de beslissing van Burg. en Weth. zonder eenig hooger beroep geldt. Uit dat berusten kan niet de gevolgtrekking gemaakt wordendat de compagnie de overeenkomst niet loyaal heeft uitgevoerd In de vorige vergadering heeft hij gevraagd, want hij hecht daaraan groote waarde, in welk opzicht is de overeenk nnst door de compagnie niet te goeder trouw nageleefd? En daarop is niets aangevoerd, dat aan minder goede trouw doet denken. Er is geen enkel bezwaar aangevoerd, waaruit het tegendeel zou kunnen worden bewezen. Nu is er eindelijk nog een artikel in de overeenkomstdat misschien zelfs aan de meeste leden dezer vergadering onbekend is, althans niet zoo levendig voor den geest staat. En dat is, artikel 32. Zoo de overeenkomst opgezegd wordt en het gelukt aan de gemeente niet, eene nieuwe overeenkomst te sluiten, dan is de gemeente verplicht van de compagnie over te nemen de geheele fabriek met alle aanhoorigheden en gereedschappen, daaronder begrepen alle terreinen en gebouwen en al het voor de verlichting gebruikt wordende materieel, de voorhanden voorraad steenkolen, cokes enz. Dit is een ernstig bezwaar, waarop hij zeer de aandacht vestigt. Had hij de zekerheiddat op minnelijke wijze een nieuw contract kon worden gesloten met deze compagnie, hij zou in opzegging minder bezwaar zien, maar, wanneer de ge meente in strijd met de loyauteit de overeenkomst opzegt en de compagnie tegen de gemeente zegt, gij zijt deloyaal en wij willen met u niet onderhandelen, dan zou de gemeente staan voor net teit van eigen exploitatie, eer men het wist: dan zou tot eigen exploitatie overgegaan moeten worden, terwijl, hij gelooit het zeker, geen enkel lid van den Raad op dit oogen- Si geneigd is daartoe over te gaan. Men bedenke dit wel. n u ^en ^00P dezer beraadslaging afwachten. He heer Vonk acht het rekken dezer beraadslaging onnoodig. anneer men deze beraadslaging zoo blijft voortzetten, dan zaï eene nachtzitting noodig zijn en het voorbeeld van Enge- •Inmonl 1 Ti i land's parlement gevolgd worden. Hij gelooft, dat het o°ok onnoodig is, want er is zulk een belangrijk verschil bij de raadsleden nietals men denken zou. De voorsteller is niet voor °PzeS§^o der overeenkomst op grond van de verlaging van den steenkolenprijs: hij spreekt in zijn voorstel daar niet van: hij althans heeft daarvan niets gelezen. Of die meening nu goed is, doet echter mets ter zake. Het voorstel acht hij illoyaal tegenover de compagnie, zooals het rapport aantoont, illoyaal tegenover de raadsleden, aan wie de tijd ontbreekt voor be hoorlijk onderzoek als gevolg van de late indiening. Hij vraagt, wie onzer wil voor gemeente-rekening exploiteren? Niemand. Jin nu moet men zoeken naar een middel, om uit de moeieliik- heden te komen. En dit kan geschieden door eenvoudig de overeenkomst op te zeggen, doch daaraan toe te voegen: de ad is volstrext roet toegedaan exploitatie voor rekening der gemeente, doch dit neemt niet wegdat in de overeenkomst zooals zij nu bestaat, veel te verbeteren is: de Raad zegt daarom die overeenkomst met u op, om de gelegenheid te krijgen over die verbeteringen te onderhandelen en hij stelt daarom voor, het voeren daarvan een termijn van 6 maanden voor te behouden. Hij stelt voor m dien geest te besluiteu. De heer Verhoeff had geen plan, zich in de beraadslaging te mengen, zoo er geene woorden gebezigd waren, die hij niet met stilzwijgen mag voorbijgaan. Men spreekt telkens van il- na£ id6Q T bedoe m&ea; Die bedoelingen zijn ver van ieder raadslid. Hij vraagt met daarnaar. Hij is het gevoelen toe gedaan, dat de overeenkomst gerust opgezegd kan worden dat hieraan geen twijfel bestaat. Wanneer de letter duidelijk duideiifLS-T' T* bedoeling- En de letter is bier zlo duidelijk mogelijk. Hoe durft men te herinneren aan het ge beurde met de dobr de compagnie gevorderde uftbetaling fan t tpo5.