V EUK OOP
Openbare Verkooping,
Openbare Verkoop
HUISMANSWONINC
Suitenlanb-
Stbuertentiën.
Notaris LAU
Te Krootschermer,
op Woensdag, 22 Maart 1882, 's morgens te 11 uren,
ten herberge van den heer I. Honig
Boerengereetisehappen en eenige llcu-
belen.
terijen in oorlogstijd opgeroependan zouden daarbij
slechts zeer weinige officieren kunnen zijn die vroeger
bij het leger hadden gediend. Gewezen officieren be
neden de 30 jaren komen zeldzaam voor, en schutter-
officieren die vrijwillig bij het leger hebben gediend
zullen wel uitzonderingen blijven. Onderofficieren die
vroeger in dien rang bij de militie hebben gediend
zullen er mede niet veel zijn men bedenke toch, dat
er op 1 Januari 1881 bij de geheele infanterie niet
meer dan 90 militiën-sergeanten warenen dat er on
der dezen evenals onder de militiën-korporaals, zullen
voorkomen die in gemeenten thuis behooren waar geen
geregelde oefeningen worden gehoudenen van wie
dus na hun ontslag geen partij getrokken zal kunnen
worden. Ofschoon het getal militiën-korporaals grooter
zal zijn meent de schrijver te moeten aannemen dat
de meerderheid van de onderofficieren en korporaals
en bijna alle officieren hun vorming uitsluitend bij de
schutterij zullen genieten en bij gevolg niet die waar
borgen van kennis en geschiktheid zullen kunnen geven,
die voor aanvoerders van grootere ot kleinere afdee-
lingen in oorlogstijd gevorderd moeten worden. De
voormalige militiëns zullen het eerst in aanmerking
komen om tot korporaals en onderofficieren bij de schut
terij opgeleid te worden maar waarom kunnen bij het
leger zoo weinigen onder hen het tot den rang van
sergeant brengen De heer Kool antwoordtomdat
door plaatsvervanging en nummerverwisseling de per
sonen die voor dien rang het geschikst zouden zijn
de meer ontwikkelden aan het leger worden onttrok
ken. Dat zal bij behoud van de nummerverwisseling
ook later het geval zijn en mochten de oud-militiëns
bij de oefeningen der schutterijen de geschiktheid voor
onderofficier kunnen verkrijgen, dan zal men het vreemde
verschijnsel hebbendat het kader, de leiders en de
aanvoerders zullen bestaan uit de minder ontwikkelden,
en onder de gewone schutters alle meer ontwikkelden
zullen worden aangetroffen. Dat deze omstandigheid
gunstig op de onderlinge verstandhouding en de krijgs
tucht zal werken zal niet licht door iemand beweerd
worden.
Maar zal dan uit die meer ontwikkelden, ook al
hebben zij vroeger niet bij het leger gediend door de
verbeterde oefeningen bij de schutterijen niet een voor
zijnen taak berekend kader kunnen worden gevormd
Wij hebben reeds gehoord dat de heer Kool beweert:
neendoor oefeningen bij de schutterijen alleen niet
en hij beroept zich op den Minister van Oorlog zeiven,
die van oordeel isdat zelfs de oeteningstijd bij het
leger (eerst een geheel jaar en in de vier volgende
jaren jaarlijks zes weken) niet voldoende zou zijn om
bij afschaffing van plaatsvervanging en nnmmerverwis-
seling van de meer ontwikkelde jongelieden geschikte
onderofficieren te maken. De heer Kool ontkent dit
maarzegt hij als gij dit beweertdan zult ge toch
wel moeten toegeven dat de oefeningen bij de schut
terijen daartoe allerminst voldoende zulllen zijn. En
in elk geval voegt hij er bij de hoofdzaak de disci
pline zou ontbreken. „Het besef van de noodzakelijk
heid eener onbeperkte toewijding aan de eischen van
den diensthet bezit van eene door niets te verstoren
gehoorzaamheid van eene kalmte en beradenheid die
zelfs in het hevigste vuur meester blijft over de zucht
tot zelfbehoud eener kameraadschap die de onderling
geleden ontberingen met blijmoedigheid en opgewekt
heid leert dragen wordt nergens verkregen dan in eene
school van ordetucht en disciplinezooals men deze
slechts in het leger vindt."
BELGIE. Te Ostende is de liberale candidaat Char
les Janssens tot lid der Kamer verkozen met 578 stem
men tegen 441 op den cleriealen candidaat Charles van
Iseghem, neef van het overleden clericale lid van
Iseghem.
