FEUILLETON.
No. 74
Vier ca tachtigste Jaargang
1882.
V R IJ I) A G
23 JUNI.
1>E MOLENAAR VAN HEIDE.
Prijs der gewone Advertentiën
©flirted (ftcbcdte.
25nitcn(au&.
ALRMAAftSCHfi COURANT
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door
het geheele Rijk f 1,
De 3 nummers 0 06.
Van 15 regels 0,75; iedere regel meer 0,15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter algemeene kennis
dat de patenten voor tapperskoffiehuishouders en kof/ieschen-
kers ter gemeente-secretarie verkrijgbaar zijn van heden tot
en met Dinsdag 4 Juli e.k., op vertoon van het bewijs, dat
de helft van den aanslag is betaald.
Burgemeester en W ethouders voornoemd,
AlkmaarA. MACLAINE PONT.
20 Juni 1882. De Secretaris,
NUHOUT van der VEEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK
MAAR noodigen de ingezetenen uitdoor het uitste
ken der vlaggen van hunne woningen op 27, 28 en
29 Juni aanstaande van hunne belangstelling in de op
die dagen te Alkmaar gehouden wordende vergadering
der Vereeniging van Officieren der Schutterij in Ne
derland te doen blijken.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
21 Juni 1882. De Secretaris
NUHOUT van der VEEN.
Door de benoeming van een der agenten van politie tot
opzichter over de kaasdragers wordt te Alkmaar verlangd
een AGENT VAN POLITIE, op eene jaarwedde van ^550,
ongeveer f 50,aan emolumentenkostelooze bovenkleeding
en wapening.
Vereischten zijn: niet ouder dan 35 jaren, goed gedrag,
goed voorkomen sterk gestelbekwaamheid tot het opstellen
en behoorlijk schrijven van rapporten en processen-verbaal.
Sollicitanten moeten zich vóór 5 Juli e.k., op een werkdag
in persoon aanmelden bij den Commissaris van politie. Zij, die
bij de politie werkzaam zijn of gewezen onderofficieren van het
leger, zullen bij voorkeur in aanmerking komen.
De Commissaris van politie
VAN BREMEN.
BELGIE. Bij de herstemming te Soignies op den
20 is tot lid der Kamer gekozen de clericale candi-
daat Englebienne met 1163 stemmen tegen 1188 op
den liberalen candidaat Wincqz. Tegen deze verkiezing
zullen bezwaren ingebracht worden op grond dat ten
onrechte biljetten ten gunste van den liberalen candi
daat van onwaarde zijn verklaard.
Een van de hoofden der clericale partij in den Se
naat de oud-minister graaf d'Aspremont Lynden is
den 19 overleden.
DUITSCHLAND. Prins Bismarck vertrok den 20,
's morgens te half negenweder uit Berlijn naar
Varzin.
Een zeeofficierMeiling genaamd wordt gezegd
afschrift der plannen voor de kustverdediging der
Oostzee tegen een hoogen prijs verkocht te hebben aan
de russisehe regeering. Hoewel officieel tegen gespro
ken schijnt het gebeurde niet geheel onwaar te zijn.
Het openbaar ministerie is in hooger beroep geko
men van het vonnis der rechtbank te Berlijn waarbij
prof. Mommsen, lid van den Rijksdag, vrijgesproken is
van de beschuldiging van prins Bismarck te hebben
beleedigd.
De minister van financiën, de heer Bitter, heeft een
verzoek om ontslag ingediend omdat er verschil van
gevoelen bestaat tusschen hem en zijne ambtgenooten
over de wet waarbij bepaald wordt het gebruik dat
gemaakt zal worden van gelden door het rijk uit de
opbrengst der indirecte belastingen aan de verschillende
staten uitgekeerd wordende. Als zijn opvolger wordt
genoemd de heer Scholzsecretaris bij dat ministerie,
Sommige bladen zeggen echter, dat reeds meermalen
tusschen dezen minister en prins Bismarck verschil van
gevoelen bestond en de zaak nog wel weder geschikt
zal worden.
ENGELAND. Volgens de Daily News zou den 20
aan den admiraal Seymour in Egypte de last verstrekt
zjnonverwijld matrozen en mariniers aan land te
zenden zoo hij zulks noodig achtte voor de veiligheid van
leven en bezittingen van vreemdelingen te Alexandrië.
