No. 65. Vier en tachtigste Jaargang. 1882. VRIJDAG 2 JUNI. FEUILLETON. 18> AAN HET STRAND. Prijs der gewone Advertentiën (Dfficiêcl (Sebeclte. iStttteuIanb. UkHUItSCIIi: COURANT. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1, De 3 nummers 0.06. Van 15 regels 0,75; iedere regel meer/" 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter algemeene kennis, dat het kohier der belasting op de HONDEN dienst 1882, heden door hen voorloopig is vastgesteld en gedurende veertien dagen, te rekenen van heden, voor een ieder ter inzage op de secretarie nedergelegd, bin nen welken tijd ieder aangeslagene daartegen bij den Raad bezwaren kan indienen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 30 Mei 1882. De Secretaris, NUHOUT VAN DER VEEN. De onderstaande personen worden verzocht zich ter gemeente secretarie aan te melden: Teunis van Baar, J. J. Meijer, Jan Tin, Jaes. Maas, Corns. Ploeger, E. A. Krug, Johs, Mulder. D UITSCHLAND. De gezondheidstoestand van prins Bismarck wordt langzamerhand beter men betwijfelt echterof hij aan de beraadslaging in den Rijksdag eerstdaags zal kunnen deelnemen. ENGELAND. Uit het uitvoerig zittingverslag van het Lagerhuis van den 26 dienen nog twee punten aangestipt te wordendie niet onopgemerkt voorbij mogen gaan in verband met latere gebeurtenissen. Het lid Lawson verklaarde het ergelijk te vinden dat een liberaal ministerie engelsche schepen naar de egyptische wateren zond met het kennelijk doel om de souverei- niteit der Porte over Egypte te handhaventerwijl juist de groote grief der liberalen tegen het ministerie Beaconsfield was geweestdat het voor het gezag der Porte in de bres sprong. Des ministers antwoord om trent dit punt wasdat de regeering eene groote verantwoordelijkheid op zich nam door te handelen zooals zij deed doch dat ernstige bespreking dezer zaak ten sterkste ontraden moest worden vooral om dat Engeland in deze zaak niet zonder overleg met Prankrijk kou handelen en tevens rekening moest houden met andere mogendheden. Na den minister sprak nog het lid Cowen deze spreker deed uitkomen, dat Frankrijk en Engeland bij Egypte zeer verschillende belangen hadden Engeland wil zijn weg naar Indië veilig zien, maar Frankrijk begeert de opperheerschappij in geheel Noord Africa. Zoodra bet Huis weder bijeen was, zou hij de regeering over dit punt nader ondervragen. Bijna alle bladen ga en den 29, naar aanleiding van de gebeurtenissen in Egypte als hun gevoelen te ken nen dat Turkije tusschen beiden moest komen. De Times vermoedtdat de Onder-koning door Turkije tot verzet tegen de nationale partij is opgewekt om ten slotte turksche tusschenkomst te verkrijgen. Het zen den van een turkschen commissaris naar Cairo is het bewijs van den goeden uitslag der turksche diplomatie. Turksche tusschenkomst is volgens dat blad de eenig mogelijke weg ter onderdrukking der egyptische wan orde. Rechtstreeksche tusschenkomst van Frankrijk en Engeland zou niet alleen tot verwikkelingen met de overige groote mogendheden leiden, maar ook de vriend schappelijke verhouding tusschen die rijken in gevaar brengen, FRANKRIJK. De Kamer nam den 27 het wets ontwerp op het bizonder middelbaar onderwijs bij eerste lezing met 343 tegen 118 stemmen aan. Den 30 in terpelleerde de heer Baudry d'Asson de regeering over het leekenonderwijs in de gemeentescholen en haalde o. a. bizonderheden aanwelke niet ter kennis der ministers gebracht waren. Minister Ferry wilde ant woorden, maar van alle kanten werd do kreet verno men antwoord nietwaarop de minister van het woord afzag en tot de orde van den dag werd overge gaan met groote meerderheid. De ministerraad kwam den 29, des avonds te 10 urenbuitengewoon bijeennaar aanleiding van de berichten uit Egypte. Des nachts te één uur liep de bijeenkomst af. RUSLAND. De minister van buitenlandsche zaken deed den engelschen gezant weten dat Rusland in overeenstemming handelende met Duitschland Oos tenrijk en Italië, de gezanten te Konstantinopel uit- genoodigd had de staatkunde van Frankrijk en Engeland ten aanzien van Egypte te handhaven. Het Dagblad van St. Petersburg schrijft het volgende: „de berichten uit Egypte luiden ernstigmaar de overeenstemming, die tusschen de mogendheden bestaat, is een zekere waarborg tegen internationale verwik kelingen. De overeenstemming der mogendheden strekt bovenal naar het verlangenom het staatkundige en territoriale status quo te handhaven. De egyptische, half treurige half vroolijke voorvallen mogen zekere verlangens hebben opgewektwij hopen dat de over eenstemming der