DENEMARKEN. De 2e Kamer verwierp den 11
bij derde lezing met 59 tegen 18 stemmen het voor-
VI,<J
De berichten van luitenant von Boritz over de uit
komst van zijn verkenningstocht waren dan ook ernstig
genoegom den bevelvoerenden officier tot voorzich
tigheid aan te sporen. Al moest graaf Metten ook
aannemen dat de jeugd gaarne spoken zietwaar de
argwaan eenmaal is opgewekt en liet zich dit bovendien
zeer goed verklaren, daar de oude markiezin den jongen
officier iedere tegemoetkoming geweigerd en aan hem
overgelaten hadom het slot te doorzoekengaf
daarenboven de omstandigheid, dat zij niet verklaarde
wie haren zoon vervingvoedsel aan het vermoeden
dat de bewoners van Monterry niet te vertrouwen
waren. „Een oude dienaar meldde Boritz „voerde
mij door het slot opende alle ruimten en overtuigde
mij, dat noch soldaten noch wapenen in het slot waren
verborgenmaar achter den oudenvervallen toren
bevindt zich eene met kreupelhout bedekte ruine en
ik ben overtuigddat zich daarin verborgen ruimten
met geheime toegangen bevinden, die misschien in het
dichte bosch uitkomen."
Metten knikte toestemmend. Voor hem was de zaak
van uitsluitend persoonlijk belang, daar hij met Olders
was bevriend. Wat de dienstzaken aanging kon het
hem geheel onverschillig zijn, of men op het slot Mon
terry verraad pleegde of niet. Hij voerde het bevel
over een vooruitgeschoven postmoest zich dus vooral
tegen nachtelijken overval beveiligen en deze was het
eerst te verwachten van uit de bosschen bij Monterry,
het deed dus niets tot de zaak af, of de aanvallers
zich in het slot Monterry of ergens anders verzamelden.
Voor de fabriek van mijnheer Eabre in het dorp V.
was het echter niet onverschillig, wanneer het vermoe
den gegrond was dat de eigenaar der fabriek en de
maire van V. door middel van Charles Eabre geheime
verbindingen met den vijand onderhieldenwerd dit
geconstateerd, dan was Metten verplicht, zonder eenige
verschooning met alle gestrengheid de krijgswetten tegen
over Eabre en het geheele dorp te doen gelden.
Wordt vervolgd.
stel der regeering tot het verleenen eener buitenge
wone toelage aan de staatsambtenaren wegens de aan
houdende duurte der levensbehoeften. De minister
van financiën hoopt nog eene schikking tot stand te
kunnen brengen.
DTTITSCHLAND. In een artikel over Duitschlands
invloed op Turkije wijst de Köln. Zeitung op de schitteren
de ontvangst, aan het duitsche gezantschap te Konstanti-
nopel ten deel gevallen en brengt zulks in verband met het
turksche begrip van duitsche vriendschap. Volgens de aan
dat blad verstrekte inlichtingen verwachtten de turken, dat
het een bepaald bondgenootschap zou voorstellen, waarbij
beide rijken elkander het ongestoord bezit van hun tegen
woordig gebied zouden waarborgen, dat natuurlijk niet
aangaat, omdat de kansen niet gelijk zouden staan. De
opvatting van de vriendschappeli'ke verhouding jegens
Turkije is volgens dat blad alleen deze dat Duitschland
Turkije kan helpen bij de hervorming van het binnen-
landsch bestuur, wanneer gevolgd worden de door de
duitsche raadslieden aangegeven plannen: het inslaan van
dien weg is de eenige die het rijk helpen kan en waardoor
de duitsche vriendschap mede versterkt zou worden. Tot
nog toe is van de verwezenlijking dier plannen zeer
weinig gekomen doch er moet niet vergeten worden
dat het voorbereiden van hervormingen geruimen tijd
vordert. Men mag van het doorzicht en den goeden
wil des Sultans het vertrouwen koesteren dat hij die
met de schuldregeling den weg van vooruitgang be
treden heeft, nu ook de hinderpalen zal weten op te
ruimen die de toepassing van gezonde beginselen op
het binnenlandsch bestuur tegenhouden.
FRANKRIJK. De Kamer nam den 16 het door
den Senaat goedgekeurde wetsontwerp betreffende het
legerbeheer aan nadat de regeering zich daarvoor ver
klaard had. Alle artikelen werden onveranderd vast
gesteld.
