No. 64
Vier
en tachtigste Jaargang
1882
FEUILLETON.
WOENSDAG
31 M E I.
2) AAN HET STRAND.
Prijs der gewone Advertentiën
Bij dit ffo. behoort voor onze abonné's alhier de
dienstregeling van het Postkantoor, aantevangen
1 Junidie overigens a 10 cents verkrijgbaar is.
Aan abonné's buiten de stad tvordt die op verlangen
gratis toegezonden.
©fliciiel (£cbecltc.
Laatste Inschrijving voor de Schutterij
op Woensdag, 31 Mei 1882,
ter gemeente-secretarie.
fiuitcnlanfr.
fSimtenlattb.
MkHAARSCm: COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door
het geheele Rijk f 1,
De 3 nummers f 0.06.
Van 15 regels 0,75; iedere regel meer f 0,15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON
De onderstaande personen worden verzocht zich ter gemeente
secretarie aan te melden:
Sjoerd van der Werf, J. Kater, Corn. Noort, Teunis van
Baar, D. Wolbers, Dirk Lute, J. J. Meijer, B. Pannekoek,
Jan Tin, Jacs. Maas, Corns. Ploeger, F. A. Krug, Johs,
Mulder.
ENGELAND. Voordat het Lagerhuis den 26 tot
1 Juni uiteenging, verklaarde minister Gladstone nog
maals, dat de verstandhouding tusschen Enceland en
Erankrijk over het egyptische vraagstuk uitmuntend
was en dat hij zich zonder eenig voorbehoud aansloot
bij de hoopvolle verwachtingen door zijne ambtgenoo-
ten ten aanzien van den waarsehijnlijben loop van
zaken uitgesproken. De regeering kon zich echter
niet verbinden om zonder raadpleging van het parle
ment, geen geweld in Egypte te gebruiken; wel zou
den maatregelen van dien aard waarschijnlijk onnoodig
zijn.
OOSTENRIJK-HONGARIJE. Het hongaarsche
Volkshuis keurde den 26 het voor Bosnië en de Her-
zegowina aangevraagde crediet met 222 tegen 137
stemmen goed.
RUSLAND. Het Dagblad van Petersburg schreef,
toen bekend was dat de onderhandelingen tusschen
de ministers en de consuls te Cairo afgebroken waren
en dus voordat de ministers in Egypte hun ontslag
genomen hadden dat het ernstige van den toestand
verminderde door de eensgezindheid der mogendheden
over haar programma waardoor de hoop der egyptische
raddraaiers op oneenigheid onder de europeesche mo
gendheden niet vervuld zon worden.
BULGARIJE. Vorst Alexander is den 25 uit Pe
tersburg te Berlijn aangekomen alwaar hij een bezoek
bracht aan den Keizer. De russische consul-generaal
te Sofia Hitrowo, die den Vorst steeds tegenwerkte
is terug geroepen. Het aan den Keizer van Rusland
gebrachte bezoek schijnt dus voor den Vorst gunstige
gevolgen gehad te hebben.
EGYPTE. De aftreding van het ministerie, dat
aanvankelijk de door de diplomatieke agenten van
Erankrijk en Engeland gestelde eischen geheel verwierp,
heeft zich volgenderwijze toegedragen. De minister
president zond aan den Onder-Koning een schrijven
waarin gezegd werd dat het ministerie het antwoord
der Porte afwachtte op de voorschriftendoor den
Onder-Koning gevraagd zoodra het fransch-engelsehe
eskader voor Alexandrië kwam toen het plotseling
zijne verklaring vernam, dat de fransch engeLche eisehen
aangenomen waren. Daar die aanneming in strijd was
met den eenstemmigen raad van het ministerieals
eene erkenning der buitenlandsche tussehenkomst en
eene schending van de rechten des Sultans, vroeg het
ministerie zijn ontslag. Voor de indiening van dit ver
zoek had het een antwoord op de engelsch-fransche
eischen ontworpen inhoudende, dat over tie zaken der
binnenlandsche staatkunde niet in besprekiug kon wor
den getreden zonder de besluiten des Sultans en de
verdragen te schenden. Gold het zaken op de alge-
meene staatkunde betrekkelijk, dan verwees het Erank
rijk en Engeland naar den Sultan. De Onder-Koning
nam op aanraden van de vertegenwoordigers van Frank
rijk en Engeland het verzoek om Jontslagkortaf
aan en ontbood Omar-Lufti-pacha, gouverneur van
Alexandrië.
