No. 114*. Drie en tachtigste Jaargang. 1881. ZONDAG 25 SEPTEMBER. TWEEDE BLAD. Prijs der gewone Advertentiën Bintmtlatib. StUcrleL STeicgrafiödis iaevidtteu* ^tabd-iSericftten. ALKMAARSCHE Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond .uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door liet gelieole rijk f 1, De 3 nummers f 0,06. COURANT. Van 15 regels f 0,75; iedere regel meer ƒ0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERM». COS- TER ZOON. De Koning en de Koningin met de jonge prinses zijn den 22 van bet Loo in den Haag teruggekeerd. Prins Albert van Pruisen, vertegenwoordiger van den duitschen Keizer bij de begrafenis van prins Frede- rik, is den 22 te 's Gravenhage aangekomen; hij stapte af aan het koninglijk paleis. Ook kwamen in de hof stad prins Orioff, ambassadeur van Rusland te Parijs, vergezeld van graaf Muravieff, eerste secretaris bij de russische legatie aldaar, de heer Froelich, hofmaarschalk van den Koning van Zweden en eene deputatie van 3 officieren en 1 sergeant-majoor van het russische gre nadier-regiment „Prins Frederik der Nederlanden." Den 22 is eene groote deputatie van het hoofd bestuur der orde van vrijmetselaren van de loges "L'Union Royale" en „Ware Broedertrouw", benevens eenige regenten van de Bouisa-stichting toegelaten bij de vorstelijke familie op het Huis de Pauw. Nadat de heer Noordziek de deelneming der broederschap had betuigd werden de deputatiën door den prins v. Wied in de zaal geleidwaar de lijkkist, stond en daarop 4 kransen nedergelegd, die der Louisa-stichtinguit witte rozenknoppen en riekende viooltjes samengesteld, door 2 meisjes en 2 jongensverpleegden uit dat huis. Denzelfden dag zijn op de lijkbaar ook gelegd een groote zilveren lauwerkransnamens de officieren der artillerie als hulde aan den voormaligen grootmeester; een krans van witte rozen en riekende viooltjes namens de officieren van het indische leger; 2 van dergelijke bloemen van het stal- en dienstpersoneel van den over ledene een dergelijke namens officieren van het regi ment grenadiers en jagers een van groene bladen van de officieren van het garde-rogiment te Berlijn 2 van witte bloemen van den erfgroothertog van Saksen en van officieren der haagsche schutterij een van pal m- bladeu en witte rozen van de Kon. Zangvereeniging „Caecilia", waarvan de prins beschermheer was. Al deze bloemenkransen zijn versierd met wit of gekleurd lintmet zilveren franjes opschriften e. d. g. Den 23, 's morgens te 9 uren, werd in de rouw zaal op het huis de Pauw eene godsdienstige lijkplech- tigheid gehouden in tegenwoordigheid der naaste be trekkingen van den overledene den prins v. Oranje die een prachtige krans op de lijkbaar nederlegde prinses Hendrik, leden van het Huis van wijlen prins Frederik en eenige zijner oude dienaren. De heer Bartstra, predikant te Wassenaar sprak naar aanleiding van Prediker 7„Het is beter in, het huis der rouwe dan in het huis der maaltijden" en eindigde met een gebeddat door alle aanwezigen knielende werd aangehoord. Yervolgens werd de lijkkist in de met 6 paarden bespannen rouw- wagen en werden op het rouwkleed de koninglijke kroon op een rood fluweelen kussen, de veldmaarschalkstaf, de ordeteekens van den prins en eenige bloemkransen geplaatst. Deze kransen waren die der Koningin, die van het pruisische garde-regiment, 3 der vrijmetselaars- vereenigingen en 3 andere. Onder geleide van den hofmaarschalk en de slippendragersin 2 rijtuigen en van een cavallerie escorte tot de Boschbrug te 's Gra venhage genaderdnamen daar de 4 slippendragers en de 10 kamerheeren-lijkaragers