Lagerhuis. Den 19 werden de artikelen 10 en 11
der nieuwe iersche dwangwet aangenomen. Art. 10 houdt
in dat verdachte vreemdelingen in hechtenis kunnen
worden genomen en art. 11, dat de regeering het recht
heeft, aan haar verderfelijk toeschijnende dagbladen in
beslag te nemen. De onder minister van buitenlandsche
zaken deelde den 20 mede dat de regeering bereid
was de overeenkomst over de visscherij in de Noord
zee te bekrachtigen, zoodra de andere daarbij betrokken
regeeringen daartoe bereid waren maar dat het nog
onzeker was, of Frankrijk, Belgie en Nederland daartoe
gezind waren. Aan de egyptische regeering was ge
meld dat Engeland volledige voldoening voor de ge
pleegde gewelddadigheden verlangt. Hij verzekerde
verderdat in de tot nu toe afgelegde verklaringen
niet te kort gedaan was aan het groote gewicht der
belangen van Engeland bij het Suezkanaal. Frankrijk
en Engeland hadden voorgesteld dat de vertegenwoor
digers der 6 groote mogendheden den 22 te Konstan-
tinopel zouden bijeenkomen. De Porte zou aan de
bijeenkomst geen deel nemen de engelsche regeering
had gewenscht, dat de Porte er wel deel aan zou nemen,
maar de Sultan was een ander gevoelen toegedaan ge
weest. Na eene langdurige beraadslaging werd vervol
gens met 253 tegen 97 stemmen een voorstel van
minister Gladstone aangenomen, om aan de wet op de
achterstallige pacht den voorrang boven iedere wet, be
halve de dwangwet, te geven.
FRANKRIJK. De interpellatie in de Kamer van
den 19 had niet zooals in het voorgaande nummer
gezegd werd rechtstreeks plaats over het egyptische
vraagstuk maar over het vraagstuk der schadeloosstel.
ling aan Spanje wegens de slachting indertijd door
de inboorlingen aangericht onder de spaansche kolo
nisten in Oran. Het antwe^rd des ministersdat niet
dadelijk, maar wel later inlichtingen gegeven zouden wor
den, omdat de behandeling dier zaak op dat oogeublik
moeielijkheden zou kunnen doen ontstaan, stond zeer ze
ker met dat vraagstuk in verband. Den 20 verzocht de
minister-president vóór de bijeenkomst der Kamer den
heer Périer, hem niet te ondervragen over Frankrijk's
houding bij de bijeenkomst der mogendheden en te
wachten tot den 22. Op dien dag kon hij zeggen of
de staat van zaken een antwoord toeliet. Daarna werd
met 345 tegen 70 stemmen aangenomen het voorstel
tot vervreemding der Kroonjuweelen onder bepaling
dat de opbrengst zou dienen tot stichting eener kas
voor tot werken ongeschikte werkliedenofschoon
minister Ferry aangedrongen had op het stichten eener
kas voor de staatsmusea.
ITALIË. De vereeniging voor lijkverbranding te
Milaan heeft in eene zeer druk bezochte vergadering
met algemeene stemmen als haar gevoelen uitgespro
ken dat Garibaldi's wensch omtrent zijn lijk geëer
biedigd moet worden. De familie van Garibaldi de
regeering de Senaat en de Kamer zijn daarmede in
kennis gesteld.
RUSLAND. Te gelijk met het ontslag van graaf
Ignatieff, als minister van binnenlandsche zakenvaar
digde de Keizer een besluit uitwaarbij de hoofdelijke
omslag, waartegen reeds sedert geruimen tijd ernstige be
zwaren bestonden werd afgeschaft. Keizer Alexander
II had reeds gelast den hoofdelijken omslag door
andere inkomsten te vervangen. Thans is gelast met
die afschaffing in 1883 een begin te maken en die
hervorming langzamerhand in den loop van eenige
jaren naar mate nieuwe bronnen van inkomsten
vloeien te voltooien.
De lichting voor het landleger en de marine is voor
1882 bepaald op 212000 man.
TURKIJE. Saïd-pacha minister van buitenl. zaken,
deelde den 19 mededat de Porte hare bezwaren
tegen de bijeenkomst der mogendheden handhaafde.
De Porte had van Derwisch-pacha het bericht ontvan
gen dat de stand der zaken in Egypte zeer bevredi
gend was en dat Arabi-bey de bevelen des Onder-ko-
nings stipt gehoorzaamde. Die bijéénkomst was dus
geheel overbodig.
Volgens de turksche bladen ziet de Sultan tegen het
zenden van turksche troepen naar Egypte op vooreerst
om de kosten en in de tweede plaatsomdat eene
gewapende tusschenkomst alleen dan kan geschieden
wanneer hem volkomen vrijheid wordt gelaten en de
mogendheden hem geen enkele voorwaarde opleggen.
Het nieuwe ministerie schijnt thans samengesteld te
zijn uitRaghib-pacha voorzitter van den ministerraad
I.
Een koude heldere winternacht bedekte de vrucht
bare vlakten van westelijk Holstein die nog heden
evenals in den tijd, waarin ons verhaal aanvangt, in
het laatst der 15de eeuw door de flinke vlijtige en
krachtige Ditmarscbers werd bewoond. Als vriendelijke
engelenoogen zagen de sterren op de slapende aarde
neder, die zich in het glinsterendemet diamanten
bestrooide sneeuwkleed gehuld had en van een nieuw
leven in de lente droomde. Diepe stilte heersebte
rondom de ijzige adem van de vorst scheen alle leven
te hebben vernietigd en zelfs in de huizen van het
vlekje Wöhrden hoorde men geen geluid; alles, mensch
en dier, lag in de armen van den slaap.
