No. 30.
Vier
en tachtigste Jaargang.
1882.
V R IJ D A G
10 MAART.
FEUILLETON.
4> LIEFDE IN DEN OORLOG.
Prijs der gewone Advertentiën
(SWiciëel Ocbecïte.
Zeemilitie.
Bttitenlanb.
ALMIAt RSCIII! COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door
het geheele Rijk f 1,
De 3 nummers 0.06.
Van 15 regels f 0,75; iedere regel meer f 0,15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter openbare kennis
dat de Militieraad in dit district zijn eerste zitting, be
stemd tot het onderzoeken der redenen van vrijstelling van
1 o t e 1 i n g e n dezer gemeente, zal houden ten raadhuize
alhier, op Maandag 13 Maart e.k., des voormiddagsten 11 ure.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
22 Pebr. 1882. De Secretaris
NUHOUT VAN DER VEEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter openbare kennis
dat ter gemeente-secretarie in de loop dezer maand aanvraag
kan worden gedaan door lotelingen van deze gemeente lichting
1882, om bij de Zeemilitie te worden ingelijtd. De voorwaar
den aan deze dienst verbondenzijn vermeld in de daartoe
aangeplakte openbare kennisgeving.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
8 Maart 1882. De Secretaris,
NUHOUT VAN DER VEEN.
DUITSCHLAND. De Nordd. Zeitung zegt naar
aanleiding van het geruchtdat Rusland belangrijke
verhoogingen in zijn toltarief wil brengen, dat, zoo dat
gerucht waar blijkt te zijn de economische belangen
op den duur niet ondergeschikt gemaakt kunnen wor
den aan de vriendschap en staatkundige belangen, die
Duitschland en Rusland verbinden. Duitschland zou
danzonder nadeel voor het gewenschte behoud van
de beste staatkundige verhouding, moeten trachten den
russiscben uitvoer te vergelden, wat Rusland den duit-
echen uitvoer deed weervaren. Het Dagblad van St.
Petersburg merkt naar aanleiding van dit artikel op
dat de russische regeering bij de herziening van het
toltarief alles tracht te vermijdenwat stremming zou
kunnen veroorzaken in do handelsbetrekkingen van
Rusland met andere landen. Aan Duitschland zal geen
reden tot klagen worden gegeven het geldt hier goe
deren door Duitschland niet voortgebracht. Overigens
worden van de wijze van het toltarief goede gevolgen
verwacht voor de uitbreiding van het handelsverkeer
en het tegengaan van den sluikhandel.
In het pruisische Huis der afgevaardigden werd de
vraag geopperd, of er niet iets gedaan kon worden om
aan onschuldig veroordeelden recht op schadevergoeding
te geven. In den laatsten lijd waren herhaaldelijk
gevallen van dien aard voorgekomen. De minister van
justitie antwoorddedat deze zaak zeker overweging
verdiende maar dat zij toch van twee kanten bekeken
kon worden. Een der aangehaalde gevallen betrof bij
voorbeeld een man die veroordeeld was op eigen beken
tenis in verband met verschillende omstandigheden die
haar aannemelijk maakten. Nadat zijne onschuld ge
bleken was had hij verklaard indertijd die bekentenis
afgelegd te hebben in de hoop dan ter dood veroor
deeld te worden. Hij verkeerde toen in zulke benarde
omstandigheden dat hij geen anderen uitweg kende
dan zich van kant te maken, of zich door een rechter
lijk vonnis het leven te laten ontnemen. Wilde men aan
dergelijke personen recht op schadevergoeding geven
dan zouden tal van personen zich er op gaan toeleg
gen onschuldig veroordeeld te worden. Windthorst
meende daarop, dat die moeielijkheid te voorkomen was,
door den rechter in ieder geval te laten beslissen of
schadevergoeding noodig was.
Den 7 werd door het Huis goedgekeurd de begroo-
tingspost voor het herstel vau het pruisische gezant
schap bij het Yatikaan. De liberalen stemden tegen.
Aan den economischen raad is een nieuw ontwerp
ingediend betredende de verzekering van werklieden
tegen ongelukken, dat minder tegenstand schijnt te
ontmoeten dan het ten vorigen jare ingediende en
verworpene.
ENGELAND. Hoogehhuis. Den 7 werd door lord
Redesdale een ontwerp ingediend tegen het toelaten
van atheïsten in het parlement. In dit voorstel wordt
uitdrukkelijk bepaald dat ieder lid van het Hooger- of
Lagerhuis bij zijne toelating plechtig moet verklaren
aan den Almachtigen God te gelooven. De eerste le
zing had dadelijk plaats.
L a g E e h u i s. Bij acclamatie werd den 6 het
voorstel van het Hoogerhuisom de Koningin geluk
te wenschen met den afloop van den op haar gepleeg-
den aanslag aangenomen na warme verdediging door
minister Gladstone en het hoofd der oppositie North-
cote. Daarna stelde Northcote vcforhet besluit van
7 Eebruariwaarbij Bradlaugh het afleggen van den
eed ontzegd werdte bekrachtigen. Door den heer
Marjoribanks werd als amendement voorgesteld, de wet
op den eed zoodanig te wijzigen, dat een afgevaardigde
naar goedvinden den eed of eene verklaring kan afleg
gen. Dit door minister Gladstone verdedigd amende
ment werd ten slotte met 257 tegen 247 stemmen ver
worpen en het voorstel van Northcote aangenomen.