ENGELAND. De briefwisseling over de zaken van
Noord-Borneo is aan het Parlement medegedeeld. In
antwoord op eene depeche van den nederlandsehen
minister van Lijnden aan den gezant te Londen van
11 Augustuswaarin groote teleurstelling ter zake van
het verleende charter werd betuigdde bezwaren daar
tegen werden uiteengezet en de engelsche regeering
uitgenoodigd werd het ontwerp nogmaals te overwegen,
zond de engelsche minister van buitenlandsche zaken
den 21 November eene depeche aan graaf van By-
landt, den nederlandschen gezant. Die minister ver
klaarde daarindat de gronden van den minister
van Lijnden door het Kabinet naauwkeurig waren on
derzocht maar dat dit in de opvatting en de vrees van
het nederlandsche gouvernement over de strekking en
het doel van het charter niet kon deelen. Hij ver
klaarde dat Engeland zich geenerlei rechten van Sou-
verein over Borneo toeëigende noch zelfs aan het be
noemen van engelsche consuls op het grondgebied der
Compagnie dacht. Hij wederlegde achtereenvolgens het
betoog van minister van Lijnden en deed opmerken
dat het charter geenszins^in strijd was met vroegere
verklaringen van Engeland. In eene depeche van mi
nister Rochussen aan graaf van Bylandtdd. 12 De
cember, wordt gezegd dat het onnoodig is de gedach-
tenwisseling voort te zetten daar deze verder doelloos
zou zijn. Hij neemt daarbij acte van de verklaringen
van den engelschen minister. Daarop volgen nog de-
peches van minister Rochussen aan den engelschen
ministerwaarin de wenseh te kennen wordt gegeven,
dat de vriendschappelijke betrekkingen tusschen beide
landen mogen voortduren.
Lageehuis. Den 16 werd door den onder-minister
van buitenlandsche zaken op eene vraag van Northcote
geantwoorddat de engelsche gezant geen last ont
vangen had tot het hervatten der onderhandelingen
over een handelsverdrag met Frankrijkmaar dat
daarom wel kon hebben plaats gevonden het onder
houd dat volgens de bladen den 15 plaats had tus
schen dien gezant en den minister van buitenlandsche
zaken de Ereycinet.
De heer Smyth kondigde aan dat hij na Paschen
een voorstel zou indienenom de iersche landwet
zoodanig aan te vullen dat de iersche pachters ge
makkelijker hunne pachtgoederen kunnen koopen. Den
17 werd de begrooting van marine in behandeling
genomen.
Ierland. Bij een pachterdie verdacht werd aan
de politie inlichtingen te hebben gegevenwerd door
eenige vermomde personen ingebrokendie hem en
zijne vrouw bovendien zoodanig in de beenen schoten
dat zij waarschijnlijk aan de wonden zullen sterven.
GRIEKENLAND. Het nieuwe ministerie bestaat
uit Tricoupis president buitenlandsche zaken en
voorloopig binnenlandsche zaken Calligasfinanciën
Lombardos onderwijs Ralles justitie Kairashakis
oorlog Roufas. De ministers legden den eed in han
den des Konings reeds af. Een programma van her
vormingen ligt gereed o. a. zal het bestuur der nieuwe
provinciën in overeenstemming gebracht worden met de
grondwet. Den 16 werd dat programma door den pre
sident-minister bij de Kamer ingediend. Hij zeide, dat
men zich op veranderingen in het Oosten moest voor
bereiden. Handhaving van den vrede wa3 noodig om
krachtig met de hervorming van de geldmiddelen het
leger en de vloot te kunnen doorgaan. Men moest
met alle mogendheden vooral met Turkijevriend
schappelijke betrekkingen onderhouden.
OOSTENRIJK-HONGARIJE. De Weener bla
den zijn ten hoogste ingenomen met de vermees
tering van het fort Dragalj gelijk staande met
de volkomen onderdrukking van den opstand in
Crivoscie. Zij achten het thans noodigdat worde
overgegaan tot het aanleggen van goede wegenals
het eenige middel ter voorkoming van oproerige bewe
gingen. Ook voor het behoud van den europeesehen
vrede achten zij de spoedige onderdrukking van den
opstand van zeer veel gewicht alleen hopen zij dat
de pennen der diplomaten nu niet weder zullen beder
ven, wat de bajonetten gewonnen hebben.
Sedert den 11 vielen in de Crivoscie geene gevech
ten met de opstandelingen meer voor. De troepen
maakten tijdelijke versterkingswerken. De Zagorje en de
bovenvallei der Narenta waren vrij van opstandelingen.
