L
il
No.
Drie en tachtigste Jaargang.
FEUILLETON,
Herfststormen.
u,
I
1881.
WOENSDAG
21 SEPTEMB E R.
•Ml
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door
het gebeele Rijk f 1,
Prijs der gewone Advertentiën:
#flictëel (BcbccUc.
tiuitenlanb.
I
AlKll tARSCHE COURANT
De 3 nummers 0-06.
Van 15 regels /0,75; iedere regel meer ƒ0,15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
herinnerendat volgens de nog bestaande algemeene politie-
f- verordening, de hoofdbewoner van een perceel verpligt is de
straat v<5<5r zijn perceel van gras te zuiveren, en dat den corn
missaris van politie opgedragen is schouw over de straten
te houden op Woensdag 28 September 1881.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
20 Sept. 1881. De Secretaris,
NUHOUT VAN DER VEEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
lettende op de hun gedane mededeeling, dat een kind van een
der ingezetenen zeer ernstige verwonding heeft bekomen aan
een der oogen door het springen van een sleutel, gevuld met
ontplof bare zelfstandigbeden
noodigen de ingezetenen dringend uit mede te werkendat
aan dit gevaarlijke spel een einie worde gemaakt ter voorko
ming van verdere ongelukken en ter vermijding van strafver
volging, Burgemeester en Wethouders voornoemd,
AlkmaarA. MACLAINE PONT.
20 Sept. 1881. Be Secretaris
NUHOUT van oer VEEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter algemeene kennis
dat zij in hunne vergadering van hedengunstig hebben be
schikt op het aan hen ingediende verzoek van Pieter Hop,
slager alhier, vroeger te Schermerhorn om vergunning tot het
oprigten van eene vleeschhouwerij in het perceel aan de Voor-
meer, hoek Raaksje, wijk D, No. 1.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
Alkmaar, A. MACLAINE PONT
20 Sept. 1881. De Secretaris
NUHOUT van der VEEN.
DUITSCHLAND. Te Karlsruhe wordt den 20 ge
vierd d9 zilveren bruiloft van den groothertog en de
groothertogin van Bad^n gelijktijdig met het huwelijk
hunner dochter prinses Victoria met den Kroonprins
van Zweden. Tal van vorstelijke personen zullen die
dubbele feestviering bijwonen. De Keizerin hoopt enkele
feesten te kunnen bijwonen.
Baron de Nothomb, belgisch gezant te Berlijn sedert
1845 is den 16 aan eene beroerte overleden. Hij was
in 1830 een der strijders voor Belgie's onafhankelijk
heid, van 1837 tot 1845 drie malen minister en gerui-
men tijd een der aanvoerders van de liberale partij.
In 1842 werd hij in den adelstand verheven. Hij was
te Berlijn zeer geacht en gezien.
KR ANKRIJK. Den 17 gaf de consul-generaal
Roustan in een ministerraad inlichtingen omtrent den
toestand in Tunis.
Volgens de Ordre besloot prins Jéróme Napoleon
na een bij prinses Mathilda gehouden familieraad, van
zijne rechten op den Keizerskroon afstand te doen ten
behoeve van zijnen zoon Victor. Hij zou van dit be
sluit bij een manifest aan de bonapartistische partij
kennis geven tijdens zijno voorgenomen reis naar Ken-
stantinopel. Dit bericht is over het algemeen met de
grootste onverschilligheid vernomenwel een bewijs
dat hetgeen de bonapartistische partij verricht, zeer
weinig invloed uitoefent. Alleen verdient vermelding
de opmerking in het bonapartistische blad de Kleine
Korporaaldat het geen geloof kan hechten aan zulk
een heldhaftig besluit van een mandie nog nooit
eene goede daad in zijn leven deed.
Een bevel van den minister van oorlog houdt in
dat geen militair der lichting van 1876die voor ver
vroegd verlof in aanmerking komt, na den 17 naar
Africa zal worden gezonden. Alzoo zal men niet meer
trachten de bataljons infanterie in Africa op 600 man
te brengen.
In de vergadering der commissie voor het handels
verdrag met Engeland op den 19 sprak de minister
van koophandel Tirard de hoop uit, dat de onderhan
delingen weldra tot een goed einde zouden leiden en
door wederzijdsch toegeven gemakkelijker gemaakt zou
den worden. De engelsche onder-minister van buiten-
landsche zaken vernieuwde de verzekeringdat de
engelsche regeering levendig verlangde naar het sluiten
van een voor beide rijken voordeelig verdrag.
OOSTENRIJK-HONGARIJE. De Montagsrevue
meldt, dat de Keizers van Oostenrijk en Rusland wel
dra te samen zullen komen. Tijd en plaats waren nog
onbekend.
SPANJE. Een der ministerieële bladen meldt, dat
er uitzicht schijnt te bestaan op eene bevredigende
schikking ten aanzien van de gevraagde schadeloosstel
ling aan de spaansche kolonisten van Snïda in Algerië.
