fiuttenlAub.
sen wordt zulk een persoon gevonden, en na den dood van
den Keizerlijken Prins verkeeren de Bonapartisten in
dit opzicht in de grootst mogelijke ongelegenheid.
Daarbij heeft de Republiek uitnemende zorg gedragen
voor leger en vlooten de weerbaarheid des lands
aanmerkelijk verhoogd. Ook op dit gebied kan op
geen verzuimgeen geringschatting of verwaarloozing
worden gewezen, waardoor de Pransche ijdelheid gekrenkt
zou kunnen worden. Als iemand beweerdedat een
Keizerlijke of Koninklijke Regeering Frankrijk sterker
ett gelukkiger zou maken in het oorlogsveld zou hij
zich belachelijk maken. En welke partij zou bij den
tegenwoordigen politieken toestand van Europa den
oorlog in haar banier durven sehrijven P Ten slotte
doen de Republikeinen voor niemand onder in smart
gevoel over het verlorene en in den vurigen wensch
om het eenmaal terug te krijgen. Ofschoon zij met
nadruk den vrede prediken laten z.ij steeds ruimte over
voor de hoop op gelukkiger tijden op gunstiger Eu-
ropeesche verhoudingen die Frankrijk de gelegenheid
zullen verschaffen om den Elzas en Lotharingen weer
aan zijn grondgebied te hechten. Laat die verwachting
een droom een ijdele droom zijn het is een schoone
droomen die hem verstoorde zou het hart des volks
van zich vervreemden. Alleen de tijd kan hierin wei-
licht verandering brengen, maar, gelijk Rachel niet ge
troost wilde worden over het verlies harer kinderen
zoo wil vooralsnog Frankrijk niet getroost worden over
het verlies van die schoone gewesten.
Maar als de Republiek dan niets meer behoeft te
vreezen van keizers- of koningsgezinden bedreigt haat
dan geenerlei gevaar Gevaar is misschien een te
sterke uitdrukkingvoor ernstige bezorgdheid schijnt
zelfs geen grond te bestaan maar tegenover de zooge
naamde onverzoenlijken zou volkomen zorgeloosheid ge
vaarlijk kunnen zijn. De tijd is nu gekomen dat Gam-
betta de leiding der zaken in handen moet nemen.
Dat hij Minister-President, hoofd van het Kabinet moet
worden gevoelt ieder en begrijpt hij zelf. Ofschoon
nog in Belleville gekozenis hij toch de man van
Belleville niet meer. Slechts in één district van dat
arrondissement verkreeg hij de meerderheidin het
andere was de uitslag twijfelachtig en kon hij ten slotte
slechts met ééne stom meerderheid verkozen worden
verklaard. „Wijlen Gambetta", Feu Gambetta schreef
dan ook Henri Rochefort boven het hoofdartikel in
het nummer van VIntransigeant van 7 Fructidor An 89
of, zooals de redacteur ten gerieve van hen die met
de republikeinsche tijdrekening minder bekend mochten
zijn, er welwillend bijvoegt, van 24 Augustus 1881.
Gambetta is de man der onverzoenlijken niet meer, en
dat reeds zijn ondersteuning een gevaar is voor den
candidaat in Belleville, zooals op 24 Augustus door
VIntransigeant verzekerd werd is op 4 September ge
bleken toen in het tweede district van het arrondisse
ment niet de door hem aanbevolen candidaat Sick
maar zijn tegenstander Tony Révillon werd gekozen.
