No. 61.
Vier
en tachtigste Jaargang.
1882.
WOENSDAG
24 M E I.
FEUILLETON.
9> AAN HET STRAND.
Prijs der gewone Advertentiën
(fDfficiccl (Bebeclte.
BuiUitUub
ALkMAARSCHE COURANT
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door
het geheele Rijk f 1,
De 3 nummers 0.06.
Van 15 regels 0,75; iedere regel meer/" 0,15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON
PLAATSELIJKE DIRECTE BELASTING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter algemeene kennis, dat het kohier der plaatselijke
directe belasting dezer gemeente, dienst 1882, den 10 Mei j.l.
door Gedeputeerde Staten goedgekeurd, heden ter invordering
aan den gemeente-ontvanger is uitgereiktzijnde tevens dat
kohier in afschrift gedurende 5 maandenaanvang nemende
15 Mei 1882, ter gemeente-secretarie voor een ieder ter lezing
nedergelegd.
Burgemeester en W ethouders voornoemd,
AlkmaarA. MACLAINE PONT.
13 Mei 1882. De Secretaris,
NUHOUT van der VEEN.
m—w^nmmmmmm—in
DUITSCHLAND. Ryksdag. Den 15 ving de eerste le
zing aan der twee vereenigde wetsontwerpen tot verzeke-
iingder werklieden, het eene tegen ongelukken, het andere
tegen ziekte. De oppositie tegen deze ontwerpen bleek
veel minder sterk te zijn dan ten vorigenjare. Daarna
werd de vraag behandeld of er kans bestond voor de
afdoening dezer ontwerpen in deze zitting. Werden
zij aan de eene zijde te belangrijk geacht om overhaast
behandeld te worden waarom men zelfs wilde dat de
commissie in wier handen zij zouden worden gesteld
gedurende den zomer hare werkzaamheden zou voort
zetten anderen verklaarden zich tegen dat denkbeeld.
Sommigen wenschten den Rijksdag niet te sluiten
maar te verdagen tot het najaar de commissiën konden
dan zonder bezwaar blijven bijeenkomen. Het centrums
lid dr. Windthorst wenschte op diezelfde wijze de
commissie voor het tabaksmonopolie ook voortdurend
bijeen te doen zijn, maar dit gevoelen wekte het wan
trouwen der linkerzijde op omdat men meende dat
het centrum de beslissing over die zaak tot het najaar
wilde aanhouden ten einde te kunnen zien of er te
Rome ook iets gebeurt, dat aan baar aanleiding kon
geven om de regeering te believen door te stemmen
voor het tabaksmonopolie. Die verdenking werd door
dr. Windthorst echter met verontwaardiging van zich
geworpen. Ten slotte werden beide ontwerpen naar
eene commissie van 28 leden verzonden.
ENGELAND. Lagerhuis. Den 19's avonds werd de
nieuwe iersche dwangwet bij tweede lezing aangenomen
met 383 tegen 45 stemmen. Het iersche lid O'Donnell had
den vorigen avond een amendement voorgesteld waarin
gezegd werd, 1°. dat de misdaden en de ontevredenheid
in Ierland bovenal toe te schrijven waren aan de onder
het bestuur van minister Eorster plaats gehad hebbende
uitzetting van 40000 mannen vrouwen en kinderen
uit hunne pachthoeven 2°, dat de verbittering daarover
nog toegenomen wasdoordat vele overheidspersonen
en politie-agenten zich schuldig gemaakt hadden aan
het verwonden en ombrengen van Ieren zonder daar
voor gestraft te zijn 3°. dat onder die omstandigheden
de te Dublin gepleegde moord geen recht kon geven
tot aanranding van de veiligheid en de vrijheid van lie.,
iersche volk zooals door deze wet geschieddedie
slechts meer ontevredenheid zou doen ontstaan en een
goed bestuur tegen houden. De voorzitter maakte be
zwaar de twee eerstgenoemde puuten als amendement
te beschouwen waarna O'Donnell die punten breed
voerig toelichtte als gronden voor het 3e. punt. De
nieuwe minister voor Ierland Trevelijan deed uitko
men, dat eene krachter 3 rechtspleging in Ierland dringend
noodig was bijna alle misdaden waren in de laatste jaren
ongestraft gebleven, doordat de jury's de daders vrijgespro
ken hadden of geene getuigen te vinden waren geweest.
