No. 56. Vier en tachtigste Jaargang 1882. WOENSDAG 10 M E I. Stedelijk Museum. FEUILLETON. 4> AAN HET STRAND. Prijs der gewone Advertentiën ©fBciêel (Scbccltc. H'alionale Afiilllic. Een alknmnrsch klooster-archief. Buitcnlanb. UMHtBSCin: COURANT. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1, De 3 nummers 0-06. Van 15 regels f 0,75; iedere regel meer f 0,15. G-roote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON De PASPOORTEN der Militie voor de mansckappeu der ligting van 1877 zijn, voor zoover zij ontvangen zijn, ver krijgbaar aan de gemeente-secretarie voor de belanghebbenden. Onderstaande personen worden verzocht zich ter secretarie dezer gemeente aan te melden Dirk Koger, 1. w. OudorpAbraham Mijts, 1. w. Heer Hugo Waard; AUjda Antonia Messing, 1. w. BaarnTrijntje Le Grand, 1. w. Abbekerk. KOSTELOOZE bezichtiging op ZONDAG, 14 Mei, waarvoor toegangkaarten te verkrijgen ter vergadering der Commissie van toezicht op DONDERDAG, 11 Mei, 's namiddags 2 uren ten stadhuize. Het jongste nummer der „Bijdragen voor de Geschie denis van het Bisdom van Haarlem" bevat een inven taris van het archief van het S. Catharina-klooster genaamd het Oude Hof, te Alkmaar (de tegenwoordige huizen van arrest en bewaring en van verbetering voor jongens). Het was ons eene aangename verrassing te ervaren dat deze verzameling niet in de dagen van „den troubel" verloren gegaan maar nog aanwezig is in de pastorie van S, Laurentius alhier. De heer deken van Gent stelde in 1865 den heer J. J. v. d. Horst in de gelegenheid, de 159 voorhanden stukken te rang schikken en te beschrijven en aan de publicatie van laatstgenoemde mogen wij het danken, dat de geschie den s van het oude conventvan de fundatie in 1394 tot 1571 als open voor ons ligt en maar weinig aan vulling van elders meer behoeft. De voorrechten en bezittingen door het klooster verworven de gedingen door de beheerders gevoerd en de aecoordendoor hen gesloten de namen van vele paters en maters worden ons bekend gemaakt, al blijkt het uit genoemde stukken nietdat Jacob Jacobsz., wiens testament on der nr. 4/ voorkomt, zich „van Raephorst" heette, en dat Jacop van die graeff in 1553 pater was. Dat de bezittingen niet gering warenvernemen wij uit hetgeen wij daaromtrent in het archief vindenmaar ook uit de opgaaf, in 1544 voor de heffiDg van den tienden penning van landrenten, losrenten en hypothe ken door de kloosterlingen gedaan. De 35 perceeien hofstede en landerijen in Overdie, te Bergen, Lim- men AkerslootUitgeestCastricum Heemskerk Krommeniedijk Warmenhuizen Kalverdijk, Schagen Oude en Nieuwe Niedorp brachten jaarlijks f 663: 10, 26 losrente-brieven f 1413 11 en 7 lijfrente-brieven 6810 op. Bij Boomkamp kunnen wij bovendien lezendat de 3 zusterhoven (die van S. Catharina O. L. V. en Maria Magdalona) in 1430 van onze stads overheid vrijheid van accijns en ook van neringen verkregen hadden enom het geroep der zeer belaste burgers daarvoor te stillen jaarlijks te za aien 30 beierscbe guldens zouden betalen maar dat 100 jarea latertoen o. a. de bieraccijns van 5 grooten tot 10 stuivers geklommen was, het nadeel, dat de burgers van de kloosterlijke medediuging iu brouwen en weven ondervonden onze overheid bewoog, de verleende voorrechten in te trekken, waartoe zij ook grond vonden hierin dat de hoven beloofd had den slechts poorterskinderen en geen vreemdelingen dan bij goedvinden van het meerendeel van den ge rechte in te nemen, en zich aan deze belofte niet had den gehouden. Dat de voorrechtbrieven niet vrijwillig uitgeleverd werden laat zich denken, 't Liep zoover, dat de Keizer den 9 Maart 1530 te Mechelen den eersten deurwaarder of segeant van wapenen last moest geven, onder bedreiging van zware boete of daging voor den Raad van Holland in geval van weigering, de afgifte te eischen. 's Jaars daarna leenden niet temin het oude en het jonge hof elk 100 ponden aan de stad welke leening aan het eerste half in 1536, half in 1540 werd terugbetaald. Toen Koning Eilips in 1557, om den oorlog tegen Frankrijk vol te houden, onze vermogende ingezetenen begon f e plukken door hen, naar taxatie van commissarissen, sommen voor een jaar te doen leenen moesten regenten van het oude hof er voor 100van het jonge voor 200 ponden aan ge- looven en toen hij 's jaars daarna het geleende niet terug kon geven gaf hij er renten voor op zijne vroon landen [Eerst in 1580 en 81 werd het geleende, met de onbetaalde renten sinds 1572 door de Stoten in vroonlanden betaaldwaarbij van de pretensiën der toen niet meer bestaande kloosters geen spraak was]. Wat het weven aangaat, moet de