&tab0~)3cricfitctt» Sarah Bernhardtdie den 4 uit Napels te Londen was aangekomen trad den 4 in het huwelijk met den heer D'Amala een griek thans tooneelspeler vroe ger werkzaam bij het grieksche gezantschap. Krachtens bizondere vergunning werd het zonder voorafgaande afkondiging voltrokken. Des avonds vertrok zij met baren man naar Spanjeden 9 zal zij te Madrid optreden. Dit huwelijk werd in Engeland voltrokken, alleen omdat de engelsche wet eene huwelijksvoltrekking zoo gemakkelijk maakt. Keizer Nikolaas I was gewoon alleen uit te gaan, en onder de bezoeken die hij bracht was ook dat aan een schilderdie custos was van een der Rijksmuseums. De keizer bezichtigde dan de schilderijen en liet zich vaak een stuk papier geven, dat zeer fijn en glad moest zijn, en teekende daarop. Het was altijd dezelfde figuur, een grenadier, dien hij van de voeten af naar boven teekende, en wiens uniform nooit de geringste afwijking van het voorgeschreven model vertoonde. Maar niet altijd vergenoegde zich de keizer met die oefeningen in het teekenen soms schilderde hij ook en eens had er eene gebeurtenis plaatsdie voor de keizerlijke schil derijen verzameling bedenkelijke gevolgen had kunnen hebben. Op een morgen zag hij een paar landschappen in het atelier van den schilder, die deze zoo juist voltooid had. De keizer bezag ze een poos aandachtig nam daarop een penseel en begon er soldaten in te brengen, allen even groot, zonder eenige verhouding tot de perspective eischen. De kunstenaar was niet bijzonder gesticht over die stoffeering maar erger was het toen Nikolaas op een ander maal een Teniers ziende, een oude vrouw met een bezem overschilderde en verving door een tam boer de bezem werd diens trommel. Toen dit werk was afgeloopen, beval hij dat men hem een paar andere stukken van Teniers zou brengen ten einde die even eens met de behoeften van den tijd in overeenstemming te brengen. Gelukkig vond de schilder een paar ko pieën die nu door den keizer onderhanden genomen werden. De bekende romanschrijver Sternberg die verscheidene jaren in Sint Petersburg woonde en daar met de hofkringen veel omgang had placht deze ge schiedenis vaak te verhalen en voegde er altijd bij dat zulke kleine trekken, al hebben zij ook iets belachelijks, aan het karakter van een groot man niet kunnen schaden. Graaf' B. te Parijs heeft met zijne merrie Linotfe een wedren aangegaan tegen een huisjesslak. Hjj heeft om 100,000 tres. gewed in twee uur tijds met ge noemd paard van de Eeudrachtsbrug te Parijs naar Versailles en terug een afstand van 38 kilometer te zullen afleggen. Zijnerzijds wedt de heer V., een rijk grondeigenaar, dat in dienzelfden tijd een slak een afstand van '2.84 meterlangs den rand van een biljart zal afleggen. Dit dier zalom het daartoe te bewegen, voortdurend een met suiker bestrooid slablad worden voorgehouden. Deze merkwaardige wedren moet tenzij men hierbij aan den 1 April te denken bebbe volgens de fransehe bladen aanstaanden woensdag plaats hebben. Te Beriijn verdween twee jaren geleden uit een der bureaux van het postkantoor een couvert met wissel zegels ter waarde van 21,000 mark. De dader was niet te vinden en de chef van het bureau moest dienten gevolge zijn ontslag nemen. De man had een 58jarigen diensttijd achter zich en trok zich het gebeurde zoo aan dat zijn gezondheid er onder leed zeven weken geleden stierf hij. Thans heeft een wegens diefstal in hechtenis genomen postbeambte bekend