~ voor meer gelegde pijpleiding. Hij toont, uit de gewisselde stukken aandat de compagnie aanbood de toen verlangde uitbreiding der gemeente-verlichting geheel voor hare lotTif 16 "Ti"' Waar°nder de «i«gelgraDehten en de Hri- had tU?' geen enkel lid van den Raad ooit gedacht addat de compagnie daarvoor de vergoeding van f 2 per z et°opVlafeD' °e,beP®hng- waarop de heer Kraakman doelt u threHi, 'l t, 1 aan eg J "ltbreidlnSniet op den aanleg der tbreidinB bij den aanvang derovereenkomst. En dat de gemeente zich tegenover de compagnie zeer royaal gedroegdaarvoor voert hij aan, dat de gemeente geen gebruik maakte van het haar gegeven rechtom bij voorbeeld den Omval te verlichten. eze aanzienlijke uitgaaf heeft de gemeente niet eens gevor- 1U/ aan ,e C0lnPaguie bet recht toe, ten hoog- On l„.% Pf, st?fre, £az door de ingezetenen te laten betalen. Up dat punt heeft de compagnie nooit eenige concessie gedaan: ?n 7«™0 i® ste5nkojenPrijs tot beneden de helft van den prijs lo„ iTtS jendeerden de ,cokes bijna zooveel als de steenko- kosten, de compagnie heft het maximum van den prijs en brengt daarin geene vermindering. De commissie wetendedat des directeurs schrikbeeld eigen exploitatie was en dat hij eerst concessien deed, toen er sprake was van. verwezenlijking van dat denkbeeld, sprak met over hetgeen in zijn voor- of nadeel was. Zij raadpleegde alleen het gemeentebelang. En wanneer hij ziet, hoe de compagnie handelt, gelooft hij, dat de raadsleden hun plicht zouden verzakenzoo het contract niet werd opgezegd De Voorzitter voegt aan het door den heer Verhoeff aangevoerde ten aanzien van het punt der uitbetaling van f 1655, nog toe dat toen de raad aan de com pagnie verklaarde, ik ben bereid de meerdere lantarens te plaatsen en de kosten van het licht te voldoen de compagnie zelfs zoo verging, om te eischen de betaling van f 1655,— en de plaatsing der lantarens niet eens verlangde. i?6 ''u61-- ^r' de kan?e komt op tegen het telkens bezigen der woorden loijaal of illoijaal. Hij voor zich verlangt evenzoo beoordeeld te worden als bij anderen beoordeelt. Men gebruike dien term niet iedere keer. De heer Kraakman heeft door art. 32 der over- eenkomst in herinnering te brengen van het stelsel van vreesaanjaging gebruik gemaakt. Hij heeft in het hoofd van dat artikel iets gevonden, dat hij mededeelt en zal bij gelegenheid het volgende wel eens vinden, In het 3e lid van dat artikel staat toch dat die over- nemingsprijs berekend zai worden naar de kosten van aanleg, aankoop en aanschaffing, verminderd met bet bedrag van hetgeen het gebruik aan waarde heeft doen verhezen dus van slijting en zulks op schatting van 5 deskundigen. Die overneming zal dus hoogstens tegen balanswaarde kunnen geschieden en wanneer wij nu zien dat die ongelukkige compagnie die zoo ongunstig werkttoch volgens den heer C. W. Bruinvis nog 6 p.c. aan de aandeelhouders heeft uitgekeerd dan is die overneming nog niet zulk eene verschrikkelijke zaak voor de gemeente. Hoewel hij tegen eigen exploitatie gestemd iszoo zou hij in dat geval tegen overneming en eigen exploitatie niet opzien. Laat het woonhuis waarop de heer Kraakman gewezen heeft, maar ook op de waarde van goed woonhuis overgenomen wor den dat is geen bezwaar, evenmin als de overneming van versleten pijpen een bezwaar zal zijn. Hij is tegen eigen exploitatie maar men gebruike eigen exploitatie met als argument tegen zijn voorstel. Hij verlangt gehouden te worden aan zijne eigen bedoelingen, niet tan die van anderen. Zijn standpunt is hetzelfde als de adressanten in hun adres aangenomen hebben Zoo spreekt men ook van bedoelingen van den Raad: er is echter geen sprake van, wel van bedoelingen eener