De fransche en engelsche consuls-generaals bezochten
in den ochtend van den 27 Arabi-pacha en stelden
hem persoonlijk verantwoordelijk voor de openbare vei
ligheid. De Onder-Koning vaardigde eene kennisgeving
aan de bevolking uit, waarin alle provinciale overheids
personen gelast werden voor de openbare orde zorg te
dragen. Het gemeenschappelijk eskader was met een
vriendschappelijk doel gekomen en daarom beval hij de
oproeping der troepen onder de wapenen dadelijk te
staken terwijl de reeds opgekomen reserve naar hare
haardsteden zou worden terug gezonden. In eene tweede
kennisgeving aan het leger deelde hij mede dat hij
zelf het opperbevel over de troepen overnam. Des
namiddags riep hij alle burgerlijke militaire en kerke
lijke hoofden bijeen en sprak eene krachtige rede uit
waarin hij verklaarde, het opperbevel over het leger op
zich te hebben genomen en in het vervolg eene strikte
krijgstucht te zullen handhaven. De generaals en ver
dere officieren antwoordden in beleedigende taal, wei
gerden de fransch-engelsehe laatste eischen aan te
nemen, verklaarden alleen eene turksche tussehen
komst te erkennen en verlieten daarop de zaal. Daarna
ontving de Onder-Koning van de militaire bevelhebbers
te Alexandrië een telegram waarin zij weigerden, een
ander dan Arabi-pacha te erkennen. Zij stonden hem
twaalf uren bedenktijd toe en na verloop van dien ter
mijn weigerden zij zich verantwoordelijk te stellen voor
de handhaving der orde. Cherif-pacba nam inmiddels
de hem gedane opdracht tot samenstelling van een
nieuw ministerie aan.
Korten tijd daarna bevond zich op eenen namiddag
het kleine gezelschap aan het strand. De beide heeren
zaten in een aan land getrokken boot te schaken de
dames hadden zich in de schaduw der boot neergevleid
en lazen indien het nu en dan slaan van een blik er
inten minste van de zijde der beide schilderessen
dien naam verdienen kan. Want Erancisca von Schütz
behoorde eens voor altijd nu tot de partij sedert zij
op eenen morgen op de wandeling Edith die juist
uit het bad kwamaan hare tante had voorgesteld en
deze van den omgang met het beminnelijk voorname
schoone meisje voor hare overmoedigekleine nicht
slechts goeds kon hopen. Van Marentia was in het
korte gesprek met de oude juffrouw noch bij Edith
noch bij Erancisca wijselijk sprake geweest.
Sinds dien morgen ging tante alleen naar het Jor-
daanmeer en „liet het kind over aan den beschavenden
omgang met de schoone damedat wil zeggen
Eranciska zat den geheelen namiddag in Marentia's
atelier en schilderde of lasfloot of zong haar voor
vergezelde haar nu en dan ook op hare studiewande
lingen en zag Edith slechts enkele malenwanneer
Marentia den arbeid rusten lietzooals van daag.
Edith was in haar boek verdiept, maar moest toch
menig.-iial lachen om Franciska's koddige invallen, die
in de u. ht langs het water wandelende, maar voor
iedere golf' voorzichtig ter zijde springende wandelaars
een onuitputtei ijken stof voor hare spotternijen vond.
