No. 17. Vier en tachtigste Jaargang. 1882. FEUILLETON, 42) Het rif van Kitty Hawk. WOENSDAG 8 FEBRUARI. Prijs der gewone Advertentiën (EXfictëel (Bebeelte. iSuHcuUnb Tweede Afdeeling. ALKIIAAKSCHE Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar 0,80; franco door het geheele Rijk f 1, De 3 nummers 0.06. COURANT. Van 15 regels f 0,75; iedere regel meer ƒ0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON De SCHOOLOPZIENER in het district HAARLEM, brengt ter kennis van belanghebbenden in het arrondissement Alkmaar, dat hij allen, die hem verlangen te spreken, hiertoe de gelegen heid aanbiedt op aanstaanden Zaterdag, 11 Pebruari e.k., van 12 tot 2 uur, op het stadhuis te Alkmaar. Haarlem De Schoolopziener voornoemd, 6 Eebr. 1882. VAN EIJK. FRANKRIJK. De heer Andrieux diende den 2 bij de Kamer een voorstel in betrekkelijk de vereffening der schulden van de effectenmakelaars te Lyon y als gevolg van de plaats gehad hebbende crisis. Hij be* toogde dat het hier niet gold eeue verplichting van den Staat als wel het gemakkelijk maken van de wijze waarop gehandeld moest worden. De speculatie, die gebrandmerkt moest worden was zonder twijfel de voornaamste oorzaak der tegenwoordige crisis, doch dit nam niet weg, dat de gebrekkige en slecht toegepaste wetgeving in zekere mate daartoe ook bij gedragen had. Bij de daarover gehouden bespreking werd aangedrongen op het nemen van strenge maatre gelen tegen de effectenmakelaars en speculanten. De minister van justitie antwoordde dat de justitie reeds werkzaam was opgetreden tegen het bestuur der Union générale en dat het recht verder zijn loop zou hebben. Den 6 kwam in behandeling de interpellatie van den heer Granet over het besluit van 26 Januari 1.1., betreffende de grondwetsherziening. Met 287 tegen 66 st. werd de volgende motie aangenomen: de kamer, vertrouwen stellende in de verklaringen der regeering omtrent het besluit der kamer betreffende eene grond wetsherziening gaat over tot de orde van den dag. De minister van buitenlandsche zaken heeft onder dagteekening van 31 Januari aan Frankrijk's vertegen woordigers in het buitenland een schrijven gericht waarin hij kennis geeft van de optreding van het nieuwe ministerie en hen verzoekt, aan de regeeringen de ver zekering te geven dat liet ministerie den wensch koestert, de bestaande vreedzame en vriendschappelijke betrekkingen met hear te onderhouden. De benoeming van Le Rojrer tot voorzitter van den Senaat is door de meeste fransche bladen gunstig op genomen. Hij behoort tot de standvastige republikeinen en staat als redenaar niet ongunstig bekend, In het ministerie Waddington was hij minister van justitie. Het handelsverdrag met Engeland is den 4 tot 1 Maart a.s. verlengd. De bekende berichtgever der Times te Parijs dealt verschillende bizonderheden mede omtrent het bespro kene tusschen Gambetta en de Freycinetden af'tre- denden en den optredenden minister van buitenlandsche zaken. Daarin wordt o. a. beweerddat gewapende tusschenkomst tusschen Frankrijk en Engeland afge sproken was voor het geval in Egypte regeeringloosheid ontstond. Do voorwaarden waaronder die tusschen komst zou plaats hebben waren zoo geregeld dat de mogelijkheid van botsing uitgesloten was. Bovendien was men overeeu gekomenhetgeen onder regeering loosheid verstaan zou wordenbij voorbeeld de val van Sherif-pacha mocht hij de eischeu der Kamer van af gevaardigden niet willen inwilligen of zijn aanblijven nadat hij om het