fiuitentanb
dat kapitaalwil belast9n. Of men dit nu doen wil
door eene algemeene inkomstenbelastingmet afschaf
fing der patentwetof wel door de verbetering var de
patentwet en. invoering van een belasting op alle andere
inkomsten behalve die van den grondis een vraag
waaromtrent de gevoelens uiteenloopen; maar wanneer
men het een of het ander als nieuwe rijksbelasting be
geert dan moet men het bezwaar erkennen van daar
naast gemeentelijke inkomsten-belastingen te laten be
staan en zoo komt men er geleidelijk toeook het
overblijfsel van de personeele belasting ten bedrage van
nog geen twee millioen aan de gemeenten af te staan
en haar het recht te geven tot zeker bedrag opcenten
te heffen op de algemeene rijks-inkomstenbelasting of
wel de verbeterde patent-en nieuwe vermogensbelasting.
De heer Pierson is van meening dat het inderdaad
het beste is van de rijksbelasting op het personeel
natuurlijk met de noodige wijzigingen een gemeente
belasting te maken en de rijksmiddelen te versterken
door verbetering der patentbelasting en invoering eener
nieuwe vermogensbelastingwaaraan hij de voorkeur
geeft boven een algemeene inkomstenbelasting. Op
welke gronden?
DUITSCHLAND. De minister van binnenlands he
zaken von Puttkamer is teveus tot onder-voorzitter
van het ministerie benoemd in plaats van graaf van
Stolberg.
In het le Sleeswijk-Holsteinsche kiesdistrict is, in
plaats van den overleden afgevaardigde Krijger, tot
lid van den pruisischen landdag gekozen het lid der
deensche partij Hörbück met 117 van de 200 st.
ENGELAND. Aan het uitvoerig verslag van het
door Gladstone den 8 te Leeds gesprokene dat uit
bundig toegejuicht werd worden ter aanvulling van
het reeds gemeldenog de volgende punten ontleend.
De staatkunde der vorige regeering ten aanzien van
Afghanistan en van Zuid-Africa keurde hij nogmaals
sterk afdie ten aanzien van Egypte daarentegen goed.
Yoor den Zoeloe-oorlog had geen reden bestaan en
daarom was het vorig ministerie schuldig geweest aan
nutteloos bloed vergieten. De inlijving der Transvaal
was een ongewettigd ingrijpen in de transvaalsche zaken
geweest. Zoodra deze regeering dit ingezien had, was
zij een anderen weg ingeslagen en had zij zich door
niets laten weerhouden om het gebeurde ongedaan
te maken. Daarom was met de boeren een verdrag
gesloten, van welk verdrag door de boeren nu wijziging
verlangd werd.
Dat Gladstone een onvermoeid spreker blijftheeft
de 8 October op nieuw bewezen. Behalve genoemde
redehad hij des ochtends nog het woord gevoerd te
gen afgevaardigden van de kamers van koophandel over
den vrijen handel en twintig minuten laug aan een
hem aangeboden ontbijt.
In den ministerraad van den 12 waren alle ministers,
uitgezonderd den heer Selborne tegenwoordig. Na den
afloop werd door den minister van buitenlandsche zaken
eene gelijkluidende depeche gezonden aan de gezanten
te Parijs Konstantinopel en Alexandrie.
Parnell heeft te Wexford o.a. gezegd dat nog ster
ker dwangmaatregelen tegen Ierland genomen zouden
worden die naar zijne meening even vruchteloos zou
den zijn als de vorige. De eerste voorwaarde voor
Ierland's bloei en welvaart was, dat het engeische wan
bestuur verdweenomdat zelfregeering voor do ont
wikkeling van het nationale leven een vereischte was.
De beweging om iersch fabricaat alleen in Ierland te
doen gebruiken had veel kans van slagen. Hij noemde
minister Gladstone den lasteraar en vervolger van
Ierland. Werkelijk is Parnell den 13 in hechtenis
genomen. In het daartoe door minister Eorster (die
na den ministerraad onmiddelijk naar Ierland vertrok-
ik niet. Vroeger was het toch niet zoo. Maar dat
komt van die groote steden daar worden de lui be
dorven en nu kan ieder zien hoe hij met hen klaar
komt. En het is zoo zeker, als het amen in de kerk,
dat, wanneer zij hun zin niet krijgen, er morgen eene
werkstaking volgtwaarvoor ik ze met genoegen zou
laten ophangen. Want ziet gij mijnheer Reimann
ik ben nu vierentwintig jaar hier en de fabriek is als
het ware een deel van mijzelf geworden en wanneer
zij den volgenden maandag moet stilstaan zal ik het
mij aantrekken alsof het een sterfgeval in mijn eigen
familie was."
„Je bent een braaf man zeide Reimannterwijl
hij den opzichter de hand reikte „je woorden hebben
mij goed gedaan, meer als je denken kunt, Muller.
