No. 117. Drie en tachtigste Jaargang. 1881. ZONDAG 2 O CTOB E R. Onze belastingen. FEUILLETON. Herfststormen. Prijs der gewone Advertentiën Dit nummer bestaat uit twee bladen. EERSTE BLAD. ©ffictêci (Scbccltc. E COURAIVT. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag-en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80 franco door het geheele Rijk f 1, De 3 nummers 0.06. Van 15 regels /0,75; iedere regel meer f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR. Gelet op art. 12 der verordening op de gemeente-reiniging van 17 Augustus 1881, Gemeenteblad No. 88; Berichten aan de ingezetenendie zich van hoeveelheden puin, grind, afbraak, takken of dergelijke voorwerpen wen- scken te ontdoendat zij dagelijksbehalve tusschen Vrijdag avond nu zonsondergang en des Maandags voor zonsopgangdie voorwerpen kunnen brengen op de volgende plaatsen waar zulks door een bord, met het woord puinplaatswordt aange wezen als Op de PAARDENMARKT, bij de GEEST. OUDEGRACHT, nabij het STADS-ERF. den ACHTERWEG, nabij de VLOTBRUG, over het Groot Noordliollandsch Kanaal. Burgemeester en Wethouders voornoemd A. MACLAINE PONT De Secretaris NUHOUT van der VEEN. Alkmaar, 27 Sept. 1881. VERGADERING van den RAAD der gemeente ALK MAAR, op Woensdag, 5 October 1881, des namiddags ten 12"/4 ure. Namens den Voorzitter van den Baad De Secretaris NUHOUT VAN DER VEEN. De volgende personen worden verzocht zicii aan te melden ter secretarie dezer gemeente. Willem Kok, laatste woonplaats Oudkarspel; Beletje Praag, echtg. van H. Donker, 1. w. Jisp; Maartje Bakker, 1. w. O. NiedorpMaria Gerarda Weijkamp, 1. w. Groningen; Grietje Hollander, 1. w. AmsterdamWillem Coenraad Sehrader, 1. w. BrummenGeuehien Bakker, 1. w. Wildervank; Geertruida Dusschoten, 1. w. Helder; Maria Johanna Westerop, 1. w. Uit geest; Grietje Schoen, 1. w. Schoori; Guurtje Tjeertes, 1. w. Amsterdam; Reir.der Bakker, 1. w. Amsterdam; Johannes Jaco bus Post, 1. w. Hoorn; Johanna Smeets, 1. w. Helder; Jacob Snip, 1. w. ScboorlMaria de Reus, 1. w. Obdam Egbertus Sijfkens, 1. w. Amsterdam, M. C. van Gurp, 1. w. Helder; Anne Cornelia Morgensterren, 1. w. AmsterdamOepke de Vries, 1. w. SneekAndries Scheltus, 1. w. Amsterdam; Tietje Bruinsma, geb. Gor, 1. w. HaarlemAaltje Ollenberg, 1. w. ZaandamHendrik Engel, 1. w. HoornPieter Visser, 1. w. NieuweramstelPetronella Cornelia van der Woning, 1. w. Kuinre; Rijk Kalff, 1. w. Texel; Jan de Groot, 1. w. Velzen. De gelegenheid tot het bekomen van BADEN in het GASTHUIS is van Maandag 3 October 1881 alleen open gesteld op WOENSDAG en ZATERDAG van iedere week. P O L I C I E. Ter terugbekoming is aan het Commissariaat van Policie het navolgende voorhandenalseen eendvogeldrie sleutels aan een stalen kettingje, een portemonnaie met eenig geld, een dop, waarin twee rozenkransen, een witte zakdoek met gekleurde rand, twee sleutels aan een touwtje en een met zilver gemon teerde schaar. Nu de zitting der Staten-Generaal ditmaal niet werd geopend door den Koning, bleef ook de gewone troon rede achterwege. Evenwel hebben de Ministers aan wie door Z, M. de opening was opgedrageneenige mededeelingen gedaan omtrent de wetsontwerpen, waar- vuu de indiening in den loop dezer zitting kon worden verwacht en de zaken, waarvan de regeling wordt voor bereid. Na hetgeen in den laatsten tijd was voorge vallen, trokken vooral de zinsneden omtrent het kies recht en de inkomsten der schatkist de aandacht. Wat