bedrevenheid der zusters zeer groot geweest zijn in 1588 werden 76 ellen linnen verkocht, die slechts 3 ponden wogen en naar Engeland aan Koningin Elisabeth gezonden werden voor eeD ander web van 50 ellen werd zoo de berich ten juist zijn, een weefloon van 120 ontvangen. Even min als deze bijzonderheid leert ons het archief, dat de mater met den gardiaan van het minnebroeders klooster en zijne vier „secreten" de begeving had eener vicarij op het „Comans outer, dat men hiet S. Nicolaes outer" in de parochiekerk, of dat de zevengetijdenmees- sters op liet klooster, zoowel als op het jonge en het middelhof, 20 beiersche gulden 's jaars bezaten. Daar entegen leeren wij uit de stukken nrs. 62, 78 en 119, dat de bagijnenweid ten zuiden der stad, welke wij, evenmin als die ten noorden, aan een der 4 vrouwen kloosters alhier (oneigenlijk begijnhoven genoemd) wis ten toe te schrijven eene bezitting van het S. Cathariua- klooster was met „dat lant after rijtzenoert" of „after rijtsenoertpoert" (bij de Wagenaarsbrug) kan toch niet anders bedoeld zijn dan het tegenwoordige Kennemer- Het vijlde vrouwenklooster was dat der „arme clarissen." park. Opmerking verdient het, dat het privilegie, in 1457 aan het middelhof en het jongehof door den pas toor Jan van Schiedam verleend en door bisschop David van Bourgondie bekrachtigd eerst in 1464 aan het zoovee oudere S. Cathariua-convent werd geschonken (nr. 37). Het komt ons voor, dat pater Claea Ker- stensz. in nr. 17, Claes Ricoutsz. in nr. 84 en Ciaes Rijckxz. in nr. 114 genoemd, dezelfde persoon en dat de laatste lezing de juiste is. C. W. B. PRg aOBMtt IIIWWIII II llllll11,WBWT¥nTm^^M—— BELGIE. Bij gelegenheid van de behandeling der begrooting van het ministerie van openbare werken heeft de minister van binnenlandsche zaken, die tijdelijk dat ministerie waarneemt, de gelegenheid gevonden, het programma van het ministerie met het oog op de aan staande verkiezingen te ontwikkelen. Tegen de rechterzijde zeide hij op scherpen toon gij verlangt het tekort te dekken, maar wilt dit doen door vermindering van de uitgaven voor bet openbaar onderwijs met 6 miljoen. Uwe leuze is: de staat buiten de school! Pas op, dat het antwoord niet luide: de kerk buiten den Staat! Men moest niet vergeten dat de katholieke kerk nog in het genot van zeer vele voorrechten waswelke uitgaven en verliezen voor den staat ten gevolge had den en datbij voortzetting van den strijd tegen de staatsscholen, men er wel toe zou kunnen komen, om al die voorrechten af te schaffen en te raken aan de goederen in de doode hand, in Balgieeen ontzaggelijk groot kapitaal vertegenwoordigende. Deze door de rech terzij ie met protest ontvangen bedreiging werd door de linkerzijde met gejuich begroet. De begrooting is aangenomen. Den 5 is in behandeling gekomen het rapport der commissie, die een onderzoek instelde naar de werking der wet op het lager onderwijs. De rech terzijde neemt aan de beraadslaging geen deel en wijdt niet de minste aandacht aan hetgeen de sprekers der linkerzijde aanvoeren. De oud-minister Malou heeft alleen eene korte verklaring voorgelezen inhoudende dat de rechterzijde geen deel kan nemen aan de be handeling van een rapportvermeldende den uitslag van een onderzoek naar hare meening eene ongrond wettige daad geweest. Minister Bara noemde die ver klaring eene daad van onvermogen. ENGELAND. De aftreding van den minister voor Ierland Forster en het vrijlaten der iersche gevangenen geven tot allerlei beschouwingen aanleiding. De Times ziet in deze verandering van staatkunde de erkenning der regeering dat hare pogingen om door maatrege len van onderdrukking de orde te herstellen mislukt zijn. De gevangenen zijn volgens verklaring van mi nister Gladstone zonder eenige voorwaarde of over eenkomst of onderhandeling vrij gelaten en dit is geschied zonder eenig bewijsdat Ierland tot rust gebracht is of de samenzwering hare kracht verloren Edith hoorde het berichtdat haar vader met een bedrukt hart aan de zijnen brachtmet een pijnlijke onnatuurlijke kalmte aan Geen traangeen klacht verraadde haar verdriet. Ten einde het onvermijdelijke gebabbel te ontgaan, vertrok de familie Haff zoo spoe dig mogelijk uit Wiesbaden en keerde-naar Dresden terug. Daar verviel Edith zichtbaar naar lichaam en naar ziel. Zij geraakte in een toestand van dofheid en matheid van geestwaaraan niets haar vermocht te onttrekken. Dagen, weken, ja maanden achtereen lag zij rustig op haar bed zonder eenige beweging en zonder in iets belang te stellen meestal hield zij de oogen gesloten opende ze nauwelijks als men haar toesprak en