gezag te behouden ze ingewilligd had. De Daily News verzekert kort af, dat geen grein van waarheid in dit bericht is. Gambetta deed nimmer een voorstel van dien aarden Engeland's regeering toonde nimmer eenige neiging voor zulk eene wijze van tusschenkomst. Gambetta zal als hoofdredacteur der République fran9aise optreden. In 1879 was hij als zoodanig af getreden. GRIEKENLAND. De troonrede is zoowel door de Kamer als door het publiek zeer koel ontvangen. De meerderheid in de Kamer tegen het ministerie zou reeds tot 30 leden geklommen zijn. ITALIË. Het ministerie legde den 3 eenige ver- klariugen af omtrent het in behandeling zijnde wets ontwerp tot invoering van groote kiesdistricten en stelde ten slotte de kabinetskwestie omtrent het beginsel. De Kamer natn den 4 met 285 tegen 125 stemmen (17 leden onthielden zich) eene motie van den heer Trajani aan, waarbij van die verklaringen akte werd genomen, met aanneming van het beginsel der wetmet welko motie de regeering zich vereenigd had. De Koning wordt gezegd naar Napels te zullen gaan om Garibaldi te zien vóór zijn sterven dat door de geneesheeren als aanstaande wordt beschouwd. OOSTENRIJK-HONGARIJE. Den 1 werd in de zitting der commissie van de hongaarsche delegatie be raadslaagd over de wijze van verrekening en dekking van het aangevraagd crediet voor de militaire zaken. Bij die gelegenheid beantwoordde graaf Andrassy de aanvallen tegen de bezettingstaatkunde. Van die staat kunde nam hij alle verantwoordelijkheid op zich. Hij voegde er bij dat hij in de commissie het woerd voe rende over den opstand slechts in besloten kring sprak en niet in het openbaar. De bezetting van Bosnië en de Herzegowina wasmet het oog op de verhouding tot Montenegro en Servieallezins gerechtvaardigd. De houding der troepen in Novibazar was van dien aard dat er niets viel aan te merken op de gedragslijn der turksche regeering. Hij deelde verder volkomen de meening van minister Kalnoky omtrent de houding van Rusland en de betrekkingen met de naburige Sta ten. Ten slotte gaf hij te kennen dat de regeering zijn volkomen veHrouwen had. Den 2 stelde de com missie haar rapport vastmet algemeene stemmen werd bet aangevraagde crediet goedgekeurd. De commissie voor de begrooting uit de oostenrijksche delegatie keurde mede de aangevraagde credieten goed. Vol gens aldaar door den minister van oorlog gedane mede- deelingen trok do opstand zich meer en meer naar de grenzen van de Herzegowina en Bosnië terug en vormden orthodoxe christenen het voorname deel der opstande lingen. Do Mohammedanen trokken slechts gedwongen mede. De minister van financiën deelde mededat de laatste berichten van den opstand geruststellend en gunstiger luidden. Den 3 beraadslaagde de hongaarsche delegatie over het aangevraagde crediet. Graaf Andrassy bestreed o. a. de zienswijze van graaf Apponijidie den toestand als zeer ernstig beschouwde. Hij wees op hetgeen Frankrijk in Algerie deVereenigde Staten, door de Indianen en Enge land in Indie hadden uit te staan. De opstand was uit Dalmatie naar de Herzegowina overgeplant, waaruit volgdedat hij veel grooter omvang zou hebben ver kregen, waren geene oostenrijksche troepen in de bezetto gewesten geweest. Verder wees hij op den tijd toen men 10 miljoen vluchtelingen moest beschermen, zonder dat Turkije zich erkentelijk betoond had. Zonder twijfel zouden grooter gevaren ontstaan zijn, waren de landen niet bezet geweest. De minister van financiën beweerde