No. 145. Drie en tachtigste Jaargang. 1881. WOENSDAG 7 D E C E M B E II. FEUIL LET ON. Het rif van Kitty Hawk. Prijs der gewone Advertentiën: fiuttculaub Tweede Afdeeling. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt Diasdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele Rijk f 1, De 3 nummers f 0.06. Van 1—5 regels 0,75; iedere regel meer f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. DUITSCHLAND. Den 1 kwam de begrooting van binnenlandscho zaken aan de orde. Bij Hen post der jaar wedde van den minister wees de beer Windthorst op het ongemak, voortspruitende uit de gelijktijdige bijeenkomst der pruisische provinciale Landdagen met den Rijksdag. De minister erkende dit en zeide, dat de regeering reeds dit jaar, op voorstel van den heer Rickertden Rijksdag vóór den pruisischen Landdag had bijeenge roepen. Verder zou daarin verbetering gebracht kun nen worden wanneer de Rjksdag tot de vaststelling eener tweejarige bogrooting besloot en grootere beper king in de besprekingen in acht werd genomen. De heer Minnigerode zeide, dat de tegenwoordige toestand een gevolg i« van het besluitdoor den Rijksdag in het voorjaar genomenzoodat hij zelf de verantwoor delijkheid van dezen toestand draagt. De heer Stauf- fenberg merkt op, dat do bijeenroeping van den beier- schen Landdag om dezen tijd bij de grondwet is voor geschreven. Hierin verandering te brengen zou eerst kunnen geschieden wanneer de Ryksdag steeds op het bepaalde tijdstip werd bijeengeroepen. Dat dit een enkele maal plaats hadkon voor Beieren geen aan leiding zijn om de grondwettige bepaling te wijzigen. Windthorst achtte vroegere bijeenro 'ping of onmidde- lijke verdaging in Beieren noodzakelijk. Minister Böt- ticher verdedigde de bijeenroeping van den Landdag in Elzas Lotharingen tegen den 5. Re chensperger (Olpe) achtte het raadzaam de vraag te overwegen of de leden van den Rijksdag wel leden van de bizon- dere Landdagen mochten zijn zoo ja dan moest de Rijksdag onvoorwaardelijk voorgaan. De heer Pfetter bracht de klachten van verscheidene groote firma's bij de tentoonstelling van Melbourne ter sprake. Minister Böiticher antwoordde, dat tegen den Rijkscommissaris nog geen enkele klacht bij de regeering was ingekomen. De schade aan de tentoonstellera door de agenten toegebracht, kon slechts 1 inga den weg van het gewone recht worden behandeld en uitgemaakt. Benda sprak vervolgens over het voorstel betreffende den volkshuis houdkundigen Raad. Hij verklaarde, dat de nationaal- liberalen het zouden verwerpen, omdat die Raad elke verantwoordelijkheid zou missen. Prins Bismarck betoogde, dat de Rijksdag deze aan gelegenheid slechts feitelijk had voor te bereiden. De maatregel was noodzakelijk en zou groot gebrek aan vertrouwen verraden wanneer men daarachter staat kundige bijoogmerken zocht of den toelegom den invloed van den Rijksdag te verminderen. De regee ring had groot belang bij het hooreri van zaakkundigen, van mannen van de praktijk uit het geheele rijk en zij meendedat de vertegenwoordiging niet minder belang daarbij had. Wanneer men hem de middelen tot het ver krijgen >an inlichtingen weigerde, zou hij zich genood zaakt kunnen zien om de afzonderlijke regeeringen te ver zoeken, eigen afgevaardigden naar dien Raad te zenden. Leutschner ondersteunde het voorstel. Bamberger bestreed het. Die Raad was niet geschiktom aan de regeering de gewenschte inlichtingen te verschaffen. Hij zou een mededinger zijn van den Rijksdag. De vorige Rijksdag verwierp de daartoe strekkende voor dracht