dat hij twee jaren geleden dat couvert verduisterd had en aange zien hij met de zegels niets kon doenze verbrand had. De verontwaardiging van het publiek is te grooter, omdat de dader de gestolen zegels zonder moeite op hunne plaats had kunnen terugbrengen zonder zich zeiven in verdenking te brengen. Ten gevolge van het aan de burger-avondschool gehouden examen is het diploma voor welvolbrachte studie uitgereikt aan G. W. de Munk N. A. C. Bijl en J. Wonder, zijn bevorderd van de tweede tot de derde klasse P. C. Bakker, C. Wielings en L. Storm, en van de eerste tot de tweede klasse J. v. Dijk J. Duits J. Haakman J. BierdragerJ. v. d. Spek, H. Goettel en F. J. Appelman, terwijl niet bevorderd zijn 7 leerlingen van de tweede en evenveel van de eerste klasse. Ons wordt medegedeelddat Burg. en Weth., op voordracht van bet hoofd der school voor onver- mogenden aan de volgende leerlingen het bij de al gemeene schoolverordening voorgeschreven bewijs heb ben uitgereikt dat zij een volledig gebruik hebben gemaakt van het onderwijs aan die inrichtingEn geltje Vet, geb. 7 Juni 1869, Neeltje Bruynsgeb. 17 April 1870 Engelina Jansina de Jonggeb. 10 Mei 1868 Johannes Vasbinler, geb. 19 Oct. 1869 Jan Naroldgeb. 14 April 1870, Hendrik Wolzak, geb. 11 Maart 1880Bartboiomeus Maria Jonkers geb. 25 Maart 1869 Mozes Cohen geb. 13 Oct. 1869, Johannes Almekinders, geb. 2 Jnni 1870, Johan Ja cob Klooster, geb. 26 Juli 1870 Willem Wiederholdt, geb. 1 Jan. 1869; de drie laatstgenoemde leerlingen zijn, na afgelegd examen toegelaten tot de voorbereidende klasse der rijks normaallessen. Ten vorigen jare kon dat bewijs slechts aan één leerling uitgereikt worden. GEMEENTERAAD. No. 4. Zitting van Woensdag 5 April 1882. Voorzitter de Burgemeester A. Maclaine Pont. Tegenwoordig 14 leden. Afwezig de heer J. C. Vonk met kennisgeving. De Voorzitter opent de vergadering, waarna 1. de notulen der vorige vergadering worden gelezen en goedgekeurd. 2. Deelt de Voorzitter mededat op 2 Maart 1.1. eeuige buiten dienst gestelde goederen verkocht zijn voor f 139.20. Voor kennisgeving aangenomen. Zjjn medegedeeld de sedert de vorige vergadering ingekomen stukken. 3. Brief ten geleide van het goedgekeurde raadsbesluit tot voldoening van 1 150,aan het bestuur der afdeeling Alkmaar van de Holl. Maatschappij van Landbouw, als bijdrage in de kosten der gehouden tentoonstelling van vet vee. 4. Ontvang-bericht der verordening tot regeling van het brandwezen. 5. Brief ten geleide der goedgekeurde verordening op de heffing en invordering van een gemeentelijk vergunningsrecht op den kleinhandel in sterken drank. 6. Jaarverslag van het burgerweeshuis over 1881. Op 1 Jan. 1881 bedroeg het aantal weezen 48, als 24 jongens en 24 meisjes, waaronder 2 bestedelingen. In den loop van het jaar kwam 1 jongen in en vertrokken 2 jongens en 1 meisje wegens het bereiken van den 18jarigen leeftijd, zoodat de bevolking op 31 Deo. bestond uit 46 weezen: 2 behoorden tot de Evang. Luthersche en 44 tot de Ned. Herv. gemeente. 9 jongens en 11 meisjes bezochten de tussehenschool, 1 meisje bewaar 2 jongens burgeravondschool, 1 meisje normaal 11 groote meisjes en 2 werkjongens genoten 2 maal per week privaat-lessen in het huis: 2 jongens bezochten de am bachtsschool en 1 ontving privaatles in wiskunde. In bet, R. C. weeshuis werdeu 27 weezen verpleegd tegen de bepaalde uit- keering van f 40,Van de in het gesticht aanwezige jongens werden opgeleid 1 tot wagenmaker, 4 tot timmer man 1 tot machinist1 tot letterzetter1 tot tabaksker- ver1 tot verwer1 tot smid, 1 tot zeilmaker en 2 tot kleer maker. Het ingebrachte arbeidsloon der werkjongens beliep 928,87. De gezondheidstoestand was vrij gunstig2 weezen werden in het gasthuis aan roodvonk verpleegd. Van eenige ingekomen giften werd een seraphineorgel aangekocht. No. 3 tot en met 6 voor kennisgeving aangenomen. 