ook dat graaf Apponiji den toestand te donker inzag. Men moest de omstandigheden zonder overdrijving maar mannelijk onder de oogen zien en trachten te boven te komen. Minister Tisza weersprak de bewee ring, dat de regeeringsmaatregelen tegen eene slavische beweging gericht zouden zijn geweest. Het belang der monarchie bracht mede de ontwikkeling der zelfstaa digheid van de afzonderlijke volkeren te beschermen Hij stemde met dit streven in; de panslavistische bewe ging wi! daarentegen de afzonderlijke volken onderdrukken. Hij verlangde, dat de moeielijkheden van den toestand erkend werden en dat men ze te boven kwam. Den 5 werd de zitting van beide delegatiën gesloten na goedkeuring van het aangevraagde crediet. PORTUGAL. Er worden hier en daar volksvergade ringen gehouden om te bewerken dat het door de Kamer van Afgevaardigden aangenomen handelsverdrag met Frankrijk door de Le Kamer worde verworpen. Eene dezer bijeenkomsten werd door de politie ontbon den; bij dc daardoor ontstane verwarring werden eenige personen gewond. RUSLAND. Den 21 dezer vangt te St. Petersburg het rechtsgeding aan tegen 22 nihilisten, allen beschul digd van deelneming aan staatkundige sameuzweering. Onder hen is ook de zee-officier Sucbanoff, die gezegd wordt door vrouw Helffman verraden te zijn geworden, toen hij als adjudant van den prefect haar in de ge vangenis bezocht. Hij had, zooals men zich herinneren zal uit de rijksmagazijnen eene belangrijke hoeveel heid dynamiet ontvreemd. Onder de beschuldigden bevinden zich 4 vrouwen waarvan 2 behooren tot den adelijken stand. Het Dagblad van St. Petersburg zegt naar aanleiding Daarop ontstond er eene lange pauzedie de luis terende eene eeuwigheid toescheen. Met kloppend hart had zij het onderhoud tot nu toe gevolgd. Wat bé- helsde de brief, welk geheim was er tusschen Frank's vader, haren oom Dan en tante Kate Een stoel werd heftig achteruit gestooten en Maggy hoorde de stem van haren vader, die dof en bang klonk. „Laat mij den brief, ik moet hem aan Konks laten zienl'' „Ik mag niet," protesteerde Bob. „Ik zal hem je dadelijk terugbrengen slechts voor een paar uur.'' „Het spijt mij zeer maar de brief kon beschadigd worden of ergens blijven hangen en Twysten moet voorzichtig zijn. Je begrijpt me toch, niet waar? Wan neer je me papier geeft, wil ik je afschrift van de merk waardigste dingen gevendat is jou toch hetzelfde." „Schrijf dan maar vlug Weder een lange, lange pauze; buiten huilde de storm kletterde de regen en rolde de donder. Maggy kon niet meer verstaan wat er gesproken werd. Plot seling sloeg de huisdeur krakend toe. Was haar vader weg? Met de kopie van den brief? En de brief zelf, die voor Frank bestemd en zooals zij gehoord had gewichtige berichten voor deze inhieldwat gebeurde daarmede Mocht zij het toelaten dat Twysten hem onderschepte of zoo lang terug hieldtot hij voor Frank alle waarde verloren had. En welk geheim stak daar achter Eene onverklaarbare angst maakte zich van Maggy meesterzij ging naar het bed van hare grootmoeder, die zich niet bewoog en boog zich over haar heen. De zieke scheen vast te slapen. Nadat het jonge meisje zich overtuigd had, dat haar grootmoeder voor het oogenblik geen hulp noodig hadopende zij vastbe raden de deur en trad de gelagkamer binnen. Haar vader was weg en alleen de mooie Bob was achtergeble ven, die met een vergenoegd gelaat aan de tafel zat en juist van plan was, om uit brandewijn, suiker en water een nieuwe borrel