No. 140.
Drie en tachtigste Jaargang.
1881
V R IJ A G
25 NOVEMBE R.
FEUILLETON.
10) Het rif van Kitty llawk.
Prijs der gewone Advertentiën
©dieted (Scheelte.
Buitctilattb.
Tweede Afdeeling.
ALK1HAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door
het geheele Rijk f 1,
De 3 nummers f 0.06.
Van 15 regels f 0,75; iedere regel meer f 0,15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
Gezien artikel 2 der verordening op de gemeente-reiniging
van 17 Augustus 1881 (Gemeenteblad No. 88) voorschrijvende,
dat het verboden is emmers houdende seereetvuil of
daartoe gebruiktte zetten of te laten staan op de
stoepen, straten of andere openbare plaatsen;
Overwegende dat sommige ingezetenen dat voorschrift nog
niet opvolgen
Noodigen de ingezetenen dringend uit dat voorschrift te
willen opvolgen ter voorkoming, dat tegen hen, bij overtreding,
proces-verbaal worde opgemaakt.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
22 Nov. 1881. De Secretaris
NUHOUT van der VEEN.
KENNISGEVING.
Het IIOOED van het Plaatselijk Bestuur te ALKMAAR
brengt, op grond van art. 1 der wet van 22 Mei 1845 (Staats
blad n°. 22) bij deze ter kennis van de ingezetenen der ge
meente, dat het voljaarsch suppletoir kohier No. 6 en het
negenmaandsch kohier No. 7, beide voor de belasting op het
Personeel, dienst 1881/82, op 22 November 1881 door den
Heer Provincialen Inspecteur der directe belastingen in
Noordholland executoir verklaardop heden aan den Heer
Ontvanger der Rijks directe belastingen binnen deze gemeente
ter invordering zijn overgegeven.
Ieder ingezeten, die daarbij belang heeftwordt vermaand
op de voldoening van zijnen aanslag behoorlijk acht te geven,
ten einde alle geregtelijke vervolgingen, welke uit nalatigheid
zouden voortvloeijente voorkomen.
Alkmaar, Het Hoofd van het Bestuur voorn.,
24 Nov. 1881. A. MACLAINE PONT.
DUITSCHLAND. De Bondsraad besloot den 22
krachtens de socialistenwet den kleinen staat van beleg
te Berlijn voor één jaar to verlengen.
ENGELAND. De toestand in Ierland blijft nog altijd
veel te wensehen overlaten en er zullen waarschijnlijk
nieuwe moeielijkheden ontstaan. De boerenarbeiders
wier lot door de landwet volstrekt niet verbeterd is, willen
ook een verbond oprichten om verbetering in bunnen
toestand te verkrijgen, daar de pachters alleen om hunne
eigen belangen en niet om die hunner arbeiders denken.
Bovendien heeft de vereeniging ter verkrijging van een
eigen parlement voor Ierland een stuk uitgevaardigd
waarin verklaard wordtdat de tijd gekomen is om
den strijd voor de wetgevende onafhankelijkheid krach
tig aan te vangen. In de eerste plaats moeten daartoe
plaatselijke afdeelingen opgericht worden. Een drietal
moordaanslagen in het zuiden en westen en één moord,
in de laatste week voorgevallen, werken ook zeer mede
om ongerustheid te doen ontstaan bij den naderenden
winter. Brandstichting en vreesaanjaging komen ook
nog dagelijks voor.
Volgens de bladen kon bij het onderhoud over
een met Frankrijk te sluiten handelsverdrag tusschen
den engelschen onder-minister van buiten'andsche zaken
op zijne reis naar het Zuiden van Frankrijk en de
fransche ministers van buitenlaudsche zaken en koop
handel Gambetta en Rouvier geene eenstemmigheid
verkregen worden over het tijdstip voor de hervatting
der onderhandelingen. Alleen bestond er grond voor de
hoop, dat zij spoedig weer opgenomen zouden kunnen
worden en dat de vraagpunten waarover verschil be
staat cp bevredigende wijze beslecht zullen worden.