7. Rekening der Kamer van koophandel en fabrieken over 1881. Gesteld in handen van de commissie van financiën om bericht en raad. Van Bnrgemeester en Wethouders. 8. Mededeeling, dat iu September 1880 eenige te Egaiond- biunen woonachtige schippers verzochten, het onder Alkmaar gelegen gedeelte der Hoevervaart uit te diependaar dit gedeelte vrij ondiep was. Daarop werd geantwoord dat geene vrijheid gevonden werd tot eenige uitdieping in dat deel der vaart over te gaan, zoolang het onder de gemeenten Egmond - binnen en Egmond aan Zee gelegen gedeelte niet over de ge- heele oppervlakte op behoorlijke diepte was gebrachtdaar eene gedeeltelijke uitdieping hun toch niet baten zou. Aan dit toen door hen geuit verlangen is thans voldaan bij eene door den gemeente-architect gedane opneming is ge bleken dat de vaart onder de gemeenten Egmond-binnen en Egmond aan Zee thans behoorlijk uitgediept is. In verband daarmede wordt voorgesteld, nu ook over te gaan tot de uit dieping van het onder Alkmaar gelegen deel volgens de door den gemeente-architect opgemaakte profillen eene uitgave zullende vorderen van f 591,nader te vereffenen op de ge- meentebegrooting voor 1882 zullende de uitvoering van dit werk in het openbaar aanbesteed worden. Op voorstel van den heer Stoel dadelijk behandeld en na eene korte bespreking met algemeene stemmen aangenomen. 9. Mededeeling, dat in Eebruari 1.1. C. van den Brink aan geschreven is om den weg, bekend onder den naam van Asch- straattusschen de perceelenkadastraal bekend in Sectie E. onder Nos. 727 en 72S, van den openbaren weg af te scheiden overeenkomstig art. 17 der verordening op het bouwen en sloopen, of zoo hij die afscheiding op andere wijze mocht wen- schen te doen, zich tot den raad te wenden, aan welke aanschrij ving niet voldaan is geworden Daar de toestand aldaar niet langer mag voortduren, vragen Burg en Weth. machtiging, die afscheiding overeenkomstig art. 180 der gemeentewet temaken en daar op de gemeentebegrooting daarvoor geene gelden be schikbaar zijn, een voorloopig crediet van 1100,- te verleenen, om die Kosten later op de bezittingen van den nalatige te ver halen. Ter lezing gelegd. 10. Dankbetuiging van de afdeeling Alkmaar der Hollandsche Maatschappij van landbouw voor den zeer gewaardeerden steun, aan hare tentoonstelling van vet vee verleend. Voor kennisgeving aangenomen. 11. Verzoek van de heeren C. de Groot, Jb. Koeman, E. Conijn Jbzn. te Egmond aan Zee, Jb. Conijn te Egmond aan den Hoef, W. A. van Bommel te Broek op Langedijk en G. E. A. van Hall te Amsterdam onder overlegging van be hoorlijk uitgewerkte plannen, om concessie voor den aanleg en de exploitatie van een paardentramweguitgaande van den Limmerhoek door de stad Alkmaarmet verbinding naar het station van den spoorweg naar Egmond aan den HoefEg mond aan Zee, Egmond Binnen, Bergen en Heilo 12. Verzoek van P. Hemmelder, wagenmaker alhier, om ver gunning tot het uitstallen van rijtuigen op gemeentegrond, voor het perceel aan den Dijk No. 18. 