klaar te maken. „Haschoone Maggy 1" riep hij met deze aange name bezigheid ophoudende„ik ben zeer verheugd je te zien. Men ziet de schoonheid en lieftalligheid altijd gaarnezelfs wanneer en hij hield op en roerde met een lepeltje in zijn glas. Maggy zag aan zijn verhit gelaat, dat hij reeds niet meer nuchter was. Hoe levendig zij zich nog de laatste ontmoeting her innerde toen hij haar in zijn dronkenschap met alle geweld trachtte te kussen heden deed zij zich geweld aan om hem vriendelijk te bejegenen. Zij moest zich het koste wat het wildein het bezit van den brief Btellen. „Ik heb mijn vader hooren weggaan", begon zij „daarom kom ik, om te vragen of je nog iets begeert." De mooie Bob keek verrast op en streek met een welgevallig lachje door zijn blonde lokken. „Je zult me een groote gunst bewijzenlieve Maggy, wanneer je mij met je teedere vingertjes een grogje wildet klaarmaken en het genot er van door je tegen woordigheid wildet verhoogen." „Zeer gaarneMaster O'Meary", zeide zij zonder aarzelen. „Je bent een engelde ster van dit eiland ik heb het al zoo lang geweten riep Bob die dit succes alleen op rekening van zijn eigen beminnelijkheid schreef, vol geestdrift uit. „O, liadt je toch nooit dat trouwe hart miskend Ik verzoek je nog wat meer brandewijn, ik houd van een tamelijk sterke grog. Dit hart heeft nog nooit vrouwelijke schoonheden gehuldigd dan de uwe alleen waarachtig. En wat voor een allerliefste hand hebt ge." Hij greep haar hand en drukte er een kus opwat Maggy zich bedaard liet welgevallen. „Ochloop heen, Master O'Meary, dat is toch waar lijk maar malligheid zeide zij met even vroolijken blik terwijl zij tegenover hem plaats nam. „Ernstheilige ernstik zweer het bij alle Goden van den Olympus. Op uw welzijn koningin van mijn hartMet deze woorden goot de schoone Bob zijn glas met een teug naar binnen en schoof zijn stoel dichter aan de tafel. „Eischt gij een bewijs van mijne liefdewilt gij mijn trouw op de proef stellen „Waarom zijt gij vandaag eigenlijk overgekomen?" vroeg Maggy, terwijl zij zijn glas op nieuw vulde. „Wegens eene kleinigheid, het is de moeite niet waard ervan te spreken. Het verlangenu weder te zien heeft er zeker wel het meeste aan toegebracht op de eer van een gentleman. Ziet gij, schoone Maggy, hoe ik om uwentwege de handen stuk geroeid heb Hij wees op zijn roode en gezwollen handen. „Twijfelt gij er nog aan dat „Na zulke bewijzen moet ik u wel gelooven meende Maggy, met koketteriedie als het werkzaamste wa pen aan het zwakke geslacht door de natuur is ge geven en die zich daarom zoowel in het dorp als in de salons vertoont. „Maar gij wilt mij zeker misleiden. Wat zou zulk een schoone fijne heer, als gij aan mij vinden. Het was zeker iets zeer gewichtigs waarvoor gij hier gekomen zijt en gij wilt het mij niet zeggen." „Gij vergist jeop mijn eer betuigde Bob steeds meer moed vattende zijne verbeelding spiegelde hem reeds de zege over die eigenzinnige schoone voor op welke steeds al zijne fraaie woorden hadden schipbreuk geleden, daarenboven was de gelegenheid zoo gunstig, de vader weg hij moest er zijn voordeel mede doen. „Dus geheel alleen om mij hebt gij die gevaarlijke reis gemaakt?" vroeg Maggy, schijnbaar zeer gevleid. „Wanneer mijn bezoek nog een andere grond had, dan was het toch een zeer onbeteekend, werkelijk verba zend onbeduidend," ging hij voort, zijn stoel naderbij trek-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1882 | | pagina 1