raadscommissie. Dat belangrijke wijzigingen in de laatste jaren op het gebied der gasfabricatie plaats hebben gehaddaartoe wijst hij op eenige mededeelin- gen ontleend aan de officieele verslagen der gasfabriek te Dordrecht. Daaruit blijkt bij voorbeeld, dat door betere inrichting het gasverlies van 31°/uin 1871 thans tot 15% gedaald is; dat tegenwoordig uit elke 100 HL. steenkolen 90 HL. cokes worden overgehouden tegen 78 in 1871; dat door aanzienlijke verbetering der retor ten de zuivere opbrengst der gas bijna verdriedubbeld is. Waar zulke sterk sprekende officieele gegevens bestaan, is het toch zeker niet onbillijk, wanneer men aandringt op een deskundig onderzoek. De heer Kraakman heeft in de vorige vergadering een element in de beraadsla- §'në gebracht, dat naar zijne meening volstrekt niet opgaat, namelijk: vindt de Raad het wel billijk om de overeenkomst op te zeggen aan eene compagnie die zich steeds zoo goed gedroeg en zoo flink handelde? De fabriek is geen kantoorbediende, wien men om zijne trouwe langdurige diensten een geschenk aanbiedt; al was de fabriek nog zoo welwillend geweest en al had zij zich nog zoo uitstekend gedragen, dan kon dit ge drag alleen aanleiding geven tot een handdruk door den Voorzitter namens den Gemeenteraad aan de compagnie. Men kan haar daarvoor echter niet zulk een belangrijk cadeau geven als niet opzegging der overeenkomst zou zijn. Welke de gevolgen der opzeg ging zullen zijn, zullen wij later zien. Voorlichting door deskundigen is in de eerste plaats noodig en dan volgt van zelf onderhandeling met de compagnie. Zijne bedoeling is niet te onderhandelen met andere perso nen, die eene gazfabriek zouden willen oprichten: hij wil niet onmogelijkheden eischen; hij wil zeer billijk zijn maar hij wil niet knielen voor de compagnie om veranderingen te krijgeu hij eischt voor beide partijen hetzelfde vrije standpunt. De Voorzitter verzoekt de leden, die nog spreken willen, zich te bekorten. De heer C, W. Bruinvis zegt daarop Ik geloof, dat mr. Vonk in dwaling verkeert, als hij stelt dat mr. de Lange alleen het belang der verbrui kers ten opzichte van verbeteringen in de fabricatie en niet tevens, dat ten opzichte van goedkooper kolenprij- zen op het oog had. Ik meen het laatste wel degelijk in het voorstel van mr. de Lange gelezen te hebben. Maar dit is van minder belang. Eene andere hier verkondigde dwaling is van meer belang en wel om trent de bedoeling van het contract. Ik beweer, dat men bet recht van opzegging in der tijd niet gewenscht heeft om te kunnen profiteeren van verbeteringen in de gasfabriekatiemaar van de uitvinding van eene an- dere betere of meer goedkoope wijze van verlichting. En ik vind grond voor deze bewering hierin ik moet op een tweede door allen vergwten artikel wij zen, al moge het bij den heer de Lange pompeiaansche herinneringen wekken dat Burg. en Weth. het recht hebben de toepassing van alle uitvindingen en verbe teringen op het gebied der gasfabricatie te ordonnee- ren. Achten de heeren de Lange en Stoel nu opzeg ging noodig om zulke verbeteringen te verkrijgen dan ««•5 deu treden weg tot die verbeteringen voorbij. Mr. de Lange heeft zich mij bestrijdende ge houden aan een courantenverslag dat bij in over eenstemming heeft bevonden met de gehoorde notulen. Ik heb uit bescheidenheid slechts ééne aanmerking wil len maken, waar het 't verzwijgen van de kern der zaak betrotmaar nu moet ik verklaren dat zij ook op an dere punten onvoldoende het door mij gezegde bevatten. Air. de Lange heeft gezegd: als de fabriek reeds kans zag voordeelig te werken, toen de steenkolen zoo duur waren, dat ieder prijsverlaging moest verwachten, hoeveel geld moet zij dan in de latere jaren niet gewonnen hebben? De zaak is anders geweest. Com missarissen