13. Verzoek van C Groot, koopman alhier, om vergunning tot het blijven uitstallen van rijtuigen op Zaterdag in de Ach- terbouttil 14 Verzoek van N. Dekker, koopman in boter, kaas, spek en verhuurder van bandwagens alhier, om vergunning tot het plaatsen van handwagens voor zijn huis aan den Dijk, No. 7. Nos. 10 tot en met 14 gesteld in handen van Burg. en Weth. om bericht en raad 15. Verzoek van Mej. E. Schuyt Best, om ontslag met 1 Juni a.s. als onderwijzeres aan de openbare school voor meisjes, als benoemd aan eene dergelijke inrichting te Hoorn. Eervol verleend met ingang van 1 Juni a.s. of zooveel vroe ger als in de vacature mocht zijn voorzien. 16. Verzoek van den heer C. Moerbeek, koopman alhier, om vergunning tot het leggen van een spoor tot vervoer zijner koopmansgoederen van het vaarwater tot zijn pakhuis in de steeg aan het Lutik Oudorp, bij het perceel no. 73. Gesteld in handen van Burg. en Weth. om bericht en raad. 17. Verzoek van J. Oldenburg, pachter van de Sluis en den Overtoom aan de Zes Wielen, om zijn in de vorige vergade ring afgewezen verzoek op nieuw in overweging en gunstige beschikking te nemen op de volgende gronden van billijkheid dat in de bij die sluis behoorende tapperij, die vermoedelijk van de daarstelling der woning en sluis bestaan heeft, gedurende het belastingjaar 1880/81 ougeveer 1000 liters sterke drank in bet klein verkocht is, behalve likeuren en bier dat dit debiet aan den tapper eene bruto winst van ten minste 600,af wierp dat zulks door den pachter vóór het aangaan der pacht was onderzocht en berekend en alzoo door het verbod, by de drankwet voorgeschreven, hem een voornaam deel zijner inkom sten was ontnomen. De Voorzitter stelt voor dit verzoek ter visie te leggen. Bij de hierover gevoerde beraadslaging werd door verschil lende leden het wenschelijke erkend, om den pachter te gemoet te komen, nu hij zich niet langer op recht, maar op billijkheid beriepalleen openbaarde zich verschil van gevoelen over de wijze, waarop dit zou geschieden. De meening werd voorgestaan, dat men moest handhaven het in de vorige vergadering geno men besluit, om dan na afloop van ieder paehtjaar eene kwijt schelding van pacht te verleenen tot zoodanig bedrag, als aan getoond kon worden dat geleden was een ander lid wenschte het onderzoek naar die schade aan Burg. en Wethouders op te dragen. Daartegen werd aangevoerd het onmogelijkeom met zekerheid die schade te berekenen. Ten slotte werd op voorstel van den heer mr. A. P. de Lange met 13 stemmen tegen 1 stem van den heer Verhoeff besloten, den verzoeker te kennen te geven, dat de raad op gronden van billijkheid bereid was, hem als pachter te ontslaan met 1 Mei 1883. De sluis kon dan met ingang van dien dag op nieuw verpacht worden en een besluit in dien geest was de meest eerlijke en billijke han deling tegenover den pachter, wien men daardoor belangrijk te gemoet kwam. Zijn in behandeling genomen de volgende voor de leden ter lezing gelegen hebbende stukken. 18. Verzoek van Ged. Staten om in het besluit tot regeling der jaarwedden van het onderwijzend personeel, in de vorige vergadering vastgesteld, ook nog optenemen de jaarwedde van den onderwijzer in het teekenen en de gymnastiek zijnde het besluit tot vaststelling der jaarwedde van bet hoofd der tweede tussehenschool goedgekeurd. Burg en Weth. stellen voor, aan dat verlangen van Ged. Staten te voldoen. Aangenomen wordende gelijktijdig op voorstel van Burg. en Weth. nog eene wijziging gebracht in de eischen van bekwaam heid voor de le onderwijzeres aan de openbare school voor meisjes. 