No. 29.
Vier en tachtigste Jaargang.
1882
FEUILLETON,
WOENSDAG
8 MAART.
LIEFDE DEN OORLOG.
Prijs der gewone Advertentiën
©flftcicel (Scbeclte.
Schuldvorderingen (en laste van
het It ijk..
Buiteulanb.
UMIURSUIt: COI KAM'.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door
het geheele Rijk f 1,
De 3 nummers 0.06.
Van 15 regels 0,75; iedere regel meer f 0,15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON
De COMMISSARIS des KONINGS van Noordholland
herinnert alle autoriteiten en ieder ander die daarbij belang
heeft, aan de bepalingen der wet van 8 November 1815 (Staats
blad No. 51), en aan den inhoud van art. 29 der wet van 5
October 1841 (Staatsblad No. 40), betreffende de verevening van
schuldvorderingen ten laste van het Rijk, met aanbeveling om
zoodanige schuldvorderingen zoo spoedig mogelijk im.ners vóór
den 1 Julij aanstaande in te dienen, aangezien aan die wetsbe
palingen, zoo nu als in het vervolg, stipt de hand zal worden
gehouden.
Haarlem, De Commissaris des Konings voorn.,
25 Eebr. 1882. SCHORER.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR,
ontdekt hebbende, dat hier en daar in den hout en de plant
soenen, en vooral in het nieuwe plantsoen tusschen het Klein-
Nieuwland en de Compagniestraat, verscheidene der onlangs
ingeboete boompjes afgebroken of stuk gesneden zijn;
Roepen bij vernieuwing de krachtige medewerking der inge
zetenen inom dergelijke beschadigingen te voorkomen ot te
beletten. Burgemeester en Wethouders voornoemd,
AlkmaarA. MACLAINE PONT.
2 Maart 1882. Be Secretaris,
NUHOUT van der VEEN.
DENEMARKEN. De gespannen verhouding tus
schen de regeering en de Tweede Kamer blijft nog
steeds bestaan. Met 54 tegen 17 stemmen verwierp
de Kamer den 28 eene aanvrage om een nader krediet
van 11 miljoen krooneD. De oppositie verklaarde, dat
de Kamer geen inbreuk kon laten maken op haar
rechtom aangevraagde kredieten al dan niet toe te
staan, al ging de regeering ook weder tot ontbinding over.
DUITSCHLAND. Het pruisische Huis der afge
vaardigden heeft met bijna algemeene stemmen, op voor
stel van zijn bestuur, de noodzakelijkheid uitgesproken
van het zoo spoedig mogelijk stichten van een gebouw
voor zijne vergaderingen op den thans door den Rijks
dag gebruikten grond aan de Leipzigerstraatvergroot
met een stuk van den bij het gebouw voor het Heeren
huis behoorende tuin. Den 4 richtte het lid Hammacher
het verzoek tot do regeering om de onderhandelingen
met Nederland voort te zetten, ten einde de uitvoering
van het Rijn- en Maas-Kanaal over Venlo mogelijk te
maken. De minister van openbare werken antwoordde,
dat de onderhandelingen over dat kanaal zoo ver ge
vorderd waren, dat men binnen niet te lang tijdsverloop
eene overeenkomst met Nederland mocht verwachten.
ENGELAND. Maclean, de moordenaar, is den 3 te
Windsor in het openbaar door den vrederechter ge
hoord. Hij schijnt bij dat verhoor zeer veel gerustheid
getoond te hebbenzoodat hij veel deed denken aan
Guiteau. Toen hij van het stadhuis naar de gevange
nis terug gebracht werddeed de volksmenigte een
aanval op bet rijtuig, waarin hij was gezeten. Ongeveer
20 man pakten de wielen van het rijtuig aan om het
omver te werpen en een paar honderd lieden stonden
gereed om, zoodra dit gelukt was hem op te hangen.