Het casino (plaats van bijeenkomst) der progressisti-
sche democraten, dat reeds geopend was, hoewel de voor
de oprichting benoodigde en gevraagde vergunning nog
niet verleend was werd op hoog bevel gesloten om
dat de aldaar gehouden redevoeringen aan de overheid
te republikeinsch voorkwamen. Deze sluiting werd
rustig toegelatendoch onmiddellijk werd op nieuw
vergunning gevraagd voor de opening der club. Het
ministerie is daardoor in een moeielijken toestand ge
bracht. Weigering zal toch eene scheuring doen ont
staan onder zijne vooratanders waardoor zijn bestaan
ernstig bedreigd wordt.
ALGERIE. Te Tunis hebben de opstandelingen
den toevoer van water geheel afgesneden. De fransche
consul noodigde zijne bondgenooten aldaar uit zoo
spaarzaam mogelijk met het water te zijn, omdat de inhoud
der vergaarbakken in de stad slechts voor eenige dagen
voldoende was. Het water werd reeds voor hooge prij
zen verkocht. De waterleiding is niet alleen vernield,
maar schijnt zelfs over eene aanmerkelijke lengte toe-
gemetseld te zjn. Een ingenieur die den 14 met zijne
werklieden de leiding wilde herstellen moest onverrich
ter zake terug keeren omdat de werklieden weigerden
voort te gaan na het hooren van kanonschoten in de
richting van Zaghouan. Een ander betrekkelijk onbedui
dend voorval te Tunis op den 13 kan wellicht ernstige
gevolgen hebben. Twee fransche officieren die zich vol
gens bekomen bevel onmiddelijk moesten begeven naar
hun regement, behoorende tot de afdeeling van generaal
Sabattier te Zaghouanvonden bij hunne aankomst de
poorten der stad Tunis gesloten. Over dat oponthoud
teleurgesteld vorderden zij van de wacht opening der
poortopdat zij de hun gegeven bevelen zoo spoedig
mogelijk konden opvolgen. Hieraan kon niet voldaan
worden, omdat de sleutels der poort reeds overgebracht
waren naar de woning van den gouverneur van Tunis.
Hieruit ontstond eene woordenwisseling welke weldra
in handtastelijkheden overging toen talrijke inboorlin
gen, soldaten en politie-agenten zich daarin mengden.
De officieren dreigden van hunne wapenen gebruik te
zullen maken zoo aan hun verzoek niet voldaan werd,
welk bedreiging aanleiding gaf tot eene strenge afkeu
ring van hunne houding en hun gedrag door de talrijke
menigte. Door eene overhaaste vlucht konden zij zich
slechts onttrekken aan de tegen hen los gebarsten
woede en hoewel zij eene veilige schuilplaats vonden
was een algemeene schrik onder de europeesche bevolking
van dit feit het gevolg.
Y'olgeas bericht van den 17 sloeg de afdeeling van
generaal Sabatier haar legerkamp op de bergvlakte
welke de waterleiding bestrijkt en verdedigde hij zich
met goed gevolg tegen de opstandelingen. De vlakte
van Gurorawestwaarts van Zaghouanwerd tenge
volge van het afbreken der waterleiding overstroomd.
Generaal Sabattier had vier muitelingen, die levensmid
delen geroofd haddenlaten doodschieten. Zijne afdee
ling is nog steeds omsingeld. De opstandelingen ston
den op 4 a 5 mijlen afstand,
BULGARIJE. Yorst Alexander heeft op zijnen ver
jaardag volledige kwijtschelding van straf verleend voor
alle staatkundige vergrijpen begaan vóór en na 9 Mei,
den dag, waarop hij zijne bekende toespraak tot de bevol
king richtte. Verder is ingetrokken de aan de buiten-
Aan het einde der laandie de trots van alle
inwoners der kleine provinciestad was, lag de villa van
den fabrikant Ferdinand Reiman. Hij had haar drie
jaren geleden laten bouwen, toen hij op het punt stond
in het huwelijk te treden. Vroeger woonde hij in de
fabriek zelf, die ongeveer drie kwartier van de stad
stondaan den voet van eenen bergwaarvan een
tamelijk sterke bergstroom nederviel, zoodat een flinke
beweegkracht kosteloos te verkrijgen was. Reiman's
vaderde stichter van de fabriek had niet zonder
„doel deze plaats voor zijn fabriek gekozen eensdeels
wegens den hierboven genoemden bergstroom en ander
deels omdat de arbeiders uit het naaste dorp tot veel ge
ringer loonen te verkrijgen waren dan diewelke in
de stad woonden. Onder het beheer van zijnen zoon,
die na den dood zijns vaders de fabriek overgenomen
had hadden langzamerhand vele veranderingen plaats
gevonden. De menigte vreemde arbeiders, die na de
vergrooting van de fabriek en de uitbreiding der zaak
moesten aangenomen worden vonden in het dorp geen
onderkomen meer en hadden ook geen lustdaar afge
zonderd van de genoegens der stad te leven. Het waren
meest mannendie uit de groote steden kwamen en
na den arbeid vooral echter op zondagen,, aan de ver
strooiingen die het stadleven aanbiedt, gewend waren.
