterbeekAmsterdam. Schoorldam: Arie Beeldman Haarlem. P O L I C I E. Ter terugbekoming is aan het Commissariaat van Policie het navoleende voorhandenals een onderstuk van een gouden oorbelletje, een gouden kapnaaldeen zilveren knipbeursje waarin een weinig geldeen gouden armband, een huissleutel van een nieuwerwetsch slot, eene zwarte parapluie zonder knop, een bloedkoralen armband met gouden slootjeeen schaar met zilver gemonteerd, een roodsteenen oorbelletje met goud gemon teerd, een witte zakdoek, twee sleuteltjes aan een touwtje, een huissleutel. Verder zijn aldaar inlichtingen te bekomen omtrent een kanarievogel. De Fransebe Republiek is door de algemeene ver kiezingen van den 21 Augustus en de herstemmingen van den 4 September door de overgroote meerderheid des volks op nieuw bevestigd. De Bonapartisten en Koningsgezinden hebben zulke belangrijke nederlagen geleden dat hun invloed geheel is gebroken. Daar over zal trouwens wel niemand zich verwonderen. De Republiek is in haar elfjarig bestaan zoo gelukkig ge weest dat het leger van ontevredenen ontbrak, waaruit de anti republikeinsche partijen hare versterking zouden moeten verkrijgen. Frankrijk heeft gedurende al die jaren vrede en voorspoed genoten. De financiën van den Staat verkeeren in een toestand die de stoutste verwachtingen overtreft. Handel en nijverheid wekken den naijver op der naburige volken de welvaart ver toont allerwege haar blij gelaat en stemt de gemoede ren tot tevredenheid en vertrouwen. Hoe zouden de aanhangers van het Keizerschap of het Koningschap het volk vijandig kunnen stemmen tegen de Republiek, die zulke uitkomsten opleverttegen den boom die zulke vruchten draagt A Heen de smartelijke herinnerin gen aan den jammerlijken oorlog van 1870 en het verlies van twee schoone provinciën vormen een donkere scha duwzijde bij al het licht van den tegenwoordigen toe stand. Maar wie zal gelooven dat het optreden van een Keizer of een Koning eenig uitzicht zou openen op een schitterende weerwraak of de herwinning van het verloren grondgebied Daarenboven moeten konings- en keizersgezinden kunnen wijzen op een persoon die in staat is de geestdrift des volks en Bchoonezij het ook hersenschimmige verwachtingen op te wekken. Noch in het geslacht der Bourbons noch in dat derOrlean- Wolf was heden ongeschikt om te werken. Zijne gedachten hielden zich met den volgenden dag bezig die niet zou voorbijgaan, zonder dat hij zijne aangebe dene gezien en gesproken had. De welwillendheid waarmede Aimer hem had behandeld gaven hem recht om het beste te hopen, ja, hij zeide bij zichzelf, dat Almer hem niet zonder toestemming zijner dochter uitgenoodigd had en dat zij zich ten minste niet over hem beklaagd hadden zoo als hij gevreesd had. Hij ging wandelen en zocht de eenzaamste paden in het openbare park op om ongestoord zijn geluk te kunnen genieten en de verzen in zijn notitieboek te schrijven diebezield als hij was door de zoetste hoop, hem voor den geest kwamen. Toen hij laat in den avond maar vroeger dan ge woonlijk want bet was hem in zijn vriendenkring waarin hij zijn geluk nog niet kon mededeelente eng gewordennaar huis terugkeerdehoorde hij zachte stappen boven zich. Edele personen zijn nooit meer genegen om hunne zonden en fouten in te ziendan wanneer een onver hoopt geluk hun ten deel valt. Wolf dacht aan de beleedigende woordendie hij in drift aan weerlooze vrouwen had laten overbrengen hij schaamde zich over haar zacht loopen hetgeen duidelijk het voornemen te kennen gaf, om hem zoo weinig mogelijk te storen hij overlegde wat hij zou doenom de dames te doen wetendat hij zich overijld had en dat hij niet de onbetamelijke