No. 115. Drie en tachtigste Jaargang. 1881 WOENSDAG 28 SEPTEMBER. FEUILLETON. Herfststormen. Prijs der gewone Advertentiën <E>ffictcel Oebcjeltc. Buitcnlaub a it s<: ii t; coi'Bvvr. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1, De 3 nummers 0.06. Van 15 regels 0,75; iedere regel meer f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers EfERMs. COS- TER ZOOM. De Manschappen van de brandspuiten No. 1 en 2 worden verzocht hunne penningen ten spoedigste te verwisselen ten kantore van den gemeente-ontvanger, van 's morgens 9 tot 1 uur 's namiddags. P. KOOL Jbz., President-Brandmeester. DENEMARKEN. Bij koninklijk besluit van den 21 is opgeheven het in 1852 afgekondigde verbannings- besluit tegen de leden der familie SleeswijkHolstein Augustenburg, DUITSCHLAND. De leiders der nationaal liberale partij hebben dezer dagen een tweede verkiezingsma nifest het licht doen zien waarin nader uiteengezet wordt het standpunt door de partij in hare verklaring van 29 Mei dezes jaars ingenomen, welk standpunt zij in den geheelen omvang blijft handhaven. De Curie en de pruisische regeering schijnen het eens te zijn geworden over de benoeming van een bisschop te Fulda waar het kapittel geene verkiezing kon houden, omdat het uitgestorven was. De vicaris-ge neraal Kopp uit Hildesheim volgens de Köln. Zeitung een bezadigdverdraagzaam mandie nooit op den voorgrond trad hangende het kerkelijke geschil, wordt ais bisschop genoemd. Keizer Wijhelm kwam den 23 's namiddags te Ba den-Baden aan om daar geruimen tijd te verblijven. ENGELAND. De Gemeenteraad van de City te Londen besloot den 22 met 101 tegen 11 stemmen een adres te richten aan minister Gladstone, waarin be wondering betuigd wordt over zijne openbare werk zaamheid, zijn karakter en zijn genie en hij verzocht wordt te willen zitten voor een marmeren borstbeeld in Guildhall te plaatsen. In een gouden doos zal die adres overhandigd worden. Het aan de Times uit Dublin gezonden bericht, dat bet landverbond zich gereed maakt de beweging op groote schaal te hervatten geeft dat blad aanleiding om de regeering ann te sporen, dat plan met krachtige midde'en te verijdelen. De oud-minister voor Ierland Hicks Beachgeen tegenstander der landwet, heeft op een dezer dagen ge houden feestmaal der landbuuwmaatschappij van Winch- combe gezegd dat de wijzewaarop die wet door de belanghebbenden ontvangen wasniet geschikt kon worden geheeten om hare verdedigers aan te moedigen. Het Parlement had aan de ieren evenveelzoo niet meer toegestaan dan hunne voornaamste aanvoerders vóór vijf jaren vroegen. Het landverbond eischte echter niet langer eene eenvoudige agrarische wet, zelfs niet parlementaire onafhankelijkheid van Ierland, maar vol komen afscheiding van het vereenigd Koningrijk. Hij Burmeister was voor hem achteruit geweken zooals de loerende jakhals voor den getergden leeuw. „Wij hebben nog niet ons laatste woord gesproken," bromde hij. Vervolgens ging hij, na een blik vol haat op den fabrikant geworpen te hebbenlangzaam naar de poort. Geen zijner kameraden maakte een enkele beweging om hem bij te springeD. Tceu riep een stem „Hobo zullen wij ons dat laten aanleunen?" en alsof de arbeiders slechts op dit signaal gewacht hadden brak een wilde kreet losvuisten werden dreigend opgeheven en de voorste rijen drongen op den alleen staanden man aan die met hoog opgerichte gestalte een verachtelijken blik op de schaar werpende, den aanval afwachtte. In dit oogenblik kwam er on. verwachts hulp opdagen. De kleine schaar, die zich tot nog toe rustig gehou den had wierp zich nu moedig tusschen Reiman en zijn aanvallers. Aan hun hoofd stond Muller, die krach tig een voorhamer zwaaide, dien hij in de haast ergens opgeraapt had. „Terug!" riep hij, „de eerste, die een hand naar mijnheer Reiman uitsteektsla ik als een dollen hond neder Eene onbeschrijtelijke verwarring ontstond, het scheen alsot de beide partijen in het volgende oogenblik hand gemeen wilde worden toen een donderende stem die niettegenstaande het woeste geschreeuw en getier toch duidelijk tot in de verste hoeken der uitgestrekte bin nenplaats hoorbaar waseenige woorden tot de woe dende menigte riepdie eene merkwaardige kracht schenen uit te oefenen op de heftig bewogen gemoe deren want bijna oogenblikkelijk bedaarde het tumult. Hierdoor gelukte het Reiman dieofschoon doods- achtte dan ook bet oogenblik gekomen, om krachtig te handelen en zonder op de verleende voorrechten terug te komen, te beraadslagen over de middelen, waardoor orde en eerbied voor de web hersteld