Ongelukkig lag onder de boot een roeispaan die
half in het zand begraven was en tot in het water
reiktezoodat ieder die aan de drie belangwekkende
dames achter de boot al te groote opmerkzaamheid
wijdde daarover struikelde.
Juffrouw von Schütz was juist gereed met hare voor
dracht over „de verliefdheid der tegenwoordige jonge
lingschap toen haar, achter de kiel der boot om,
allesbespiedende blik een nieuw offer voor hare luimen
ontdekteeen jong man, die, langs het strand wande
lende verstrooid naar de zee keek.
„Dien zal ik laten vallen fluisterde zij nam snel
haar boek ter hand en begon het eerste het beste stuk,
luide te lezen
„Hahaha I allerliefst inderdaad allerliefstReeds
langer dan 10 jaar wonen wij met deze juffrouw samen
en nog altijd heeft zij niet geleerd te onderscheiden
wanneer ik gekheid maak, of wanneer ik ernstig spreek
En ook gij mijn waarde
De heer had dadelijk hij het begin van het lezen
verrast opgezien, nu boog hij het hoofd ver naar voren,
om achter de boot naar de lezeres te zienjuist bij
„mijn waarde" stootte hij tegen de roeispaan en viel
zoolang als hij was en hij was lang vlak voor
Edith neer die hevig schrok daar zij niets van het
geheele tooneeltje gemerkt had.
De vreemdeling die een oogenblik in den eersten
schrik was blijven liggen stond nu haastig op.
„Ik verzoek u duizendmaal om verschooning, mejuf
frouw ah, mejuffrouw Haff! Nogmaals verschoo
ning mijnheer von Prachs Nu dat is een onver
wachte ontmoeting Zijt gij hier met uwe vrouw
pardon voor mijn „mejuffrouw
„Kom maar eerst wat tot u zelf, waarde baron
viel de proffessor hem in de rededen van den onver-
wachten val vuurrood geworden jongen man de hand
schuddende. „Gij hebt op krachtige wijze de herinnering
aan uw persoon bij mejuffrouw Haff levendig gemaakt.
Herinnert gij u baron von Honing nog, mejuffrouw?''
Prachs had met opzet Edith's naam genoemd en haar
op vormelijke wijze aangesproken, om den vreemdeling
De Zutfensche Courant bericht de aankomst te
Zntfen op 22 Mei van een troep landverhuizers, die,
arm en berooid, over Amsterdam uit de nieuwe wereld
naar hun vaderland terugkeerden. Sommigen waren 2,
anderen 1 jaarenkelen slechts eenige maanden in
America geweestmaar hadden het er nog slechter ge
had dan in Oostenrijk Hongarije en Polen
Te Groningen is een kinddat uit de school
terugkeerde door dsn bliksem doodelyk getroffen. Te
de Rijp werden den 23 eene koe en een schaap in de
weide gedood te Wormerveer den 24 eene koe.
Den 24 ter gelegenheid van het 2'jarig huwe
lijk van den heer E. Kaan, te Aana Paulowna, presi
dent der afdeelingen jvan het Nut en de Maatschappij
van Landbouw opperbrandmeester, gemeente-ontvanger
enz., werd hem door de corporatiën waarvan hij het
hoofd is een fraai schrijfbureau met stoel aangeboden.
Het gerechtshof te 's Gravenhage heeft den 25
den kopergieter Y. K. aldaar veroordeeld tot 5 jaren
tuchthuisstraf, wegens het namaken en in omloop bren
gen van zilveren muntspeciën.
De kantonrechter te Zaandam heeftbij vonnis
van 25 Meiin strijd met het gevoelen van den mi
nister van justitie beslistdat een gedrukt exemplaar
der drankwet en een afschrift der vergunning in elk
afzonderlijk vertrek of locaalwaarvoor vergunning tot
verkoop van sterken drank in het klein verkregen is
moet worden opgehangen. In de gemeente Koog
aan de Zaan is de opbrengst van het vergunningsrecht
950.
