No. 54.
Vier en tachtigste Jaargang
1882.
VRIJDAG
5 MEI.
Stedelijk Museum.
FEUILLETON.
2> AAN HET STRAND.
Prijs der gewone Advertentiën
©fRctccl (Se&celte.
ISuiteniaub.
ALKIHAARSCHE
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door
het geheele Rijk f 1,
De 3 nummers 0.06.
COURANT.
Van 15 regels f 0,75; iedere regel meer/"0,15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON
Bezichtiging tegen 10 cents de persoon ZONDAG,
7 M e ivan 1 tot 3 uren.
KOSTELOOZE bezichtiging op ZONDAG, 14 Mei,
waarvoor toegangkaarten te verkrijgen ter vergadering
der Commissie van toezicht op DONDERDAG, 11 Mei,
's namiddags 2 uren ten stadhuize.
Verder wordt herinnerd, dat het Museum iederen
MAANDAG en VRIJDAG, van één tot drie
uren des namiddagskan worden bezichtigdtegen
f 0,25 per persoon.
De persoon van CORNELIA. BORST wordt verzocht zich
ter secretarie dezer gemeente aan te melden.
DUITSCHLAND, Het pruisische Heerenhuis nam
den 1 de kerkelijk-staatkundige wet in behandeling.
De minister van financien verklaarde, dat hij met haar in
staat zou zijn, verscheidene in de Meiwetten voorkomende
punten geheel anders te regelen. Zelfs na de verwer
ping van de artikelen 4 en 5 door het huis der afge
vaardigden werd deze wet door de regeering uitvoer
baar geacht, omdat men, nu >de regeering zulke groote
bewijzen van vredelievendheid gegeven had verdere
toegevendheid van de zijde der Curie verwachten mocht.
De aanneming van het zoogenaamde bisschopsartikel
verzekerde niet de terugkomst der bisschoppenzelfs
viel het te betwijfelen, of de toepassing van dat artikel
aanbevelenswaardig wasmaar toch was het goed, aan
de regeering, de bevoegdheid te geven. Ten slotte
ried hij de aanneming van de voorstellen der commis
sie aan. Art. 1 en 2 (bisschopsartikel) werden daarop
dienovereenkomstig aangenomen art. 2 met 84 tegen
36 stemmen. Den volgenden dag werden de overige
artikelen mede aangenomen en daarna het geheele ont-
werp met 87 tegen 32 st.
ENGELAND. De Koning en Koningin der Neder
landen verlieten den 1 met hun gevolg Londen, nadat
het stadsbestuur van Londen zijn adres aangeboden had,
de bestuurders van het gild der scheepsbouwmeesters
den Koning het eerelidmaatschap van hun beroemd gild
overhandigd hadden en de Koning het huisdoor den
hertog van Wellington indertijd bewoond en thans door
zijnen zoonbezocht had. De voornaamste prinsen en
prinsessen deden hen aan het station uitgeleide, terwijl
de hollandsche gezant en de consul hen tot Queensbo-
rough vergezelden. De consulde heer Maijis be-
noemd tot commandeur van den gouden leeuw van
Nassau en de directeur van den spoorweg ontving van
den Koning een kostbare diamanten speld.
II.
Zeer vroeg in den volgenden morgen werd zacht een
venster in de eerste verdieping eener kleine villa
geopend en het bleekelieve kopje van Edith ver
toonde zich. Het meisje haalde zwaar en diep adem
alsof ze in de kamer op 't punt ware geweest van te
stikken daarna zette zij zieh op de vensterbank en
vleide het hoofd tegen het harde kozijn. Zij had de
oogen gesloten 't was zoo ook beter dan ze open te
houden zij zou toch niets anders zien dan het liefe
lijk plekje waar ze h e m het eerst had ontmoethem,
wien zij haar jongonervaren hartje zoo gaarne had
geschonkenom het later verscheurd en verraden weer
terug te nemen.
