ISinttsnlanb.
Hof mocht wenden en alleen voor zijn eigen voordeel
zorgenhet iersehe volkdat hem zou gade slaan
van hem zou eischendat hij zijne arbeiders ook naar
behooren en verdiensten betaalde en niet in schuld was
bg de winkeliers. Hij drong verder er op aandat de
ierenom de iersehe nijverheid zooveel mogelijk te
beschermen zich zouden bedienen van hetgeen in hun
land vervaardigd wordt. Zoolang het ideaal der Home-
rulers bezit van een eigen parlementnog niet ver
wezenlijkt was om hunne nijverheid te beschermen
zou dit het beste middel van bescherming zijn. De
ieren moesten zich overigens goed aaneen sluiten ter
bereiking van het groote doelIerland'» zelfstandigheid.
Zij moesten het Engeland duidelijk maken, dat, zoo
men Ierland onder de engelsche Kroon wilde houden,
dan ook geen andere band dan die van de Kroon En
geland en Ierland verbinden moest.
FRANKRIJK. In tegenwoordigheid van den minis
ter van oorlog wordt den 8 te St. Quentin een ge-
denkteeken onthuld ter herinnering aan de verdediging
dier plaats tegen de pruisen.
Het besluit der revolutionaire genootschappen, om
het in staat van beschuldiging stellen der ministers te
eischen, draagt de goedkeuring weg van de bekende bur
geres Louise Michel. Dit blijkt uit het volgende door
haar gezonden briefje: „Waarde burgers en vrienden!
De vergadering niet kunnende bijwonen acht ik het
mijn plichtmijn deel te dragen in de verantwoorde
lijkheid voor de beschuldigingendaar in te brengen
tegen de ellendige regeering, die het leger naar de
slachtplaatsen van Tunis zendt ter wille van schande
lijke speculatiën en welke zich met de dwingelanden
van Europa tot het uitvoeren hunner afschuwelijkste
plannen vereenigt. Dat deze regeering welke de Re
publiek en de menschheid verraadtdoor het fransche
volk in den ban worde gedaan en door alle volken
die niet verkiezen de galgen der dwingelanden eet' te
bewijzen of zich te krommen onder zweepslagen en
ketenen. Duizendwerf vervloekt mogen deze staatsmis-
dadigers wezen die waard zijn terecht te staan voor
het hof van assises der volken."
In den ministerraad van den 6gehouden onder
voorzitterschap van den president-minister Ferry werd
overeenkomstig den wensch van den president besloten,
dat de ministers hun ontslag zouden aanbieden. Dat
ontslag zou aangenomen en in het officieele blad ver
meld worden onder voorwaardedat zij tot op de be
noeming van een nieuw ministerie aan het bewind
zouden blijven.
LUXEMBURG. Met algemeene stemmen is den
5 overeenkomstig het voorstel der centrale afdeeling
over hot regeeringsontwerp om bij wijze van voorschot
50 °/0 aan de houders der biljetten van de failliet ver
klaarde Nationale bank te vergoeden tot de geheele
betaling dier bankbiljetten besloten, alsmede tot het
aangaan eener leening van 2,000,000. Het ministerie,
op het ontslag waarvan reeds aangedrongen was, ver
klaarde zijn ontslag te hebben ingediend. De kamer
benoemde met goedvinden der regeering eene com
missie van onderzoek, bestaande uit 3 tegen- en 2 voor
standers der regeering.
Bij het onderzoek der geloofsbrieven den 4 werd
tegen de toelating van 2 leden bezwaar gemaaktop
grond dat zij gekozen waren onder den invloed van
het bisschoppelijk mandement. Die leden verdedigden
zeiven hunne verkiezing: een hunner verklaarde o.a. dat,
zoo de verkiezingen ongeldig werden verklaard, zij op
nieuw zich verkiesbaar zouden stellenovertuigd van
hunne herkiezing. Met 32 tegen 9 stemmen werd de
beslissing tot later verdaagd.
