No. 146. Drie en tachtigste Jaargang. 1881. V R IJ D A G 9 DEC E M li E R. FEUILLETON. 16) Het rif van Kitty Hawk. Prijs der gewone Advertentiën ISuiteuJftub Tweede Afdeeling. ALKMAABSCHE COURANT. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar 0,80; franco door het gebeele Rijk 1, De 3 nummers O 06. Van 1—5 regels ƒ0,75; iedere regel meer ƒ0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. BELGIE. De Kamer heeft den 2 de beraadslaging geopend over een wetsontwerp, waarbij directeuren van vennootschappen bij het aanbieden van valsche balan sen wegens valschheid in geschriften gestraft zullen worden. De clericalen bestreden het. Het kerspel Meis is door den bisschop van Namen onder interdict geplaatst, omdat de regeering de be zoldiging van den pastoor inhield op grond dat hij sedert maanden in plaats van zijne plichten in zijne gemeente na te komende verschillende commissiën nareisde, die zich onledig hielden met het parlementair onderzoek naar de werking der schoolwet. Dit besluit heeft tengevolge, dat daar geene godsdienstplechtigheden plaats hebben. DUITSCHLAND. De Keizer, die in beterschap toeneemtontving den 4 den voorzitter en de onder voorzitters van den Rijksdag bij welke gelegenheid hij zijn leedwezen te kennen gaf, dat hij de zitting van den Rijksdag niet in persoon had kunnen openen. Hij verzekerdedat in de voorgelezen boodschap de volle uitdrukking zjjner innigste overtuiging opgesloten lag en uitte den wensch dat de arbeid van den Rijksdag in die richting werkzaam mocht zijn tot heil van het vaderland en tot welzijn van het volk. Dienzëlfden dag had hij een onderhoud met prins Bismarck. ERANKRIJK. De republikeinsche linkerzijde van den Senaat heeft zich met algemeene stemmen voor grondwetsherziening verklaard. ITALIË. De verslaggever der commissie uit de Kamer, die de begrooting van buitenlandsche zaken onderzocht heeftzegt aan het slot van zijn verslag, dat in den laatsten tijd twee groote gebeurtenissen voorgevallen zijn welke elkander onderling aanvullen, namelijk het sluiten van een handelsverdrag met Frank rijk en bet bezoek van Koning Humbert te Weenen. De groote meerderheid van het italiaanscbe volk heeft beide gebeurtenissen met oprecht genoegen gade ge slagen, daar zij aan alle verdenking en vrees een einde makeu. Het bezoek aan den Keizer van Oostenrijk en de onderteekening van het handelsverdrag hebben geene andere beteekenis dan die van vrede "in Europa en recht in Italië. De bisschoppen schijnen voornemens te zijn den Paus een adres aan te bieden. De Paus althans heeft den wensch uitgesproken dat het wegens de moeielijkheden van den tegenwoordigen toestand zoo gematigd moge lijk mocht zijn. In denzelfden gematigden toon zou dan geantwoord worden. Het reeds meermalen vernomen geruchtdat de Paus Rome zou verlaten en naar Duitschland gaan wordt in de laatste dagen weer op nieuw ter sprake gebracht. Geloof en vertrouwen verdienende berichten worden daaromtrent tot heden echter niet vernomen. OOSTENRIJK-HONGARIJE. Het Fremdenblat het orgaan van den oostenrijkschen minister van buiten landsche zaken, gelooft, dat niet te groote waarde moet worden gehecht aan de door de regeering tegenover Rumenië gedane stap. Hetgeen gedaan is, was een voudig het antwoord op eene grove fout van Rumenië. Zy had gemakkelijk hersteld kunnen worden als men gewild had zoodat men haar nu beschouwen moet als eene waarschuwing voor zekere staatslieden, wier plannen dikwerf een al te hooge vlucht nemen. De gegeven voorschriften zijn echter volstrekt niet van dien aard dat onvermijdelijk de afbreking van het diplomatiek verkeer met Rumenië ten gevolge moet hebben, even min als zij de voorbode zijn van een geschil tusschen beide rijken. De hongaarsche bladen hechten hunne goedkeuring ain de tegenover Rumenië aangenomen houding. Bij het oostenrijksche Huis van afgevaardigden werd den 5 door de regeering een wetsontwerp ingediend waarbij machtiging gevraagd werd, de belastingen over het le kwartaal 1882 te blijven innen en een, om tot het einde van 1882 te verlengen de bepalingen betrek kelijk het verkeer met het duitsche tolgebied. Den 6 bracht de heer von Ilohenwart die de vraag te on derzoeken had, of de minister Prazak door een scherpen uitval jegens leden van het huis een vergrijp bad ge pleegd. De meerd rheid der commissie was van oor deel dat er geene aanleiding bestond voor een votum van wantrouwen. De minderheid stelde daarentegen een votum van wantrouwen voor, dat met 161 tegen 113 st. verworpen werd. De duitsch-boheemsche af gevaardigden verlieten vóór do stemming