No. 119.
Drie en tachtigste Jaargang.
1881.
V R IJ 1) A G
7 OCTOBER.
Prijs der gewone Advertentiën
Wegens plaatsgebrek zijn wij genood
zaakt voor ditmaal het Feuilleton achter
wege te laten.
(OÖiciëcl ©ebecltc.
üEMEENTE-REINIGIlliG.
fiuitettlaub
tiitinettlattb.
ALK1HAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag-en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80 franco door
het gebeele Rijk f 1,
De 3 nummers O 06.
Van 15 regels 0,75; iedere regel meer f 0,15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
TE KOOP ongeveer 185 stère (kub. el) COMPOST of
STRAATMEST liggende op het terrein van de gemeente-
reinimng te Alkmaar, onmiddelijk aan het Noordhollandsch
Kanaal. Gegadigden worden verzocht den prijs per stère, dien
zij voor het geheel of een deel daarvan wenscljen Ie besteden,
vóór 11 October a. s. in te leveren bij den directeur
der gemeente-reiniging of ter gemeente-secretarie.
De gunning heeft plaats aan den hoogsten inschrijver, be
houdens het recht om de gunning niet te doen plaats hebben.
De mest moet binnen ééne maand na de toewijzing wegge
haald en betaald worden.
S Cl il 0» II 1W.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen, onder herinnering aan de verplichtingen, aan eigena
ren of gebruikers van slooten, opgelegd bij de politie-verorde-
ning op de gebouwen, straten, pleinen, wegen en wateren van
19 Juni 1862, ter algemeene kennis, dat op Woensdag, 19
October aanstaande door den opzichter van den Hout en plant
soenen zal worden gehouden de jaarlijksche schouw over de
vaarten en slooten in deze gemeente.
Burgemeester en TPethouders voornoemd
AlkmaarA. MACLAINE PONT.
5 Oct, 1881. De Secretaris
NUHOUT van deb VEEN.
BELGIE. Den 2 werden te Verviers de onafhan
kelijkheids-feesten gevierd o. a. met eenen optocht van
ongeveer 10000 schoolkinderen uit verschillende plaat
sen, voorzien van vlaggen en banieren, voor den minister
van onderwijs en de plaatselijke overheden. 5000 Kin
deren werden bij bizondere personen ontvangen en ont
haald.
DENEMARKEN. De Rijksdag werd den 3 zonder
troonrede geopend; na herkiezing van het vorige bureel
ging zij tot 29 November a.s. weder uiteen.
ENGELAND. De inmenging derPorte in deegyptische
zaken wordt door alle bladen afgekeurd. De Times zegt,
dat het egyptische vraagstuk voor het oogenblik een oos-
tersch is gewordenmaar dat er voorloopig geene
noodzakelijkheid bestaat tot onmiddelijke beslechting of
besliste handeling. De Porte zon alleen als gevolmach
tigde van Europa en dan nog alleen b.j gebrek aan
eene betere oplossing kunnen optreden. Yolgens de
Daily News verzekerden de mogendheden aan Sherif-
pachaden egytischen eersten ministerdat hunne
regeeringen de hand niet hadden in het zenden van
commissarissen door den Sultan.
FRANKRIJK. Den 30 vingen te Paris de onder
handelingen met Belgie over een nieuw handelsverdrag
aan met eene toespraak van den minister van koop
handel. Er schijnt uitzicht te bestaan op een spoedigen
goeden afloop.
In sommige bladen wordt bet niet onmogelijk be
schouwd, dat nog vóór de opening der Kamers eene
ministerieële crisis ontstaat.
ITALIË. De heer Larpetico is in den Senaat met
algemeene stemmen tot verslaggever van het wets
ontwerp op de kieshervorming benoemd. De meerder
heid van het centraal bureau keurde in beginsel het
ontwerp goed, behoudens eenige wijzigingen, welke de
terugzending naar de Kamer noodzakelijk zullen maken.
De heer Larpetico zal in zijn verslag het vraagstuk
der hervorming van den Senaat ter sprake brengen.