In hare verbeelding bevond zij zich weder op den
Heidelberger Schloszberg en met verrukking zag zij in
het schoone Neckerdal neer, z<5ó schoonzóó liefelijk
dat zij zich onmogelijk van dit tooneel kon afwenden
afschoon hare ouders reeds waren vooruitgeloopen.
Eindelijk riep hare moeder ongeduldig„Edith Edith!"
waarop zij zich haastig omkeerde. Geheel in het verge
zicht verdiepthad zij niet bemerkt dat haar iemand
genaderd wasmaar bij hare snelle wending stootte
zij met hare parasol tegen eenen hoed zij zag op en
hare blikken ontmoetten die uit een paar donkere
mannenoogen die lachend het verschrikte meisje aan
staarden, terwijl de eigenaar j er van beleefd zijnen hoed,
met een fermen buil er inafnam. Tot over hare
ooren kleurend mompelde zij een paar woordendie
eene verontschuldiging moesten verbeeldenen liep
toen snel voort.
Des middags in het hotel zat de vreemdeling tegen-
Lagerhuis. Den 1 werd van regeeringswege op
gedane vragen geantwoord dat niets met zekerheid
bekend was omtrent de bedoeling n van den Sultan
ten aanzien van het invoeren van hervormingen in
Turkije. Alleen had hij den engelschen gezant herhaal
delijk zijn voornemen daartoe medegedeeld. Verder
dat alle mogendheden, die op de bijeenkomst te 's Hage
over de visscherijen vertegenwoordigd warenZweden
en Noorwegen uitgezonderd de opgemaakte overeen
komst goedgekeurd hadden. Den 2 zouden Engeland's
gemachtigden naar Nederland vertrekken, om d e over
eenkomst te onderteekenen. Bj de voortgezette be
handeling van het wetsontwerp tot wijziging van het
reglement van orde werd daarop na langdurige beraad
slaging met 220 tegen 164 stemmen verworpen het
amendement van het iersche lid O'Donnellom aan
de ministers en niet aan den voorzitter het recht toe
te kennen tot het voorstellen van de sluiting der be
raadslaging. Den 2 deelde minister Gladstone mede
dat naar Ierland bevel gezonden wasom de parle
mentsleden Parnel!Dillon en O'Kelly, die gevangen
zaten op vrije voeten te stellen (den 2 's avonds II
uren geschiedde zulks werkelijk) en om de lijsten dei-
gevangen zittende personen nauwkeurig te onderzoeken,
met het doel allen vrij te laten die zich niet aan mis
daden medeplichtig hadden gemaakt (9 verdachten zijn
inmiddels ook reeds los gelaten). Minister Eorster had
zijn ontslag genomen, omdat hij de verantwoordelijkheid
voor deze maatregelen niet op zich wilde nemen. De
regeering wilde de dwangwet niet vernieuwen maar
maatregelen nemen ter bescherming van leven en eigen-
dommen in Ierland. Het hoofd der oppositie Northcote
vond dat de staat van zaken in Ierland van zoo ern-
stigen aard was gewordendat men onmogelijk daar
van te veel kon zeggen. Hij keurde af het besluit der
regeering om de verdachten op vrije voeten te stellen,
onder bijvoeging dat de staatkunde der regeering zoo
aarzelend wasdat oo}< daardoor tot verzwakking van
het gezag bijgedragen was. In zijn antwoord zeide
minister Gladstone, dat het voorafgegane aftreden van
den Onderkoning van Ierland volstrekt niet in verband
staat met dat van den minister Eorster. De voorge
nomen maatregelen zouden strekken ter bevordering
der rust en goede orde in Ierland. Het was alleen
noodigdat snel gehandeld werd.
FRANKRIJK. De Kamer hervatte den 2 hare open
bare zitting. Eene interpellatie van den heer Guichard
over de uitoefening der ministeriëele verantwoordelijk
heid zal den 4 door de regeering beantwoord worden.
OOSTENRIJK-HONGARIJE. Het oostenrijksche
Huis der afgevaardigden besloot den 1 met algemeene
stemmen, over te gaan tot de artikelsgewijze behande
ling der voordracht op het toltarief.
