No. 55. Vier en tachtigste Jaargang. 1882. ZONDAG Stedelijk Museum. Bedenkelijke volksbewegingen. FEUILLETON. 3> AAN HET STRAND. 7 M E I. Prijs der gewone Advertentiën Dit nummer bestaat uit twee bladen. EERSTE BLAD. (Dfóciëcl (ftcbeelte. Nationale Militie. COURANT. Van 1—5 regels 0,75; iedere regel meer f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HEBMs. COS- TER ZOON ALKMAARSCHE Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1, De 3 nummers f 0.06. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen in herinnering, dat het nederwerpen of nederleggen van puin, grind, afbraak, takken of dergelijke voorwerpen op de aangewezen puinplaatsen bij artikel 12 der verordening op de gemeente-reiniging van 17 Augustus 1881 verboden is tus- schen V rigdagavond na zonsondergang en des Maandags voor sonsopgang. Zij noodigen de ingezetenen dringend uit, niet in strijd met dit in den laatsten tijd telkens overtreden voorschrift te handelenzijnde aan de politie opgedragen tegen de over treders onmiddelijk proces-verbaal op te maken. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 5 Mei 1882. Be Secretaris, NUHOUT van dek VEEN. De PASPOORTEN der Militie voor de manschappen der iigting van 1877 zijn, voor zoover zij ontvangen zijn, ver krijgbaar aan de gemeente-secretarie voor de belanghebbenden. Bezichtiging tegen 10 cents de persoon, ZONDAG, 7 M e ivan 1 tot 3 uren. KOSTELOOZE bezichtiging op ZONDAG, 14 Mei, waarvoor toegangkaarten te verkrijgen ter vergadering der Commissie van toezicht op DONDERDAG, 11 Mei, 's namiddags 2 urenten stadhuize Verder wordt herinnerd, dat het Museum ieder en MAANDAG en VRIJDAG, van één tot drie uren des namiddagskan worden bezichtigdtegen 0,25 per persoon. P O L I C I E. Ter terugbekoming is aan het Commissariaat van Policie het navolgende gevondene voorhanden twee huissleutelsdrie kleine sleuteltjes aan een ringetje; een schooltasch, waarin een grif- ieldooseen strikje, waaraan een zilveren kruisje; een bloed koralen halskettingjewaaraan een gouden medalj oneen stalen beursje, waarin eenig klein geld; een hooge heeren hoed; een schilderstrapeen zakmeseen rozenkranseen rood beenen oorbelletje; een zilveren overhemdsknoopje en een herlijn-zilveren knop, waarop een paardafkomstig van een paardentuig. De berichten omtrent de vervolging der Joden in Rusland luiden steeds bedenkelijker. Wat gemeld wordt betreffende het gebeurde te Baltaeen stadje van 12000 inwoners in West-Rusland, gouvernement Po- doliëmoet ieder met afgrijzen en verontwaardiging vervullenen stelt de houding van de politie in een zeer wonderlijk licht. Aanvankelijk, schrijft men, heb ben de Joden zich tegen den aanval van bet gepeupel verzeten wel met goed gevolg maar toen is de po litie tusschen beiden gekomen en heeft de Joden ver boden zich gewapenderhand te verdedigenja zelfs eenige Joden gevangen genomen. Dat de politie tus schen beide komt wanneer er in de straten wordt gevochten is geheel in den regeldat is haar plicht maar geheel in strijd met den regel is hetdat zij zich richt tegen de aangevallenen haar plicht kan niet anders medebrengen dan hen tegen de aanvallers te beschermen. Dat iemand zich verdedigten gewa penderhand verdedigt tegen een woeste bende die zijn huis zijn bezittingen zijn gezin en zijn persoon aan valt die plundertmishandelt en moordtis een zoo natuurlijk rechtdat het nergens en niemand ontzegd kan worden. De politie had te zorgen dat het zoo ver niet kwam zij had dien aanval moeten voorkomen. Is