het eerste betreftvernam de vertegenwoordiging uit den mond van het hoofd van het kabinet de verklaring „Aan de herziening van liet kiesrecht wordt gearbeid." Die verklaring was in volkomen overeenstemming met de motieden 25 Mei 1.1. met algemeene stemmen door de Tweede Kamer aangenomen: „De Kamer, van oordeel dat herziening van het kiesrecht wensehe- 1Ü'C' gaat over de orde van den dag." Beide verklaringen wedijveren met elkander in kortheid en algemeenheid. De Kamer zegt herziening van het kiesrecht is wenschelijk. De Regeering antwoordt; er wordt aan gearbeid. Hoever die arbeid gevorderd is wat er mee beoogd wordt en wanneer er eenige vrucht van te wachten is in den vorm van een wetsvoorstel daarover geen woord. Yan het voornemen om eenigen spoed met den arbeid te maken blijkt niet. De Re geering behandelt het onderwerp met groote kalmte en toont geen haast te hebben. Ook in dit opzicht bestaat er tusschen haar en de Tweede Kamer treffende overeenstemming. Men berinnere zich wat er aan de aanneming der motie is voorafgegaan en hoe zij werd toegelicht De heer van Houten was begonnen met een geheel andere motie voor te stellen namelijk „De Kamer, van oordeel dat het belang des lands verbiedt de herziening van het kiesrecht nog langer te verschuiven gaat over tot de orde van den dag." Aolgens die motie zou de herziening geen uitstel kun nen lijdenmaar vóór alle andere landsbelangen ter hand genomen behooren te worden. Die motie werd door den voorsteller ingetrokkennadat de andere zeer eenvoudige kalme geduld ademende motie was iugediend en door één der voorstellers den heer van Delden, onder anderen aldus was toegelicht: „Mijne medevoorstellers en ik en ik mag zeggen vele onzer politieke vrienden zijn van oordeel dat het lands belang niet gebiedend vordert op dit oogenblik de herziening van het kiesrecht zoo bijzonder op den voor grond te brengen. Wij zijn van oordeel dat 's lands belang op dit oogenblik riet vordert eene berispende motie aan te nemen tegenover eene Regeeringwelke die herziening niet afwijstmaar vooralsnog niet op den voorgrond plaatst. Het niet tot stand komen van de rentebelastingdoor de Regeering in verband ge bracht met hare plannen omtrent eene wijziging van het kiesrecht, zal uit deu aard der zaak de Regeering 6) Hempels flikkerende oogen werden nog kleiner dan gewoonlijk en zijn opgeblazen gezicht werd donkerrood van toorn, „Gij blijft bier," zeide hij met gedempte stem, terwijl hij Anna bij den schouder pakte en heftig schudde. „Het is aan mij om te bepalen wat je past of niet. Die laffe preutsehheid zal ik wel uit je krijgen. Of heb je wellicht nog andere redenenom mij te verlaten, zeg? Weet je misschien iets van je vader? Heb je dingen afgeluisterd die je gaarne aan iedereen wildet vertellen Wacht je daarvoor Wanneer ik iets dergelijks bemerk sla ik je alle beenderen in 't lijf stuk. Zoo, nu weet je wat je wacbt, en nu aan het werk. Hoor je nietdat in de gelagkamer om je ge roepen wordt? Breng bier, snel, of ik zal je nu reeds toonen hoe ik je behandelen zal!" Anna was doodsbleek geworden. Zij bad reeds lang een duister vermoeden gehad dat baar vader, behalve zijn gewoon bedrijf, dingen deed, die het licht niet zien mochten. Zijne eigene woorden bevestigden deze ver denking. Een gevoel van afschuw maakte zich van haar meester voor den ruwen man, die daar voor haar stond, en die toch haar vader was. Sidderend staarde zij hem aan