zijn door den heer Holtz tot de toenmalige lage aanbieding overgehaald want er was op dat oo- genblik met te verdienen en ieder verwachtte niet verlaging, maar verdere verhooging van den kolenprijs, zoodat de fabriek de bach aanvaardde, misschien 10 jaren met schade te werken. En maakt zij nu door ongedachte verandering wel goede winstbij alle aannemingen geldt het wie de kwade kansen aan vaardt moet ook van de goede kansen het voordeel genieten. Mr. de Lange heeft strijd meenen te vinden tusschen hetgeen ik de vorige maal en ditmaal over meter vulling heb gezegd. Het eene was eene aanvulling van het anderehet komt hierop aan dat ieder in staat is de behoorlijke vulling gemakkelijk te controleeren. Wat zijn voorbeeld aangaat van iemand die meer betaalt dan onder het vorige contract, moet ik herin- neien aan het straks door mij gezegde en vragen is e levenswijze van dien verbruiker volkomen onveran derd gebleven? Zoo mag ik ook, waar de heer de Lange op elders bestaande verbeteringen wijzende gewaagde van een retort te Dordrecht, die zooveel meer gas dan vroeger fabriceerdevragenwas inmiddels ook een ex.iauster aangebracht Men moet volkomen ingelicht zijn wil men zich op voorbeelden van elders beroepen. Br is gezegd de fabriek denkt de fabriek meent enz. Te onrechte. De fabriek heeft in deze vergade ring geen vertegenwoordigers. En zij is ook °door Burg. en Weth. nergens over geraadpleegd. De heer de Lange wil zich met de kwestie van il- of deloyaal niet inlaten en stapt over de geldkwestie in geval van overneming heen. Bij mij staat geen an dere kwestie dan die van eerlijkheid voorop. „Bedoe lingen heb ik niet; ik heb mij beroepen op geschre ven stukken. Mr. de Lange heeft ook gewaagd van groot gasverlies aan deze fabriek Jen daaraan is vast geknoopt een schampschot op de mogelijke overneming door de gemeente van slechte pijpen. Ik heb den heer Holtz het productiebcek doen opslaan en het is mij gebleken dat het gasverlies verleden jaar heeft bedra gen 7% p.c., een cijfer, ver beneden dat van alle ge meentegasfabrieken en een bewijs van den goeden toe stand van het buizennet. Ik vlei mij niet het door mr. de Lange die het in geestigheid zoozeer van mij winttot zijn genoegen wederiegd te hebben. Maar ik vertrouw reeds straks voldoende aangetoond te hebbendat bij verschil van meening over het contract het einde steeds is geweest minnelijke schikkingof onderwerping van de zijde der fabriek. Met het goed bedoelde voorstel van mr. Yonk kan ikook ter zake van het door mij aangehaalde verge ten artikel niet medegaan. Maar Burg. en Weth. schijnen het eens ten aanzien hunner wenschen en be zwaren. Is dit bet gevaldan moet het hun geen moeite kosten die morgen in eene korte bijeenkomst te formuleeren. Laten zij die aan de directie der gas fabriek bekend maken en zien wat deze kan inwilligen. Laat ons dan a.s. woensdag weder vergaderen, den 28, nog vroeg genoeg, indien men tot opzegging wil besluiten. De heer Kraakman zal kort zijn. De eenige die zich zelf gelijk gebleven is is de heer Verhoeff, Hij spreekt in 1882 geheel in denzelfden geest als hij sprak in 1873. Toen de heeren van der Kaaij en van Leeu wen in de zitting van 19 Pebr, 1873 zelfs verklaarden dat er aan geen verschil aan gevoelen over art 7 ge dacht kon worden dat het zoo duidelijk was dat de gemeente de gevorderde som van f 1655,— moest be talen, was de heer Verhoeff de eenige, die verklaarde, dat niemand ooit gedacht had dat de gemeente dit bedrag moest betalen. Hij heeft het woord deloijaal of illoijaal niet gebezigd ten aanzien van den heer de Lange hij heeft alleen gezegd dat de compagnie zou kunnen zeggen ik on derhandel niet verder met u, want gij handelt illoijaal. Evenzoo wil hij niet beschouwd worden als advokaat der