Even zoo moest de regeering de macht hebben, openbare
bijeenkomsten te verbieden en de pers te beteugelen. De
wet was niet tegen de vrijheid, maar tegen de misdaden
gericht en hij geloofde dat de ieren het schrikbewind
en het stelsel van vrees aanjagen van het landverbond
moede zich onder deze wet aan de zijde van orde en
we^ zouden scharen. De in L870 vastgestelde en eerst
in 1875 ingetrokken buitengewone wet voor Ierland
had indertijd ook zeer gunstig gewerkt. Het iersche
lid Dillon beweerde dat door deze wet de macht der
geheime genootschappen zou toenemen en dat de ieren
niet uit vrees, maar uit instemming met het landverbond
handelden, zooals zij deden. Voor de stemming op den
19 had minister Gladstone de wet ook nog breedvoe
rig verdedigd en haar noodzakelijk geachtom Ierland
te bevrijden van het bestaande schrikbewind. In som
mige ondergeschikte wijzigingen zou de regeering
kunnen berusten doch de hoofdbepalingen moesten
onveranderd behouden blijven. Deze wet en die op
de achterstallige pacht maakten een geheel uit en wa
ren onderdeelen van dezelfde staatkunde. Laatstgenoemde
verklaring gaf aan lord Grey aanleiding tot het betui
gen zijner ontevredenheid om deze door een ieder
verlangde wetter voorkoming van misdaden onaf
scheidelijk te verbinden aan die op de achterstallige
pacht.
Des avonds werd met 208 tegen 83 stemmen ver
worpen een motieom de staatsmusea op Zondag te
openennadat minister Mundella gezegd had^dat
dit niet mocht geschieden dan nadat men zich alge
meen ondubbelzinnig daarvoor verklaard had. Van de
154 thans onder beheer der gemeenten staande musea
waren slechts 4 op Zondag geopend.
Ierland. De leden van het gerechtshof te Dublin
hebben zich tegen de tijdelijke afschaffing der jury's
verklaard en tegen de opdracht hunner taak aan hen.
Andere inrichting der jury's zou naar hunne meening
voldoende zijn geweest.
Omtrent de daders van den dubbelen moord heeft
de politie tot heden nog niet de minste zekerheid.
FRANKRIJK. De oud-minister Bardoux komt in
een hoofdartikel van het Journal des Débats ten sterkste
VIII.
Wol erfunden klug gesonneo
Schön gobildetzart vollbracht
So von jeher bat gewonnen
Künstler kanstreicb seine Macht.
Goetbe.
De boot had intusschen alle inhammen van het meer
doorgevaren ook dien waar juffrouw von Schiilz' tante
zat te visschen het jonge meisje had zich toen achter
Marentia verborgen en haar lachend toegefluisterd
„Verraad niets tante is bijziende;" nu kwam men door
het midden terug. Daar dreef nog de anjeliertwee
van hare roode blaadjes waren half ondergedoken
maar de lange kelk stond nog recht op in het water.
Niemand in de boot sloeg er acht op de professor
gaf met de oogen den bootsman een wenk om er heen te
roeien en nam haar ongemerkt op. Eerst toen de boot
aan land kwam stak hij de anjelier haastig tusschen
zijn jas en sprong aan den walom de dames bij het
uitstappen te helpen. De kapitein was juist in gesprek
met den kleinen roeierom hem te verklaren hoe hij
zich het roeien door een of andere inrichting belangrijk
veel gemakkelijker zou kunnen makenzoodat Edith
genoodzaakt was de hand van den professor aante-
nemen om uit de boot te komen.