kunnen worden. Volgens het voorloopig verslag der op 5 April dezes jaars gehouden volkstelling in Engeland Schotland en Ierland is de bevolking van Engeland en Wales ge klommen tot 25,968,286 zielen van Schotland tot 3,731,370 van Ierland tot 5,159,838, van het eiland Man tot 53192 en van de eilanden in het Kanaal tot 87731 zielen. De bevolking te samen beliep 35,159,562 zielen of 4,147,236 meer dan tien jaren geleden, Ier- land's bevolking verminderde in dat tijdvak met 252,358 zielende bevolking van Londen klom daarentegen van 3,254,260 -tot 3,814,571 zielen. Na Londen is Liverpool de meest bevolkte stad: zij telt thans 550,000 inwoners. Het zielenaantal van Nottingham is in die 10 jaren vertienvoudigd. FRANKRIJK. Luuis Blanc beantwoordde een brief van den tob afgevaardigde vei kozen heer Delattre, lid van den raad te Parijs en behoorende tot de onverzoenlijken, tot bijeenroeping van de parijsche afgevaardigden, om de waarheid in zake den toestand in Tunis te onderzoeken, als volgt: Waarde ambtgenoot en vriend: Uw denk beeld schijnt mij zeer goed toe. Wilt gij op u nemen de oproeping in mijnen naam te doen Hartelijk gegroet. Delattre voldeed aan dit verzoek en noodigde de afgevaardigden der Seine te samen in het Bourbon paleis om te beraadslagen over een onderhandsch onder zoek naar den toestand in Tunis. Tegen de bijeenroe ping in dat paleis werden van alle zijden bezvvaren in gebracht zelfs verbaasde men zich er overdat een parlementair veteraan als Louis Blanc zich door een denkbeeld liet verleiden dat zoo weinig strookte met de allereerste beginselen van het fransche staatsrecht. De questuur der Kamer weigerde dan ook het gebruik van dat paleis omdat aiieen zij die lid der Kamer zijn recht hebben aldaar bij_eenkomsten te houden, j Dientengevolge kwamen zij den 23 bijeen ten huize van Louis Blancten slotte werd beslotendat vijf afgevaardigden naar het ministerie van onderwijs zou den gaan om inlichtingen in te winnen. MinisterFerry ontvouwde aan die afgevaardigden de redenen, waarom de regeering meende, niet tot eene buitengewone bijeen roeping der Kamers te moeten besluiten. In den laatsten tijd werden herhaaldelijk klachten gehoord over onvoldoend beleid van den minister van oorloggeneraal Farre in verband met de gebeurte nissen in Algerie en Tunis. In het Journal Officiël komt thans een stuk voor, dat als een antwoord op die klachten kan worden beschouwd. Daarin wordt o.a. gezegd dat de regeering met den toestand in Algerie tevreden is dat Bou-Amema in het verre Zuiden teruo- gedrongen is dat overal orde en rust heerschen e," de voortvluchtige opstandelingen streng gekastijd zuj. len wordenzoodra de droogte voorbij is. In Tun{a is de toestand minder gunstig. De minister moest het grootste deel der troepen terugroepen, omdat de ge zondheid der jongenog niet geharde soldaten te veel van de hitte zou geleden hebbedhad men ze onder de brandende zon van Noord-Afrika gelaten* en eene ernstige onderneming tegen de oproerige stammen toch onmogelijk zou ziju geweest. De uitbreiding en de kracht van den opstand hadden daarna geëischt dat nog voor het einde der hitte eenige troepen werden gezonden, om de europeanen in de steden aan de kust te beschermen. De ernstige krijgsverrichtingen zouden eerst in het najaar beginnen, Yerder wordt de afge keurde samenstelling van het naar Afrika gezonden legerkorps verdedigd. De 4e bataljons der verschillende regimenten zijn gezonden om daardoor de mobielmaking van het leger in Frankrijk bij onverwacht gevaar niet onmogelijk te makenomdat het 4e bataljon van elk regiment niet bestemd is, om in geval van oorlog te velde te trekken het moet in garnizoen blijven in de versterkte plaatsen. President Grévy verzond na het vernemen van den dood van President Garfield aan zijnen opvolger het volgende telegram „Ik verneem dat de President der ereenigde Statenin weerwil van de zorgen waarmede liefde en wetenschap hem gedurende zijn smartelijk lijden omringden bezweken is. Wil de tolk zijn van de gevoelens mijner deelneming aan mevr. de weduwe Garfield wier moed onder deze droevige be proeving ik bewonderd heb en ontvang uit mijnen naam en dien van de regeering der fransche Republipk, de uitdrukking van de diepe smart, welke ons de nood lottige afloop van den vermetelen aanslag welks slacht offer de eer Garfield geweest is veroorzaakt. De minister van buitenlandsche zaken verzond een telegram in denzelfden geest aan den gezant te Washing ton om het leedwezen der regeering aan den Presi dent te betuigen. SPANJE. De Koningin