zij daarin niet geslaagdkwam zij te laatwerd zij verrast door een onverwachten oploop dan behoorde zij zoo spoedig mogelijk de taak der verdediging van de aangevallenen over te nemen en daartoe alle hulp in te roepen die zij zich kon verschaffen. Is zij te zwak om die taak te vervullen dan strijdt het met alle be grip van recht en menschelijkheid den aangevallenen de bevoegdheid tot zelfverdediging te ontzeggen hun de wapenen daartoe te ontnemen en hen te straffen wanneer zij zich niet lijdelijk laten uitplunderen en mishandelen. Doet zij dit, dan kan zij de verdenking niet ontgaan, dat zij de aanvallers steunt, het geweld en het onrecht helpt dan wordt zij medeplichtig aan de gepleegde gruwelen Die vreeselijke verdenking rust thans op de Russische politie niet alleen te Balta, maar op vele andere plaatsen, die in meerdere of min dere mate de tooneelen waren van dezelfde ellende. Het onderzoek dat door onpartijdigen wordt ingesteld, zal daarover, naar wij hopen het noodige licht doen opgaan. Reeds vernamen wij dat de Engelsche con sul van Odessa naar Balta is gegaan om verslag te doen van hetgeen daar is voorgevallen. In elk geval was er in verschillende streken van Rusland genoeg tegen de Joden gebeurd om de politie tot waakzaam heid en het nemen van voorzorgsmaatregelen aan te sporen zoodat zij zich moeilijk zal kunnen verontschul digen door te beweren dat zij door de beweging is overvallen. Aan grieven van de bevolking tegen de Joden zal bet evenmin ontbrekenen onder die grieven aullen er zijn waarvan de rechtmatigheid tot zekere hoogte erkend zal moeten worden. Wanneer men bij voorbeeld bedenktdat de verkoop van sterken drank en het kroegboudersbedrijf, de kleinhandel en het voorschieten en leenen van geld in sommige streken van Rusland bijna geheel in hunne handen zijn, en dat slordigheid en zorgeloosheid in zaken bij de lagere standen er even weinig zeldzaam zijn als verslaafdheid aan den drank dan zal het niemand bevreemden dat er onder deze kroeghoudershandelaars en geldschieters worden ge vonden die van de gelegenheid om van deze ondeug- „A propos," zeide de heer Haff, „gisteren is ons tooneelgezelschap met eene nieuwe actrice verrijkt waarlijkeene allerliefste verschijningzij moet ook zeer goed spelenwillen we van avond de ,Angot' gaan zien?" „Gaarneverklaarde mevrouwhet jonge meisje knikte onverschillig met het hoofd sedert gisteren had zij alle liefhebberij op dit punt verloren. De dokter zeide bedaard: „U zult mij wel veroorloven aan dit twijfelachtige vermaak geen deel te nemen, niet waar j »TwÜfelacht'g Welgij zijt moeilijk te bevredigen dokter," antwoordde mijnheer vriendelijk. „Overigens moet die actrice, ofschoon men haar kortweg Juste noemt, van adel zijn." „Wie zegt dat stoof von Frachs op. „Nuniet zoo bar 1 Iedereen zegt hetde een be weert dat zij een von Schulze de ander houdt vol dat ze eene von Müller ishoe *t zij't komt er met op aanals zij maar goed speelten dat zullen we van avond kunnen beoordeelen." Men liet dit onderwerp varende ouders vroolijk en prettig, von Prachs gedwongen opgewonden, alleen Edith zat zwijgend in een schommelstoel, met gevou wen handenneergeslagen oogen en een hangend lipje. „Ga niet naar die voorstellingEdith", smeekte de dokter, toen hij in de schemering met zjjn meisje al leen was. „Waarom niet?" vroeg zij, terwijl zij hem met hare zielvolle oogen lang en onderzoekend aanzag. „Mijn hemel.Mademoiselle Angot' is geen stuk voor u,.en bovendien, het is schadelijk voor