hunne plaatsen nevens den rouwwagen in de laatsten bijgestaan door 16 onder officieren der land- en zeemachtwaaronder ook de gepensioneerde Hobein. Yoor 's prinsen paleis, waarin de personen, die aan de plechtigheid zouden deelnemen en reeds in rijtuigen plaats genomen zich verzameld hadden, stond eene eerewacht der schutterij geschaard, en de troepen te voet en te paard die den stoet zouden begeleiden, bevonden zich in de nabijheid. Zij waren: de staf en escadrons van het 3e regiment huzaren met de muziek de haagsche scherpschutters de haagsche schutterij, liet regiment grenadiers en jagers met de kapel, en de veld-artillerie. Teil uren zette de trein onder kanongebulder klokkengelui en treurmuziek zich in beweging. Vóór de lijkkoets gingen de kamerheer- ceremoniemeester in rijtuig, de 34 hofbeambten en officianten van den overledene te voet in rouwgewaad, de rijtuigen voor de kamerheeren-dragers en rijtuigen met 's prinsen secretarislijfartsadministrateurs te Muskau en Neuland en den administrateur van het kroondomein. In het eerste, met 6 paarden bespannen, rijtuig achter de lijkkoets zaten de prins v. Wied en de kroonprins van Denemarken in het tweede met 8 paar den bespannen, de Koning, de prins v. Oranje, prins Albert van Pruisen en de erfgroothertog van Saksen; in de 5 volgende de buitengewone vertegenwoordigers van Rusland Mecklenburg-Schwerin, Oostenrijk, Engeland, Zweden en Noorwegen, Frankrijk, Roumanie en Turkije, daarna het rijtuig van den grootmeester-opperkamerheer des Konings en nog 3 voor het gevolg der prinsen en ge zanten. Door burgemeester en wethouders vau 's Graven hage uitgeleid, werd de stoet op het gebied van Delft opge wacht door burgemeester en wethouders en de schutterij dier stad. Yoor de Nieuwekerk stond eene eerewacht van de schutterij en het garnizoen. In het gebouw be vonden zich de ministers, de voorzitters der hooge staats lichamen de commissaris des Konings in Zuidholland, de burgemeesters van Amsterdam's Gravenhage en Delftkerkvoogden en predikanten dier stad hoofd officieren de deputatiën der russische en pruisische legers en vertegenwoordigers van alle wapenen en dien sten van het nederlandsche leger. Toen de kist op de lijkbaar was gezet, hield de hofprediker, ds. van Koets veld, eene treffende toespraak. Daarna werd de kist, beladen met kransenwaaronder eene van Koningin Victoria in den kelder gelaten. De Koning en prins Albert van Pruisen namen terstond den terugtocht aan, de prinsen v. Oranje en v. Wied de kroonprins van Denemarken en de erfgroothertog van Saksen woonden iu den kelder de verzegeling der lijkkist door den mi nister van justitie bij. Ten behoeve van het onderwijs in het zingen aan de lagere scholen der ie. en 2e. klasse te Amsterdam zijn door een onbekende G piano's geschonken. Te Amsterdam en in eene aangrenzende gemeente zijn gevallen van pokken waargenomen. De gemeenteraad van Amsterdam heeft de door B. en W. voorgedragen gratificatiën aan de nachtwachts, die ten gevolge van de reorganisatie der policie hunne betrekking verloren hebben en niet in de termen van pensioen vielen, verdubbeld en aan 131 anderen ieder eene gratificatie van f 10 toegestaan. De heer C. V. Gerritsen te Amersfoort heeft een adres aan de 2e Kamer gezonden, waarin hij protes teert tegen de door den burgemeester op hem toege paste wetsuitlegging en verzoekt art. 39 der gemeente wet zoodanig te wijzigen dat daaraan niet meer eene uitlegging kan worden gegeven welke aan personen tot geene godsdienstige gezindheid behoorende, de ver plichting oplegt zich te onderwerpen aan een vorm