No. 19. Vier en tachtigste Jaargang. 1882. ZONDAG Gemeente-Reiniging. Egypte. FEUILLETON. tó) Het ril' van Kitty Hawk. 12 FEBRUARI. Dit nummer bestaat uit twee bladen. EERSTE BLAD. <5>tBctccl (flcbcclte. TE S400P: Compost- of *4traatmest, Tweede Afdeeling. Prijs der gewone Advertentiën ALKIAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar 0,80franco door het gebeele Rijk f 1, De 3 nummers O 06. liggende op het terrein van de gemeente-reiniging te ALKMAAR, onmiddelijk aan het Noordholiandsch Kanaal. Gegadigden worden verzocht zich aan te melden bij den directeur der gemeente reiniging, wonende Koningsweg, No 71. De persoon van JOHANNES THEODORUS SLUIJTER 1. w. Raalte, wordt verzocht zich ter gemeente-secretarie aan te melden. P O L 1 C I E. Ter terugbekoming is aan het Commissariaat van Policie het navoleenrie voorhanden eenige handschoenen een lantaarntje, een borduurschaareen hooivork met dito hark, een grijs ge ruite doek, een zwarte vrouwendas, een portemonnaiewaarin eenige centeneen stroo-kinderhoedjeeen lap geruit boeze- laarsgoedeen kastsleuteltjeeen manchet met knoopeen gouden varkentje van een horlogekettingeen rood steenen oorbelletje, een sigaren pijp in étui. Het oude land der Pharao's geeft ons vreemde dingen te zien. Bij al de Europeesehe weldaden, waarmee het in de laatste jaren overladen ismoest het ook een vertegenwoordiging hebben. Men dacht niet anders of het zou een vertegenwoordiging voor de leus zijn, een vertegenwoordiging in naam, die niets anders zou doen dan eerbiedige buide brengen aan de voorstellen en régeeringsmaatregelen van den Kbedive, en hem bet verlangde voorwendsel zou geven van te regeeren in overeenstemming met de wenschen des volks. Men schijnt echter buiten den waard te hebben gerekend. Het Egyptische Parlement doet zich gelden op een manier die heel Europa verstomd doet staan. Het zendt eenvoudig zijn afgevaardigden naar den Minister-Presi dent om hem zijn regeeriugsprogramma ter uitvoering op te dragen; en als deze bewindsman verzoekt om hm dat programma te laten, ten e:nde er zijn ambtgenooten over te raadplegen, antwoordt het gezantschap, dat die raadpleging volkomen onnoodig is, want dat een ander kabinet bereid zal bevonden worden om de eischen der vertegenwoordiging onvoorwaardelijk in te willigen wanneer het tegenwoordig Ministerie eenig bezwaar mocht maken. Het gezantschap gaat daarop naar den Khedive en deelt hem mede dat de Minister-Presi dent het vertrouwen der vertegen woordiaers van de natie heeft verloren en dus ontslagen behoort te worden. XIV. De storm was afgetrokken nadat hij zijne woede nauwelijks een uur had kunnen doen gevoeleualleen een scherpe wind was er van overgebleven die strak uit het noordoosten blies en de hoog opgevoerde golven schuimend en razend tegen het strand en den voet der klippen wierp. De wolkensluier had zich verdeeldslechts nog enkele zware wolken werden door den wind langs het hemelgewelf als voortgejaagd. De bijna geheel volle schijf der maan bescheen dit tooneel in volle helderheid en verbreidde een zacht zilvergrijs licht over het don kere dennenwoud, de spookachtige duinenrij en de woe lige zee, terwijl de witte koppen der golven de stralen er van even schitterend weerkaatsten. Voor het station liep Frank heen en weer, den nacht kijker in de hand en zijne wandeling alleen afbreken de om opmerkzaam naar het dorp te turenwaarin een buitengewone beweging merkbaar was. Bijna in alle huizen brandde nog licht visschers liepen heen en weer en op een oogenblik scheen er zich zelfs eene groote menigte voor het huis van den sherif verzameld te hebben. In elk geval, dacht Frank bij zich zelf, hebben zich de visschers nu van het mislukken hunner aanslag overtuigd en beraadslagen wat er te doen is, om de gevolgen van deze nieuwen misdaad af te wendenwant dat deze niet onbekend zou blijven konden zij wel begrijpen. Een vastberaden trek verscheen op Frank's gelaat Van 15 regels /0,75; iedere regel meer ƒ0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON De Minister-President maakt het den Khedive gemak kelijk door zelf zijn ontslag te vragen na overleg met hunne mede afgevaardigden verklaren de afgezanten thans dat Mahmoed-Pacha-Sami de man hunner keuze is, en de Khedive draagt hem de samenstelling van een nieuw Ministerie op, waaraan terstond door hem met gunstig gevolg wordt voldaan. Een GOOtal officieren komt daarop d in Khedive bedanken voor zijn bereid vaardigheid om aan den wensch der natie te voldoen. De Khedive heeft alzoo onder goedkeuring van het leger, voldaan aan den wensch der nationale partij. Dat hij daartegen veel bezwaar had is niet