Daarna werd de beraadslaging oyer het voorstel van
minister Gladstone over de iersche landwet voortgezet,
doch niet ten einde gebracht.
ERANKRIJK. De Kamer nam den 4 het wetsont
werp omtrent de benoeming der burgemeesters door de
gemeenteraden aan, nadat het tegen den zin der regee
ring gedane voorstel der commissieom bij aanneming
van het ontwerp algemeene verkiezingen uit te schrijven,
vervangen was door een met 300 tegen 170 stemmen
aangenomen amendement van het lid Labuzeom de
betrokken gemeenteraden binnen 2 maanden na de af
kondiging der wet tot benoeming der burgemeesters en
hunne plaatsvervangers te doen overgaan en vooraf de
verkiezingen te doen plaats hebben ter aanvulling van
de eventuëele vacaturen in die collegiën, met welk denk
beeld de commissie zich vereenigd had. Meer dan 2400
gemeenteraden zullen bij aanneming van deze wet door
den Senaat tot de benoeming van eenen burgemeester
moeten overgaan.
De Kamer besloot den 7 met 243 tegen 139 st. na
eene levendige beraadslaging het voorstel van den heer
Boiisset tot opheffing van het concordaat in over
weging te nemen. De minister-president verklaarde
namens de regeering, zich niet tegen het in overweging
nemen te verzetten omdat hij het uitlokken eener be
raadslaging over dit vraagstuk voor het land nuttig
achtte.
GRIEKENLAND. De Koning nam het door den
president-minister Coumoundouros aangeboden ontslag
niet aan.
ITALIË. De centrale afdeeling van den Senaat nam
met 7 tegen 3 stemmen in beginsel het stelsel van
groote kiesdistricten aan.
OOSTENR1JK-HONGARIJE. In de commissie voor
het wetsontwerp tot hervorming der kieswet werd voor
gesteld, het kiesrecht voor het Oostenrijksche Huis der
Afgevaardigden in de steden en vlekken uit te breiden
tot allen, die f 5 directe belasting betalen. De minister
president antwoordde, dat de regeering zich reeds lang
met dit vraagstuk bezig hield en ook meende, dat het
kiesrecht uitgebreid moest worden overeenkomstig dat
voorstel maar dat de bizonderheden der regeling nu
nog niet in behandeling konden komen.
Een afgevaardigde heeft een wetsontwerp ingediend
tot het geven eener schadeloosstelling van staatswege
aan onschuldig veroordeeldendat door de Weener
bevolking met ingenomenheid ontvangen is.
SERVIE. Aan alle mogendheden is door de regee
ring kennis gegeven van de verheffing van dit vorsten
dom tot een koningrijk, dat, naar men gelooft, spoedig
ook door allen als zoodanig erkend zal worden. Door
kanongebulder werd aan de bevolking dit door de wet
gevende macht genomen besluit medegedeeld. Na de
af kondiging van het besluit begaven alle afgevaardigden
zich naar den Yorst, om hem den wil van het volk
mede te deelen. De Yorst antwoordde, dat hij bereid
was dien na te komen.
ZUID-AMERICA. Volgens berichten uit Lima da
hoofdstad van Peru, hebben Treseottgezant der Ver-
eenigde-Staten en Balmasedagezant van Chilieen
stuk opgemaaktdat als grondslag voor een vredesver
drag aan de goedkeuring der peruaansche regeering
onderworpen zal worden. Treseott had 90 dagen tijd
om de onderteekening van dit stuk te verkrijgen door
een peruaansch bewind, waarop Chili vertrouwen kon
anders verviel het ontwerp.
„De jonge manzeide hij„had mij doen beloven
zijn aanwezigheid te ontkennen wij dachten nietdat
gij hem gezien hadten daar hij nn eenmaal zulk een
fanatiek vijand der Duitschers is geworden achtte ik
het ook beterdat hij u niet ontmoette."
„Deelt mijnheer Edmond Eabre de inzichten van zijnen
zoon vroeg Oldersde verontschuldiging van Collin
geen antwoord waardig achtende.
„Zeker nietmijnheer Olders en dat is zeer geluk
kig ook want anders zou de jonge man niet hebben
nagelaten, bij de troepen in dienst te treden."
„Of bij de franc-tireurs
Collin stond den vorschenden blik des officiers door,
echter niet, zonder een glimlach te kunnen weerhouden.
„Gij schertst," antwoordde hij. „Ik heb ook mijnheer
den kapitein moeten verzekeren dat niemand hier van
de vrijscharen iets wil weten die immers overal het
land bijna nog meer schade toebrengen dan de vijand,
die boerenhoeven en heerenhuizen plunderen, maar niet
vechten. Men heeft onze jonge lieden bij de troepen
ingedeeld helaaswant zij worden toch maar
nutteloos opgeofferd. Het arme Erankrijk heeft niets
meer te hopen de Parijzenaars zijn waanzinnig
„Is de markiezin op het slot vroeg Olders, den
maire in de rede vallende.