Over het artikel wollen goederen bestaat het grootste
verschil van gevoelen.
FRANKRIJK. De commissie uit de Kamer, die onder
zoeken zon het door den afgevaardigde Barodet ingediende
voorstel om een overzicht te doen opmaken van de
programma's, waarmede de verschillende candid aten bij
de laatste verkiezingen verklaard hebben zich te ver
eenigen heeft zich tegen het in overweging nemen
verklaardomdat het onuitvoerbaarnutteloos en tijd-
roovend zou zijn.
Met algemeene stemmen werd in eene bijeenkomst
van de republikeinsche linkerzijde van den Senaat in
beginsel de noodzakelijkheid van grondwetsherziening
aangenomen.
Te Marseille sijn in de laatste dagen herhaaldelijk
biljetten aangeplakt gevonden uitgaande van het uit
voerend bewind der omwentelingsgezinden waarin ge
zegd wordtdat het tijd is om den verbitterden strijd
op leven en dood te hervattenwant dat, men niet
langer onverschillig kan blijven bij den tuneeschen
gruwel waarbij Frankrijk's soldaten voor de roem en
in het belang van Gambetta, den meineedigen burger,
naar de slachtbank worden gevoerd. Ten slotte worden
de arbeiders aangespoordgebruik te maken van de
middelen der wetenschap, waarvan de nihilisten en
fenians gebruik maken. Het is niets dan eene daad
van tnenschelijkheid om de uitzuigers, en moordenaars
van het volk ter dood te brengen. In andere biljetten
wordt tot verzet aangespoord en worden de werkplaat
sen der arbeiders afschuwelijke bagno's genoemd.
Eenige leden der uiterste linkerzijde dienden een
uitgebreid wetsvoorstel van 19 artikelen bij de Kamer
instrekkende om de vrijheid van eeredienst in te
voeren en godsdienstige vereenigingen te regelen. De
voornaamste bepalingen van dit ontwerp komen hierop
neder.
Niemand kan gedwongen worden zich bij eenig kerk
genootschap te voegen of daarvoor te betalen. De
republiek verstrekt noch gelden, noch lokalen of pasto-
riën ten behoeve van eenige eeredienst. De gemeenten
treden weder in het volle bezit van alle tot heden
daartoe gebezigde gebouwen. De roerende en onroe
rende goederen der kerkfabrieken seminariën en con-
sistoriën behooren aan het volk. Zij worden onmiddelijk
in bezit genomen en binnen zekere termijnen verkocht:
de opbrengst wordt gestort in do kas voor het onder
wijs. Geene overheidspersonen, noch staatslichamen
mogen officieël aan eenige godsdienstplechtigheid deel
nemen. Geene feestdagen bestaan voor hen dan die,
waarop zuiver wereldlijke gebeurtenissen worden gevierd.
Godsdienstige geloften of verbindtenissen in strijd met
de natuurlijke rechten van den mensch worden door
de wet niet erkend. Alle vereenigingen tot een gods
dienstig doel met samenleving en geloften zijn verboden.
Hare goederen vervallen aan den staat, voor zoover zij
niet geschonken of vermaakt of persoonlijk door de leden
aangebracht zijn, in welk geval zij teruggegeven worden
aan de oorspronkelijke bezitters of hunne erfgenamen
tot den derden graad. Door de afschaffing der begroo
tingen van eeredienst willen zij de grondbelasting met
50 miljoen verminderen.
Een geheele titel is gewijd aan beperkende bepalin
gen betreffende godsdienstige vereenigingen van anderen
aard dan de zooeven genoemde. Verder behelst het
ontwerp tal van overgangsbepalingen en wordt bij elk
artikel naar vroegere wetten en besluiten en naar grond
wettelijke bepalingen van andere landenvooral van
americaansche staten verwezen.