antwoordde ten laatste in 't geheel niet meer als een barer huisgenooten haar iets vroeg. Reeds meende de dokter de verschijnselendie hij bij de arme lijderes waarnam niet dan uit krankzinnigheid voorkomendete moeten verklarentoen de onver wachte tehuiskomst van hunnen eenigen zoondie sedert jaren in het buitenland vertoefde voor hnn eene zwakke straal van hoop deed schijnen. Men bracht den jongeling bij zijne zuster, teeder riep hij haar bij den naam tóen opende zij de grootematte oogen en zag hem verwondord aan. „Roderieh bracht zfj met moeite uit Goddank I zij had hem herkend. Sedert dit eerste teeken, dat het wederkeerende leven galnam Edith langzaam in beterschap toeen na verloop van een paar weken kon zij voor de eerste maal hare Immer verlaten. Kort daarop trof haar eene nieuwe zware beproe ving haar vader werdtengevolge eener beroerte totaal verlamd. Maar juist datgene watindien het vroeger ware gebeurd misschien haren dood zou heb ben tengevolge gehad kwam haar nu ten goede op eens voelde zij zich sterk genoeg om hare door dezen tweeden slag nog dieper terneer gebogen ouders te troosten en op te beuren. Toen was ze weer het energieke meisje van voorheen de trots en het geluk der familie; alleen haar lichaam bleef zwak en zieke lijk hare kinderlijke vroolijkheid was verdwenen haar scherts had een ernstigen bijklank en meermalen be trapte zij zich zelve op een reikhalzend verlangen naar den dood dat ze niet dan met de grootste inspan ning kon onderdrukken. Wel is waar vermoedden hiervan hare ouders niets, alleen haar broeder, die, na verloop van zijnen verloftijd met een bekommerd ge moed afscheid van haar nam ontdekte haren zielstoe stand. Bijna twee jaren waren sedert zijn vertrek weêr verloopen voor hij in de gelegenheid was zijne ouders en Edith terug te zien. Hij drong er bij zijne zuster op aan de zeebaden te gaan gebruiken en bood haar aan met haar naar Scheveningen te gaan. Ze gevoelde echter geen lust zulk een verre reis te ondernemen maar gaf, na lang dralen in zooverre toe, dat zij zich liet overhalen naar eene badplaats aan de Oostzee te gaan en zoo vertrok zij derhalve door slechts eene kamenier vergezeld hare moeder moest bij haren vader achterblijven onder de hoede van haren broe der, naar het liefelijke Misdroy om er in rust en een zaamheid herstel te zoeken voor haar zwaar geteisterd zenuwgestel. Om haar voor luidruchtige buren te vrij waren had de kapitein eene geheele verdieping der kleine villa gehuurd zoodat Edith over een eigen slaap-, toilet- en woonkamer beschikte buitendien vond zij in Marentia Schmidtdie twee kamers beneden had betrokken eene vriendin naar haren smaak en dus waren de dagen van haar verblijl te Misdroy gezellig en blij voorbij gegaan totdat de stoutmoedige redding van den armen visschersknaap hare gezondheid weer een gevoeligen slag toebracht. Evenwel was zij hier van bizonder spoedig hersteld reeds meende zij weer volkomen de oude te zijn toen kwam hij Eén oogenblik van wederzien en de inwendige rustde zoo moeielijk gewonnen zegena eenen strijd van drie lange en bange jarenging met het verlies van haar bewustzijn te gronde. Toen zij weer bijkwam, voelde zij dat de oude wonden weer waren opengere ten en weer bloedden en als eene brandende koorts haar binnenste verteerden. Edith liet nog dieper haar vermoeid hoofd in de banden zinken leunde nog zwaarder tegen het harde hout van het kozijn en weende heete bittere tranen niet van verstooten liefde maar van zelfverachting. III. Ich mocht' am lieb ten sterben, Ba wars auf einmal still. Vlak onder haar werd plotseling een venster geopend, en onmiddelijk daarna stak Marentia hare hand er uit en strooide de kruimels van haar ontbijt voor de vogels, 't Was Edith te moedeals moest zij naar beneden vliegen hare oudere vriendin om den hals vallen en aan hare borst uitweenen over het verledene en het heden. Zij boog zich voorover. „Mag ik bij u komen Marentia P" De schilderes keek verrast naar boven. „Zijt gij reeds wakker? Wel zeker, kom maar." En toen het jonge meisje haar kamer binnen trad met zulk een treurig, troosteloos gelaatliep zij haar snel te gemoetnam het blonde hoofdje in hare beide handen en drukte haar zachtkens aan hare borst. „Schrei maar uit, kindlief, tot al uw leed, al uw verdriet verdwenen is. Zoo is't goed!" Teeder streelde zij het weenende meisje. „Maar wat is dat nu voor manier van doen zeide zij met schertsend verwijt. „Verbeeld u een meisje dat zulk een interessant ver leden heeft en er geen enkel woordje van laat ontval-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1882 | | pagina 1