Het rapport zal vóór de wederbijeenkomst der Kamer
op 15 November ingediend worden.
SPANJE. Zoowel in den Senaat als in de Kamer
zijn tusschen het ministerie en de conservatieve minder
heid over de geloofsbrieven der nieuw verkozen leden
nog al scherpe beraadslagingen gevoerd. De Senaat
waar de oppositie gezegd werd vrij sterk te zullen zijn
stelde de regeering in het gelijk met 131 tegen 34
stemmen.
RUSLAND. Het artikel van de engelsche Times
waarin voorgesteld werd, Egypte onafhankelijk van den
Sultan te verklaren en onder beschermheerschap van
Engeland te stellen waartegen Salonika aan Oostenrijk
zou moeten worden gegevengeeft aan het Dagblad
van St. Petersburg tot de volgende beschouwing aan
leiding: „Voorloopig kunnen wij eenvoudige toeschou
wers blijven tegenover eene regeling, welke aan het
soldatenoproer te Kaïro haar ontstaan te danken heeft.
Intusschen zij opgemerktdat het bezit van Egypte
noch uitsluitend een Engels.h noch uitsluitend een
Engelsch Eransch vraagstuk is of zijn kan. De zaak is
veel te nauw aan den geheelen toestand van het Oosten
verbonden, dan dat eene regeering haar op eigen gezag
zou kunnen beslechten. De pers kan zich aan derge
lijke gewaagde beschouwingen overgeven, de regeeringen
mogen zich daarmede niet inlaten. De kabinetten zijn
te minder geneigd, om den samenhang der verschillende
Oostersehe vraagstukken uit het oog te verliezen om
dat de ondervinding der laatste jaren de waarheid heeft
aangetoond van het spreekwoordEendracht maakt
macht." De oostenrijksche pers acht dit voorstel eene
beleediging voor Oostenrijk-Hongarije.
ALGERIE. In telegrammen bij den minister van
oorlog te Parijs ontvangen wordt gemeld dat den 1
het spoorweg-station Oued Zagua met bet materieel af
gebrand en het personeel verdwenen is. Tien arbeiders
kwamen hierbij om. De rails waren op verschille-de
punten opgebroken maar dioor troepen van Tunis en
Beja we. d de weg hersteld.
Verder, dat de troepen onder kolonel Delaborde
op hun terugkeer naar Medjezdoor een duizendtal
ruiters en voetknechten aangevallen waren. De loco
motief van den trein waarmede de troepen vervoerd
werden ontspoorde, waarop zij weldra door Arabieren
omsingeld werden zij hielden zich tot 7 uur des avonds
staande drie hunner werden gewond. Een van Oued-
Zagua aangekomen trein voerde de troepen teru».
Den 2 waren de rails weder op sommige punten opge
broken. Er werden versterkingen afgezonden onder
kolonel Delalanee. Ali-bey bevindt zich steeds te Tes-
toer. De gemeenschap met Bizeria was hersteld.
EGYPTE. De Sultan verklaarde aan den engelschen
gezant te Konstantinopeldat het doel van het gezant
schap naar Kairo was de bevestiging van het gezag
van den Khedive en de verzekeringdat de tegen
woordige toestand gehandhaafd bleef. De komst van
dat gezantschap werd te Kairo met ongerustheid en
vrees te gemoet gezien. Men vreesde verwikkelingen
in den toestanddie door toedoen van Sherif-pacha
juist verbeterde.
Den 4 besloot de Khediveop voorstel van den mi
nisterraad de Kamer van notabelen tegen 23 Decem
ber a.s. bijeen te roepen.
Sedert een week kwam te Aden geen geval van cho
lera meer voor.
VEREENIGDE STATEN. Het fonds voor mevrouw
Garfield bedraagt reeds meer dan f 785,0£M3.
President Arthur kwam den 4 te Washington terug.