Maar Gambetta zelf wil ook de man der onverzoenlij
ken niet zijn. Nu het oogenblik nadert waarop hij
het gezag in handen moet nemen waarop hij daden
moet geven in plaats van woordenzal teleurstelling
van velen bezwaarlijk zijn te voorkomen. De verwach
tingen omtrent hetgeen Gambetta tot stand zal bren
gen zijn hoog gespannen en loopen uit den aard der
zaak uiteen. Ieder stelt zich gaarne voor te zien ge
beuren wat hij wenschten niet weinigen hebben zich
nooit de moeite gegeven om voor zich zeiven duidelijk
te maken wat hun wenschelijk en tevens mogelijk voor
komt. Dat dezen altijd teleurgesteld worden ligt in
den aard der zaak. Zij zijn rijk aan verbeelding, licht-
geloovig en zeker van hun stuk, maar op het oogen
blik der bevrediging kieskeurig, ongemakkelijk en nooit
tevreden omdat zij eigenlijk nooit recht geweten heb
ben wat zij wilden. Zij laten hun begoocheling, die op
geen hechte gronden steunde en waarvoor meermalen
niemand aansprakelijk isduur betalen aan dengene
op wien zij nu eenmaal hunne hoop hadden gebouwd
en die aan hunne vage maar hoog gestemde verwach
ting niet beantwoordt.
hoorde eene liefelijke vrouwenstem zeggen „Is het
medicijn er nu reeds
Een der dochters der zieke had in allengevalle
gemerktdat vrouw Tosig ging open doen en was deze
gevolgd om waarschijnlijk den heer Wolf eenige woor
den van dank toe te spreken maar vrouw Tosig had
Wolf dit niet willen gunnen en daarom dadelijk de
deur achter hem gesloten. Wolf was echter dubbel
tevredenwant niets zou hem pijnlijker geweest zijn
dan eene persoonlijke ontmoeting met eene der dames,
die hij beleedigd had. Hij begaf zich weder naar zijne
slaapkamer en ontving nu het bewijshoe bitter hij de
dames boven hem onrecht gedaan had door haar dro
medarissen te noemen. Het was niet aan te nemen
dat de dokter in een ziekenkamer er behagen in zou
scheppen om hard te stappen het tegendeel was eer
der waar, maar het scheen Wolf, alsof de zolder boven
hem zou instorten zóó erg was zelfs het gedruisch
dat hij naar de voorkamer moest vluchten. Het is
waar buiten den dokter bevond zich ook nog vrouw
Tosig boven en gingen de beide dochters telkens in
de kamer heen en weer. Wolf begreep niet, waarom
men zoo druk op en neer ging en dat er op de binnen
plaats druk gepompt werd. Nu was het hem duidelijk,
waarom er zooveel beweging was. Men legde koude om
slagen en telkenswanneer deze vernieuwd moesten
worden stonden de verpleegsters van hare stoelen op,
de dokter trad dichter bij het bed men hief den em
mer op en zette dien weder neer, en waarschijnlijk
werd ook in de keuken iets klaar gemaakt.
Wolf kon op zijn gemak den aard van elk soort van
geluid bestudeerengevolgtrekkingen daaruit maken
en zich eene voorstelling vormen van het geen boven
voorvielhij zag in dat men boven niets deed wat,
wanneer zij het dagelijks herhaalden men haar kon
verbieden en toch was het leven niet om uit te houden,
hij kon dus nagaan hoe de dames zich in de laatste
dagen in acht genomen haddenzoodat hij van de
dagelijksche verrichtingen, als het opruimen en schoon-
Het is of Gambetta dit gevaar gevoelt en voorziet.
In zijn laatste redevoeringen waarschuwt hij ten ern
stigste tegen holle theoriën en groote woorden, waarbij
geen rekening wordt gehouden met de werkelijkheid
tegen een herschepping van de maatschappij en den
Staat maar roemt hij een voorzichtige, krachtige staat
kunde die haar doel steeds in het oog houdtmaar
geleidelijk, zonder schokken voorwaarts gaat. Wat van
hem te wachten is, heeft hij niet in bijzonderheden uit
eengezet. Van het onderwijs hoopt hij in de eerste
plaats de verheffing van den werkman. De Fransche
handelaren en industrieëlen acht hij ook zonder be
scherming tegen buitenlandsche mededinging opgewas
sen en van de toekomst hoopt hij de invoering van
hec stelsel van den vrijen handel. Omtrent den Senaat
is hij niet zeer vredelievend gezind. Hij verklaart zich
niet tegen den Senaatmaar tegen het verzet van den
Senaatwanneer het volk door de Kamer der Afge
vaardigden heeft gesproken. Maar wat beteekent een
Senaat, die niets anders te doen heeft dan goed te
keuren wat de andere tak der wetgevende macht heeft
besloten
Als de staatkunde van Gambetta in toepassing wordt
gebrachtzullen echter ook de onverzoenlijken duide
lijk moeten maken wat zij wenschen en waarom zij de
Regeering niet kunnen steunen. Ook zij zullen aan
hunne plannen en wenschen vorm en uitdrukking moe
ten geven en zoo zal er klaarheid komen in den toe
stand en het Fransche volk met zelfbewustheid de
richting kunnen aanwijzenwaarin het geregeerd en
bestuurd wenscht te worden.