de zaal. ZWITSERLAND. Ook de groote raad van bet kanton Appenzell Buiten-Rhoden heeft met 42 tegen 17 stemmen afgewezen het verzoekschrift betreffende de wederinvoering der doodstraf. In dien van het kan ton Walliserland werd daarentegen eene motie, om dio straf weder in te voeren aangenomen met 69 tegen 25 stemmen. EGYPTE. De nieuwe drukperswet veroorzaakt al gemeene opschudding en verontwaardiging. Ook vele voorstanders van het tegenwoordige ministerie zijn on tevreden en achten haar een grooten misgreep. De europeesche pers wordt aan eene willekeurige beoor deeling onderworpen die aan niemand verantwoording schuldig is en op europeesche bladen waartegen be zwaar bestaat, kan het postkantoor beslag leggen. Alle inbeslagnemingen verbeurdverklaringen en schorsingen kunnen zonder gerechtelijke behandeling plaats hebben; de minister van binnenlandsche zaken is te gelijk aan klager, rechter en uitvoerder van het vonnis. De en- gelschen in Egypte wenscheu dringenddat onder zulk een achterlijk stelsel de engelscbe regeering weder eigen postkantoren opricht. Dat die mogendheden die de hare nog niet afgeschaft hebben ze thans be houden zullen is natuurlijk. VEREENIG DE STATEN. Het congres kwam den 5 bijeen. Het Huis van Vertegenwoordigers verkoo3 den heer Keiferrepublikein met 5 stemmen meer derheid tot voorzitter. De verkozene, in Ohio geboren, 45 jaren oud en advocaat van beroepwas den 3 na 16 stemmingen, welke 5 uur duurden, door derepubli- kêinsche partij met 93 tegen 51 stemmen als haar can- didaat gesteld. In de boodschap waa. mede de President het congres opendewordt in de eerste plaats melding gemaakt van de ramp die het land heeft getroffen door den dood van Garfield. Verder wordt gewezen op den op- merkelijken voorspoed van het land en op de vriend schappelijke betrekkingen met het buitenland. De tegenwoordigheid van vertegenwoordiger» van Frankrijk en Duitschland op het eeuwfeest te Yorkstown beves tigde de goede betrekkingen met die Staten. Het was wenschelijk om de vriendschappelijke betrekkingen met Rusland te versterken. Omtrent het Panamakanaal wordt gezegd dat het een vraagstuk van groot natio naal belang is. De regeering heeft getracht om aan de overeenkomst van 1846 met Columbia grootere kracht bij te zetten door nieuwe verbintenissen doch de daar over gevoerde onderhandelingen werden gestaakt omdat Columbia de volmacht van zijn gezant introk. Columbia stelde aan de europeesche mogendheden voor, aan den waarborg voor de onzijdigheid van genoemd Kanaal deel te nemen wat lijnrecht in strijd zou zijn met de op America rustende verplichting daar alleen de Vereenigde Staten verantwoordelijk zijn voor de onschendbaarheid van het gebied van Columbia. Ten slotte verklaarde hij diep doordrongen te zijn van de ernstige verantwoordelijkheid welke op de Vereenigde Staten rust en met de wetgevende macht te willen samenwerken tot het nemen van maatregelen welke den roem van het land en de welvaart van het volk kunnen bevorderen. In het rapport van den minister van financiën wordt gem lddat de ontvangsten in het met 30 Juni 11. eindigende dienstjaar 360, de uitgaven 260 miljoen dollars bedragen. Het overschot, 15 miljoen uitgezon derd is besteed aan de aflossing van schuld en alles wat nog meer overblijftzal daarvoor geheel gebruikt worden. Bij het vorige dienstjaar vergeleken zijn de ontvangsten met 27 miljoen vermeerderd en de uitga ven met 10 miljoen verminderd. Hij stelt voor afschaf fing der wet op de uitgifte van certificaten in goud als van meening dat men de obligatiën in goud moet betalen voornamelijk ter wille van de buitenlandsche houders, en met het doel eene overeenstemming tns- schen de volken te verkrijgen omtrent den dubbelen standaard. Hij vraagt tijdelijke aanmunting van zilveren dollars en stelt voor om slechts machtiging te geven tot het slaan van zilveren munt naar gelang van de vraag. Hij berekent datwanneer de tegenwoordige gunstige verhouding voortduurt, de schuld over tien jaren ge delgd zal zijn maar hij is voor verlichting der lasten Bill werd vuurrood, begrijpende wat Raffles met die woorden bedoelde. Hij bukte zich over de tafel en scheen ijverig bezig, zijne pijp te stoppen. „Ik zal me wel wachten bromde hij„wie goeden raad noodig heeft, mag hem ergens anders halen." „Dat zal hij ook als hij slim is." „Duivels, John, je bent van daag in een beroerde luim, riep Bill, met zijn glas op de tafel slaande, „ik wilde, dat je een ander tot je zondebok koost. Ik heb het geduld ook niet met potlepels ingenomen." „Wees maar bedaard," antwoordde Raffles