19. Verzoek van het burgerlijk armbestuur, om machtiging tot het doen van af- en overschrijvingen in zijne begrooting voor 1881. De commissie van financien stelt voor, die mach tiging te verleenenbehoudens het nader grondig onderzoek der uitgaven bij het nazien der rekening. Aangenomen. 20. Suppletoire begrooting voor het burgerweeshuis voor 1881 en verzoek van regenten van dat gesticht, om machtiging tot bet doen van af- en overschrijvingen in hunne oorspronke lijke begrooting voor 1881. De commissie van financien stelt voor die suppletoire begrooting in ontvang en uitgaaf vast te stellen op f 338,39, en de gevraagde machtiging te verleenen, onder uitnoodiging voortaan den aankoop der verschillende be- noodigdheden zoodanig te regelen, dat in gewone omstan digheden de op de begrooting toegestane sommen niet over schreden worden. Aangenomen. 21. Rapport der commissie van financiën op het verzoek van den heer M. Grootlandeigenaar in de Schermeer, om van de gemeente te mogen koopen een stukje grond aan den Omval, groot 8 aren 3D centiaren. In 1817 was door Burgemeesteren van Alkmaar aan Jacob Sijssenaan den Steenweg op zijn verzoek tot wederopzeggens toe vergunning verleend dit hoekje grondgenaamd liet paar- denkerkhof, te gebruiken, mits behoorlijk onderhouden wordende en een steunsel aan de zijde van den straatweg te zijnen kosten makende. Uit den staat der in dien tijd betaald wordende recognitiën en erfpachten blijkt, dat jaarlijks met November voor dat gebruik eene recognitie van drie gulden betaald moest worden. Later ging het in gebruik over bij nu wijlen Hendrik Smit en wordt thans in gebruik bezeten bij den heer Groot. Op dat stuk grond werd indertijd een buis gezet, dat in den laat- sten tijd in zulk een vervallen toestand geraakte, dat Burg. en Weth. hem uitnoodigden bet te sloopen, ter voorkoming dat zij de onbewoonbaarverklaring aan den raad voorstelden en daar zij meendendat de voor dat gebruik betaald wordende som volstrekt niet geëvenredigd was aan de tegenwoordige waarde van den grondverzochten zij hem tevensdat ter rein na die slooping weder ter beschikking der gemeente te stellen. Tot de slooping verklaarde hij zich bereid, doch tevens gaf hij den wensch te kennen, dien grond tegen billijken prijs van de gemeente te koopen. Burg. en Weth. antwoordden, dat zij bereid waren, den raad voor te stellen aan dat verzoek te voldoentegen betaling van f 2000,en onder de verplig- ting van de op de levering en overdragt vallende kosten voor zijne rekening te nemen. Deze koopsom achtte de heer Groot te hoog en nadat bij zich verzekerd hsd, dat zij ongenegen waren hunne vraag te ver minderen, verzoekt, hij thans den raad, hem dien grond voor f 400.af te staan, om daarop een of meer woningen te stich ten overeenkomstig de politie-verordeningen. De commissie ver klaart in de eerste plaats in afstand van dien grond, die voor de gemeente-dienst niet behouden behoeft te blijven, geen be zwaar te zien. Kan zij dus ondersteunen bet verzoek om afstand, omtrent de waarde verschilt zij met den verzoeker en stemt zij meer in met de meening van Burg. en Weth. Dat deze grond niet als bouwterrein in aanmerking kan komen, wordt reeds voldoende weersproken door de mededeeling van den verzoeker zeiven, dat hij daarop een of meer woningen wil bouwen, doch bovendien is dit