Guiteau Gaj^ield's moordenaar zal op last van de
jury voor het'm staat van beschuldiging stellen terecht
staan wegens moord. Zijn advocaat kwam te Washing
ton aan en verklaarde bij zijne verdediging te zullen
uitgaan van de stelling dat hij tijdens het plegen der
misdaad krankzinnig was. Hijfzal uitstel vragen om
getuigen op te sporen.
ZUID-AFRICA. De hoofdbezwaren der boeren tegen
de overeenkomst met Engeland bestaan hierin dat te
hunnen laste wordt gebracht de som van 3,180,010,
door Engeland sedert de inlijving aan de Transvaal be
steed en dat alle overeenkomsten met inlanders aan
de goedkeuring van den engelschen resident onderwor
pen moeten worden, waardoor zij naar hunne opvatting
in ongunstiger toestand te dezen aanzien verkeeren, dan
de bewoners der Kaapkolonie en van andere engelsche
koloniën.
De commissie uit den volksraad die belast was met
het onderzoek der overeenkomst met Engeland diende
den 3 haar rapport in. Daar de zitting met gesloten
deuren gehouden werdis noch van den inhoud van
het rapportnoch van bet genomen besluit iets bekend
geraakt. Later is vernomen dat het uitvoerend be
wind der boerenop last van den Volksraadeene
dépêche zond aan de engelsche regeeringde mede-
deeling inhoudendedat de overeenkomst in strijd is
met het Zandrivier-verdrag en bet derhalve ernstig ver
zet aanteekent tegen verscheidene artikelen, waarvan
het wijziging verzoekt.
STATEmGENERAAL.
Bij de 2e Kamër zijn den 4 nog ingekomen de
vestingbegrooting en' een ontwerp tot wijziging van
hoofdstuk II der sfaatsbegrooting voor 1880. Met al
gemeene stemmen zijn aangenomen de ontwerpen tot
vaststelling der koloniale rekeningen van Suriname en
Cura9ao over J-877 en van Suriname over 1878. De
heer Heydeninjck richtte tot den minister van justitie
de vraagh$e hij denkt over den eed in het algemeen
en over dê" uitlegging van het woord „gezindheden",
enmocht hij wijziging noodig achten hoe de minis
ter van binn. zaken die zou aanbrengen. De minister
noemde in zijn antwoord den eed eene godsdienstige
handelinggeheel in overeenstemming met de men-
schelijke natuur, 1°. wegens de onvolmaaktheid van den
mensch2°. wegens den band tot het hoogste. Hij
verdedigde het instituut van den eed als den hoogsten
climax van den ernstwaarmede men zich rekenschap
geeft van zijne uitingen. De Staat had recht den
eed voor te schrijven als besten waarborg om de
waarheid te vernemen. Hij handelt daarmede niet
in strijd met het beginsel van alle godsdiensten,
noch met zijn eigen beginsel de Staat is alleen we
reldlijk maar niet atheïstisch. Is het bezwaar tegen
den eed van godsdienstigen aard dan moet dit uit
het lidmaatschap van een kerkgenootschap blijken. Ware
het anders men zou den eed moeten afschaffen maar
hem behouden met vrijheid hem niet af te leggen is
in strijd met de reden van den eed. De regeering
houdt zich in deze aan de jurisprudentie van den H
Raad, en met een taalkundig advies van prof. de Vries
gewapend bleef de minister raeenen, dat met gezindten
en gezindheden steeds bedoeld wordt kerkgenootschap
pen. Als de eed niet bestond zou hij zich tienmaal
bedenken alvorens dien voor te stellen maar tegen
de afschaffing bestaan tal van bezwaren. De eed is
het zichtbaarste teeken van den innerlijken band tus
schen godsdienst en recht; zijne afschaffing zou eene
roekelooze daad zijn en een handjevol burgers mag niet
eischen, dat de Staat om hunnentwil de wetgeving om-
verwerpe en de justitie bederve.