gebleken. Misschien is de loop der zaken niet in strijd met zijn heimelijke wenschen. Maar zullen Frankrijk en Enge land er zich niet tegen verzetten Men verzekert dat wanneer Gambetta nog eerste Minister m Frank rijk washet alleszins mogelijk zou zijn dat uit Parijs te Londen werd aangedrongen op gemeenschappelijke tusschenkomstin overeenstemming met de nota door beide Staten onlangs bij den Khedive ingediend. De vervanging van het Ministerie door een Kabinet naar de wenschen van het leger en van de nationale partij, die zich de bevoegdheid toekent om de geheele begroo ting vast te stellen zou het bewijs zijn dat de revo lutie in Egypte zegevierde en vreemde tusschenkomst noodig was. Dat Engeland terstond bereid zou geweest zijn om aan die uitnoodiging gevolg te geven wordt betwijfeld maar nu Gambetta geen Minister meer is zal ook de uitnoodicing zeive wel uitbl ven. Daarbij komt, dat Rusland, Oostenrijk en Italië bereids hebben te kennen gegeven dat zij van meening zijn dat, wan neer vreemde tusschenkomst in Egypte noodig is, om trent de te nemen maatregelen ook met hen in overleg getreden behoorde te wordenen Duitschland schijnt zich bij dien stap te hebben aangesloten. Veel gevaar voor vreemde inmenging en verwikkelingen tnsscben de vreemde boedelredders en de Egyptenaren of tusschen die boedelredders onderling bestaat er dus voor het oogen blik niet. Dat er aanleiding voor Europeesehe tusschen komst zou bestaanwanneer op vreedzame wijze een nieuw bewind optreedt, zal moeielijk beweerd kunnen worden. Het teedere punt echter is bet financiëele punt. Dat Egypte zelf zijn begrooting van inkomsten en uitgaven vaststelt en voor die begrooting de goedkeuring geëischt wordt van de vergadering die geacht wordt het volk te vertegenwoor digen schijnt volkomen natuurlijk maar Egypte be vindt zich nu eenmaal zop ongeveer in den toestand van een gefailleerde. Het gaat gebukt onder een schuldenlast dien het hoogst bezwaarlijk, neen, dien het inderdaad niet kan dragen. Meer dan de helft van al de inkomsten van den Staat moet besteed worden om de rente zijner schulden te betalen, en van dat geheele kapitaaljaarlijks ruim 60 millioen gulden blijft bijna niets in het land. Schier al de schuhleischers schier al de bezitters van Egyptische effecten zijn vreemde lingen. Die toestand moest eindigen in een staatsban kroet en om dit te verhoeden is onlangs onder Franseh- Engelsch toezicht een financiëele regeling een liquidatie tot stand gekomen waarmee de verschillende partijen genoegen hebben genomen. Een Fransche en een En- gelsche controleur-generaal met den rang vati Minister zijn tot wachtera aangesteld en hebben stem over de begrooting. Men begrijpt, dat Frankrijk bd Engeland er thans op gesteld zijndat de pas geregelde belan gen der vreemde schuldeischers behoorlijk gewaarborgd blijven en bij do vaststelling der staatsbegrooting niet in gevaar worden gebracht. Echter is reeds door het nieuwe Ministerie verk aard dat de bemoeiingen der Afgevaardigden met de begrooting geenerlei inbreuk kunnen maken op de internationale verplichtingen van den Staat en op de bevoegdheden der controleurs-ge neraals. Ook wat dit teedere punt betreft schijnt dus vooreerst geen aanleiding voor tusschenkomst te bestaan De tijd kan echter komen en misschien eerder dan thans nog te voorzien isdat de tusschenkomst van Europa dat is van de groote mogendheden, niet meer alleen van Frankrijk en Engeland in Egypte noodig zal worden, ook wat de financiën betreft. Het zal wel licht spoedig blijken, dat de schuldenlast, ook na de nieuwe regeling, te zwaar is voor het inderdaad zeer arme land, dat niets bezit dan zjjn vruchtbaren bodem, te zwaar om uitzicht te geven op een betere toekomst, op een houdbaren toestand die verbetering mogelijk maakt in het lot der bevolking en de middelen beschik baar laat om het land tot ontwikkeling te brengen. De Bgvptenaar is het slachtoffer van het misbruik van het crediet, uitgelokt door do weelde en de spilzucht zijner vroegere regeerders en den gouddorst der vreemdelingen. De heer de Laveleye, uit wiens „Brieven over Italië" wij onlangs het een en ander meöedee den van dat misbruik gewagendezegt er het volgende van„In Egypte kan men het best dit ellendig verschijnsel be- studeeren. Het esplciteerenof liever het vellen van de fellahs (de plattelands-bevolking) ia door een Eo- gelseh-Fransche commissie georganiseerd en wordt met onmeedoogende hardheid in praktijk gebracht. Het is een der ergerlijkste tooneelen die onze door zooveel onrecht geteisterde aarde aaubiedt. De slavernij der kleurlingen was daarbij vergeleken, een staat van geluk, want