man was waarvoor zij hem houden moesten en voor wien zij misschien vrees koesterden. Zou hij haar bezoeken zich verontschuldigen of haar schrijven De voorzorgsmaatregelen die zij voor hem namenwaren hem onaangenaam hij gevoelde in dit oogenblik meer dan te vorenhoe ruw hij zich gedra gen had. Het was alsof boven iets buitengewoons voorgevallen was. Niettegenstaande het late uur hoorde hij onop houdelijk heen en weêr loopen van en naar de keuken. Een oogenblik was het stildaarna deed het verschui ven van een stoel zich duidelijk hooren waaruit men kon opmaken dat iemand opstond. Wolf kon maar niet slapen de gedachte hield hem bezig dat boven iemand ongesteld was en dat de oppasser heen en weêr liep en al het mogelijke zocht te vermijden, wat ge- druisch kon veroorzaken. Het was een uur na middernacht toen zich plotse ling een gil deed hooren, en 't was alsof iemand uit het bed sprong. In de stilte van den nacht kon hij duidelijk hooren dat iemand hevig sniktedat iemand zich aan kleedde en schoenen aantrok. Het leed geen twijfel dat een der dames ziek geworden was, dat de toestand zich verergerd had en dat men besloten had den dokter te halen. Wolf sprong uit bed en was in weinige oogenblikken aangekleed. Hij wist van vrouw Tosig, dat deze alleen de dames bediende en zij er geen loopmeisje op na hielden. Hij kon haar dus zijn hulp aanbieden. Toen hij boven de deur hoorde opengaan opende hij zachtjes de gangdeur en vroeg op zachten toon „dames is er iets bij u voorgevallen Er kwam geen antwoord. De stappen die zich reeds dicht bij den trap lieten hooren hielden plotseling op. „Dames", vervolgde hijdaar hij wel begreep, dat men bang was, hem te ontmoeten„het zou mij een waar geluk zijn u van dienst te kunnen zijn. Zal ik vrouw Tosig roe pen Hebt gij den dokter noodig dan zal ik hem gaarne gaan halen." Boven werd iets gefluisterd. „Gij zult ons veel ge noegen doenmijnheer," antwoordde een bevende stem door vrouw Tosig te zeggen dat zij dadelijk dokter Kops roepen moet. Mijn moeder ligt op sterven o God „Ik ga hem zelf halen riep Wolf en spoedde zich den trap af. Dokter Kops was een bekend geneesheer en woonde in dezelfde straatzoodat Wolf zijn naam dikwijls op het bordje gelezen had. Hij liet den dokter wekken en wachtte tot dat hij kwam. „Wanneer er medicijnen gehaald moeten worden zeide hij onderweg, „zal ik ze wel halen, ik woon eene verdieping lager dan de dames roep mij slechtsik wacht er op." „Gij zijt met de dames bevriend en gij weet niet wat mevrouw Bandier overkomen is vroeg de dokter verwonderd. „Ik ken de dames in 't geheel nietantwoordde Wolf, „maar afgezien daarvan, dat men zijn mede- mensch in nood moet bijstaan ben ik daartoe dubbel verplicht. Ik heb mij onbetamelijk jegens de dames gedragen ik ergerde mij over het gedruisch dat zij maakten ik verheug mij nuhaar te kunnen too- nendat de zaak mij leed doet." Wolf wachtte, zooals hij met den dokter afgesproken had in zijn gang totdat deze terug kwam. „De dames" zeide Kops, „nemen uwe hulp met dankbaarheid aan. Dit middel zal helpen ik wil het de zieke zelf geven en intusschen bij haar blijven." Wolf haastte zich, het geneesmiddel uit de apotheek te halen. Hij bracht het op de derde verdieping en Bchelde zachtjes. Vrouw Tosig opende. Men had haar inmiddels ge roepen. Zij trok een scheef gezicht, toen Wolf haar verzocht, mevrouw Bandier zijne beste wenschen over te brengen. De kleine gangdie bij de woning van mevrouw Bandier behoordewas door een lamp verlichten de deur stond aan. Het kwam Wolf voor, dattoen hij zich verwijderde de deur verder geopend werdhij

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1881 | | pagina 1