kalm. „Ik ben nu eenmaal gewoon den lieden klaren wijn te schenken en klaren brandewijn, daarvoor ben ik herbergier. Nog een glas wijn jongen Jadat spreekt van zelf." Hij vulde Bill's glas. Op onze vriendschap en ons geluk in de zaken." Bill antwoordde half onwillig. Het scheen hem toe, dat zijne beleedigde trots niet voldoende bevredigd was, maar hij gevoelde zich niet sterk genoegdie bevredi ging van Raffles te eischen, die hem met een ironischen glimlach in het gezicht zag. Gelukkig traden op dit oogenblik twee mannen de kamer binnen, die aan het gesprek eene, andere wending gaven. De eerste van hen was een mager manvan on geveer veertig jaren met een haviksneus en een waar vossengezicht. Zijn kleeding onderscheidde zich van die der anderen, dcor de snit en den aard der stof, en had over het geheel een meer steedschen vorm. Zijn medgezeleen jonge man van ongeveer twintig jaar, met een vroolijk frisch gelaat en blauwe oogen was evenzeer met eene zekere zorgvuldigheid gekleed. Hij droeg een grove blauwe broek een bruinen jas een wit, gestreken overhemd met vergulde knoopjes, een bonte das en een lichtgelen stroohoed die hem zeer goed stond. „Duivels, mijnheer Twysten en de mooie Bob," riep Bill verheugd daar hij zoo te rechtertijd uit de klem geraakte. „Gij komt juist van pas heeren wij wilden reeds een stoomboot huren om je een nieuwtje over te brengen." Twysten scheen het beter te vinden op de gemeenzame aanspraak van den visscher geen antwoord te geven maar reikte Raffles die opgestaan en hem te gemoet gekomen wasde hand ja zelfs „de mooie Bob", zoo als Bill hem genoemd had beantwoordde zijn scherts niet. De oude vrouw die tot nu toe onbewegelijk op de bank aan den haard gezeten hadscheen plotseling opmerkzaam te worden. Zij stond op en strompelde op haren stok geleund, den binnentredenden te gemoet.' „He, he,' zeide zij Twysten bij zijn jas grijpende, „hebt gij Dan meegebrachtmijn jongen Dan De handelaar sloeg in het geheel geen acht op deze vraag in zijne plaats antwoordde de mooie Bob. „Neen moeder Gritty, hij is van zijne reis nog niet terug. Gij moet nog wat geduld hebben zeide hij niet zonder eenig medelijden. De oude schudde bedroefd het grijze hoofd. „Hebt gij niets van hem gehoord Hij blijft lang weg zeer lang. En geschreven heeft hij ook niet Zij zag den jongen man angstig in het gelaat„He, hebt gij niets van hem gehoord ",fa. we'moeder, ja wel," antwoordde de mooie Bob. „Hij is vroolijk en wel en laat je groeten spoedig zal hij zeil komen. Hij moet echter nog een korten tijd daar blijven." »Hmhm", mompelde Gritty„dat hij in 't geheel niet eens schrijftGij wilt mij toch niet voor den gek houden wel Hare oogen fonkelden en zij hief drei gend haar stokje op. „Wilt gij een oude vrouw voor den gek houden „Beware, moeder Gritty," suste de jonge man. „Gij moet niet boos worden. Komga weer zitten gij moet u niet kwaad maken anders verliest gij spoedig uw mooie ronde wangen en Dan kent u dan niet meer, als hij thuis komt." „Niet waar, niet waar," jammerde Gritty, „gij wilt eene oude vrouw voor den gek houden doch wacht maar, wacht maar, wanneer Dan thuis komtDie boos wichten. Hij heeft in zoo lang niet geschrevende joDgen en de kousen zijn bijna allen reeds verscheurd." Zoo klaagde zij sprak allerlei onsamenhangende woor den stiet geërgerd met haar stokje op den grond maar liet zich toch door den jongen man naar de bank terugvoeren. Toen zette zij haar stokje in eenen hoekgreep een groote blauwwollen kous en begon vlijtig te breien. „Zij zijn stellig allen stukdie ik hem medegegeven heb hij zal nieuwe hebben warme nieuwe, wat zal hij blij zijn, wanneer hij terugkomt, mijn Dandie goede jongen." Zoo prevelde zij voor zich heen zonder te hooren of te zien wat er in het vertrek verder gebeurde. De overigen hadden zich,zonder aan dit kleine tooneel ook maar een oogenblik hunne opmerkzaamheid te schenkendaar zij het gewoon warenrustig aan de tafel neergezet. Ook de mooie Bob ging nu naast Bill zitten schonk zich zonder vragen een glas brande wijn in en ledigde het in eenen teug. Daarop plaatste hij het hoofd in de handen, zette de brandewijnflesch on der liet bereik van zijn hand en staarde uit het ven ster. Men kon duidelijk bemerken, dat het gesprek, dat op dit oogenblik gevoerd werd hem slechts weinig belang inboezemde. „De kanonneerboot is in zuidelijke richting ver der gestoomdden biauwrok hebben zy echter hier gelaten emdigde Bill zijn verslag. „En nu denk ik, Twysten, dat John voor ons esn fiksche

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1881 | | pagina 1