RUSLAND. De vervolgingen der Israëlieten gaan
steeds voort. Telkens worden nieuwe wreedheden ver
over haar aan tafel. Den volgenden dag nam hij in
dezelfde coupé plaats van den trein naar Manheim
als zij en hare ouders die zich het interessant gelaat
nog van den vorigen dag herinnerdenknoopten een
gesprek met hem aan. Hij bleek een man te zijn
die zijn gezelschap waard wasen toen hij in den loop
van het discours losweg mededeelde dat hij evenals
zij het plan had met den trein tot Mainz en verder
per boot den Rijn af tot Keulen te reizen maakte
men kennis en wisselde de naamkaartjes. Op bet zijne
stond: OTTO von PRACHSmed. doet. Edith was ge
durende den spoorwegrid in het oogvallend stil. Zij
keek voortdurend uit het venster naar buiten of bla-
derderde gedachteloos in Badeker; maar eigenlijk zag
zij evenmin de lachende velden daarbuiten als de re
gels in het boek maar alleen en altijd weer de vrien
delijke oogen van den vorigen dag. Zijne zachte
en toch krachtige stem streelde hare ooren als muziek;
't liefst zou zij hebben gewild dat voortdurend niemand
dan hij hadde gesproken, de anders zoo dierbare stem-
meD harer ouders klonken haar, bij de zijne vergeleken,
hard en onaangenaam in de ooren.
Den volgenden morgen evenwel was zij weer opge
ruimd en spraakzaam de droombeelden van den vori
gen dag had zij uit haren geest weggevaagd ze tot
ééne enkele zoete herinnering bijeen vergaard en die
zorgvuldig weggeborgen in het meest verborgen hoekje
van haar hartopdat geen onbescheiden oog of oor
er ooit iets van zou zien of hooren. Zij lachte en
schertste met vader en moeder en met hemen was
weer geheel en al het gelukkige kind van voorheen
het koesterend zonnestraaltjedat alles wat het be
schijntverwarmt en verlicht.
Op de stoomboot zette de dokter zich naast haar op
een stapel scheepstrossen neder en verhaalde haar de
sagen van den Rijn. Hare ouders luisterden in den
beginne ookmaar toen zij in een bejaard echtpaar
op de boot een paar oude kennissen herkenden uit
hunne vroegere woonplaats thans woonden zij sedert
nomen. Het treurigste verschijnsel daarbij isdat de
overheidspersonen, in plaats van ze tegen te gaan, ze
in de hand werken behalve nog het bevelhier en
daar gegeven, om niet langer aldaar te verblijven, bij tien
en honderdtallen te gelijk. Een paar staaltjes ten be
wijze hiervan. Eene oude israëlitische vrouw te Moskou
kreeg bevel de stad te verlaten. Zij legde daarop eene
verklaring van een geneesheer overdat zij sterven
zou, zoo zij verhuizen moest. De politie vroeg toen aan
den geneesheerhoe lang zij nog zou kunnen leven.
Tien dagen was het antwoord. Haar werd daarop
vergund nog tien dagen te blijvenmaar zoo zij dan
nog leefdemoest zij onverbiddelijk weg. Te Balta
werden den eersten dag, toen de plunderingen aanvin
gen, een 20tal schuldigen aangehouden doch den vol
genden dag op hun verzoek weder losgelaten waarop
zij onmiddelijk het vernielingwerk weder voortzetten.
Een aanzienlijk koopman kreeg 12 soldaten voor zijne
deur om hem te beschermen. Toen de plunderaars
kort daarop eene omheining vernielden en het huis van
den koopman binnen drongen verklaarde de bevel
hebber kortafdat hij er niets aan doen kon
want dat men bevolen hadniemand door de
deur in dat huis te laten. Den 27 Maart ont
bood het hoofd der politie eenige geachte israëlitische
ingezetenen bij zich en zeide hun dat hij vele naam-
looze brieven over aanstaande rustverstoringen ontvan
gen had waarom hij hun aanraadde op hunne hoede
te zijn. Hun verzoek, om op eigen kosten rustbewaar
ders aan te stellen, werd echter van de hand gewezen.