uwe gezond heid bij zulk een hitte een geheelen avond in eene stampvolle zaal door te brengen blijf liever te huis." „Acht dagen geleden was het veel warmer dan nu en toch liet gij mij gewillig naar de komedie gaan antwoordde zijen meer en meer versterkten zijne woorden haar in een duister vermoedendat zij had opgevattoen er over de nieuwe actrice gesproken werd. „Maar het stukhet stuk 1" drong hij aan. „Als het daarmede wezenlijk zoo erg gesteld was zou mijn vader mij niet meenemenzeide zij eenvoudig. Hij scheen nog iets te willen antwoorden, maar daar kwam mevrouw Haff binnen reeds geheel tot uitgaan gekleed en Edith spoedde zich naar hare kamer om toilet te maken. Zij had zich niet bedrogen: de nieuwe actrice, ma demoiselle Juste was de dame van de promenade. Zij speelde de rol van Clairette met zóóveel natuurlijkheid, dat het volkomen duidelijk wasdat zij baar eigen ka rakter weergaf. Edith beschouwde haar met een bit teren glimlach zij wist nuwaarom de dokter haar met alle geweld van het gaan naar de komedie had willen terughouden. Het wantrouweneenmaal door haar opgevatliet haar niet langer met rusthet verscherpte haar oog zoodat de uiterlijke verandering in Otto von Prachs, zijne lichtgeraaktheid, haar niet ontgingen; het verfijnde haar gehoorzoodat zij de koelheid van zijn sprekenhet gedwongene van zijnen lach waarnam. Er kwamen zelfs dagen, waarop de jongelui geen woord onder vier oogen wisselden, dewijl beiden zooveel mogelijk een tête a tête vermeden hetgeen huntengevolge van den uitgebrei- den kring van kennissen, die „de mooie Edith" steeds omgaf, vrij gemakkelijk viel. Wel verborg zij vaak des nachts haar hoofd in de kussens en weende zij heete tranenmaar over dag was zij opgeruimd en gelaten doch ondanks dat behoorde er voor dr. von Prachs eene groote mate van verstrooidheid toe om Edith's gemoeds toestand niet op te merken. Mademoiselle Juste liet veel van zich spreken niet alleen wegens de groote weelde in hare toiletten, maar den van het Russische volk voordeel te trekken schromelyk misbruik hebben gemaakt. Hun toenemende welvaart moest met de verarming van velen onder het volk een in het oogvallend contrast maken en de goeden moeten het gewoonlijk met de kwaden ontgelden. Niemand zal beweren, dat deze omstandigheden de ge pleegde wandaden kunnen rechtvaardigen of veront schuldigen. Zij kunnen ze alleen tot zekere hoogte verklaren en ook hierbij mag niet worden voorbijge zien dat de bijzondere wetten di© gedurende zoovele jaren aan de Joden geen andere middelen van bestaan overlieten krachtig hebben bijgedragen tot deze onge lukkige verhoudingen. Zij hebben van de Joden een afzonderlijke kaste gemaaktdie met de overige bevol king op min of meer vijandelijken voet stond en naar gelang de tijden beter of slechter waren was ook de toestand bevredigend of sterk gespannen. Het schijnt dat de Russische Regeering weinig kans ziet om daarin verbetering te brengen de middelen om daartoe te geraken niet wil beproeven of meent niet te kunnen doorzetten voor de beweging het hoofd buigt en het nog maar het beste vindt dat de Joden elders een goed heenkomen zoeken. Elders een goed heenkomen zoeken dat zouden thans velen in Egypte gaarne zien gebeuren met de Europeanendie allengs de voogdij over dit land heb ben op zich genomen. Egypte behoort aan de Egyp- tenaren is hunne leus, en geen vreemden hebben het recht om ons hier in ons eigen land de wet testellen. Op zichzelf is dat zeker volkomen juist; maar er is ongelukkiger