RUSLAND. De Keizer heeft besloten 17 keizerlijke
paleizen en kasteelen daaronder begrepen die te Li-
vadia in de Krirn en de Belvedere bij Warschau te
hervormen tot inrichtingen van onderwijs ten behoeve
der armen.
TURKIJE. Het garnizoen te Tripoli is in den tijd
van drie maanden sedert de benoeming van een nieu
wen gouverneur, van 3000 man tot 6700 man geklom
men terwijl nog meerdere versterkingenmen zegt
tot 30000 man verwacht worden. Verscheidene afdee-
lingen werden naar de grenzen van Tunis gezonden.
Eene gedwongen leening van 50000 voor het onder
houd der troepen had den gouverneur in de achting
der bevolking niet doen dalen.
In de vergadering van de gemachtigden der fondsen
houders werd den 6 door de commissarissen der Porte
geantwoord op de vraag omtrent het heffen van rechten
op zijde en op de visscherijen dat de Porte per tele
gram inlichtingen gevraagd had in de strekenbij die
takken van nijverheid meer rechtstreeks betrokken en
het antwoord zou mededeelen, zoodra zij het ontving.
Na eenig verzet der turksche commissarissen werd be
sloten, die belastingen in geld te laten betalen.
ZWITSERLAND. Uit het jaarverslag van het ge
nootschap dat zich ten doel stelt de viering van den
zondag meer te bevorderen blijkt dat het zich tot
het eedgenootschappelijk bestuur gewend heeft met het
verzoek om handhaving der wet op de vrije zondagen,
aan de spoorwegbeambten toegezegd en der bepaling
die aan alle postbeambten twee vrije zondagen in het
jaar toekent. Verder om bij het verleenen van con
cessie tot het boren van tunnels den arbeid op zondag
te verbieden en om de mogelijkheid te onderzoeken
van slechts ééne bestelling van brieven op dien dag. Het
bestuur der posterijen heeftna laatstgenoemd onder
zoek te hebben ingesteld, verscheidene arrondissements»
directeuren reeds gemachtigd, die ééne bestelling in te
voeren. Om het algemeen gunstiger te stemmen voor
het doel, om het werk op den zondag voor de brieven
bestellers gemakkelijker te maken, zijn briefomslagen in
den handel gebrachtwaarop aan de keerzijde gedrukt
is „Men wordt verzocht, zooveel mogelijk de werkzaam
heden van de post en andere openbare diensten op
zondag te verminderenopdat de naaste dien dag
kunne rusten." Binnen het jaar waren reeds 150,000
van deze enveloppen, tot denzelfden prjjs als de gewone,
verkocht. Boekhandelaars in groote steden van Frank-
rijk bestelden ze bij tien duizend te gelijk. Dat deze
pogingen door de postbeambten zeer toegejuicht worden,
behoeft geen betoog. Dankbetuigingen worden van alle
kanten ontvangen, eene zelf» uit Smyrna. Een fransche
besteller schreef op een dier briefomslagen een hartelijk:
Bravo
Nu zijn ook briefjes in den handel gebracht in vier
talen, met het opschrift„niet op zondag te bezorgen."
Deze kosten vijftig centen de honderd en zijn bestemd
om evenals de postzegels op den brief geplakt te worden.
Ook voor de vooral des zondags met werk overladen
spoorwegbeambten heeft het zich in de bres gesteid.
Een krachtig adres aan de regeering heeft ten gevolg»
gehad dat eene commissie uit de volksvertegenwoor
diging den bondsraad heeft uitgenoodigd in zijn jaar
verslag over de spoorwegdiensten naauwkeurige opgaven
te doen omtrent de wijzewaarop de spoorwegmaat
schappijen zich gedragen tegenover de aan hare beamb
ten verzekerde vrije zondagen. Dit verzoek is met alge
meene stemmen tot de regeering gericht en zal zeker
gunstig werken.