men spaarde den neger, die een kapitaal verte genwoordigde; maar wat bekommeren zich de bezitters van Egyptische schuldbrieven om den fellah die van honger sterft of onder de stokslagen bezwijkt. Een landgenoot, een voormalig lid van de gemengde rechtbanken in Egypte heeft in het land zelf dit „el lendig verschijnsel" bestudeerd en ofschoon erken nende dat er in den laatsten tijd verbetering is aan gebracht en de woorden van de Laveleye niet kunnen gelden van het onlangs aangenomen financiëele stelsel van den heer de Blignières, geeft hij van den toestand een beschrijving, die evenzeer ons medelijden als onze verontwaardiging opwekt (1). Zie hier in 't kort de (1) L'Egypte et l'Europe par un ancien juge mixte. Leiden E. J. Brill. hij had het station met de voorhanden zijnde middelen zoo goed mogelijk in staat van verdediging laten bren gen voor het gevaldat de visschers werkelijk zoo waanzinnig zouden zijn een aanval te doen. Doch dat was, zooals hij bij eenig nadenken moest bekennen, nauwelijks te verwachten. Zeke Konks was veel te verstandig, om de visschers zulk een dwaasheid te laten doen, hij wist immers, dat de Mosquito iu deze «tate ren kruiste. Eu elk kwartier dat er verstreek, bracht het station dezen bondgenoot en den visschers hunnen rechter nader. De kanonneerboot was zonder twijfel oogen- blikkelijk na den storm in zee gegaan en moest dus nu reeds den halven weg hebben afgelegd. Terwijl Frank's opmerkzaamheid bijna uitsluitend op het dorp gericht was had hij niet bemerkt dat een bootdoor vier mannen geroeid het strand genaderd was. Nog bevond zij zich tamelijk ver in zee en werd door de golven als een notendop heen en weder ge slingerd. Doch eerst nadat zij tot dicht bij de klippen genaderd en dus in rustiger water geraakt was en van boven af niet meer zichtbaar was wendde Frank zich om wierp een blik naar den zuidelijken horizon waar de Mosquito verschijnen moesten zette dan zijne wandeling weder voort. De boot was intusschen op het vlakke strand ten zuiden van Kitty Hawk geland. De zeelieden sprongen er uit trokkeu haar nog een eind op het strand en liepen dan snel op het dorp toe. Korten tijd daarna werd het in Nagshead nog levendiger dan te voren. Lichten bewogen zich heen en weder, in troepjes ston den de visschers voor de hutten, en voor Zeke Konks' huis verzamelden zich langzamerhand bijna alle bewo ners van het dorp. Hoewel zeer onduidelijk drongen hunne stemmen toch tot Frank door. Eene vergissing was niet mogelijk daar beneden moest we! iets zeer buitengewoons op handen zijn, en Frank's bezorgdheid kwam weder boven. „Dus zal het dan toch gebeuren," zeide hij bij zich zelf, „de visschers maken zich tot den aanval gereed, de zaak wo.dt ernstig." Het was nog geen middernacht en bij het oponthoud, dat de orkaan de Mosquito noodzakelijk moest bezorgd hebben was deze stellig niet voor twee uur te ver wachten. Frank wist, dat een krachtige aanval tegen het station niet door vier mannen zoolang kon worden doorstaan kwam de kanonneerboot niet als door een wonder vóór dien tijd dan was alles verlo ren. Kapitein Morris vond dan van het station zeker niets meer dan een aschhoop. De jonge officier beet zich toornig de lippen aan bloed hij vreesde den dood niet en toch bij de gedachte aan Maggy overviel hem eene huivering. Een half uur verstreek in bange verwachting. In Nagshead heerschte nog steeds dezelfde onrust en het gejoel der visschers, doch tot Frank's verwondering schenen zij ook nu nog tot geen vast besluit te zijn gekomen. Een kleine groep van mannen scheid den zich eensklaps van de anderen af, die voor Zeke Konks' huis stonden en verdween achter de gebouwen, doch kwam oogen blikkelijk daarna tusschen de duinen weder te voorschijn. Frank volgde met zijn kijker al hunne bewegingen. Het waren zes mannen. Zj wend den zichzoodra zij uit de duinen kwamen naar het zuidelijke gedeelte van het strand. Toen Frank zich over de klip naar beneden boog, bemerkte hij de boot. Het was geen visschersboot, dat zou zelfs een minder geoefend oog dan het zijne dadelijk hebben bemerkt doch een jolzooals koopvaardijschepen aan boord plegen te hebben. De mannen brachten met vereende krachten de boot weder in zee, terwijl een van hen in de boot plaats nam en zich aan het roer plaatste. Zoodra de kiel vlot was, sprongen de anderen er even eens in en grepen de riemen. Weinige minuten later had de boot zich van het strand verwijderd en zette zeewaarts koers. De drie achtergeblevenen zagen hunne kameraden nog een oogenblik na en begaven zich dan weder naar het dorp terug. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1882 | | pagina 1