Den 2 April bij het ontstaan van nieuwe rustversto
ringen werden diezelfde lieden ontboden en gewezen
op het gevaarlijke van den toestand. Tot hunne gerust
stelling werd daaraan toegevoegd, dat de politie soldaten
had en voor alles ingestaan werd. Zoodra het oproer
uitbrak, werden de militairen wel opgeroepen, doch zij
deden niets. Geen der overheidspersonen was te spreken,
Sommigen waren zelfs afwezig. De districts-bevelhebber
verklaarde het niet de moeite waard te achten zich
met eene vechtpartij in te laten. Op het verlangen
van sommige personen dat de oproermakers gevangen
zouden worden genomen, werd eenvoudig geantwoord
dat zij zich met hunne eigen zaken moesten bemoeien.
In de onder-officiersehool zelfs werden aan Israëlieten
behoorende goederen gevonden, door welk feit het ver
moeden voor de hand ligtdat de soldaten met de
oproerlingen gemeene zaak maakten. De Keizer, voor
wien door generaal Ignatieff de werkelijke toedracht
der zaak geheim was gehoudenheeft eene commissie
van onderzoek afgevaardigdnadat hem uit de Golos
de bizonderheden van de wreedheden, te Balta gepleegd,
bekend waren geworden.
De groote brandwaarvan melding gemaakt is
heeft den 26 niet te Kamenez-Padolsk maar te Mo-
hilew-Padolsk plaats gehad. Ruim 100 huizen van is-
raëlieten zijn verbrand.
De minister van binnenlandsche zaken spreekt offi-
jaren in Dresden liepen zij op deze toe en lieten
de jongelui alleen. De dokter vertelde altijd door
hij was aan den Rijn geboren en de sagen van zijn
land waren hem steeds lief en dierbaar geweestdoch
nimmer liever en dierbaarder dan thans nu zij al
naar hunnen inhoud hem in staat stelden een lachje
of een droevigen trek te tooveren op het lieve gezichtje
van zijne aandachtige toehoordster. En bij de boeiende
geschiedenissen uit lang vervlogen tijden voegden zich
de vroolijkheid en blijheid van het tegenwoordige. O,
het leven was toch wonderschoon
Dr. von Prachs kon er niet toe besluiten zich te
Keulen van zijne nieuwe vrienden te scheiden. Hij
voer den Rijn weer met hen op en vergezelde hen tot
Wiesbaden Edith's vader zou daar namelijk gedurende
een paar weken een kuur ondergaan. En de heer
Haff had dit nog geene maand lang volgehouden toen
op zekeren morgen de heer von Prachs hem de hand
zijner dochter vroegwelke door de opgetogen ouders
met vreugde en met Edith's volkomene toestemming
geschonken werd. Zij toch meenden den degelijken
jongen geleerde in dien korten tijd grondig genoeg
te hebben leeren kennen en waardeerenom over
tuigd te zijn dat het geluk van hun kind aan zijne
zijde verzekerd was. Het jonge meisje zelf was een
en al liefde, een en al geluk. Een ieder, die met haar
in aanraking kwam werd getroffen door haren geesti-
gen verstandigen kouthare heldere en origineele
invallen ieder benijdde den gelukkigen bruidegom
kortom zij was overal de heldin van den dag.
Toen Edith op eenen morgen met haren dokter langs
de promenade heen en weer liep, verschrikte hij op
eens zichtbaar en hevig, en toen zij hem verwonderd
aanzag bemerkte zijdat hij met een vaal bleek ge
laat op een groepje mensehen staarde die op het ter
ras der kurzaal vroolijk en luidruchtig bijeen zaten.
Het middelpunt er van was eene jonge dame, groot,
schoon slank en zeer opzichtig gekleed de overigen
waren heeren. Het scheendat men met elkander