ALGERIE. Generaal Saussier seinde den 5 dat
hij aan de fransche troepen bevel gegeven had, de forten
der stad Tunis te bezetten. De fransche troepen waren
te Medjez-el-Bub en ondersteunden die van Ali-bey.
Door een raad van gezondheid is op last van den
minister van oorlog over de eerste 14 dagen van Sep
tember een vergelijkende staat van den gezondheids
toestand der fransche troepen in Tunis en Algiers op
maakt waaruit blijkt van eene belangrijke verbetering.
Ook de geneeskundige dienst was op bevredigende wijze
werkzaam.
VEREENIGDE STATEN. De republikeinsche con
ventie van den Staat Nieuw-Tork verkoos den 5 met
groote meerderheid van stemmen net Senaatslid Miller
tot voorzitter, niettegenstaande zijne bestrijding door de
voorstanders van Conkling die dus zooals reeds voor
speld was er niet in geslaagd is, zijnen staatkundigen
invloed te herwinnen. De benoemde hield eene verzoe
ningsgezinde toespraak en noodigde de vergadering uit,
president Arthur, dien hij zeer prees, te ondersteunen.
De republikein Aldrieus werd tot senaatslid voor
Rhode-island gekozen.
EGYPTE. Kolonel Arabi vertrok den 6na zijne
opwachting bij den Sultan gemaakt te hebben met
zijn regiment naar Onady.
ZUID-AFRICA. Nadat de zitting van den wetge-
venden raad van Natal den 6 geopend was met eene
toespraak van den voorzitter, stelde de afgevaardigde
van Durban Escombe voor, aan generaal Wood mede
te deelen dat naar het gevoelen van den raad de te
genwoordige vorm van bestuur niet met den toestand
van Natal overeenkwam.
AFGHANISTAN. Abderrhaman emir van Kaboel,
hield den 30 September zijn intocht in Kandahar, dat
den 2 des avonds verlicht was.
STATEN-GENERAAL.
Tweede Kamer.
Den 6 heeft de heer Heydenrijck de volgende
motie voorgesteld „De Kamer deelende de meening
der regeering over den eedvoor zoover betreft bet
jus constitutumen dank zeggende voor hare verdere
verklaringgaat over tot de orde van den dag."
De heer Keuchenius verklaarde, wat het jus constitu
tum betreft, het eens te zijn met den minister en den
heer Mackay dat gezindheden kerkgenootschappen be-
teekent; in jure constituendo noemde hij de antirevolu
tionaire partij niet afkeerig om allen dwang aan het
geweten te keeren maar dan moesten de gemoedsbe
zwaren gegrond zijn op de heiligheid van den eed en
de afhankelijkheid van den mensch van het Opperwezen.
Yan gemoedsbezwaren in deze was niet veel gebleken.
Maken niet-doopsgezinden bezwaar tegen den eed, dan
moet men voor hen een vorm trachten te vinden; maar
spreker wil hiermede niet zeggen, dat aan ieder vrijheid
van keuze moet gegeven worden. Eene motie achtte
hij onnoodigde rede des ministers was voldoende.