Burgeres Hubertine Auclert die vroeger verzocht,
haar op de kiezerslijsten te plaatsen, op grond dat er
geen reden bestond om de mannen wel en de vrouwen
niet het stemrecht te laten uitoefenen en toen dit
verzoek niet toegestaan werd weigerde hare belasting
te betalen daar naar hare meening de vrouwen dan
ook niet in de belastingen moesten worden aangeslagen,
heeft in haar blad de Citoyenne (burgeres) genaamd,
een brief aan Gambetta geschreven waarin zij aan
dringt op het aanstellen van vrouwen tot ambtenaren
bij de twee nieuwe ministeriën van landbouw en vau
schoone kunsten. Zij voert als grond daarvoor aan
dat de vrouwen even goed voor die ministeriën betalen
als de mannen.
In den Senaat is door het lid Griffe opgekomen te
gen de verkiezing van den heer de Voisins-Lavernière
tot onafzetbaar lid. Naar zijne meening moest die ver
kiezing vernietigd worden, op grond dat geen der
candidaten de volstrekte meerderheid verkreeg. Hij
zal dit gevoelen verdedigen op den dag van de afkon
diging der benoeming. De gevallen candidaat der re
publikeinen Hérold was de prefect van het departement
der Seine een vriend van Gambetta en voorstander
van het behoud van den Senaat.
ITALIË. Den 19 nam de Kamer de begrootingen
voor landbouw en koophandel in behandeling. Een lid
stelde voor, eene som toe te staan voor de tentoonstel-
lingwelke men in 1885 te Rome wil houden. De
minister wilde zich daartoe niet verbinden maar was
bereid de zaak nauwkeurig te onderzoeken.
Den 21toen de leden aan het stemmen waren en
de minister-president langs de stembussen ging hoorde
men op de openbare tribune roepen „Voor Depretis!"
„Dat verwondert mij ookik had de kerels reeds
lang laten ophangen bromde de kapitein wien dit
gezegde dat eenigen twijfel aan de waarheid van zijn
verhaal verriedin het geheel niet aanstond. „Bij
Jupiter, luitenantik verwed mijn Mosquito tegen een
oude waschkuip dat gij wanneer gij tweemaal vieren
twintig uren in Nagshead zijt, reeds weet, dat dergelijke
streken voor dat volk maar kinderspel zijn. Er leven
nog eenigendie daaraan medegedaan hebben. Gij
moet daar maar eens vragen misschien vertellen zij
het u beter en overtuigender dan ik."
„Nu ik geloof u volgaarne kapitein suste Ro
bertson. „Het kan zeer goed zoo gegaan zijn als gij
zegt. Wanneer het volk niet zoo boosaardig was dan
zat ik hier niet bij u."
„Haha meende de zeeman „zij hebben de bram
stengen op het station weder over boord gewor
pen he
„Ditmaal den geheelen mast en bijna de verschan
sing daarenboven antwoordde Robertson de verge
lijking van den kapitein voortzettende. „Een roeke-
looze heeft 's nachts den signaalmast half doorgezaagd
zoodat dezetoen de wind veranderde van zelf afbrak
en bovendien had men pogingen aangewend om het
station in brand te steken. Slechts door een toeval
werd het nog tijdig ontdekt. Daarom wordt het tijd
dat er eens opruiming wordt gehouden onder dat
gespuiswien het station een doorn in het oog is. Tot
dat doei ben ik door het centraalbureau afgezonden."
Bramstengtweede verlengstuk der masten.
„Ik benijd u uwe zending nietluitenantmerkte
de kapitein op. „Ik dacht overigens weldat er zoo
iets op handen was, toen ik bevel kreeg u aan boord
te nemenen in Nagshead af te zetten. Gij zult
krachtig moeten optreden wanneer gij daar succes
zult hebben. Nu, veel geluk! Wat in mijn macht
staatom u b j te staan zal ik doenmijn woord
daarop."