ZUID-AFRICA. Het Kaapsche parlement besloot
tob invoering van het gebruik der hollandsche taal bij
de wetgeving.
jbij de Moerbeek, gemeente Nieuwe Niedorp,
ten huize van den heer D. KANT, op Woens
dag 22 Slaart 1882, en dus niet op Dins
dag14 Maart 1882, zooals vroeger is gemeld, des
morgens 9 uur, van
Levend Wee als 8 puikskalfkoeien 4 dito
geldekoeien, 3 kalfvaarzen, 1 tweejarige stier, 2 hok-
kelingen, eenige kalveren, 1 bruin ruinpaard, gelijk-
tands, 1 zwart merriepaard dito, 3 fijne vette var
kens eenige kippen en 1 haanKoeren- en
Bouwgereedschappen, als 2 boerenwagens,
I speelwagen op veeren met kap 1 charette, zoo goed
als nieuw 1 driewielde kar, 1 gierwagen 1 modder
bak2 aardtroggen, 1 hort, 2 ploegslepen 3 ploe
gen 1 egge1 wentel4 zoutkisten met pekelbalies,
1 kaasbalie1 kaasschut met schragen, 2 kaastobbes,
2 kaaspersen wei- en andere vaten, emmers, jukken,
makers zetters kaasborden hakselmachine tuigen
enz. enz., zoomede Huisraad en Inboedel.
Op de plaats bestaat geene gelegenheid tot uitspanning.
in de Rijpzal PUBLIEK TE KOOP aanbieden
■n de Starnmeer, gemeente Kraft,
op Maandag, 20 Maart 1882 's morgens te 9 uren,
ten sterfhuize van inej. de Wed. R DE GOEDE
a/d. Kanaaldijk 17 Kalfkoeien 5 Pinken 1 Paard
(vos ruin), 1 Paard (bruine ruin, 1| jaar oud), 2
BoerenwagensKar op veeren nieuwe Boerenwagen
met veeren schamelongeveer 20,000 kilogram best
gewonnen Hooi, Driewielde Kar, eenig Riet eu Brand
hout, eenige Tuigen, Huisraad, waaronder: an
tieke Kast met snijwerk en veel oud Porcelein en
BOERENGEREEDSCHAPPEN en
Een Huis en Erf, te Grootschermer, en 4 per
ceeltjes Vl'eiltand, i/d. Eilandspolder, gemeente
Zuid- en Noordschermer, behooreude tot den boedel
van wijlen C. KEPPEN en zijn Echtgenoote.
a contant, i/d. Menigweer, gem. Zuid- en Noord-
schermer, op Woensdag, 29 Maart 1882, 's morgens
te9aren, ten huize van den heer B. DOORNBOS, ten
overstaan van den Notaris P. J. LA.U, te de Rijp, van
14 Kalfkoeien 6 Geldekoeien 6 Hok-
kelingen 1 Hokkelingstier, 2 Paarden
3 VarkensKar, Kapwagen op veeren, 2
BoerenwagensDriewielde Kar met Gierbak Mod
derbak Schuitje Hooischudder, eenig Riet en Tak-
kebossen
bij gerechtelijke uitwinning ter openbare terechtzitting
der Arrondissements Rechtbank te Alkmaar,
in hare gewone vergaderzaal op het Stadhuis te Alkmaar,
op Donderdag, den 20 April 1882
des voormiddags ten 11 uur,
van eene
gedeeltelijk ingericht tot eene BROODBAKKERIJ,
met derzelver Erve en daarbij zijnde stukje Wei
land aan de zuidzijde van de Noordervaart, in de
Schermeer, onder de gemeente Schermerhorn, op den
kadastralen legger bekend in sectie P, onder No. 23,
als huis en erf ter grootte van 34 aren 90 centiaren,
en No. 23a, ais weiland, groot 8 aren 70 centiaren,
en alzoo ter gezamenlijke grootte van 43 aren en 60
centiarenmitsgaders de vaste en losse Kereed-
SCliappentot dé voorschreven broodbakkerij
behooreude.
Volgens den grondslag van het register der grond
belasting een belastbaar inkomen aanwijzende voor het
ongebouwd van f 5,09 en voor het gebouwde van ƒ60.
Deze vsrkoop geschiedt ten verzoeke van den Heer
PIETÈR KAMSTEEG, koopman, wonende te Alk
maar, ten deze woonplaats gekozen hebbende ten kan
tore van den Procureur JACOBCORNELIS VONK,
wonende en kantoor houdende te Alkmaaraan de
Zilverstraat, die ook als Procureur in deze voor den
executant occupeert,
en ten laste van WEIJERT WORTEL brood
bakker, wonende aan de Noordervaartin de Scher
meer, onder de gemeente Schermerhornals in ge
meenschap van goederen gehuwd met KRIJNTJE
SCHOEN.
De veilconditiën liggen ter visie ter Griffie der
Arrondissements Rechtbank te Alkmaar.
Nadere informatiën zijn te bekomen ten kantore
van den voor den executant occupeerenden Procureur
JACOB CORNELIS VONK, te Alkmaar.