DUITSCHLAND. Den 5 werd te Bonn de 28e
algemeene vergadering van duitsche katholieken geopend;
vele leden van het centrum, waaronder Dr. Windlhorst,
woonden haar bij. Dr. Schaepman bracht aan de ver
gadering een groet over uit Nederland onder dank
betuiging voor het voorbeeld van eensgezindheid dat
Duitschland's katholieken aan die van Nederland gaf.
De Keizer en de kroonprins keerden den 7 's avonds
uit Hannover te Berlijn terug. Aan den trein werden
zij aller hartelijkst begroet door de russische grootvor
sten Paul en Sergiusin pruisische uniform gekleed.
De Keizer vertrok den 8 's avonds 97< uur met den
kroonprins en den groot-hertog van Mecklenburg-
Schwerin met een buitengewonen trein naar Dantzig
alwaar hij den 9 's morgens G nur aankwam en met
veel geestdrift door de bevolking begroet werd. Dikke
mist vertraagde de aankomst van het russische jacht
dat ook des morgens vroeg zou aankomen. Het tegen
9 uur bepaalde vertrek van den Keizer, aan boord van
de Hohenzollern naar Neufahrwasserwerd dientenge
volge uitgesteld tot 1 uur 's namiddags.
Prins Bismarck was den 8 te kwartier over 4 uren
reeds te Dantzig aangekomen en door eene groote
menigte levendig toegejuicht.
De Dantziger courant was het blad dat eerst mel
ding maakte van het bezoek der twee Keizers. De
andere bladen zijn daarover zeer verontwaardigd om
dat het met de hof-étiquette in hec algemeen in strijd
is, dergelijke bizonderheden vooraf algemeen bekend te
maken doch bovendien was het in strijd met de rus
sische gewoonte om over reisplannen des Keizers te
spreken (angst voor moordaanslagen zal daarvoor zeker
wel de beweegreden zijn). De bijeenkomst der Keizers
heeft dan ook op een oorlogschip plaats gehad.
In de wet ter bestrijding van besmettelijke veeziekten
is het recht toegekend aan de politie, om onder zekere
omstandigheden bij voorkomende gevallen van hondsdol
heid te bepalen, dat alle op straat losloopende honden
gedood zullen worden. De uitvoering van deze wets
bepaling schijnt zeer overdreven te zijn geworden al
thans herhaaldelijk werden daarover klachten vernomen.
Een honddie even uit huis ontsnapt, doch door een
politie agent gezien was, werd door de politie onmidde-
lijk gehaald en gedood, al had de eigenaar den hond
ook dadelijk ingehaald. Prins Bismarck heeft aan die
houden der kamers enz. nauwelijks iets gemerkt had.
De dokter vertrok eindelijk. "Wolf hoorde de dreu
nende stappen in de richting van den gang, hij hoorde
deuren open doen en spoedig begaf hij zich naar de
denrwant hij wilde dokter Kops vragen hoe het
met de zieke ging. Zachtjes opende hij haar en hoorde
eene zachteaangename vrouwenstem, die hem als mu
ziek in de ooren klonk.
Een der jonge dames van bovendie den dokter de
deur slootbedankte dezen in zulke warme en harte
lijke bewoordingen dat de luisteraar van beneden er
diep door getroffen werd. Het deed hem goed, hij
gevoelde zich gelukkigdat hij deze jonkvrouwdie
met zooveel gevoel hare gedachten wist uit te drukken,
ook een dienst bewezen hadhij had het gelukkige
bewustzijn een goeden daad verricht te hebben.