mogendheden van dien aard zal blij ken te zijn dat die verlangens daardoor binnen de behoorlijke perken gehouden worden." SPANJE. De wet der conversie van de schuld is in de Staatscourant verschenen. TURKIJE. Den 28 besprak de ministerraad naar aanleiding van een ernstig rechtstreeksch bericht van den Onder-Koning van Egypte eene eventuëele turksche militaire tusschenkomst aldaarop den grondslag van de souvereiniteit des Sultans erkend door Europa en niet binnen te nauw voorgeschreven grenzen. Den 30 dienden de engelsche en de fransche gezant aan den Sultan het volgende gelijkluidende voorstel van Frankrijk en Engeland in. De Sultan zou den Onder- Koning zijnen steun verleenen en de drie militaire aan voerders, benevens den voormaligen president-minister, naar Konstantinopel ontbieden om zich over hunne houding in den laatsten tijd te verantwoorden. Nadat de Porte dit voorstel van de hand gewezen had ont vingen beide gezanten van hunne regeeringen, die met de overige mogendheden eerst in overleg waren getre den in last, aan de Porte eene beperkte tusschenkomst in Egypte als gevolmachtigde der mogendheden voor te stellen. Die tusschenkomst zou beginnen met het zenden van een turkschen commissaris aan boord van een turksch schip welke commissaris namens den Sul tan de egyptische officieren zou vermanen, zich aan den Onder-Koning te onderwerpen, terwijl de Porte verder alle vroegere stappen van den Onder-Koning zou goed keuren. De gezanten der overige mogendheden ont vingen den last, dit voorstel te ondersteunen. Over dit voorstel wordt nog onderhandeld. "V EREENIGDE STATEN. De bevelhebber van het in Europa vertoevende eskader telegrafeerde aan den minister van marinedat hij 2 oorlogschepen naar Alexandrië zond om voor de amerieaansche belangen te waken. ZUID-AFRICA. De Volksraad van den Oranje- Vrijstaat besloot het spoorwegnet met Natal in plaats van met de Kaapkolonie in verbinding te stellen. De berichtgever van het engelsche blad de Daily News ziet in dit besluit een belangrijke stap voor eene ver- eeniging van den Vrijstaat, Natal en de Transvaal, door de gematigde partij en den Vrijstaat zeer gewenscht. EGYPTE. In eene vergadering van afgevaardigden, ulema's en officierenden 27 des avonds gehouden, werd een voorstel gedaan tot afzetting van den Onder- Koning waartegen de afgevaardigden en ulema's zich eenparig verzetten. Eindelijk besloot men den Onder- Koning te verzoeken, Arabi-pacha ais minister van oor log te behouden. Sultan-pacha bracht dit verzoek over, doch de Onder-Koning weigerde onder bijvoeging dat hij in eene van de Porte ontvangen depeche om zijn gedrag geprezen wasals hebbende het ontslag van het ministerie aangenomen. Volgens een ander bericht zou de Porte de houding der militaire partij daarbij tevens afgekeurd en gematigdheid aanbevolen hebben ter vermijding van anders bepaald noodzakelijke vreemde tusschenkomst. Den 28 bezochten de fransche en engelsche consuls den Onder-Koning en raadden hem aan, niet te wijken. Alle consuls kwamen daarna bij den franschen consul zich aansluiten terwijl de engelsche consul aan de bijeengeroepen engelsche onderdanen mededeeldedat noch hun leven, noch hunne eigendommen gevaar liepen mocht het tegendeel blijken, dan zouden zij zi.-h onder bescherming der pantserschepen kunnen inschepen. Cberif-pacha en anderen weigerden een ministerie samen te stellen en feitelijk bestond er volkomen regeering- loosheid. De volgende officiëele mededeeling werd daarop bekend gemaakt: „Daar de ulema's, alle leden „der Kamer van afgevaardigden en verscheidene hoog geplaatste arabieren, afgevaard'gden van scholen en Door onrust gedreven ging hij op nieuw naar het strand en kwam juist op een plek vanwaar hij in de verte de gezochten uit een boot zag stappen waarvan het gespannen zeil door den avondwind hoog werd opgeblazen zij waren het oudergaan der zon van zee uit gaan zien. In het laatste half uur was er eenigszins meer be weging in de zee gekomen en rolden de golven tame lijk ver op het strand weshalve de schipper zich ver plicht gevoeldezijne passagiers uit de boot aan land te dragen. Hij sprong dus te water en noodigde Ma- rentiaals de naastbijzijnde uitop zijn rug te gaan zitten. Zij draalde echter een oogenblikmaar toen zij zag, dat de kapitein snel toilet begon te ma ken om haar dezelfde ridderdienst te bewijzen bedacht zij zich niet langmaar legde hare armen om den hals van den visscher, ten einde den kapitein niet in den waan te brengen dat zij op hem gewacht had. Zoo bleef voor dien heer nog slechts de kleine