Zoolang ik nog arbeiders heb van jou slag en jou trouw,
zal de fabriek ook blijven bestaan en dat zal zij, zoo
lang mijn fortuin toereikend is. Ik wil den strijd die
mij aangeboden wordtaannemen met al de energie
die mij overblijften volhouden tot ik overwonnen heb
of in den strijd ben omgekomen. De fabriek zal niet
stilstaan."
„Is dat u ernstmijnheer riep Muller, de hein
toegereikte hand hartelijk drukkende, terwijl de vreugde
zijn ruwe trekken verhelderde„de fabriek zal niet
stilstaan werkelijk niet
„Niet zoolang ik het verhinderen kan. Op hoeveel
arbeiders kunnen wij ongeveer rekenen?"
„Op de Hermersdorffers, allen, mijnheer," riep Mul
ler uit. „Dat wil zeggenvoegde hij er niet zonder
verlegenheid bij„een paar zullen er misschien wel
afgaan, zij hebben zich door de anderen laten bepraten.
Daarvoor in plaats komt echter ook een groot deel van
de vreemden, die getrouwd zijn, op onze zijde."
„Hoeveel meen je dus, dat ons trouw zullen blijven?"
„Nu mijnheer, een derde gedeelte ongeveer.
„Goed dan zullen wij daarmee zien toe te komen
tot ik nieuwe arbeiders krijgen kan. De fabriek zal
dan voorloopig worden teruggebracht tot den omvang,
dien zij had toen mijn vader haar opende. De stoom
machine kunnen wij missen wij kunnen met de beek
wel toe."
ken was) uitgevaardigde bevelschrift wordt uitdrukkelijk
gezegd dat hij zich schuldig gemaakt heeft aan op
ruiing en vreesaanjaging, om de pachters te weerhouden
van het betalen eener billijke som en hen te verhin
deren gebruik te maken van de door de landwet aan
geboden voordeelen. De politie-agenten namen hem
dos morgens in zijne woning gevangen. Toen zij zich
aanmeldden, was hij nog niet opgestaan. Hij kleedde
zich terstond aan en ging met de agenten naar de
gevangenis van Kalmaiuham. Hij scheen zeer verbaasd.
Hij zou dien dag te Keldrae in eene door het landver-
bond uitgeschreven vergadering als voorzitter opgetre
den zijn. Zoodra zijne gevangenneming in die verga
dering bekend werd trok de heer Dillon mede lid
van het lagerhuis, heftig tegen dien regeeringsmaatregel
te velde.
Den 13 had te Londen in het Guildhall de voorge
nomen plechtige ontvangst van minister Gladstone
plaats. Hem werd daarbij een adres aangeboden, waarin
hij geluk gewenscht werd met zijne veeljarige diensten,
onder uitnoodiging voor den beeldhouwer te zitten
die met het vervaardigen van zijn borstbeeld in mar
mer belast is. In zijne toespraak tot dankbetuiging
deelde hij de gevangenneming van Parnell mede als
een noodzakelijken maatregel tot herstel der eerbiedi
ging van orde en wet in Ierland. De regeering voerde
geen strijd tegen het iersche volk, op welks rechtscha
pen gevoelens zij vertrouwde maar haar plicht bracht
mede, een einde te maken aan de algemeene vrees-
aanjaging door aanstokers van beroep. Deze mededee-
ling werd door alle aanwezigen staande aangehoord
en met daverende toejuichingen begroet. Later liet
hij zich nog uit over de Transvaal. Hij herinnerde
aan het laatste artikel van het verdragwaarbij de
regeering der boeren zich heeft verbonden dat ver
drag binnen 3 maanden te doen bekrachtigen. Aan
die bepaling zou de regeering zich houden en in het
bizonder de heilige rechten van duizenden inboorlingen
in de Transvaal beschermen. Hij meende dat de ge
schillen met de boeren nog wel geschikt zouden worden.
De ochtendbladen betuigen zonder onderscheid hunne
tevredenheid over Parnell's gevangenneming. Dillon zal
hem waarschijnlijk als hoofd van het landverbond ver
vangen.
In de Daily News wordt gezegd, dat Duitschland
ten aanzien van het egyptische vraagstuk eene strenge
onzijdigheid in acht nemen en eenvoudig de maat
regelen van Engeland en Frankrijk afwachten zal.
Prins Bismarck heeft te veel te doen met de binnen-
landsche zaken dan dat hij zich rechtstreeks met de
zaak zal inlatentenzij er handelsbelangen in het spel
mochten komen. In voorkomende gevallen zou hij
letten op de belangen van Oostenrijk en Italië. Het
overwegend belang van Engeland bij dit vraagstuk
wordt ten volle door hem erkend en hij wordt gezegd
de krachtige houding van het Ministerie Gladstone dan
ook volkomen goed te keuren. In sommige kringen
wordt het denkbeeld geopperd, het egyptische vraag
stuk voor goed door een groot internationaal congres
te doen beslissen.