Den 5 is aan tnr. Cort v. d. Linden met ingang
van 15 Nov. eervol ontslag verleend als commies-grif
fier der Kamer. Bij voortzetting der beraadslagingen
over de interpellatie-Heydenrijck heeft de heer Wint-
gens, instemmende met het door den minister aange
voerde gevraagd of de wetgeving veranderd moest
worden omdat „enkele fanatieken, spotters, radicalen,
wargeesten het verlangen Voor brave monschen
acht hij den eed niet noodigvoor schurken evenmin
maar tnsschenbeiden staat eene schaar van zwakke
broeders voor wie de eed eene zedelijke leuning, een
houvast voor hunne consciëntie is. Alleen een kerk
genootschap dat den eed verwerptmag daarvan ver
schoond btijven maar overigens verbindt de eed allen
die in God gelooven „en voor enkele ongodisten
aetheïsten z. i. nietswaardige personen mag men de
maatschappij niet omverwerpen en het recht bederven."
Die enkelen moeten maar opgeofferd worden aan het
algemeen belang. De heer Gratama beriep zich op
Puffendorf, de Bosch Kemper, de Pinto en Godefroi
geen ongodisten maar ten deze van ander gevoelen
dan de vorige spreker. Hij is diep overtuigd, dat het
niet geoorloofd is van ben, die tot geene sectie belmo
ren een eed te vergen. Gezindheid beteekent z. i.
individuëele opvatting gezindte kerkgenootschap. De
reactionaire rede des ministers heeft hem leed gedaan.
Spreker bestreed het anathema door den minister over
atheïsten uitgesprokenzonder te omschrijven wat
atheïsten zijn. Hij kende er trouwebrave menschen
onder. Wat de minister aangevoerd heeft loopt hierop
dat ware vrijheid van godsdienst en gedachten
uit
gezet zullen worden buiten onze grenspalen. Ook
de heer de Meyier betuigde zich teleurgesteld, als ver
tegenwoordiger der natiedie sedert eenwen een asyl
bood voor geloofsvervolgden. Niet een handjevol burgers,
maar dnizenden, die geen atheïsten zijn hebben bezwaar
tegen den eed. Spreker achtte het standpunt der regeering
in strijd met het nederlandsche staatsrechten sluit
zich veeleer aan bij hetgeen de heer Wintgens als advo
caat eenmaal verdedigd, maar nu als vertegenwoordiger
verzaakt had. Het standpunt der regeering stelde een
privilegie voor de doopsgezinden en voerde tot wille
keur. De heer v. d. Kaay trad in eene historische
beschouwing van het sedert 1860 voorgevallenebe
toogde dat de leer, door de heeren Godefroi, Smi It en
Geertsema ontwikkeld in overeenstemming is met de
woorden der grondweten dat gezindheden niet kerk
genootschappen maar meeningen beteekent. Meent
men anders, dan schept men zich moeilijkheden omdat
veleD die niet tot een kerkgenootschap behooren
geene atheïsten maar geloovigen zijn. De heer Haff-
mans zeide, dat de heer v. Houten niet gelet heeft op
de beteekenis der uitdrukking „op de wijze" zijner
godsdienstige gezindheiden alzoo niet anders dan
kerkgenootschap de bedoeling kan zijn. Hij acht de
tijd niet gekomen om aan vrijdenkers en hen die zich
van den band van een kerkgenootschap losgemaakt
hebben hetzelfde toe te staan wat aan de doopsge
zinden vergund iszij moeten beginnen met zich
tot eene secte te constituëeren en dan kan de Kamer
zien wat zij voor hunne zielsrust doen kan.— De heer
Mackay dankte de regeering voor de wijze waarop zij
van hare overtuiging deed blijkende belangrijkheid
van den eedzijne ware beteekenis en onmisbaarheid
heeft voorgestaan. Hij vereenigde zich daarmede en
merkte op dat men van de zijde der meerderheid een
open oog begint te verkrijgen voor gemoedsbezwaren
waarvoor zij in vele gevallen getuige de zondagsoefe
ning der sehutterij doof was.
De dezer dagen bij de Kamer ingekomen 12 wets
ontwerpen tot afwijking van de regels der gemeentewet
omtrent plaatselijke belastingen stellen voor, om aan