No. 22.
Vier en tachtigste Jaargang
1882.
ZONDAG
19 FEBRUARI.
FEUILLETON.
Het rif vau Kitty Hawk.
Prijs der gewone Advertentiën
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
EERSTE BLAD.
(ÜRliciëcl ©cbeeltc.
Gambetta's binnen- en buiten-
landsche politiek.
Tweede Afdaelins.
U.kUA IKSCIIK COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door
het geheele Rijk f 1,
De 3 nummers 0 06.
Van 15 regels 0,75; iedere regel meer f 0,15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR,
uitgenoodigd op te geven de namen der blinde en half
blinde kinderen van 412 jaren in deze gemeente, die ten
gevolge van hun gebiek noch van het voorbereidend onderwijs
der bewaarscholen, noch van klassikaal onderwijs gebruiK kun
nen maken en wier ouders niet in staat zijn in de kosten
eener afzonderlijke opleiding of voor de plaatsing op een der
bestaande blinden-inrichtingen te voorzien
Noodigen de ingezetenen uit, die kinderen bezitten, waarop
vorenstaande omschrijving toepasselijk is, uit, daarvan vóór 1
Maart a. s. ter gemeente-secretarie kennis te geven.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
15 Eebr. 1882. l)e Secretaris,
NUHOUT van der VEEN.
KENNISGEVING.
Het HOOPD van het Plaatselijk Bestuur te ALKMAAR
brengtop grond van art. 1 der wet van 22 Mei 1845 (Staats
blad n°. 22) bij deze ter kennis van de ingezetenen der ge
meente, dat het kohier van het Patentregt over het 3e kwar
taal der dienst 1881/82, op 15 Eebr. 1882 door den Heer
Provincialen Inspecteur der directe belastingen in Noordholland
executoir verklaardop heden aan den Heer Ontvanger der
Rijks directe belastingen binnen deze gemeente ter invordering
is overgegeven.
Ieder ingezetendie daarbij belang beeftwordt vermaand
op de voldoening van zijnen aanslag behoorlijk acht te geven
ten einde alle geregtelijke vervolgingenwelke uit nalatig
heid zouden voortvloeijen te voorkomen.
Alkmaar, üet Hoofd van het Bestuur voornd.,
18 Eebr. 1882. A. MACLAINE PONT.
P O L I C I E.
Ter terugbekoming is aan het Commissariaat van Polieie het
navolsende voorhandeneen zwarte wollen doek, een witte
handdoek met dito muts, een lange damesboa, een jongensriem,
een portemonnaie, waarin 6 cents; een onderstukje van een oor
belletje een honden-halsband een bruin lederen portemonnaie,
een bril, een witte zakdoek met een paar manchetten; een wit ie
zakdoek (gemerkt AH 6), eenige handschoenen, een borduur-
schaartje, een zwarte voile en een portemonnaie met eenige
centen.