FRANKRIJK. Den 13 had president Grévvophet
Elysée alwaar hij ontboden waseen onderhoud met
Gambetta. Men verzekert, dat zij den algemeenen
toestand bespraken en dat Gambetta als zijn gevoelen
te kennen gaf, dat, nu het ministerie niet was afge
treden volgens een grondwettig en parlementair be
ginsel de uitslag van de beraadslaging in de Kamer
moest worden afgewacht die terstond na de opening
der zitting zeker verwacht kon wordenalvorens een
nieuw ministerie te vormen. Na dezen raad werd hem
door den president geene opdracht gedaan tot 'samen
stelling van een nieuw ministeriedoch kwamen zij
overeen, na de opening der Kamer een nader onder
houd met elkander te hebben.
De gemeenteraad te Parijs koos den 11 met 1 stem
„Maar de schade, mijnheer, de schade," zeide
Muller hoofdschuddend.
„Die moet ik dragen Muller," hernam Reimann,
terwijl hem een zucht ontsnapte. „Hebt ge mij anders
nog iets van gewicht mede te deelen
„Neen, mijnheer Reimann niets dat ik weet. Wan
neer gij mij veroorloven wiltu een raad te geven
dan zou ik wel eens willen zeggenwat ik nog op het
hart heb over de zaak met de arbeiders."
„Spreek maar vrij uitzeide Reimann vriendelijk
„goeden raad heb ik tegenwoordig wel noodig."
„Dat geloof ik welmijnheeren daarom zult gij de
mijne ook wel gebruiken kunnen, ofschoon hij misschien
in gewone tijden niet deugt. Ik ken het volk en weet,
hoe men ze aanpakken moet. Daar gij nu toch een
maal besloten zijt, niet toe te geven, maar integendeel
in elk geval veider te laten arbeiden zoo ware het,
dunkt mij het bestwanneer gij nog heden het volk
bij elkaar liet komen en het hun ronduit zeidet. Wan
neer zij dan zien dat hun hunne eischen niet toege
staan worden dan zullen velen zich misschien nog
bedenken en menigeen die reeds aan het wankelen is
gebrachten zich aan de andere zijde zou willen scha
ren zal naar onze zijde overloopenwanneer hij de
zekerheid heoftdat ze in alle gevallen nog werk zul
len hebben. Laat gij de zaak echter haar beloop, dan
krijgen de slechte kerels de overhand en halen ook de
beter gezinden tot hunne zijde over. Want waarom
(zoo denken ook zijdie nu nog op onze zijde zijn)
zullen wij met onze kameraden breken wanneer wij
door de werkstaking in alle gevallen broodeloos wor
den Nu weet ik niet, mijnheer Reimann, of ik mij
duidelijk uitgedrukt heb maar ik hoop dat gij mij
begrepen hebt en dat ik het goed meen, daarop kunt
gij u verlaten."
„Je raad is goed, Muller," antwoordde de fabrikant.
„Men moet de lui bepaald zeggen, wat zij te verwach
ten hebbenmisschien veranderen zij dan nog van
meening ofschoon ik daar weinig hoop op heb." Hij
keek den ouden opzichter vragend aan deze trok onge-
loovig de schouders op.
„Weet gij mijnheer Reimann er is te veel slecht
meerderheid tot voorzitter den candidaat der opportu
nisten Engelhard tegenover den radicalen candidaat
Mathé.
LUXEMBURG. De nieuwe wet op het lager onder
wijs is den 1 in werking getreden. De bisschop van
Luxemburg heeft in een schrijven van 21 September
aan de geestelijkheid medegedeeldwelke houding zij
tegenover die wet moet aannemen. Zij geeft aan de
kerk en hare dienaren een zeer geringen invloed op
de school en hoewel hij dit anders gewenscht had, zoo
werden de hiertoe gedane aanbiedingen de gematigde
en rechtvaardige eischen afgewezen. Onder deze om
standigheden moet noch eene vijandigenoch eene
vriendschappelijke houding aangenomen worden. Nie
mand ban het ten kwade duiden, wanneer hij het blijft
betreuren en beklagen, dat noch behoorlijk recht weder
vaart aan de rechten der berk en familie noch vol
doende waarborg geleverd wordt voor eene werkelijk
christelijke opvoeding der jeugd. Daarentegen bevat
de wet voor de godsdienstige behoeften der kinderen
eenige steunpunten en bepalingen, waardoor het moge
lijk wordtveel kwaads te verhinderen en misschien
ook eenig goeds te verkrijgen, vooral door de bepalingen
betreffende het godsdienstonderricht in de school en het
opnemen van den pastoor in de plaatselijke schoolcom
missie. Met het oog daarop verwacht hij dat de pas
toors en hunne medehelpers de bij de wet voor het
godsdienstonderwijs aangewezen uren getrouw zullen
waarnemen en buiten die tijden aan dat onderwijs te
meer zorg wijden, naar mate de onderwijzer er minder
deel aan neemt. Even zoo moeten zij de hun toege
dachte plaatsen en ambten bij de commissiën en ook
daar buiten in het belang van het onderwijs aannemen
en ijverig en nauwgezet vervullen. Langs dien weg
zullen althans eenige gebreken der nieuwe wet ten aan
zien van christelijk geloof en zeden bunnen verminderen,
terwijl altijd de hoop blijft bestaan, dat zoo die gebre
ken eenmaal door de ondervinding zooveel te duidelijker
aan het licht komen de wetgever van inzicht veran
deren en het noodige doen zalom ze uit de wet te
laten verdwijnen.