en de regeering zou verstandiger hebben ge handeld indien zij haar niet weder had ingediend. Ten slotte werd met 169 tegen 83 stemmen het voor stel verworpennadat prins Bismarck het nog her haaldelijk verdedigd had. Voor stemden de minderheid van het centrum en de meeste leden der conservatieve groepen. Den 2 werd de beraadslaging voortgezet, waarbij de toeuemende landverhuizing ter sprake werd gebracht. Minister Bötticher deelde eenige bizonderheden mede omtrent het aantal landverhuizers gedurende de laatste 4 jaren en gaf als zijn gevoelen te kennen dat die cijfers de opvatting rechtvaardigden, dat de buitengewone voorzorgen, voor de landverhuizers aan de overzijde der zee genomen dikwerf juist den lust tot landverhuizen aanwakkerden en zelfs deden ontstaan. Er werd aan gedrongen op het vaststellen eener wet ter bescherming der landverhuizersterwijl van andere zijde betoogd werd, dat de regeering zich niet onttrekken mocht aan hare plichtom landverhuizers te beschermen zoo in de havens van vertrek als van aankomst. Een wets ontwerp werd voor het volgende jaar toegezegd. Ten slotte werd de begrooting vastgesteld. Den 3 werd die van justitie behandeld waarbij aangedrongen werd op vermindering der gerechtskosten hervorming van het militaire strafproces en herziening der wetgeving op de maatschappijen, tot stand gekomen door het ne men van aandeelen. De minister erkende de noodzake lijkheid van de herziening dezer ter sprake gebrachte punten. In diezelfde zitting werd onder toejuiching toegezegd dat vóór Kersttijd een wetsontwerp zou worden ingediend tot liet stichten van een nieuw ge bouw voor den rijksdag. Het was bij den bondsraad reeds aanhangig. De regeering wil in 1882 voor het geheele rijk eene statistiek der beroepen laten opmaken en het vee iaten tellen. Zij vraagt daarvoor f 180000 aan. ENGELAND. Iebland. In den laatsten tijd wor den weder meer misdaden gepleegd hoofdzakelijk tegen pachters, die hunne huur betalen en tegen landeige naren, die gebruik willen maken van het hun toeko mende jachtrecht. Te Carrowquil in het zuiden werden aan 200 in de weide loopende schapen de staarten af gesneden te Knockast werden twee hoeven in brand gestokente Lisheen werd een pachterdie betaald bad in zijne woning overvallen en ernstig gewond een andere pachter door eene gewapende bende aan gevallen en met den dood bedreigd, ontkwam het hem dreigende gevaar door de verzekering van eenige leden van het landverbi nd dat hij zijne pacht niet betaald had. In het graafschap Limerick zullen 300 pachters van hunne hoeven gezet moeten worden omdat zij be sloten hwbben geei.e huur te betalen. Een der gevan gen genomen leden van het laudverbond is wegens den slechttn staat zijner gezondheid op vrije voeten gesteld. Onder bescherming der geestelijkheid is eene inschrij- ving geopend, om uit hare opbrengst aan de gevangen genomen leden van het verbond eene betere voeding te geven dan het gewone voedsel in de gevangenis. Het parlementslid Lawson heeft in eene den 29 te Carlisle tot zijne kiezers gerichte rede de afscheiding van Ierland van Engeland en Schotland verdedigd. Dit is de eerste maal, dat die afscheiding door een engelschman in het openbaar wordt voorgestaan en daardoor trekt die rede de aandacht. De liberale bla den gaan haar over het geheel met stilzwijgen voorbij de conservatieve daarentegen bespreken haar meer. De Times meent, dat zulke uitingen slechts blijdschap wekken in het kamp der tegenpartij. De aanhangers van Parneil hebben dezer dagen be sloten bij de