„U is wel goed zeide zij beleefdmaar bijna waJ
haar het laatste woord in de keel gebleven zoo schrikte
zij toen haar oog op de bloem viel. De professor
glimlachtehet was een lach vol innige liefde en
hartstochtzij beantwoordde dien echter slechts door
een licht fronsen van het voorhoofd. Zij begon te
huiveren en wikkelde zich dicht in haar shawl, dien
zij v<5(5r het roeitochtje op het eilandje had achter
gelaten.
„Ja, ja, het was koel op het water," beweerde de
altijd naïve kleine Schiitzterwijl zij insgelijks met
onbeschrijvelijke bevalligheid haar doek omsloeg.
„Wat is het jonge geslacht toch verbasterd!" riep
Marentia, die aan de andere zijde op een bank zat.
„Indien juffrouw Haff zich voor ieder tochtje moet in
acht nemen, dan heeft zij daarvoor haar rede om haar
ziekelijkheidmaar daarom behoeft gij het nog niet te
doen klein dwaallicht."
„Nu, als gij denkt -!" zeide juffrouw von Schiitz
gehoorzaam als een kind, en deed den shawl weer af,
met een gebaar als Egmond, terwijl hij voor Klaartje
zijn mantel terugslaat en zegt: „Eens beloofde ik
u, mij als een Spanjaard aan u te vertoonen."
Op dit oogenblik riep een schrille stem over het
meer„Eranciska
„Goede God dat is tante Om nu blij en gelaten
terug te gaan dat is een heele kunst. De hemel zij
met ulieden," eindigde zij deftig. Zij kuste de nog
zittende Marentia op het voorhoofd en reikte Edith
de hand.
„Kom ons eens opzoeken kleine vlinder," zeide deze
hartelijk.
„Gaarne schoone lelie van den bleeken maneschijn,"
antwoordde juffrouw Schütz met eene diepe buiging.
De heeren verwaardigde zij slechts met een lichten
hoofdknik waarop zij snel de brug betrad.
Plotseling keerde zij echter terug en riep: „Eigenlijk
kon Fridolin mij ook wel overzetten1" en daar het
kleine bocheltje toevallig aan de deur van het koffie
huis stondgaf zij hem een wenkom spoedig de
boot los te maken„Vaar mij even over den Styx
moderne Charon riep zij hem toe.
„Waar wilt gij heen?" vroeg de bootsman verbluft.
„Naar de overzijde naar de sombere velden wan den
Hadeswaar het eeuwige verderf mij wacht. Begrijpt
gij het niet Menscligij hebt geen mythologisch bloed
op tegen het voorstel der commissie uit de Kamer, om
af' te schaffen het beginsel van de onafzetbaarheid der
rechterlijke macht. Naar zijne meening kon de volks
vertegenwoordiging geen grooter misgreep begaan, dan
dat voorstel aan te nemen waardoor de rechterlijke
macht aan de genade en ongenade van het uitvoerend
gezag overgeleverd zou worden.
Volgens te Parijs uit Berljjn ontvangen berichten
had prins Bismarck wiens gezondheidstoestand veel
verbeterd wasde fransch-engelsche verklaringen be
treffende het zenden van oorlogschepen naar Egypte
gunstig opgenomen en gezegd nadere mededeelingen
van beide rijken af te wachten. Een geruchtdat hij
eene europeesche conferentie over het egyptische vraag
stuk zou voorstellen werd bepaald tegengesproken
terwijl de Sultan bepaald te kennen heeft gegeven
zich te zullen onthouden van buitengewone wapeningen
en van het zenden vnn schepen naar Egypte.
GRIEKENLAND. De Kamer besloot tot de benoe
ming eener commissie van 9 leden om te onderzoeken
eene tegen het hoofd van het vorige ministerie Kou-
moundouros ingebrachte beschuldiging, dat hij zich
had laten omkoopenvolgens een afgevaardigde uit
notariëe'e stukken bewijsbaar. In een rechtsgeding
over eene erfenis zou hij op onrechtmatige wijze gebruik
gemaakt hebben van zijnen invloed en zijn schoonvader,
die als tusschenpersoon diende, tot beboning een
landgoed ontvangen hebben, ter waarde van f 100,000.