De heer Gleichmann protesteerde tegen 's ministers zeg
gen dat de tegenstanders van den eed zich maar tot
eene secte van niet-geloovigen moeten vereenigen hij be
klaagde met den minister de atheïstenmaar deelde
niet zijn gevoelendat zij oneerlijk, huichelaars, far
ceurs zijn. De rede van den minister ademde geen geest
van verdraagzaamheid jegens andersdenkenden,
Da heer Kist achtte ook gezindheid godsdienstig ge
nootschap te beteekeneneene wijziging noemde hy
nene ernstige zaak en niet vatbaar om bij wijze van
interpellatie en motie beslist te worden. De eed was
een waarborg voor het verkrijgen der waarheid en dus
voor eene goede rechtspraak. De bezwaren keurde hij
niet ernstig en veelvuldig niet steeds rustende op ern
stige meening maar ook op misverstand. De heer
van Baar noemde de rede des ministers tegenover de
meerderheid een monument van geloof en moed. Hij
wenschte de aanneming van een der motiënter wille
der rechtszekerheid en tot geruststelling der natie. Men
moet over het „handjevol" atheïsten niet te licht den
keu. De heer v. Houten wees op de inconsequentie
van den heer Wintgens diens houding is een raadsel
en de atheïsten behoeven zich zijne beschuldiging niet
aan te trekken. De vraag komt hierop neêr of het
in Nederland geoorloofd is niet tot een kerkgenoot
schap te behoorenof dat men daardoor zijne volle
burger- en burgerschapsrechten verliest Het laatste
is de consequentie van het stelsel der regeeringmaar
onze wetgeving leertdat het staatsburgerschap on
afhankelijk is van godsdienstige belijdenis. De grond
wet laat dan ook ieder vrij in de keuze tusschen eed
en belofte, en spreekt niet eens van doopsgezinden.
De regeering behoort den absurden toestand, waarin de
niet tot een kerkgenootschap behoorenden verkeeren,
te doen ophouden. Waarom niet nu even als bij de
kwestie der toelating van den heer Schaepmanden
geest der grondwet geïnterpreteerd? Het geldt hier
geene kwestie van geloof en ongeloof, maar van gelijk
heid en godsdienstige vrijheid, 's Ministers rede had
het publiek het karakter van den vertegenwoordiger
van het liberalisme in het kabinet en dus den geest
die de regeering bezieltdoen kennen. De heer
Schaepman was voor vrijzinnige interpretatie der grond
wet, maar zag in haar geen kans om de door den heer
v. Houten verlangde vrijheid te verleenen; op den eed
berusten de orde en veiligheid der maatschappij met
moet hem behouden gemoedsbezwaren gaan niet op.
Spr. bestreed de motie-Wintgens, als te ver gaande.
De heer Fabius oordeelde dat deze kwestie niet met
eene motie eindigen, maar de regeering de zaak nader
onderzoeken en later definitief regelen moest. De
heer Wintgens trok zijne motie in. De heer Bastert
wenschte eene beslissing hij acht de bezwaren tegen
den eed te gering om van aanranding der vrijheid te
kunnen spreken, en den Staat gerechtigd om den eed
te eischen. De heer Heydenrijck zeide, dat de meer
derheid niet met eene motie voor den dag durfde komen
tegen den minister. De kwestie komt hierop neder
of de Staat de afhankelijkheid van een persoonlijken
God al of niet kan missen.
Den 7 heeft de minister het door hem aangevoerde
nader ontwikkeld. Gemoedsbezwaren kunnen geëerbie
digd worden mits uit uitwendige teekenen blijke, dat
zij geen voorwendsel zijn om zich aan den eed te ont
trekken. Zoodanig uitwendig teeken kan zijn het lid
maatschap van een nieuwe godsdienstige gezindte. Van
eene vereeniging van atheïsten had hij nooit gesproken.
Bezwaren en tegen den eed en tegen het lidmaatschap
van eene gezindte bestaan maar bij enkelen wier be
lang niet opweegt tegen dat van justitie en maatschappij.
Men had, in plaats van de regeering hard te vallen,
acte moeten nemen van hare bereidwilligheid om door
beperking van het opleggen van den eed te bezwaren en
te verminderen. Spreker is voor eene milde interpretatie
der grondwet, maar altijd binnen de grenzen der bedoe
ling van den grondwetgever. De heer Wintgens
verdedigde zich tegen den aanval van den heer v. Hou
ten, de heeren Gratama en de Meyier verklaarden zich
door het debat niet bevredigdde heer v, d. Kaay
achtte 's ministers eisch, dat zij, die den eed weigeren,
lid van een kerkgenootschap moeten zijn, ongeoorloofd.