wijze het een en ander gebeurd dat in dit land dien ongewonen toestand in het leven heeft geroepen en dat nu eenmaal niet ongedaan gemaakt kan worden. Het is waar, aan die vroegere gebeurte nissen is het Egyptische volk tamelijk onschuldig maar wat de vorst verbeurt, betaalt de goê ge meente. De schuldenlast waaronder het land gebukt gaat, ig het werk van vroegere bestuurders; maar van de schuldeischers kan niet verwacht worden dat zij daarom aan het volk de schuld zullen kwijtschelden. Evenmin zullen de Europeesche mogendheden, die tot de regeling van den hopeloos verwarden ffuanciëolen toestand hebben medegewerkter in bewilligen dat daarop zal worden teruggekomen en het toezicht der Europeesche ainbteuaren zal worden opgeheven dat zij, ook in het belang der buitenlandsche schuldeischers, noodig hebben geoordeeld. De vraag is nu in hoe verre zij zich zullen kunnen verstaan met de nationale partijdie zich onlangs onder aanvoering van Arabi- Bey op zeer onregelmatige wijze, maar gelukkig zonder groote verwarring of geweld, van het gezag heeft moester gemaakt. Daarover wordt zeer verschillend geoordeeld. Terwijl sommigen meenendat deze omwenteling tegen den Europeeschen invloed was gericht, verzekeren anderen ons dat zij een beweging is geweest van het best®, het eerlijkste en vaderlandlievendste deel van het volk tegen de vreemde indringers, Turken en Circassiers ook en vooral door hare dolle invallen en grappen. Zij maakte de hoofdschotel uit van de gesprekken der bab- belgrage badgasten, en derhalve was het niet te ver wonderen, dat Edith van haar doen en laten vrij goed op de hoogte was. De dokter kon bij dergelijke gesprek ken nooit zijne inwendige ontroering onderdrukken en telkens als hij op de promenade de in waarheid juno- nischt- gestalte der actrice onverwacht tegenkwam steeg het bloed hem naar de wangenhetgeen al spoedig allerlei aanmerkingen van de zijde der badgasten uit- loktezooals Edith tot haren smart ontdekte. Op zekeren dag vertelde een der badgasten baron von Honingeen der ijverigste vereerders van Edith schertsenderwijze, dat mademoiselle Juste weldra door een gehuwd man uit de hongaarsche aristocratie zou worden geschaakt. Edith, die, naast den dokter staande, dit verhaal in al zyne kleuren aanhoorde, overtuigde zich met een snellen blik dat zijn voorhoofd zich ern stig plooide en hij zijne verlegenheid niet goed meer wist te verbergen. Plotseling herinnerde hij zich dat hij eene zeer gewichtige boodschap vergeten had en met eenen afgemeten groet verliet hij het kleine ge zelschap. Edith waagde het niet op te zien; zij voelde, als t warede spottende blikkenwaarmede men von Prachs nakeek. Ten einde hare onrusthaar zieleleed zoo goed mogelijk te verbergen gtrekte rijouder ge dwongen vroolijkheid, hare morgenwandeling nog verder dan gewoonlijk uit. Bij hare tehuiskomst vernam zij dat een knecht zoo even een briefje had gebracht van dr. von Prachs dat niet anders inhield dan „Ik moet, wegens eene zeer gewichtige zaak onverwacht op reis 'k weet niet wanneer ik terug zal zijn. Uw Otto." Met trillende lippen las zij den brief drie viermaal over, daarna verscheurde zij hem in duizend stukken nog was zijne schuld niet geblekennog mocht zij ho pen dat hare duistere vermoedens slechts voortbreng selen waren harer fantaisie. Maar toen dienzelfden avond bekend werddat mademoiselle Justedie de hoofdrol zou vervullenniet in het komedie-gebouw

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1882 | | pagina 1