ontleend aan de leer van kerkgënootschappen. Eenige reeuwijkers zijn door het bantongerecht te Gouda van alle rechtsvervolging ontslagen op grond dat de door hen overtreden verordening van Reeuwijk niet volkomen overeenkomstig het in de gemeentewet voorgeschreven formulier was afgekondigd en derhalve geene verbindende kracht had. De gemeenteraad van Grave heeft het vergunnings recht voor tapperijen bepaald op f 20 voor localen van minder dan 100 huurwaarde en op 25 p. c. wanneer de huurwaarde 100 te boven gaat. De woensdag-avond te Zaandam gehouden ver gadering van de afdeeling „Zaanlandsche Gemeenten" der Holl. Maatschappij van Landbouw werd door 152 leden bijgewoond. Na het verrichten der huishoudelijke werkzaamheden werd het woord verleend aan den heer A. F. Marletvan Hontenissedie 2 voordrachten hieldde laatste over het aanleggen van siertuinen de eerste over de eischen door onzen tijd aan de land bouwers gesteld t. w. meerdere ontwikkeling en meer dere samenwerking. Den 20 had de heer Marlet in de vergadering der afdeeling Assendelft gesproken over de noodzakelijkheid van den nederlandschen landbou wer om zich toe te leggen op den teelt van ooft en groenten. De Tuinbouwvereeniging aldaar zal een tuin baas oproepen voor het beheer van haar proefveld (ei gendom van het geref. weeshuis) en voor f 3 's weeks huren een door de regenten daarvoor te bouwen woon huis met bergplaats voor tuinvruchten. Een perceel aan de Westzijde te Zaandam is voor rekening dier gemeente aangekocht ten einde voor waaggebouw te worden ingericht. Er zijn thans nadere bizonderheden bekend omtrent de boschbranden in Michigan, waarvan herhaaldelijk melding is gemaakt. De bosschen bestonden voornamelijk uit sparren en dennen met kreupelhout daartusschen, welke laatste bij droogte ontvlambaar wordt als tonder. Een oog getuige, den toestand beschrijvende, zegt dat de hemel, aanvankelijk donker koperkleurigvan lieverlede don kerrood werd. Het was toen zoo donker, dat men lan taarns noodig had om den weg te vinden. Dit duurde van maandag 5 tot woensdag 7 dezertoen de wind van het westen naar het noorden liep en koelte en verade ming schonk. Het is onmogelijk, schrijft dezelfde o aggetuige de aangerichte verwoesting te schilderen. Ik reisde meer dan een uur verwaar alles, letterlijk alles verbrand was. Ik kwam een wagen tegen, waarop drie uit ruwe planken getimmerde kisten met acht lijken. De eenige rouwdragende die achter den wagen ging volgde zoo zijne vrouw 'en vijf kinderen graf waarts allen in de vlammen omgekomen. Een eind verder lagen de lijken van eene vrouw en vijf kinderen midden op den weg. Niets, zoo ver het oog reikte, dan eene barre woesternii in het rondbezaaid met doode runderen zwijnen schapenvogels. Onder een der huizen had een beer eene toevlucht gezocht en was met het huis verbrand. Zij, die onmiddelijk na den brand de geteisterde streken bezochten vonden de menschen om de rookende puinhoopen hunner woningen zitten velen met uitgebrande oogen, afgrijselijk verminkt, half of geheel waanzinnig van angst en verdriet. Bij de Haughton-Kreek was eene nederzetting van twaalf gezinnen. Tegen drie uur des namiddags bereikte haar het vuur. Het eene huis na het andere werd aange tast en de bewoners beseften dat zij ingesloten waren door een ring van vuurwaaruit geen ontkomen denk baar was. De eene schuilhoek voor de andere na werd in dezen ontzettenden toestand ontruimd en eindelijk zocht men, achttien personen sterk, als laatste redmid del zijn toevlucht in een diepen put. Hier zat men vier uur achtereen op elkander gepakt, terwijl zij die het