De minister stelt voorop het staatsbelang en niet het
recht. De heer v. Houten bestreed de beschouwin
gen van den heer Schaepman. De motiën der minder
heid waren of zouden ingetrokken worden; de meerder
heid had er geene gesteld wijl de interpellatie niet
van haar was uitgegaan. De heer Heydenrijck dankte
de regeering nogmaals voor hare beantwoording en trok
zijne motie in. De heer Cremers merkte op dat de
oorsprong der interpellatie was het stuitende voor den
heer Heydenrijck dat de ongeloovigen gedwongen wa
ren den eed af te leggen de rechtsonzekerheid van
den tegenwoordigen toestand. En nu de minister zegt
„ik zal handhaven", verklaart de heer H. zich volmaakt
tevreden.
De meerderheid der commissie, die verslag heeft
uitgebracht over de adressen in de zaak der marine-
schrijvers te Amsterdam stelde voor te verklarendat
de reglementen bij de marine die het petitierecht be
perken „noch doeltreffendnoch overeenkomstig de
beginselen der grondwet zijn". De heer Brouwers wilde
alleen den minister dank zeggen voor de gegeven in
lichtingen, en de heer A. v. Dedem wenschte de Kamer
te doen verklaren dat de mindere vrij behoort te zijn
in de keuze, of hij zijDe verzoekschriften lang den hie-
rarchischen weg dan wel rechtstreeks wil opzenden
en dat de verordeningen bij de marine in dien zin
behooren gewijzigd te worden. Bij de discussie, den 7,
beloofde de minister van marine wijziging der voor
schriften en erkende hijdat de schrijvers te zwaar
gestraft waren. De heeren Gratama en Borgesius ver
klaarden zich voor kwijtschelding. De meerderheid der
commissie vereenigde zich daarop met de conclusie
Brouwersterwijl de heer v. Dedem de zijne introk.
Zonder hoofdelijke stemming werd de enkele dankbe
tuiging goedgekeurd. Op de vraag van den heer
Schepelom openbaarmaking der stukken betrekkelijk
den oorlog met Achin verklaarde de minister van ko
loniën zich bereid de vroeger onder geheimhouding
medegedeelde stukken te doen drukken en ronddeelen.
De brigadier der maréchausseé te Roermonde
heeft proces-verbaal opgemaakt tegen den kapitein der
stoomboot Louisa varende tusschen Rotterdam en ge
noemde stad wijl dezeofschoon hem de middelen
daartoe niet ontbrakenden 1 geene pogingen heeft
aangewend om den matroos Eliasdie in de Maas ge
vallen en verdronken iste redden.
Den 4 is een spoorwegarbeider bij het rangeeren
van den goederentrein te Arnemuiden onder de wielen
geraakt en onmiddelijk gedood. Hij laat eene vrouw en
2 kinderen na.
Den 4 's nachts is onder Kortezwaag de boerderij
van S. Glasz met belendende woningen in de asch ge
legd. 7 Huisgezinnen zijn daardoor van dak beroofd.
Alleen van den landbouwer waren huis en inboedel
verzekerd. 4 Koeien zijn in den brand omgekomen.
Met 1 October is eene aanschrijving in werking
getreden waarbij de brievengaarders verplicht worden
een locaal in hunne woning uitsluitend voor de post
dienst in te richten en te behouden.
De gemeenteraad van Haarlem heêft den 5 het
vergunningsrecht voor den kleinhandel van sterken
drank bepaald op 25 p.c. der huurwaarde en zich niet
vereenigd met het voorstel van B. en W. om te ver
klaren dat de directie der gasfabriek de vergunning
van het gemeentebestuur niet behoeft om aan de ge
meente Bloemendaal gas te mogen leveren.
Den 5 heeft de stoomtram van Diemen naar Am
sterdam bij de Kruislaan 3 paarden, die onder geleide
van slechts één man waren zoodanig verwond, dat zij
onmiddelijk moesten worden afgemaakt.
Vervolg der binnenlandse/te berichten in het tweede blad.