OOSTENRIJK-HONGARIJ E. De heer Salavy is
na den dood van baron von Haymerle bij keizerlijk
besluit voorloopig belast met de grondwettige vertegen
woordiging en het afdeelingshoofd Kalbay met de
rechtstreeksche leiding van het ministerie van buiten
landsche zaken.
Bij de beraadslaging over het adres van antwoord
heeft de minisl er-president in het hongaarsche Volks
huis betoogd dat in de troonrede de te volgen begin
selen voor de verlangde hervormingen niet konden
worden aangegevendaar die dan een boekdeel zouden
moeten vormen. Hij wederlegde voorts de beschuldiging,
als zou door staats-ambtenaren invloed op de verkie
zingen uitgeoefeud zijn. Hij ontkende, dat de oppositie
versterkt was en deed uitdrukkelijk uitkomen dat de
landverhuizing verminderd was. De verzekering in de
troonrede betreffende het herstel der goede orde in het
beheer werd bevestigd door de verbetering van den
geldelijben toestand en het crediet van den Staat Wat
het gemeenschappelijk leger betreftuitte het adres
niet alleen wenschen maar sprak het ook de overtui
ging uitdie het Gouvernement en de meerderheid
bereid waren te verdedigen.
De samenkomst te Dantzig had geene verandering
gebracht in de betrekkingen met Duitschland. Ten
slotte deed hij uitkomen dat in geen Staat van Europa
de verschillende nationaliteiten niet tot het overheer-
schende ras behoorendezoovele rechten bezaten als
in Hongarije.
Vervolg der buitenlandsche berichten in het tweede blad.
volk onder de arbeiders en dat wil niet eerder hooren
voor het door schade en schande wijzer geworden is.
"Wij hebben er eenige, vooral in de groote machinezaal,
die ik tot alle mogelijk schandelijke daden in staat
acht. De groote meernerheid bestaat uit jonge brave
kerelsdie zich licht laten meeslepen en den kop vol
van die nieuwe begrippen hebben, deels uit jeugdigen
overmoeddeels omdat zij er werkelijk iets bij denken
te winnen. Van dien kant hebben wij verder niets te
vreezen maar er is nog zulk een bende van Burmeis-
ter's slag en wat wij van hen nog kunnen verwachten,
wanneer de werkstaking is aangevangen dat mag de
hemel weten."
„Zoo erg zal het wel niet loopen Muller."
„Ik hoop het ook maar wij zullen toch op onze
hoede zijn. De waker is reeds op zijn post en voor de
beide wolfshonden koesteren zij een bijgeloovige vrees."
„Dan geef je een kwartier voor de sluiting der fa
briek het teeken met de klok opdat de lieden zich op
het binnenplein kunnen verzamelen. Wij zullen dan
zien, wie voor en en wie tegen ons is."
Nadat de opzichter zich verwijderd had ging Rei
mann weder aan den arbeid. Hij schoof de boeken ter
zijde en begon brieven te schrijven waarvan reeds een
groote hoeveelheid op zijn schrijftafel lag. Hij moest
beproeven den dreigenden slag naar zijn beste krachten
af te weren en krachteloos te maken. Wat kwam het
er op aan of hij al een paar dagen tot middernacht
arbeiden moest. De uren vlogen met buitengewone
snelheid voorbij en bijna met schrik sprong hij op, toen
hij de klok op het binnenplein hoorde weerklinken.
Nauwelijks had de metalen mond hare heldere stem
doen hooren ot de binnenplaats begon zich met arbei
ders te vullen die verwonderd op het signaal, dat op
zoo ongewonen tijd gegeven werd, uit de werkplaatsen
en van de ovens en ketels kwamen toestroomen. Alle
begrepen dat nu hun lot en dat der fabriek zou be
slist worden.
{Wordt vervolgd.)