wordt gezegd in gezegende omstandigheden te verkeeren. TURKIJE. Prins Napoleon werd door een adjudant van den Sultan begroet bij zijne aankomst te Konstan- tinopel. Ook ontving de Sultan hem in een bizonder gehoor en noodigde hem aan zijnen disch. ZWITSERLAND. Het bondsgerechtshof bevestigde in hooger beroep met 6 tegen 3 stemmen het verbod der regeering van het kanton Zurich om in de stad Zurich het internationaal socialistencongres te houden. AFGHANISTAN. De Emir Abderrhaman versloeg den 22 Ayoeb-Khan. Het overloopen van 2 regementen besliste den slag. Ayoeb vluchtte naar Herat, zijne kanonnen en voorraad in den steek latende. Aan beide kanten was het verlies groot. De Emir rukte op naar Kandahar, dat de poorten voor hem opende. De bazars bleekkalm en in afwachtende houding was blijven staan zich nog eenmaal verstaanbaar te maken. „Weest bedaard en verstandig gij daar Schaamt gij u niet met die nietswaardige ellendelingen gemeene zaak te maken Zijt gij fatsoenlijke arbeiders dat gij mij op deze wijze uw verzoek wilt doen kennen Gij allen kent de reglementen der fabriek die overal in de zalen en werkplaatsen opgehangen zijn en die uit drukkelijk zeggen dat wanorde en weerbarstigheid met een oogenblikkelijk ontslag gestraft worden. Gij allen hebt beloofddie verordeningen na te komen. Wilt gij nu uw woord breken door u met geweld te verzetten nu ik die drie welke het reglement over traden wegjaag' f" „Mijnheer Reiman heeft gelijk weest bedaard kameraden riep dezelfde heldere stem te midden der arbeiders. Reiman zag te vergeefs naar den spreker omdie een zoo raadselachtige invloed op zijne medgezellen uitoefende het was onmogelijk hem te ontdekken. „Wilt gij mij iets verzoeken," ging Reiman voort, „zegt het mij zooals het eerlijke arbeiders betaamt. Kies eenige afgevaardigden uit uw midden die mij dan in mijn kantoor kunnen spreken. Wat ik u kan toeslaan, zonder aan het geheel schade toe te brengenis u reeds bij voorbaat toegestaan. Maar door geweld iaat ik mij niets afdwingen. En nugaat rustig aan uw werk. Muller, geef het teeken met de bel." Het geluid der bel weerklonk en de menigte ging hoewel nog altijd morrend en met weerzin, uiteen. De eigenaar der fabriek had voor ditmaal gezegevierd, het oogenblikkelijke gevaar was geweken. Weldra suisden de raderen, klapperden en ratelden de machines en dreunde de hamer. De fabriek was weder in volle werking. In zijn kantoor echter zat Reiman zijn hoofd op de handen gesteund. Was ook voor ditmaal de storm bezworen hij had nu de overtuiging bekomendat de banden der orde reeds te veel gevierd waren en de toestand bezwaarlijk op deze wijze kon voortduren. III. In een der engste en smerigste straten der beneden stad stond de herberg „De Roode Haan", een arbei derskroeg van den laagsten rang. De waard was eerst sedert kort naar Ostheira gekomenmaar had zich on der de jongere arbeiders dadelijk veel klanten verwor ven omdat hij met de lieden wist om te gaan. Hij dronk met hen mee, ging hen in hunne ruwe grappen voor, en liet ze het zoo bont maken als zij slechts wil den en de politie het veroorloofde. Bovendien had bij een mooie achttienjarige dochter, die wel is waar ge heel het tegenovergestelde van haren vader wasen iedere vrijpostigheid nadrukkelijk wist af te weren maar toch de aantrekkingskracht van het huis aanzien lijk vergrootte. In de stad stond „de Roode Haan" natuurlijk ter slechter naam en faam bekend en ook het grootste deel der fatsoenlijke arbeiders vermeed een huis, waar slechts de slechtste en liederlijkste gezellen te vinden waren. De dochter van den waard de aardige Anna, werd algemeen beklaagd. Men wistdat zij door haren vader slecht behandeld werd en dat zij hem reeds dikwijls verzocht had haar te veroorlovenom bij fatsoenlijke meuschen te gaan dienendoch de oude wachtte zich welzijn dochter, wier lief gezichtje de gasten lokte uit zijn huis te laten zoo geloofden ten minste de lieden. De waard een flink gebouwde kerelmet een rood, opgeblazen gezicht waaraan een paar buitengewoon kleine onrustige oogen een uitdrukking van sluwheid ga ven, lag in een oude, met leder overtrokken armstoel en las de courant. Gasten plachten er 's middags niet te komen, hij had dus niets beters te doen. Plotseling stiet hij een uitroep van verrassing uit. „DonnerWetter 1" bromde hij op een plaats in de „Gemengde berichten" starende„zij hebben Ger'ber- baus in Breslau opgepakt. De lummel zal toch niet klappen Dat zou iets moois zijndan kon ik

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1881 | | pagina 1