De paarden trokken echter flink op waardoor de po
litie dien beraamden aanval verder kon afweren. In
de gevangenis wordt hij bewaakteen agent is steeds
bij hem in de cel. Hij heeft geruimen tijd in een krank
zinnigengesticht te Dublin gezeten. In Sept. 1881 werd
hij daaruit eerst ontslagen. In 1874 heeft hij getracht
een spoortrein te doen ontsporen.
Het Hoogerhuis heeft den 6 bij acclamatie op voor
stel van den minister van buitenlandsche zaken dat
ondersteund werd door het hoofd der oppositie Salisbury,
een adres aan de Koningin aangeboden waarin het Huis
zijn afschuw uitspreekt over den moordaanslag en Hare
Majesteit geluk wenscht met hare redding en besloten,
het Lagerhuis uit te noodigen zich bij dat adres aan
te sluiten.
Lagerhuis. Nadat minister Harconrt den 3 ver
klaard had dat de gezondheid der Koningin niet ge
leden had bij den op haar gepleegden aanslag welke
mededeeling met luid gejuich vernomen werdstelde
het conservatieve lid de Worms, door sen liberaal
lid ondersteund als motie voor, te verklaren dat het
Huis diep betreurde de vervolgingen en het geweld
den israëlieten in Rusland aangedaan en hoopte dat
de regeering een middel zou vinden om hetzij alleen
hetzij gemeenschappelijk met andere mogendheden, po
gingen aan te wenden ter voorkoming eener herhaling
van dergelijke tooneelen. Minister Gladstone meende,
dat aanneming dier motie juist nadeelig zou zijn voor
de belangen welke men wilde verdedigen. Zoowel de
Keizer als de regeering van Rusland achtten niet min
der dan Engeland de voorgevallen gruwelen afschuw
wekkend, Dergelijke gruweldaden zijn een vreeselijke
smet in de geschiedenis van elk land vooral omdat zij
door christenen gepleegd worden. Alleen volkomen
onpartijdige vertoogen zouden hier kunnen dienen geen
diplomatieke of parlementaire. Northcote verklaarde
met het doel der motie in te stemmen en sprak de
hoop uitdat mochten officiëele vertoogen onmogelijk
zijn de regeering althans de verzekering zou geven
al het mogelijke te zullen doen ter bevordering van
het doel der motie, als zij door den voorsteller inge
trokken werd. Nadat de onder-minister van buiten
landsche zaken de vroeger afgelegde verklaringen her
haald had trok de heer de Worms zijne motie in.
Diezelfde minister antwoordde den 2 o. a. op verschil
lende vragen, dat de Porte nog geen maatregelen had
genomenom de beloofde hervormingen in Armenië
tot stand te brengen hoewel de engelsche regeering
daarop bleef aandringen; dat over het vooruitrukken
der russen tot Sarakhs in Midden-Azie met de russische
regeering van gedachten werd gewisselddat „het
vraagstuk van de rechten op den franschen wijn bij de
regeering in overweging was.
FRANKRIJK. Den 4 werd met 276 tegen 178
stemmen in de Kamer verworpen een amendement van
den heer Rocherstrekkende om het wetsontwerp
waaibij de verkiezing der burgemeesters aan^de ge
meenteraden wordt overgelaten, ook op Parijs toe te
passen.
Eindelijk is besloten tot opruiming der puinhoopen
van de Tuileriën te Parijs. De uit het oogpunt van
kunst belangrijke stukken, zooals marmeren zuilen, kapi-
teelen enz., worden in de musea van het rijk geplaatst
het overige zal op de best mogelijke wijze gebruikt
worden. Zoodra alles opgeruimd is, zal daar voorloopig
een park aangelegd worden het voornemen bestaat
later op dien grond een gebouw te stichtenwaarin
een deel van de in het Luxembourg bewaarde kunst
schatten zullen worden overgebracht.
De stad Marseille heeft een rechtsgeding ingesteld
tegen de weduwe Bonaparte waarmede bedoeld wordt
de oud-Keizerin Eugénie tot teruggaaf van een gebouw
te Marseille genaamd het keizerlijk kasteel dat in
dertijd door het gemeentebestuur aan Keizer Napoleon
III was afgestaandoch niet in eigendom overgedra
gen doch waarvan de oud-Keizerin Eugénie zich na
zijn dood steeds als eigenares blijft gedragen.