Slechts in heteenigszins zijdwaarts van de plaats
in het midden van een dichtenu ontbladerde boom
groep staande huis van den schout, Hans "VVollersien
schemerde nog een mat licht door de met ijsbloemen
bedekte ruiten. Op een oude, met leder overtrokken
leunstoelbij den reusachtigen haard die een vierde
van het vertrek innam zat de bejaarde eigenaar van
het huis het grijze hoofd nadenkend op de hand ge
steund. Yan tijd tot tijd zweefde zijn blik naar het
venster en rustte met eene uitdrukking van stil geluk
op eene slanke meisjesgestalte die met hare heldere,
blauwe oogen droomend naar buiten zag. Het was
een schoon jong echt Ditmarsch kind met frissche,
roode wangen en lippen en dikke goudblonde vlechten;
zij had het voorhoofd tegen de ramen van het lage
venster geleg en scheen met opmerkzaamheid op het
minste geluid acht te geven dat zich buiten hoo-
ren liet.
Plotseling bracht zij het oor nader aan de ruiten
want het lichte knarsen der sneeuw was in het
stille vertrek duidelijk hoorbaar. Kort daarop vertoon
de zich eene donkere mannengestalte op de witte
vlakte en eindelijk lieten de vlugge elastische bewe
gingen van den naderende zijne nu duidelijk te on
derscheiden jeugdige trekken geen twijfel meer over,
of het was een krachtige jongeling die het huis van
den schout naderde.
„Hij komt riep het meisje den ouden man toe en
vlug ijlde zij naar de deur, die zij wijd opende.
De aangekomene stampte buiten de sneeuw van de
voeten en trad daarop het vertrek binnen door het
meisje op de hartelijkste wijze verwelkomd. Ook de
grijsaard reikte hem de hand en de krachtwaarmede
hij deze schudde toonde dat de jongeling geen on
welkome gast in het huis van den schout kon zijn
en duidelijk bleek uit de wijze waarop de jongelieden
met elkander omgingen dat zij een verbond des harten
hadden geslotenwaaraan de vader zijne goedkeuring
en zegen geschonken had
Op de houten bank aan den warmen haard namen
de geliefden plaats en fluisterden van al die duizend
belangrijke dingen die verloofden elkander hebben te
vertellen. Zij spraken van hun huwelijkvan de in
richting hunner toekomstige woningvan de gasten
die zij op hun huwelijksfeest wilden noodigen en het
eene fraaie luchtkasteel na het andere werd opgebouwd.
Als een wonderland uit de sprookjes lag de toekomst
in het zonlicht van ongestoord geluk voor hen slechts
nog een korte afstand scheidde hen van de poort
die naar de lachende velden voerde weldra waren
zij er.
Een krachtig kloppen op de deur rukte het jonge
paar uit hunne zoete droomen en zelfs de oude Wol-
lersien, die de slaap in zijn leunstoel had overmand
sprong verschrikt op.
„Wie komt hier nog zoo laat?'' vroeg de schout,
de pit van het olielampje opdraaiende zoodat zij een
helder licht verspreidde. „Doe de deur eens open
Telsehet is buiten koud en donker."
Een man verscheen op den drempelgroot en sterk
gebouwd, met vriendelijke oogen en een goedig gelaat.
Toen hij de jongeling bemerkte, scheen bij te aarzelen,
trad echter spoedig nader en reikte allen de band.
„Wolf Isebrand riep de vader van het meisje ver
wonderd „waar kom jij van daan
„Ik heb mij in Hemmingstadt wat te lang opgehouden,
en ben nu op weg naar huis antwoordde de andere.
„Het licht in je huis bracht mij op de gedachte, je
goeden nacht te gaan zeggen en tegelijk mijn verstijfde
ledematen een weinig te verwarmen. Maar zooals ik
zie beb je reeds bezoek voegde hij er op een toon
bij waaruit duidelijk het ongenoegen over de aanwe
zigheid des anderen bleek.
„Reimer van Wimerstadt is mijn verloofde, Wolf,"
antwoorde Telse. „Je behoeft je er dus niet over te
verwonderen hem hier te vinden."
„Je verloofde vroeg Wolf en zijn gelaat vertoon
de zijns ondanks zijne innerlijke smart. „Is het reeds
zoo ver. Men mompelde er wel is waar bij ons ook
over, dat Reimer werk van je maaktmaar ik wist
nietdat je het zoo vlug eens geworden waart."
„Over veertien dagen is er reeds bruiloft, Wolf
Isebrand gij zult er ook bij zijn zeide de gelukkige
bruidegomterwijl hij den arm om den hals zijner
geliefde sloeg.
„Wanneer ik Telse Wollersien iemand gun dan zijt
gij het," antwoordde Wolf. „Gij zijt de eerste bij den
arbeid en de laatste bij den dans jou komt dus ook
het beste meisje in het geheele kerspel toe. Maar nu,
goeden nachtik heb nog een langen weg voor me."
„Een brave kerelzonder nijd of valschheid zeide
de schout, toen Wolf zich verwijderd had.
„Hij schijnt ontstemd dat hij mij hier gevonden
heeft zeide Reinier. „Misschien was hij gaarne in
mijne plaats."
„Hij mag mij gaarne, dat heeft hij mij dikwijls gezegd,