als konde zij de dingen die zij vernomen had nog niet begrijpen. gaat gij haast?" riep Hempeldie Anna's aarzeling voor halstarrigheid hield terwijl hij dreigend de hand ophief. Zij week voor hem terug en hare lippen stamelden een paar woorden die voor den waard geheel verloren gingen. Toen ijlde zij naar de gelagkamer. Op Hem pels gelaat kwam een trek waarin zich woede en arg waan dooreen mengden. „Ik geloof, dat de deerne reeds te veel gemerkt heeft," prevelde hij terwijl hij zijne schreden naar de binnen plaats richttewaarop de deur van een zijkamertje uitkwam. De grond wordt van dag tot dag warmer onder mijne voeten en de kans op een goeden afloop minder. Ik denk dat ik eene verandering van lucht noodig zal hebben. Misschien weet Erans er raad op, de knaap is wel is waar een bluffer en steekt zijn neus gaarne in zaken, die hem niet aangaan, maar bij is bruikbaar en weet nog wel eens goede raad te geven. Na deze alleenspraak trad de waard door de achter kamer in de woonkamer en van daar in eene kleine kamer waarin hij zelf zatmaar ook menigmaal ge bruikt werd voor een gezelschap van uitgelezen bezoe kers die alleen wilden zijn. Hij plaatste zich aan de groote ronde tafeldie in het midden stond legde het hoofd in de handen en zijne gedachten knoopten zich weder vast aan het onderwerpwaarvan hij zoo even door de komst der drie arbeiders was afgeleid. IV. Nauwelijks waren eenige minuten verloopentoen Burmeister binnen trad. „Nu?" zeide bij, „wat wil je van mij? Je wenktet mij met de oogen toe. Is er iets bizonders voorge vallen "Want die brief was zeker maar een voorwendsel." „Ga hier naast mij zitten en spreek zacht niet iedereen behoeft te hoorenwat wij te verhandelen hebben. Daar, lees dan Hij trok de courant, die hij in den zak gestoken had er uiten wees op de plaats die hem zoo verontrust had. „Verduiveld riep Burmeister, nadat hij er nauwe lijks een blik op geworpen bad. „Gerberhaus gevangen genomen! "Wat zegt de courant er van?" „Het schijnt, dat de gearresteerde tot eene groote bende dieven en helers behoortdie men misschien door zijne bekente nissen op het spoor kan komen." nopen opnieuw rijpelijk te overwegen wat omtrent die wijziging baar te doen staat in verband met den poli- tieken toestand des lands en met hetgeen hier gisteren is gesproken en heden nog wel gesproken zal worden. Nu weuscheu wij niet thans reeds met eene motie van ongeduld de Regeering van nalatigheid te beschuldigen, omdat zij reeds nu niet verklaart die herziening als bet meest dringend te beschouwen." gjj. De Kamer verklaarde alzootoen zij deze motie met algemeene stemmen aannam dat zij de herziening van het kiesrecht wenschelijk achtte maar haar niet op den voorgrond wenschte te zetten dat zij niet on- geduldig was en meende dat de herziening geen haast had. Het mag dus zeer waarschijnlijk worden geacht dat de Kamer vrede zal hebben met de verklaring der Regeering er wordt aan de herziening gearbeid en zeer onwaarschijnlijk dat zij de regeering tot meerde ren spoed zal aansporen. Omtrent onzen financieëlen toestand zeide de Regee ring het volgende „De toenemende opbrengst van 's Lands middelen ontslaat 's Konings Regeering niet van de zorg om nieuwe voorstellen voor oe bereiden die tot betere verdeeling van de lasten der ingezetenen en tot vermeerdering van de inkomsten der schatkist kun nen leiden." Deze verklaring verdient waardeering, en men mag verwachten dat de Kamer