laagst stonden de anderen met water besproeiden om de hitte te doorstaan. Eerst tegen negen uur toen de brand had opgehoudenklom men er uit en vond natuurlijk alles geheel vernield. Te Tyre vond men zeventien lijken van mannen vrouwen en kinderen in het veld liggen. Te Cato vluchtte eene weduwe met vijf kinderen in een put en allen stikten in den rook. Drie-en-twintig doode licha men van vluchtelingen lagen langs de wegen. Tal van vrouwen zag men in nachtgewaad vluchten doch de sterke wind verijdelde bijna overal alle pogingen om te ontkomen. Groote hoopen brandende voorwer pen werden opgenomen en ver weggevoerd natuurlijk de uitbreiding van het vuur verhaastende. Een boer was op zijn akker aan het ploêgen en zag het vuur in de verte aankomen. Hij ijlde naar zijne woning en bevonddat zijne vrouw in de buurt een bezoek was gaan brengen. Met zijne zes kinderen vluchtte hij verder maar zij werden spoedig door het vuur gestuit. Hij nam eene andere richting en slaagde er met moeite in zich met twee der kinderen te redden. De vier overige werden later op een hoop liggende ge heel verkoold teruggevonden. De brand vloog als een orkaan over het land alles vernielende op zijnen weg. De scheepvaart op het Huronmeer werd onmogelijk gemaakt door de dichte rookwolken, die de lucht verduisterden. Aan den oe ver verdrongen zich menschen en veealle schepselen, die het meer hadden kunnen bereiken. Te midden der grenzenlooze verwarring dwaalde een ongelukkige krank zinnige ronddie alles op aarde en zijne beide oogen verloren had. Ingenieurs door de kantonnale regeering van Glarus naar de plaats des onheils gezonden in het Sernftdal waar Elm door de bekende bergstortingen is vernield hebben deswege een uitvoerig rapport ingediend. Daaruit blijkt o. a., dat de neergestorte aard- en rotsmassa veilig mag worden begroot in een rond getal op 10,000,000 kubieke M. Daaronder komen rotsblokken voor ter grootte van 1260 kub. M., wier gewicht mag worden geschat op 06,000 centenaars. Dergelijke gevaarten zijn volstrekt niet zeldzaam, want men vindt ze in menigte ter plaatsewaar ongeveer de grens wordt gevonden der bergstorting. Neemt men aan dat de gansche neergestorte massa bestaat uit gebakken en gehouwen steen balken planken enz., enz., in een woord uit de verschillende materia len waarvan huizen en kerken worden gebouwd, dan zou men een voldoenden voorraad materieel hebben om er twae steden van te bouwen, zoo groot als Zurich- Te Blankenberghe (Westvlaanderen) zou een jonk man die zich wat ver in zee had gewaagd zijn ver dronken ware hij niet gered door een paar jonge meisjes die met veel inspanning er in slaagden den onvoorzichtige op bet droge te brengen. Kaapstad 24 Sept. Gisteren behandelde de trans- vaalsche volksraad de conventie. Kruger erkende, dat zij niet voldoende is en het engelsch gouvernement eenige wijzigingen zal moeten toestaan. De Boeren- regeering stelt voor de oprichting van transvaalsche corpsen artillerie en ruiterij. Yan Zaterdag 17 Sept. tot en met Yrijdag 23 Sept. zijn aan de zwem- en badinrichting alhier genomen 5 binnen- en 27 buitenbaden alzoo te zamen 32. Vrijdag-avond te 7 uren werd de brandklok ge trokken. In eene achterkamer van het logement „Het Wapen van Munster", op het Verdronkenoordwas een peteroliestel omver en met een gordijn in brand geraakt. Door spoedige hulp werd het vuur echter ge- bluseht zoodat van de brandspuiten die ras op de plaats des onheils waren alleen Burgerplicht water heeft gegeven. De schade is echter vrij aanzienlijk.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1881 | | pagina 5