Yrouw Tosig lichtte den dokter naar beneden voor,
Dokter Kops was zichtbaar verheugd den jongen man
te zien die hem geroepen had. „De zieke is goddank
gered" zeide hij „ten minste ik hoop hetmaar het
was hoog tijddat ik geroepen werd, Wordt mevrouw
Bandier beter, dan is zij het aan u verschuldigd dat
de hulp niet te laat gekomen is."
Yrouw Tosig maakte een gebaar van ongeduld. Het
scheen haar volstrekt niet aangenaam te zijn, dat Wolf
geprezen werd. „Ik heb toch ook het water naar boven
gedragen, ik heb er mij bijna de tering mede op den
hals gehaald. Maar voor de goede dames ga ik door
het vuur."
Den volgenden middag ontving Wolf een briefje,
dat vrouw Tosig hem bracht.
„Geachte Heerzoo luidde de door eene vrou
wenhand geschreven regels „voor den menschlie-
venden dienst, dien gij ons in den afgeloopen nacht
bewezen hebt, kan ik ÜEd. uit naam mijner zuster
en van mijniet beter dankendan door eenvoudig
te zeggen dat wij naast God, aan u en onzen dok
ter de redding onzer geliefde moeder hebben te dan
ken. Uwe zoo vriendschappelijke bemoeiing heeft
overdreven toepassing een einde gemaakt door eene
aanschrijving te richten aan de bondsregeeringen, waar
bij hij te kennen geeftdat de politie niet gerechtigd
is aldus te handelen. Yolgens de wet mag zy in zekere
gevallen de losloopende honden laten dooden, maar moet
zij dit niet doen zooals de meening schijnt te zijn.
Bovendien wanneer zij bevel tot dooden geeftmag
dit alleen geschieden voor honden die onbeheerd op
straat losloopen en niet voor hondendie even uit
huis ontsnappen doch dadelijk weder terug gehaald
worden. Uit het huis mag de hond in geen geval
gehaald worden De wet verbiedt niet een hond
in den tuinden gangop de trap of binnen
eene andere besloten ruimte vrij te laten rondloop en
en dat verbod is juist niet gemaaktomdat anders alle
in de kamers rondloopende honden onder de toepas
sing dier wet zouden moeten vallen. Hij verzoekt ten
slotte tegen vervolgingen, als waarover nu geklaagd
wordtbehoorlijk te waken.
Te Berlijn worden de door de politie opgevangen
honden tot nog toe onmiddelijk gedood, doch men hoopt
thans dat ten gevolge van deze aanschrijving het be
sluit zal worden genomen ze eerst eenige dagen te
bewaren opdat de eigenaars tegen betaling van boete
ze zouden kunnen afhalen,
Volgens de Nordd. Allg. Zeitung is de regeering
voornemens bij den Landdag een voorstel in te die
nen tot wederoprichting van een pruisisch gezantschap
bij den Paus zonder dat deze zaak iets te maken heeft
met beloften aan of van den H. Stoel. De regeering
had door tusschenkomst van den heer Schlösser de be
doelingen des Konings kenbaar gemaakt. Ook bij den
Paus mocht men de neiging onderstellen, om door een
gezant te Rome bestaande of nog te wachten geschil
len gemakkelijker dan tot dusver te regelen.
ENGELAND. Den 8 werd te Tyrone tot lid van
het Lagerhuis gekozen de liberale candidaat Dickson
met 3161 st., tegen 3070 op den conservatieven can
didaat Knox. Op Rijlett, geestverwant van Parnell
waren 904 st. uitgebracht.