Tot groote last van een deel der inwoners van Oost-
heim kwamen zich daar in de enge straten van de zoo
genaamde benedenstad een groote hoeveelheid vreemde
werklieden vestigen waaronder vele ruwe en woeste
gezellen warendie met de policie in voortdurende
twist leefden. Langzamerhand lokten zij hunne kame
raden ook daar heen en zoo ontstond er in de be
nedenstad een geheele kolonie van deze lieden. In
het dorp woonden nu nog slechts de oudste arbeiders,
die hun huishouden daar hadden en de daglooners.
De herbergiers van Oostheim waren natuurlijk over
dezen aanwas der bevolking zeer verheugd en er ont
stonden in de benedenstad weldra eenige nieuwe kroe
gen die niet in de beste reuk stonden en uitsluitend
door fabriekarbeiders bezocht werden. Nachtelijke rust
verstoringen ja zelfs bloedige gevechten tot nu toe
iets ongekends in het stille plaatsje waren voortaan
niet zeldzaam meer. Vooral in den laatsten tijd waren
zulke zaken meermalen voorgevallen. De policie-agen-
ten van Oostheim, twee oude afgedankte onder-officiers,
waren niet in staatdie baldadigheden tegen te gaan.
Zij hielden zich daarom wanneer er zulk een oploop
plaats hadmaar liever op een afstand en lieten de
vechtenden de zaak onder elkander uitmaken en kwamen
eerst weder te voorschijn wanneer alles voorbij en
er niets meer te vreezen was.
Hoe gaarne nu ook de notabelen van Oostheim af
stand gedaan zouden hebben van het voordeel dat de
werklieden hun aanbrachten om toch maar de rust
en veiligheid in hunne stad te kunnen bewaren toch
zouden zij er zeer weinig meê ingenomen zijn geweest,
wanneer de fabriek verplaatst was geworden naar een
andere streek omdat zij daardoor gevaar liepen een
van hunne aanzienlijkste medeburgers te verliezen.
De jonge fabrikant Ferdinand Reiman genoot de
algemeene achting in Oostheim en men had hem reeds
van alle zijden aangezocht om zich candidaat te stellen
voor de eerstvolgende verkiezingen van eenige leden
der le Kamer een plan dat tot nu toe op de hard
nekkige weigering van Reiman had schipbreuk geleden,
die zeide het te betreurenaan zulk een eervolle
wensch geen gevolg te kunnen geven omdat zijn fabriek
voorloopig nog al zijn krachten vereischte.
Reiman had eerst voor weinige jaren besloten in de
stad te gaan wonen, hoofdzakelijk om zijne jonge vrouw,
waarvan hij onmogelijk kon vergendat zij alleen met
hemen afgesneden van allen omgang met beschaafde
menschen buiten in de fabriek zou wonen en aan deze
overweging had de villa bij de stad haar ontstaan te
danken waarvan zij nu het grootste sieraad vormde.
Het was op den morgen van eenen ruwenonvrien-
delijken herfstdag. In de achterkamer der villa met een
vooruitspringend balkon zaten Reiman en zijne vrouw
aan het ontbijt. Het mannelijke gelaat van den jongen
fabrikant was ernstig en nadenkend, slechts verstrooid
luisterde hij naar het vroolijke gekout van zijne jonge
vrouw die geen middel onbeproefd liet om hem op
te vrolijken, doch eindelijk zelf nadenkend werd, toen zij
zagdat al hare bemoeiingen te vergeefs waren. Er
ontstond een lang stilzwijgen terwijl de fabrikant zijn
koffie dronk, slechts nu en dan een vluchtigen blik in
de naast hem liggende courant werpende. Zijne ge
dachten waren blijkbaar gansch ergens anders als
bij het beursberichtdit bemerkte ook de jonge
vrouw die hare echtgenoot reeds lang met liefdevolle
bezorgdheid had aangezien. Hij was zoo veranderd
zoo vreemd geworden. Sedert eenigen tijd scheen zijn
vroolijke luim geheel plaats gemaakt te hebben voor
die ernstige zorgvolle stemmingwaarin hij ook nu
verkeerde. Altijd had zij nog gehoopt dat het een
voorbijgaande bedruktheid zou zijn en hot daarom ver
meden hem, wanneer hij moe en afgemat thuis kwam,
door vragen er aan te herinneren nu echter kon zij
hare ongerustheid niet langer verbergen. Zij schoof
hare stoel dicht naast de zijne en sloeg haar arm om
zijn hals.
„Lieve Ferdinand 1"
De aangesprokene ontwaakte uit zijn gepeins.
„Wat is er, kind? Zeg het spoedig, want gij weet,
dat ik naar de fabriek moet." Hij keek op de
pendule.
„Die nare fabriek," zeide het jonge vrouwtje
vleiend „zij ontrooft mij u geheel en al. 's Morgens
in de vroegte, rijdt gij weg, 's middags zie ik u nauwe
lijks een uur, en wanneer gij thuis komt zijt gij moe
i,1