aanstaande opening van het Parlement hun stelsel van belemmering der beraadslaging krach tig door te zetten. Het plan om te samen het parle ment te verlaten werd niet goedgekeurd. Op eene door 2000 schotsche pachters te Aberdeen bijgewoonde vergadering werden o. a. de volgende wen- schen uitgesproken vermindering der pacht in Schot land afschaffing der wetten van hypotheek onver vreemdbaarheid en eerstgeboorte-recht, vergemakkelijking van het verkoopen en overdragen van land en indiening eener landwet voor Schotland. Zij richtten een pach- tersbond op. FRANKRIJK. Het Senaatslid Scherer, die volgens den bizonderen verslaggever der Haarlemmer Courant te Parijs zoo door zijn uiterlijk als door zijne degelijke kundigheden en de helderheid zijner schrijfwijze aan den leidschen oud-hoogleeraar Scholten doet denken heeft een vlugschrit uitgegeven tegen de voorgenomen grondwetsherzieningdat niet ten onrechte de aam- dacht trekt en zeker voor de repnblikeinsche partij behartenswaardige wenken bevat. Hij verklaart geen vijand der republiek te zijn integendeel hy werkte tot hare oprichting mede en zou dit nog doen. Maar hij keurt af den toeleg der radicalen om tot grond wetsherziening te komen hoofdzakelijk met het doel om den Senaat af te schaffen of zijne macht te beper ken, onder de leuz dat er slechts weinig gevraagd wordt dat na de herziening alles zoo goed zal gaandat men zich dan zoo krachtig tegen nieuwe eischen zal kunnen verzetten redeneeringen van hetzelfde gehalte als die, waarmede voor anderhalf jaar de amnestie werd door gezet. Hij zet uiteen, hoe onbeduidend de grieven zyn, door die partij tegen den Senaat aangevoerd en hoe weinig de hervormingen beteekenen, ter wille waarvan men een congres wil bijeen roepen. Vooral is hij krach tig daar, waar hij waarschuwend optreedt, door de ge- 15) „Dat zou zijn verdiende loon zijn 1" antwoorde Bill. Hij verdient een hoop geld aan ons en betaalt slecht genoeg. Een beetje angst zal hem geen kwaad doen." Raffles knikte toestemmend. „Neen maar het is in ons eigen voordeeldat hij zoo snel mogelijk be richt krijgtdan kan hij zijne maatregelen nemen. Wanneer gij over wilt, kunt gij een van de groote ibcoten nemen." „Ik denk er niet aan mijne handen stuk te roeien aan die oude barkas. Een van henTwysten of B„b O'Meary zal morgen of van daag wel overkomen en wanneer dit niet het geval isdan weten zij het ook later vroeg genoeg." „Dat weet ik toch niet zeide Raffles ontstemd „gij neemt alles veel te licht op, gij zult ons daardoor nog eens veel kwaad berokkenen en dan kunnen wij zelf zien hoe wij er ons weder uitredden." „Wees maar niet bang," lachte Bill. „Ik heb wel zulke goede oogen in het hoofd als een van u allen, maar waar geen schip te zien is, zie ik er ook geen, dat is alles „Hm mooie praatjes dat klinkt als of er wat achter steekt bromde Raffles„dat lijkt er echter niet naar. Wat zegt Zeke van de geschiedenis?'' „Hij Bah Jobn Zeke Konks wordt oud en ziet overal spoken." „Zoo, luister dan een3 naar mij knaap antwoordde Rafflesop hem toetredende „ik heb Zeke Konks ge kend toen gij nog in de luiers laagten ik zeg je Zeke Könks hee.tniettegenstaande zijn tweeenzeventig jaar, nog meer verstand in den kop en meer kracht in de spieren dan een half dozijn zulke praatjesmakers als jij. Daarom zal ik niet dulden dat gij zoo ver achtelijk over hem spreekt onthoud dat." „Hoho riep Bill, de vuisten ballende hij bezon zich echter dadelijk en wendde de oogen onverschillig van zijnen tegenstander af. „Dat liet ik mij ook door niemand