Schütz over die hem sedert hij vernomen had dat zij nog aan schilderen deedvolkomen onverschillig was ge worden zooals hij Marentia verzekerd had want reeds was de baron zonder aan zijne laarzen en zijn elegante broek te denkente water gesprongen en droeg Edith langzaam in zijne armen op het strand. De professor was gedurende dit tooneel roerloos blijven staan. Zonder vervolgens de aan land gekomen vrienden aan te spreken, keerde hij terug en bleef het overige van den avond onzichtbaar. XI. Den volgenden dag regende het „met een ijver, eene betere zaak waardig," zooals Marentia zich uit drukte. De wind joeg de regendroppels tegen de ven sters zoodat zij langs de ruiten afliepen als tranen over een weenend gelaat, het anders zoo lichte helder witte zand werd hoe langer hoe zwaarder en donker der, de in beweging gekomen golven spatten met sis send schuim uiteen alsof hun de zoete wolkendrop pels bij hun ziltigen aard hoogst onaangenaam waren en op den achtergrond werden lucht en zee langza merhand opgelost in een sombere, grauwe, grenzen- looze massa. Het scheen alsof met de natuur daar buiten ook Edith's oogen hoe langer hoe droeviger en zwaarmoediger werdenterwijl hare gedachten zich verloren in een vreugdelooze en hopeiooze toekomst. Het jonge meisje lag in een stoel voor het venster, hoofd en hart deden haar pijn van de gedachten en plannen voornemens en gevoelensdie sinds twee weken haar binnenste verontrustten lichamelijk voelde zij zich zoo ongelukkigdat zij het liefst vandaag in het geheel niet was opgestaan alleen haar vrees dat Roderich dan den docter zou laten halenhad haar kracht gegeven om haar bed te verlaten en zich naar de stoel in de huiskamer voort te slepen. Daar liet zij door hare trouwe kamenierdie haar reeds vóór drie jaar in die verschrikkelijke ziekte liefdevol en ver standig verzorgd had verkoelende doeken om het brandend heete hoofd leggen en zich als een ziek kind door haar troosten. De oude vrouw had het teere, schoone schepseltje lief als haar eigen kind en waakte in het bewustzijn harer verantwoordelijkheid met meer zorg over Edith's doen en laten dan de eigen moeder zou hebben gedaan die nog eenigzins vertrouwt op het gezonde verstand harer volwassen dochter. Zij bracht de lijderes een voetenbankjesloeg haar nog een licht doekje om de schoudersopdat geen tochtje haar zou schaden en wilde niet toestaandat Edith zich vermoeide met het in orde brengen van haar vlechtenmaar deed haar een netje over de haren en haalde ten slotte het boek waarin zij gis teren avond ook gelezen had. Edith liet ontbijt en boek echter onaangeroerd hare oogen zweefden nog altijd naar buiten naar de ongure natuur en steeds sterker voelde zij zich aangetrokken tot de diepste diepte der zee waar geen storm het water meer vermag te be roeren en eeuwigeongestoorde rust heerschthoe schuimend en bruisend de oppervlakte ook beweegt. Tegen den middag kwam Marentia. Zij scheen door Edith's uitzicht getroffen en vroeg of het roeitochtje van gisteren haar niet goed was bekomen. „Alleen het weer is er de schuld van antwoordde Editb. „Is het niet beklagenswaardig, dat een schepsel, als de menscb, die zich op zijn geest zooveel laat voor staan met zijn gemoedstoestand afhankelijk is van zulk een nietige omstandigheid? Bijna allen die ik ken, zijn bij fraai weder vroolijkerbij slecht weder droe viger gestemd, zenuwachtige menschen zelts zeer merk baar. Het is alsof het zonlicht even goed ons bin nenste als de natuur buiten ons verheldert. Ach Marentia en heeft men bovendien een smart te dra gen die reeds op zich zelf ons gemoed droevig stemt, dan is het op een somberen dag als heden zoo don ker in ons binnenstedat men zich aftobt met de akeligste gedachten. J'a.i du noirzegt de fransch sprekende Zwitser, beteekenisvol in zulk eene stemming." „Dat is eene goede uitdrukking! j'ai aussi du noir," zeide Marentia. „Mij is het bij zulk weder altijd te moede alsof de regendroppels over mijne schilderijen liepen en alle glans en frischheid er af spoelden. Maar dan lees ik zeker niet zulke zwaarmoedige boeken als èr hier een ligt." „Hamletik sloeg er van daag nog geen oog in maar van harte beaam ik zijne woorden „Wie lastigschal und flach und unerspriesslieh Scheint mir das ganze Treiben dieser Welt." „Geef mij het boek mede, dat is nn vergif voor u," zeide Marentia hoofdschuddend. „Niettegenstaande uwen proef met den professor behoort gij niet tot de menschen die Satan door Beëlzebub kunnen verdrijven."

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1882 | | pagina 1