„Gij blijft dus hier in de buurtkapitein
„Dat zou ik meenen. Het schijntdat de lui in
Washington dat adderengebroedsel eens goed onder
handen willen nemen. Ik moet hier met de „Mosquito"
op de kust van Zuid-Carolina kruisen om de smok
kelaars een weinig op de vingers te tikken."
„Dan zijn wij bondgenooten en krijgsmakkers
merkte Robertson op.
De kapitein keek den jongen officier van ter zijde aan,
als wilde hij zienin hoeverre hem den kommandant
der „Mosquito" zulk een landrot van nut kon zijn."
Robertson las deze gedachten van het eerlijke gezicht.,
dat iedere gedachte onbewimpeld wedergaf.
„Schat mij maar niet te gering, kapiteinzeide hij
vroolijk „gij hebt het groote kanon en ik den tele
graaf, onze krachten zijn dus tamelijk gelijk."
„Hm zoo als men het nemen wil de „Mosquito"
is mij liever," knorde de kapiteineen weinig verlegen,
daar hij zijne gedachten verraden zag. „En toch hebt
gij gelijk luitenantwij zijn krijgsmakkers. Nu laat
ons een verbond sluiteneen echt zeemansverbond.
Let welwat ik u zeggen zal. Ik kruis hier op de
kusttussschen Nagshead en kaap Fear er leggen
buiten dit nog twee stations op kaap Hatteras en op
kaap Lookout. In de nabijheid van een dezer zal ik
altijd zijn en wanneer ik zelf niet op de brug ben
zal ik den wachthebbenden officier opdragen den verre-
kijker goed te gebruiken en het naaste station niet
uit het oog te verliezen. Bemerkt gij nu in Nagshead,
waar, nu de strandroof zoovele voordeelen niet meer af
werpt een der hoofdplaatsen der smokkelaars isdat 1
de knapen een of andere duivelsche streek in het
schild voeren dan telegrafeert gij naar beide stations.
Zoodra ik door signalen bemerk dat gij mij noodig
hebtkan ik met de „Mosquito" in een paar uren bij
u zqn en de kerels inrekenen en wanneer ik u noodig
hebdoe ik het wederkeerig u weten. Wilt gij dus
de kerels te lijfweet gij waar gij hulp kunt vinden.
He wat zegt gij van mijn plan Slaat gij toe
Hij stak den jongen man de ruwe band toedie
deze krachtig drukte.
„Top, kapitein
„Dat noem ik een flink woord en een hartelijk toe
slaan meende de kommandant der „Mosquito" bevre
digd. „Gij hebt iets openhartigs en iets flinks in uw
persoonmijnheer Robertson zoo iets hm
zoo iets echt zeemansachtigsdat mij bevalt. Ik wilde,
dat ik u niet daar in dat nest moest brengen maar
dat gij mijn officier waart wij zouden het best met
elkander kunnen hebben geloof ik."
„Dat zouden wij zeker," antwoordde Robertson.
„Jammer, dood jammer, dat gij geen zeeman zyt
mannen zoo als gij konden wii gebruiken."
„Ik ben helaas een onvervalschte landrotwant mijn
vader, een heereboer in West-Virginie, heeft misschien
nooit de zee gezienmaar altijd met ware mollenvlijt,
zijn geheele leven lang de aarde omgewoeld," antwoordde
Robertson vrolijk.
„Hm, ieder zijn smaak," bromde Morris. „In elk
geval ook een braaf manuw vader en de een
houdt van groen land de andere van blauw water.
Tom 1" riep hij daarop een matroos toe„breng eens
even een flesch port en twee glazen uit de kajuit
en toen de man met het verlangde verscheen wendde
hij zich weder tot Frank.
„Het wordt tijd, dat wij oen glaasje tot afscheid
drinkenwij komen nu in het gevaarlijke vaarwater
en moeten helaas ons gesprek afbreken. Op uwe ge
zondheid en op den goeden uitslagDe glazen klon
ken de kapitein dronk het zijne in een teug uit