GRIEKENLAND. De vernietiging van de verkie
zing van den minister van oorbg als lid der Kamer
met 14 stemmen meerderheid heeft den president-minister
Ooumoundouros doen besluiten, zijn ontslag in te dienen.
RLTSLAND. De engelsche gezant te St. Peters
burg ontving den 3 verscheidene hoog geplaatste per
sonen die hem hunne deelneming kwamen betuigen
in den gelukkigen afloop van den aanslag op Koningin
Victoria.
Generaal Skobeleffdie gezegd wordt te Gatschina
een onderhoud met den Keizer gehad te hebben na
afloop waarvan de Keizer onmiddelijk een koerier met
een br:ef naar den Keizer van Duitschland zond, kwam
den 5 des voormiddags te St. Petersburg aan alwaar
vele personen, waaronder eenige officieren, hem begroet
ten aan het stationsgebouw. Eenige vivats werden te
zijner eer aangeheven.
Het vonnis tegen de 20 nihilisten is thans in het
regeeringsblad opgenomen. Daaruit blijktdat de op
gelegde straffen eenigzins anders zijn dan vroeger gemeld
werd. 10waaronder 2 vrouwen zijn ter dood ver
oordeeld 5 tot dwangarbeid in de bergwerken voor
onbepaalden tijd4 tot 20 jaren dwangarbeid in de
bergwerken en eene vrouw tot 20 jaren dwangarbeid
in de fabrieken. Twee tot de voorlaatste rubriek be
hoorende personen zijn door den minister van justitie
in de genade des Keizers aanbevolen, tengevolge waar
van een waarschijnlijk veroordeeld zal worden tot 10
3)
Ie HOOFDSTUK.
Er verliepen geen vijf minuten of de tweede onder
officier brachtgeholpen door Olders' oppasser Char
les Pabre als arrestant voor. „De jonge man rap
porteerde de sergeant, „luisterde niet naar mijn geroep,
toen ik hem betrapte op het oogenblik dat hij hei
melijk het erf wilde verlaten en wierp Peters ter zijde,
toen deze hem vasthield hij wilde ontvluchten maar
op mijne dreiginghem te zullen nederschieten gaf
hij zich over."
Olders had te voren reeds aan zijnen oppasser den
last verstrektingeval hij eenen jongen man in het
huis vond hem in het oog te houden. Peters voegde
aan het rapport van den onderofficier nog toedat de
jonge man hem gevraagd had of mijnheer Olders niet
verder zou optrekkenof toch zeker niet zijn intrek
zou nemen bij den maire.
Charles Pabre sprak geen woord hij bleef met som
ber, trotsch gelaat staanmet de oogen op den grond
gerichtals wilde hij Olders niet herkennen en afwach
ten wat er gebeuren zou.
„Het spijt mij zeer mijnheer Pabre nam Olders
met bewogen stem het woord, „dat gij op voor mij vol
komen onverklaarbare wijze eene ontmoeting zoekt te
ontwijken en mij door een verzet tegen het bevel van
den onderofficier, in de pijnlijke noodzakelijkheid
brengtniet meer als bizonder persoonmaar als
officier eene verklaring van u te eischen."
Het gelaat van den jongen man gloeide heftig en
zijne oogen fonkelden vol haat en hoon.
„Mijnheerantwoordde hij in het fransch, ofschoon
Olders hem in het duitsch had aangesproken „ik ver
zoek u mij de herinnering aan bijzondere betrekkingen
tusschen ons te besparen zij zijn verbrokendaar gij
den uniform van de vijanden van Frankrijk draagt. Ik
vorder eene verklaring, wat u het recht geeft, jacht
op mij te laten maken als ware ik een misdadiger."