anders zeggen als door jou vervolgde hij „ik weet, dat gij alles dadelijk slecht opneemt, al is het ook in 't geheel niet slecht gemeend en en „Al wel!" viel Raffles hem in de rede. „Je wilt dus niet naar Osceola „Neen antwoordde Bill eigenzinnig:. Raffles smoorde een vloek op de lippen. „Waarachtig," bromde hij, „wanneer ik geen stijven arm had zou ik zelf naar de overkant roeien. Mijne banden zullen mij er niet van afhouden wanneer het een zaak van gewicht geldtmaar zoo hij hield op. Zijn gezicht was somber geworden de herinne ring aan zijn lammen arm vervulde zijn hart met toorn en bitterheid. En tegelijk rezen de gedachten aan de tooneelen van dien nacht vóór zes en twintig jaartoen hij den slag ontvingdie zijn schouder ontwrichtte als spookgestalten voor zijne verbeelding uit de graven der vergetelheid op van dien vreese- lijken nachttoen hij eigenhandig den broeder had begraven, wLns moordenaar hij geworden was. „Kom binnen zeide hij na een pauze met geheel veranderde s'em, „of hebt gij Zeke beloofd, berichtte brengen?" „Volstrekt nietik wilde bier blijven. Ik ben blij, dat je weer in een dragelijke lu;m bent. Wat koekkoek John, wat scheelt je eigenlijk? Gaat het je niet beter dan ons allen. Wanneer wij met het grootste honden weer naar buiten moeten om de lading te lossen of met zware balen door het woud moeten slepen, dan zit gij prettig thuishebt moeite noch gevaren te verduren en krijgt bovendien nog je aandeel in de winst. Ik wilde dat ik de herberg bier had en ik heb reeds menigmaal gedacht f dat ik je opvolger maar moest worden. Hij zag hem daarbij van ter zijde met een vragenden blik aan maar Raffles scheen de toe speling niet te begrijpen. „Je spreekt, nnar je verstand hebtBill antwoordde hij. „Meent gij dat ik het prettig vind thuis te blijven terwijl gij het werk alleen doet. Ik heb nooit tepen bet werken opgezien, Bill, en ik wilde, dat de duivel de herberg haalde en tegelijk mij mijnen ge zonden arm wedergaf. Maar wat geeft het ook of wij daar al over praten. Toen het station op Kitty-Hawk gebouwd werd zagen wij in dat het noodig zou zijn, op de een ot andere plaats in het dorp zelf eene veilige bewaarplaats voor de goederen te hebben en daarom besloten wij hier een huis te bouwen waar de kamera den uit Osceola en uit Nagshead elkander halverwege tegemoet konden komen. En daar ik toch voor niets meer deug hebben zij mij hier als waard aangesteld. Daar hebt gij de verklaring; uit eigen wil was ik bet nooit geworden. Doch kom binnen en laat ons over iets anders spreken." In het vertrek bevond zich niemand dan Raffles' oude moeder. Zij zat op een bank naast den haard steunde de handen en de spitse kin op haren kruk en staarde strak voor zich uit. Groote vlokken verwarde grijze haren kwamen uit hare muts te voorschijn haar ge zicht mager en tanigzag er uit alsof bet met leder overtrekken was en de donkere oogen hadden een vreemden glans. Zij bewoog telkens het hoofd been en weer, mompelde een paar onverstaanbare woorden en staarde dan weder een kwartier lang op één plek zonder zich te verroeren. Alleen toen John en Bill binnentraden richtte zij een oogenblik de glinsterende oogen op beiden en begon toen haar stil gepeins op nieuw. De binnentredenden bekommerden zich in 't geheel niet om haar, maar namen aan de groote tafel plaats, nadat Raffles een paar glazen en een flesch brandewijn uit een kast gehaald bad. „Leve oom Sams kleine keffer!" riep Bill, zijn in één teug ledigende,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1881 | | pagina 1