RUSLAND. De heilige synode heeft het zeer wijze
besluit genomen, om het aantal door de staatskerk vast
gestelde feestdagen aanmerkelijk te verminderen. Dat
dit besluit wijs genoemd mag worden zal men toestem
men wanneer men weetdat in een jaar 160 feestda
gen voorkomenwaarop geene werkzaamheden ver
richt mogen worden. Door velen wordt de wensch
geuitdat een andere maatregel daarmede samen moge
gaan namelijk het sluiten der herbergen en kroegen
op die feestdagen. De rus die zich aan het gebruik
van sterken drank zeer te buiten gaatvindt op die
dagen hoofdzakelijk zijn troost in de herberg
Te Moskou is wederom een nihilistAlexeï Kauda-
schoff gevangen genomendie aan verscheidene misda
den o. a. aan de ontploffing in het winterpaleis, me
deplichtig is geweest.
Een artikel van het fransche blad de Temps over het
zenden der engeisch-fransche vloot naar Egypte doet
het dagblad van St. Petersburg schrijven, dat het recht
tot het zenden eener vloot zeker aan iederenStaat toekomt,
maar dat de overeenstemming der europeesche mogend
heden in de oostersche zaken aan bizondere gevaren
zou bloot staan mochten de kabinetten door dergelijke
argumenten de vraagstukken van internationaal recht
tot oplossing trachten te brengen. Een dagblad arti
kel is gelukkig niet bindecid voor de regeeringen en
kan dit niet als een onbedriegelijk richtsnoer voor de
beoordeeling van den toestand en het naar waarde
schatten van de houding der regeeringen gelden.
in je lijf. Ik wil daarheen waar die oude dame zich
om mij staat schor te roepen."
Nog eenmaal wenkte zij uit de boot de anderen toe,
die haar lachend nazagen en liet zich langzaam over
het meer roeien.
„Een allerdolstlief schepseltjezeide Marentia.
„Ik leerde haar drie jaar geleden kennen toen ik
op de schilderschool een cursus over het perspectief
bijwoonde. Zij was ieders lievelingofschoon zij ei
genlijk iedereen waar zij kon op de een of andere
wijze beet nam."
„Leven haar ouders nog vroeg Edith.
„Neen zij werd door deze ongetrouwde tante opge
voed of liever bedorven en zal eens haar groot vermo
gen erven Dat zou een partij voor u zijn mijnheer
de kapitein."
„Dat heb ik ook reeds bij mij zelf gezegd. Wij zul
len zien wat er aan te doen is. Jammer, dat zij eene
schilderes isantwoordde Roderich kalm.
„Maak u niet ongerust, zij schildert niet, want.hoe
grooten aanleg zij daarvoor ook heefttoch is die tot
leegloopen bij haar nog grooter."
„Dat is inderdaad gelukkig verzekerde hij, „Mag
ikter erkenning uwer ongewone beminnelijkheid u
den geheelen middag deze kopjes koffie aanreiken?"
Zij nam het hem met een kort „Dank u," uit de
handen.
„Heeft dan niemand oogen voor de poësie onzer
omgeving?" vroeg Edith vrolijk. „Mejuffvrouw de
schilderes, bewonder nu als 't u belieft eens die heer
lijke lichteffecten op de boomen aan gindschen oever,
terwijl hier alles in diepe schaduw ligt. En hoe donker
en geheimzinnig ziet het water er uit. Volstrekt niet
alsof er een blauwe hemel boven schittert. Kent u
het Hertham eer op Rügen professor?"
„Slechts uit afbeeldingenmejuffrouw."
„Nu, de reisboeken spreken er met veel lof over
en liefelijk is het zeker. Maar men had mij zooveel
verteld van het donkere waterde geheimzinnige be-