„Mijnheer Pabre de maire ontkendedat gij in zijn
huis en hield voldat gij in Chaumont waart Deze
omstandigheid eu uw openlijk vijandige houding zijn
verdacht."
„Is het volgens uwe krijgswetten strafbaar, dat ik
iemand niet ontmoeten wil die van de gastvrijheid
van fransche burgers gebruik maaktom zich op de
hoogte te stellen en den vijanden van Frankrijk als
gids te dienen laat mij dan doodschieten. Gij hebt
er de macht toeik wil echter liever den kogeldan
een spion de hand te reiken."
„Zwijg," viel Olders den woedenden jongen man in
de rede, „ik wil deze beleediging niet gehoord hebben,
gij zijt door hartstocht geheel verblind. Ik wil u echter
het bewijs geven, dat ik zelfs bij den vijand het eerge
voel eerbiedig. Verklaart gij dat gij alleen mijn per
soon uit den weg zijt gegaan, ik ken u als man van eer
en laat tegenover uw woord mijne verdenking varen.
Gij zijt vrij ik ben overtuigd dat uw eergevoel u zal
doen zorgen dat ik mijn vertrouwen niet behoef te
betreuren."
Charles had een ander antwoord verwacht op zijn
heftigen uitval dit beroep op zijn eergevoel had hij
het minst verwachthij gevoeldedat Olders hem een
strik legde en meer verbitterd en verward dan be
schaamd of zelfs bedaarder dan te voren, draalde hij eenige
oogenblikken met een antwoord. Het was hem aan
te zien hoe de beslissing van den officier hem in ver
legenheid bracht en hoe hij op een uitweg peinsde.
„Ik verlang noch verschooningnoch vertrouwen
riep hijals Olders zich reeds had omgekeerd om
zijne dienstzaken verder te regelen. „Ik verlang vol
doening voor de schending mijne persoonlijke vrijheid.''
„Mijnheer Pabre," antwoordde nu Olders met koele
bedaardheid, ofschoon zijne stem bijna onmerkbaar beefde,
en wees op den straatwegwaarlangs de afdeeling
huzarendie de streek had verkendnaderde„gij
vergeetdat hier oorlogstoestanden heerschen en ik
hier te bevelen heb. Nog één uitdagend woord en ik
laat u als arrestant naar Bar-le-Duc brengen. Ga naar
huis. Ik herinner u bij deze de krijgswetWie zich
heimelijk uit een door troepen bezet dorp verwijdert
wordt als verdacht van bespieding naar den krijgsraad
gebrachtwie verraad pleegtwordt doodgeschotenJ,
en het huis of dorp waarin verraad gepleegd wordt
vernietigen wij door het vuur."
Charles Pabre gehoorzaamde zonder iets te ant
woorden aan het op ernstigen toon gegeven bevel en
sloeg den weg in die door de dorpsstraat naar de fa
briek voerde. Trots en woede waren op zijn gelaat
te lezen maar de houding van den officier en het na
deren der ruiter-afdeeling overtuigden hem, dat hij goed
zou doen met zich te schikken.
2e HOOFDSTUK.
De aanvoerder der huzaren baron von Sacken was
een jong ritmeesteren daar kapitein von Metten
veel oudere brieven had voerde de laatste bij gemeen
schappelijke operatiën het opperbevel. Voordat Sacken
zich echter naar Metten begaf, om dezen zijne komst
in V. te meldenbesprak hij met Olders de ver
deeling der kwartieren en deelde hem by deze gele
genheid mededat zijne lieden wel is waar geen franc-
tireurs hadden gezien dat hij echter de overtuiging
gekregen had dat eene bende dezer vrijscharen eerst
kort voor de verschijning van het duitscbe corps uit de
streek van A was teruggetrokken diepe wagensporen
op de wegen bewezen, dat men eene voorraad proviand
of fourage had veroverd en bijna nergens had men
arbeiders op de velden of in het bosch gezien en in
de hutten slechts vrouwen en kinderen gevonden.
Het erf van den maire lag tamelijk wel in het mid-