de Regeering aan haar woord zal houden. Versterking van 's rijks middelen en betere verdeeling van de lasten dér ingezetenen maakten een deel uit van het regee- ringsprogramma van dit Ministerie niet de herzie ning van het kiesrecht. Die herziening was van latere zorg. De regeering wenschte eerst den invloed van de invoering eener nieuwe belasting op de kiesbevoegdheid af te wachten daarna zou zij hare aandacht wijden aan het kiesrecht. Versterking van 's rijks middelen stond op den voorgrond. Nu wordt in de eerste plaats betere verdeeling van lasten genoemd, maar toch vermeerdering van inkomsten onmid- delijk daaraan toegevoegd. Aan deze belangrijke taak was de Regeering begonuende intrekking der rentewet en de aftreding van den Minister Vissering brachten tijdelijke schorsing van dezen wetgevenden arbeid te weeg maar op het Ministerie rust de verplichting bet werk zonder verwijl weer ter band te nemen en het niet te verschuiven om eerst zijne krachten weer aan iefs anders te beproeven. Dat herziening van het kiesrecht wenschelijk is, werd sinds lang door alle partijen in en buiten de Kamers erkendal liepen de meeningen zeer uiteen omtrent den aard en den omvang dier herziening; en juist de omstandigheid, dat de bedoelde motie door de Tweede Kamer met algemeene stemmen werd aangenomen toont reeds genoegzaam aan dat zij niet bijzonder be langrijk niet veelzeggendmaar in tegendeel tamelijk onschuldig was. Onmogelijk kan uit die motie worden afgeleiddat de Kamer zelve haar doodvonnis uitge sproken en verklaard zou hebben, geen aanspraak te Burmeister liet het blad zinken; op zijne lippen speelde een kwaadaardig lachje. „Dat ziet er mooi uit! Wanneer de kerel klapt, komen wij ook aan de beurt. Wat denk je er van Hempel Dan kunnen wij ons zamen ook nog in de kunst van touw uitpluizen bekwamen. Ik heb Gerber haus menigmaal een handje geholpen en jij „Houd je mond toohviel de waard hem in de rede. „Weet je niet een plan om ons in veiligheid te brengen voor de policie ons op het spoor is „Heb je geld „Domkop zou ik je dan raad vragen „Haha, je wildet dus weten of er niet iets te hij maakte een beteekenisvolle beweging met de armen. „Schenk me eens een slok in misschien krijg ik dan een goede gedachte." Hempel haastte zich aan dezen eiscb te voldoen, door naar een klein kastje te gaan waarin een geheele rij met bonte etiketten beplakte flesschen stond, „Rum of cognac vroeg hij. „Cognac! Je kent mijn smaak.Gezondheid riep hij, terwijl hij het tot aan den rand gevulde glas aan de lippen bracht en ledigde. „Nog een zoo laat ons nu eens beraadslagen. Je meent dus, dat het tijd wordt, weder eens een goeden slag te slaan en dan met de noorderzon te vertrekken voor de politie ons op de hielen zit?" „Juist, maar het moet iets goeds zijn. Kleinigheden, zooals in Breslau kunnen wij niet gebruiken, goederen ook niet. Ik vrees, dat wij geen tijd meer zullen hebben ze te verkoopen, bovendien zou ik niet weten bij wien. Geld moet bet zijn, heeft Reimann niets in kas „Alle duivelsriep Burmeister luid en sloeg met de vlakke hand op tafel. „Dat is een goede gedachte „Spreek toch niet zoo hard," fluisterde Hempel bezorgd, en legde den onbezonnene de hand op den mond, men kan je het geheele huis door hooren." „Wie toch Die domme kerels daar in de gelagkamer?" lachte de arbeider. „Die zitten bij hun bier te schelden,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1881 | | pagina 1