Door een tot dusver onbekende oorzaak (aan
moedwil kan niet gedacht worden) ontstond den 29
's avond omstreeks 9% ure brand in het gebouw der Aca
demie van beeldende kunsten en technische wetenschap
pen aan de Cool vest te Rotterdam.
Toen het ondekt werd door den bode H. Dekker
brandde het in de zalen n8. 6 en 5 tot aan den hoek
van zaal n°. 4, drie naast elkander gelegen achterzalen,
waarin tal van schilderijen voor de tentoonstelling waren
opgehangen. Hoogst waarschijnlijk ontstond de brand
in de zaal n°. 6, en verspreidde zich het vuur spoedig
door het doek dat achter de schilderijen den wand be
dekt; het houtwerk werd betrekkelijk weinig aangetast.
De schilderijen hebben echter slechts weinig geleden;
niet meer dan acht zijn er beschadigd. Deze zijn:
Een Holland8ch wintergezicht van mej. Johanna Hei
denrijk een gezicht op de Theems van J. R. Rust
een landschap van I. D. Huiberts, vruchten van Alex.
W. A. Liernur eene onaangename verrassing van B.
Th. Van Loo een landschap van G. Van der Schaft,
Jacht op rendieren van A. Nordgrenen Stil leven
van I. C, Van Hulsteijn.
De brand werd betrekkelijk spoedig gebluschtmet
de slang der waterleiding in het gebouw door den
custos P. J. J. Huijbers en door W. F. Hameijer, een
op den veranderden stand van zaken opmerkzaam te
maken. Hij keek dan ook den professor met zulk eene
uitdrukking van grenzenlooze verbazing aandat deze
zich genoopt vond met spreken voort te gaan. Daar
door had ook Edith gelegenheid zich eenigermate te
herstellen. Ozeker herinnerde zij zich den baron
Hij was immers de man geweest die op dien nood-
lottigen morgen op de wandelplaats te Wiesbaden van
de voorgenomen ontvoering der tooneelspeelster door
den Hongaar had gesproken.
Zij was opgestaan en betuigde nu op beleefde wijze
hare vreugde, een ouden bekende weer te zien, zoodat
nog slechts Marentia en Eranciska in het zand zaten
de laatste met bijna zichtbaar gespitste ooren en wijd
geopende oogen. „Uwe echtgenooteblijkbaar
waren de professor en Edith dus verloofd geweest o
zij had dat dadelijk wel gedacht
De vreemdeling liet zich aan de beide dames zoowel
als aan den kapitein voorstellen en toen Edith vrien
delijk vroeg of hij niet op de zandsopha plaats wilde
nemen nam hij naast hen plaatsterwijl hij heimelijk,
zooals hij meende zich de linker knie wreef.
„Hehebt gij u bezeerd vroeg juffrouw Schütz
met de grootste deelneming.
Weder wisselde hij van kleur en zeide lachend „Gij
zijt van alles de schuld, mejuffrouw Hadt gij niet met
zulk eene uitdrukking a propos wat was het dan
eigenlijk, wat gij zoo heerlijk voordroegt
„Turgenjeff's ,Ongelukkigen,' een zeer schoon boek,"
antwoordde juffrouw von Schütz stemmig. „Ik kan het
u in alle opzichten aanbevelen."
„Gij zijt wel goed maar de eerste vluchtige
kennismaking daarmede is mij voorloopig genoeg
antwoordde hij en wreef weder zacht over zijn knie.
„Zoo zoomen beweert anders altijd van de vrou
wen dat zij zich door den eersten indruk laten be-
heerschenik heb echter altijd beweerddat dit en
bet naschrift in brieven juist eene eigenaardigheid van
de heeren der schepping is zeide zij plechtig.