terrein, gelegen aan den weg en de vaart, zeer goed te gebruiken voor eene los- of bergplaats. Uit dat oog punt beschouwd heeft deze grond bier zeker waarde. Nu moge de gevraagde som van f 2000,—, gebaseerd op eene koopwaarde van ongeveer f 2,50 per centiare, wat hoog zijn, wanneer men bedenktdat de gemeente voor bouwterrein in de kom der ge meente of in de onmiddelijke nabijheid steeds f 4,-per cen tiare gevraagd en bekomen heeftdan gelooft zijdat voor dezen buiten de gemeente gelegen grond een prijs van 2, per centiare niet te hoog kan worden genoemd. Zij stellen in verband daarmede voor, dien grond aan hem aflestaanonder verplichting, dat de kosten vallende op de overdragt en leve ring door hem gedragen worden en tegen eenen koopprijs van f 2,-- per centiare. Aangenomen, onder bijvoeging dat de heer Groot zich bin nen ééne maand moet bereid verklaren, of hij dien grond tegen dien koopprijs in het geheel uitmakende f 1660,aanvaardt. De heer Mr. A. P. de Lange bleef buiten stemming, als gemachtigde van den verzoeker. 22. Verzoek van Burg en Weth. om machtiging tot het doen van eenige af- en overschrijvingen in de begrooting voor 1881 met rapport der commissie van financiën waarbij wordt voor gesteld, de machtiging te verleenen behoudens het nader gron dig onderzoek der uitgaven bij het nazien der rekening. Aangenomen. 23. Verzoek van den beer J. C. Vonk, procureur, om ver gunning tot het maken van een ijzeren hek aan de Oudegracht bij zijne perceelen No. 111 en 112, in plaats van den steenen muur, die door hem zal worden gesloopt. Burg. en Weth. stel len voor, die vergunning onder de gewone voorwaarden te ver leenen. Aangenomen. 23. Voorstel, om aan den heer W. J. Schoon, vroeger bier brouwer, thans zonder beroep, tot wederopzegging toe vergun ning te verleenen tot het maken eener hooiberging ten deele van bout op zijne boerderij Brittanje, Dabij Middenhout. Aangenomen. 24. Worden benoemd: a. tot leden der commissie, die met den Burg. en den secretaris de aanstaande audiëntie van Z. M. den Koning te Amster dam namens de gemeente Alkmaar zullen bezoeken, wordende de heeren Verhoeff en Vonk, en overige leden als plaatsver vangers aangewezen. b. tot leden der commissie, bedoeld bij art 12 en 15 der wet op de schutterijen, de heeren C. W. Bruinvis en J. C. Koorn en tot plaatsvervangende leden de heeren Bruinvis de Lange en T. L. Koorn. 25. Gaat de vergadering over in eene zitting met gesloten deuren, na heropening waarvan met algemeene stemmen, zonder hoofdelijke stemmingwerd aangenomen het door de commissie van financiën ondersteunde voorstel van Burg. en Weth. om op de dienst 1882 eene som van drie honderd gulden ter hunner beschikking te stellen, om daarmede op zoodanige icijze, als hun het meest geschikt voorkomtaan de verschillende vrijwillige brand weerkorpsen van gemeentewege een blijk van ingenomenheid te geven met de uitstekende diensten, in hun nagenoeg driejarig bestaan door hun snel en flink optreden reeds menigmaal aan de gemeente en de ingezetenen bewezen. 26 Bij de gewone rondvraag door den Voorzitter vraagt de heer Kraakman aan Burg. en Weth., in verband met de bij eenige branden te Rotterdam gebleken noodzakelijkheid om bij brand voldoende reddingstoestellen voorhanden te hebben of hier reddingtoestellen aanwezig zijn en of zij al dan niet voldoende kunnen worden geacht Hij ontving bij deze

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1882 | | pagina 3