Een in Ierland vertoevend verslaggever der Times
hangt een treurig tafereel op van de geweldenarijen
van het landverbond in het iersche graafschap Mun
ster. Het heeft eene soort van goed geregelde politie
en handhaaft krachtig het schrikbewind dat het voert
Verkoopt een boer melk aan de politie dan worden
zijne koeien verminkt of gedood koopt iemand hooi
van „geboycot" land (zooals men weetland van een
pachter die betaalt) afkomstigdan wordt zijn huis
geplunderd werkt een arbeider op eene hoeve waar
de pachter wegens wanbetaling algezet is dan snijdt
men hem een oor af. De jury's verklaren de op heeter-
daad betrapte persoon eenvoudig onschuldig. De wet van
het landverbond wordt veel meer gevreesd en nageko
men dan de gewone wet en de dwangwet boezemt in
het geheel geen ontzag in. Wordt men al gevangen
naar Dublin gevoerd dan wordt men er kostelijk be
handeld als in een hotel eerste klasse en het gezin
ontvangt 12 in de week. Dat jaagt niemand vrees aan.
Naar zijne meening zal de landwet aan dezen toestand
van geweldenarij geen einde maken maar de pachters,
van oordeel, dat zij de inschikkelijkheden bij die wet
door hun oproerig gedrag verkregen hebbenzullen
daarmede voortgaan om nog meer te verkrijgen.
Dat blad dringt er bij de regeering op aan om van de
buitengewone bevoegdhedendie de dwangwet baar
geefttoch vooral niet te beschroomd gebruik te ma
ken en met alle macht het schrikbewind van het land
verbond te bestrijden.
FRANKRIJK. Bij verschillende besluiten is op
voorstel eener buitengewone parlementaire commissie
Algerie in een fransch departement herschapen. De
verschillende ministeriën te Parijs zullen de zaken van
openbare werken opvoeding geldmiddelen en oorlog
beheeren. De gouverneur-generaal zal aan alle minis
ters en niet uitsluitend aan dien van binnenlandsche
zaken verantwoordelijk zijn. Sommigen zien in deze
zegen gebracht, de woorden ontbreken mij, om onze
dankbaarheid uit te drukken. Wij verzoeken u beleef
delijk het ons te vergeven, wanneer de verpleging
van onze dierbare zieke, het ons onmogelijk maakt,
storingen te vermijden, welke u hinderen; de dokter
hoopt dat onze lieve moeder binnen weinige dagen
hersteld zal zijn. Uwe dankbaar en toegenegen
M. Bandlee.
„Geachte mejuffrouw" schreef Wolf dadelijk terug,
„in de verontschuldiging, welke in uwen vriendelijken
brief voorkwam, ligt een beschamend, maar verdiend
verwijt voor mij. Nu ik in de gelegenheid benu
en de uwen te kunnen bekennen dat ik mij over
een in drift begane onwellevendheid schaam, wenschte
ikdat vrouw Tosig niet met verschooning van mij
gesproken hadopdat gijin plaats van mij voor
deze vervulling van den plicht jegens den naaste te
danken in den dienstdien ik u bewezen heb
Blechts het streven zult zien om vergeving te ver
dienen. Ik kan tot mijne verontschuldiging slechts
aanvoerendat ik sedert langen tijd weder voor de
eerste maal zoo woon dat ik iemand boven mij heb,
en in dit geval dus verwend ben. Ik was druk in
gespannen met geheel mijn geest aan het werk, toen
ik de vreemdsoortigste muziek in de nieuwe woning
hoorde en geraakte hierdoor in eene gemoedsstem
ming waarin ik mij zelf niet beheerschen kon.
Ik verzoek u en de uwen mij te willen vergeven.
Ik heb het als eene strenge en zeer beschamende
straf aangezien dat gij ieder klein noodzakelijk ge
luid op eene wijze vermeden hebtdie u het gebruik
der eigene woning ondragelijk moest maken. Ik geef
UEd. de verzekering, dat de schaamte over deze voor
zorg mij pijnlijker is, dan zelfs het grootste gedruisch.
Ik hoop dus, dat gij daardoor uwe vergeving be
vestigt dat gij mij niet meer aan mijne onbetame
lijk gedrag herinnert, door u bij het gebruik uwer wo
ning, op welke wijze ook, voor mij in acht te nemen."
Wordt vervolgd).