„Ja. O juffrouw Amélie zal u hartelijk dankbaar
zijn dat gij mijnheer Charles vrijgelaten hebt."
Olders zag verrast op. Toen hij nog gast was van
Pabrehad men met alle zorg verborgen gehouden
dat Charles een even heftigeals hopalooze hartstocht
had opgevat voor de kleindochter der markiezin voor
de dochter van den markies Léon de Monterry en nu
sprak de maire van dit geheim van den jongen man, als
of de verhouding der jonge lieden algemeen bekend was.
Collin bemerkte den blik van nieuwsgierige verbazing
en glimlachte als had hij dezen indruk zijner woorden
verwacht. „Ja, ja," zeide hij, „er is veel veranderd,
sedert gij Y. verlaten hebt. De markies van Monterry
heeft juffrouw Eernande te diep in de schoone oogen
gezien, om haren broeder met hoogmoed te bejegenen.
Er zouden inderdaad zeer zonderlinge familieverhoudin
gen tot stand komen, wanneer de broeder der toekom
stige markiezin von Monterry de gemaal harer stief
dochter wilde worden want dat zou juffrouw Amélie
dan zijn maar het geld van mijnheer Eabre zou dan
geheel in de familie Monterry komen en die kan het
gebruiken."
Ofschoon dit laatste bericht Olders heftig deed ont
roeren en het hem niet ontgingdat Collin al zijne
bewegingen volgde met ran boosaardig leedvermaak
schitterende oogenvermocht hij niet geheel te ver
bergen wat er in hem omging. Die loerende blik
die scheen te genieten in zijne ontsteltenis prikkelde
hem en bij zulk een hoon kon hij geen onverschillig
heid veinzen.
Zonder twijfel dischte Collin hem dit nieuws alleen op,
omdat hij wisthoe hij voor hem daarmede alle hoop den
bodem insloeg. Het kon voor Fernande's bloedverwan
ten geen geheim zijn gebleven met welke gevoelens
hij indertijd Y. had verlaten immers had hij met een
aanzoek om Fernande's hand alleen gedraaldomdat
hij toenmaals nog niet geheel zelfstandig was en zich
voorgenomen zoo spoedig mogelijk na het sluiten van
den vrede terug te komen en het jawoord te vragen
zoodra hij zijns vaders compagnon was geworden.
Olders had er niet aan getwijfeldof Eernande be
antwoordde zijne liefde en hjj had hoopdat Fabre
hem zijne dochter tot vrouw zou gevenwanneer hij
het bewijs leverdedat zijn vader een even rijk fabri
kant was als Pabreen dat hij Erits Olders ook
wegens zijn karakter» als reserve-officier in zijn duitsch
vaderland eene geachte maatschappelijke positie innam.
De vreesdie hem nu en dan bij wasdat Fabre's
ijdelheid een voornamen schoonzoon zou wenschen, ver
dween voor het vertrouwen van den jongen man op
Fernande's karakter, nu echter moest hij hooren
dat hij een mededinger had gevonden in een man
wiens naam eertijds bij de familie Fabre slechts op wei
nig vleiende wijze genoemd werd.
Het scheen ongeloofelijk, dat Collin de waarheid sprak,
maar des menschen ijdelheid is tot alles in staaten
het was van Fabre te verwachten, dat hij zijn afkeu
rend oordeel over een hooggeboren edelman die een
burgerlijken fabrikant vroeger nauwelijks met een blik
had verwaardigd, had veranderd, op het oogenblik,
dat deze zijn huis betrad en hem complimenten zeide.
De Monterry's waren sinds eeuwen in deze streek
gevestigd maar sedert de groote omwenteling meer en
meer tot armoede vervallen. Hun was niet, zooals aan
andere aristocratische familiën, bij de restauratie van
1815 het geleden verlies in grondeigendom vergoed
daar de toenmalige markies tot de getrouwen van den
gevallen Corsikaan behoorde. De familie behield ook
in vervolg van tijd hare bonapartistische gezindheid en
had daaraan menig offer gebrachtook Léon de Mon
terry had onder Napoleon III carrière kunnen maken,
indien hij niet in een losbandig leven de zorg voor zijne
toekomst had veronachtzaamd. Als officier der keizer
lijke garde had hij zich uitspattingen veroorloofddie
het zelfs den Keizer onmogelijk maakten, hem de hand
boven het hoofd te houden. Inplaats van bij een veld
tocht op nieuw in krijgsdienst te treden en te trachten
de epauletten weder te verdienen s verbraste hij het
vermogen zijner vrouw, nadat hij zijn voorvaderlijk goed;
den woonplaats zijner oude moeder, met schulden over
laden had, en na den dood zijner zwaar beproefde gade
moest zijne dochter bij hare grootmoeder een toevlucht
zoekendaar haar vader een leven leiddewaarvan zij
geen getuige kon zijn zonder aan hare waardigheid te
kort te doen.