Dat het ministerie-Gambetta niet aan de hoogge
spannen verwachtingen van velen zou voldoen kon met
groote mate van waarschijnlijkheid voorspeld worden
maar dat bij zoo spoedig zou vallen en vallen door
eigen schuld neen dat kon niemand voorzien en
dat bewijst ons dat in Frankrijk dingen mogelijk zijn
die in andere landen moeielijk denkbaar zijn. De uit
verkorene des volksde beheerscher van de Kamer
steeds meer gesteund door de Kamer, waarin zijn aan
hangers telkens sterker werden vertegenwoordigd komt
met diezelfde Kamer terstond in onverzoenlijken strijd,
lijdt de nederlaag en treedt af. Zijn eerste kennisma
king met de Vertegenwoordiging is de eisch dat zij
haar eigen oordeelhaar eigen zienswijze zal onder
werpen aan zijn ver'angen en zonder uitstel zal be
sluiten tot een maatregelwaarvan men weet dat zij
af keerig is en waarbij volstrekt geen haast isdaar hij
eerst later in werking zal treden. En al de vragen
die zich daarbij voordoen wil hij opgelost hebben in
zijhen zin. Hij heeft den weg reeds gebaand en alle
bezwaren weggenomen en hij eiseht dat men dien weg
zal inslaan en met zijne wijze van oplossing der bezwaren
zal instemmen. Hij geeft zijn plan niet in overweging
maar ste;t het voor als den eenigen weg dien hij bewan
delen kan. De Kamer wil hem op dien weg niet vol-
geuen de lieer Gambetta neemt zijn ontslag. En
men meende dat deze alvermogende redenaar was ge
rijpt tot een beleidvol staatsman Heeft hij zijn invloed
overschat Meende hij terstond aan de Kamer zijn
vollen eisch te moeten stellen, grondwetsherziening
verandering in de wijze van verkiezing der leden van
de Kamer, hervorming van den Senaat en beperking
zijner bevoegdheden omdat hij geloofde juist nubij
zijn lang voorbereide en lang gewenschte optreding
het minste gevaar van een weigering te moeten duch
ten? Achtte hij zich juist nu bet sterkst, nu zijn
algemeen toegejuichte aanvaarding van het bewind
een tijdperk van rustige en geleidelijke ontwikke
ling der republikeinsche instellingen scheen te belo
ven dat de Kamer niet onmidaelijk zou durven
afbreken? Waande hij zijn onmisbaarheid zoozeer door
haar erkenddat hij overtuigd was dat zij het niet zou
wagen zijn ontslagbrief aan te nemen? Verklaarbaar is
dan zijn ongehoorde stoutheid maar dan heeft hij zich-
toch deerlijk vergisten die schromelijke vergissing is
onverschoonbaar in den man die zijn optreding zelf
zoo lang heeft voorbereid die het tijdstip waarop hij
de leiding der zaken in handen zou nemen zelf heeft
gekozen. Zoo iemand, dan moest hij de Kamer kennen,
en weten wat hij kon verkrijgen en hoe ver hij kon gaan.
Maar Gambetta's rol is niet afgespeeld wordt ons
gezegdals eenvoudig Kamerlid zal hij achtereenvol
gens de verschillende deelen van zijn programma in
den vorm van wetsvoorstellen indienenen van zijn
groote talentenzijn onwederstaanbare redenaarsgave
en taaien wil mag verwacht worden dat hij zal slagen.
Wie zal de mogelijkheid van dit alles betwisten, vooral
in Frankrijk? Toch kan men moeielijk aannemen, dat
Gambetta's invloed op de Kamer niet een knak heeft
gekregen die niet zoo dadelijk kan worden hersteld.
Hij heeft terrein verloren dat hij eerst moet trachten
te herwinnen. Hij komt in de Kamer niet terug zooals
hij haar verliet. De overwinnaar van gisteren en eer
gisteren is gebleken niet onoverwinnelijk te zijn. De
Kamer heeft den moed gehad hem te weerstaanen
met gunstigen uitslag, Zijn aftreding heeft het land
niet in beroering gebracht. Het volk ziet hem gaan
en geeft geen blijken van onrust of ongenoegen. Het
ministerie dat het zijne vervangt schijnt tegen zijn
taak opgewassen en zal zich handhaven zal zijn onaf
hankelijkheid bewaren ook tegen den grooten redenaar.
Ofschoon geenszins vijandig tegen hem gezind zal het
zich echter niet aan zijn leiding onderwerpen en van
de Kamer die onder hachelijke omstandigheden zijn
voorstellen durfde verwerpen en daarbij geen ministe-
riëele crisis schroomde kan niet verwacht worden, dat
zij zich spoedig zal bekeeren endoor bereidvaardig
aan te nemen wat zij zoo standvastig heeft afgewezen
zal erkennen gedwaald te hebben. Onder gewone
omstandigheden met buitengewone valt niet te
rekenen en voor zoover in Frankrijk op een regel-
matigen loop van zaken vertrouwd kan worden mag
men daarom aannemen dat de invloed van Gambetta
gebroken is en dat hij in elk geval tijd zal behoeven
om het standpunt te herwinnen dat hij nog zoo kort
geleden bekleedde en zoo spoedig en onverwachts heeft
verloren.
Had Gambetta aan Engeland een gemeenschappelijke
bezetting van Egypte voorgesteld en heeft dit voorstel
te Londen bijval gevonden De vraag blijft onbeant
woord maar verschillende berichten doen de meening
ontstaan, dat na de aftreding van Gambetta het gevaar
voor internationale verwikkelingen is verminderd. Het
schijnt wel dat een der voornaamste redenen waarom
Engeland tot het indienen der gemeenschappelijke nota
aan den Khedive is overgegaan, hierin bestaat, dat het
Frankrijk wilde vasthouden en zoo mogelijk verhinderen
alleen beslissende stappen te doen. Wij vernemen
thansdat in de gemeenschappelijke nota de wensch
wordt geuit om zich ook met andere mogendheden te
verstaan omtrent den grondslag voor de handhaving
van den bestaanden toestand in Egypte en de eerbie
diging der internationale verbintenissen en te gelijk
wordt ons berichtdat men reeds bezig is geweest om
aan dien wenseh gevolg te geven en zelfs dat die poging
met een goeden uitslag is bekroond. Er zou namelijk
tusschen Engeland en Duitschland een overeenkomst
zijn geslotenwaarbij als beginsel werd aangeuomen
uitsluiting van de tussehenkomst van eike vreemde
mogendheid in Egypte, ook van de Porte. Gewapende
tussehenkomst van eenige Europeesche mogendheid, na
de gebeurtenissen in Tunis inzonderheid van Frankrijk,
zou het nationale en godsdienstige gevoel te zeer op
wekken. Ook Turksche tussehenkomst achtte men min
der gewenscht. Behoedzame ontwikkeling van een eigene
nationale regeering staat op den voorgrond. Inderdaad,
indien de Europeesche mogendheden zich ten doel stel
len recht en gerechtigheid uit te oefenen tegenover
Egypteindien zij haar voogdij willen voeren in het
belang van den minderjarigegelijk een rechtschapen
voogd betaamtdan schijnt dit de eenige weg. Er
bestaat een volk van Egyptenareneen Egyptische
Intusschen waren de zeilen aeheschen de brik
wendde, aan het roer gehoorzamende, langzaam omen
vervolgde dandicht bij deü wind liggendeharen
koers. Giles liet den blik onderzoekend over de take-
lage glijden hij kon bij den sterken bries geen zeilen
meer bijzetten zonder het schip aan een groot gevaar
bloot te stellen ofschoon hij het gaarne gedaan had
om eerder van de kust af te komen. Ook onder de
matrozen ontstond een zekere onrust; zij stonden, nadat
het werk gedaan was op den voorplecht en spraken
op gedempten toon met de beide visschers.
De kapitein bekeek den horizon naar alle zijden. Hij
was geheel overtuigd van het gevaarwaarin hij ver
keerde wanneer hij bij de nabijheid der kusten
en de ongunstige windrichting den kanonneerboot ont
moette. De in zichzelf gekeerde Raffles met zijn bleek,
angstig gezicht, die als zinneloos in het water staarde,
was ook geen gezelschapdat een bijzonder be
moedigenden invloed op hem had. Zoo verstreek een
half uur.
„Binnen een half uur wenden wij," begon Giles het
gesprek opnieuw. „Dan hebben wij volle zee bereikt.
Zijn de mannen die je mede gebracht heb ervaren
zeelieden Anders zijn wij vrij zwak bemand."
Raffles ontwaakte als uit een droom.
„Hoe meen je datkapitein
„Zeg eens, manik geloof, dat je ernstig ziek bent.
Ik vroegof de mannendie je mede gebracht hebt
ervaren zeelieden zijn."
„Natuurlijkanders had ik ze niet medegenomen.
Zeke heeft ze zelf uitgezocht."
„Welen Zeke denktdat de kanonneerboot het
op ons gemunt heeft en hier nog in den omtrek is
„Schip ahoi riep op dit oogenblik de uitkijk.
„Duivels, waar is bet, Jimmy?"
„Te loef."
De kapitein klom met de vlugheid eener kat in het
want, met den kijker in de hand. Nauwelijks had hij
dezen in de aangewezen richting gesteld of hij
stiet een wilden vloek uit en gleed bliksemsnel weder
naar beneden.
„Het is de kanonneerbootknarste hij tusscben de
tanden. „De knaap heeft ons reeds de loef afgestoken."
Over Raffles gelaat gleed een waanzinnige lach.
„Dan zijn wij verloren."
„Zacht wat 1 Wij kunnen nog halzen (voor den wind
wenden). Daardoor drijven wij wel is waar te dicht
naar het land af, doch er blijft ons geen andere keus
over, wanueer wij den kanonneerboot niet regelrecht in
den muil willen loopen antwoordde de kapitein en
daarop volgden de kommando's elkander snel op.
„Bijdraaien Roer aan bakboord 1"
„Aye aye, kapitein!" klonk «het antwoord des
stuurmans.
„Richt je roer
„Al klaar."
„Werp de schoten los
„Zij zijn los kapitein."
„Aanhalen! Rep je, jongen!"
Het schip liep nu in den wind, maar was, zooals de kapi
tein voorspeld had een groot eind afgedreven en de
andere helft van de manoeuvre moest nog verricht worden.
„Aanloeven Roer aan stuurboord Haalt de scho
ten aan Voorzeil aanbrassen
De bevelen werden met groote snelheid uitgevoerd
ieder matroos wistwat er op het spel stond.
Evenwel was er door deze wending veel tijd ver
loren gegaan en de Mosquito de Eidechse een groot
eind dichter genaderd. Reeds kon men met blootoog
de bakboordlichten van den vervolger zien schitteren.
„De kanonneerboot komt ons te dicht op het lijf,"
zeide Gilesde afstand met eenen geoef'enden blik
metende. „Wij moeten meer zeilen bijzetten. De
knapen daarachter hebben hun gebrul nog niet laten
hooren omdat hij ons hoopte te verrassen. Zoodra hij
merkt, dat wij willen ontsnappen, kunnen wij er staat
op maken dat hij onze takelage stuk schiet. Zie maar
eens of ik gelijk heb."
„Bemant de bramra's klonk het bevel en dadelijk
daarop „Bramzeilen bijzetten
De matrozen vlogen als eekhoorns in de masten en
het eene zeil na het andere werd ontplooid. Maar op
de Mosquito had men deze bewegingen ook gezien.
Een schot klonk dofdreunenu over het waternog
vóór de zeilen geheel bijgezet waren. Het was het
bevelzeil te minderen en bij te draaien.
Kapitein Giles lachte grimmig.
„Ik zou wel gek zijn, wanneer ik dat deedje hebt
mij nog niet, oude jongen mompelde hij, terwijl zijn
blik naar de gevulde zeilen gleeddie het schip boven
matig belastten en het reeds op eene gevaarlijke wijze
naar lijzijde deden overhellen.
Een tweede schot dreunde kort daarop een derde
en een holle zingende toon duidde aan dat de Mos
quito het ditmaal ernstig meendewel is waar was de
afstand nog te groot want de kogel viel een eind
achter de brik in zeedoch Giles zag hieruithoe
weinig er nog aan ontbrak of de kogels van den ver
volger zouden hem bereiken.
„Het bovenbramzeil losriep hij. Raffles greep
hem verschrikt bij den arm.
„Je wilt toch niet
„Zeker wil ik Hola mijn jongensaangepaktof
ik zal je beenen leeren maken. Heb je me niet verstaan?"
De matrozen volgden ditmaal het bevel slechts aarze
lend op, daar zij het vreeselijke gevaar maar al te wel
inzagendat het schip bedreigde. Nu reeds was het