fabriek zooals volgens sommige uitdrukkingen ver moed schijnt te worden. Het is zijne oprechte meeniDg, dat de gemeente de overeenkomst niet mag opzeggen na raadpleging vau hetgeen vroeger gebeurd is. Hij hecht zeer aan loyale uitvoering eener overeenkomst want is eene overeenkomst niet loijaal uitgevoerd dan onderhandelt men niet verder met de persoon die haar niet loijaal heeft uitgevoerd. Wat de overneming betreft, de heer de Lange heeft daarop wel met eenige aardigheden geantwoord maar dat neemt niet weg dat de gemeente verplicht zal zijn de fabriek overtenemen komt geene overeenkomst tot stand. De gemeente zou dan staan voor het feit van eigen exploitatie zonder dat een lid zulks wil of be doelt. Dit is geece vreesaanjaging. maar de werkelijk heid want wie waarborgt ons het sluiten eener over eenkomst met de compagnie ten onzen genoegen. De directie der compagnie staat toch niet alleen tegenover de gemeente maar ook tegenover de aandeelhouders en wanneer die aandeelhoudersgeen Alkmaarders maar vreemdelingen, eens weigerden te onderhandelen dan zou de raad tpoediger dan men nu denkt staan voor een feitdoor niemand gewenscht of verlangd. De beraadslagiug wordt daarop gesloten. Het door den heer Vonk ingediende en door de heeren Kraak man en T. L. Koorn ondersteunde voorstel luidt als volgt De Gemeenteraad van Alkmaar meent, hoewel het in geenen deele in de bedoeling van den raad ligtom de gasfabriek voor eigen rekening te exploiteeren, dat de ervariug van 9 jarc-n geleerd heeft dat er in de over eenkomst eenige veranderingen en wijzigingen noodig zijn tot het maken waarvan op dit oogenblik geen tijd aanwezig is. De Gemeenteraad acht het raadzaam het contract tegen 1 Juli 188 3 optezeggen zooals bij dezen geschiedt» zich evenwel bereid verklarende om gedurende een tijd vak van 6 maanden dus uiterlijk tot 1 Januari 1883 met de directie der pijpgascompagnie te onderhandelen over mogelijk aantebrengen verbeteriogen. Daarop ontstaat strijdof dit voorstel het eerat in stemming gebracht zal worden. De heer de Lauge blijft aandringen om zijn voorstel het eerst in stem ming te brengen. Hij vreestdat aanneming van' het voorstel van den heer Vonk aanleiding zal geven dat de compagnie over een half jaar weer over bedoelingen zal spreken en de gemeente moet volkomen vrij blijven in hare handelingen. Door de aanneming van dat voorstel moet de zaak niet gepraejudicieerd worden. _Dit moet vaststaan. Hij verlangt uitdrukkelijke opneming hiervan in de notulen opdat geen twijfel mogelijk zij. De heer Bosman ziet ook bezwaar in dat voorstel. De zaak moet volstrekt niet geprae judicieerd worden door het voorstel tan den heer Ponk. Dit moet duidelijk blijken. De heer Vonk ver klaart dat het ook niet in zijne bedoelingjligt de zaak te praejudicieeren. De Voorzitter blijft bij zijn gevoelen om het voorstel Vonk het eerst in stemming te brengen en zal dan met die bijvoeging het voorstel van den heer de Lange in stemming brengen. Tegen de opneming in de notulen van het verlangen van de heeren de Lange en Bosman, oin allen twijfel te voorkomen bestaat geen bezwaar. Met 8 tegen 7 stemmen van de heeren StoelVonk Helling Bruinvis de Lange A. P. de Lange Bosman en Voorzitter, wordt het 'voorstel aangenomen. Daarna het voorstel de Lange aangevuld met voorstel Vonk met 14 stemmen tegen l stem van den heer C. W. Bruinvis. Van de commissie van financiën. 21. Rapport op het verzoek van regenten van het gasthuis, om magtiging tot het doen van af- en overschrijvingen in de begrooting voor het gasthuis voor 1881. De commissie stelt voor, de magtiging te verleenen, behoudens het nader grondig onderzoek der uitgaven bij het nazien der rekening. Aangenomen. 22. Rapport op de door regenten van het gasthuis, als beheerders der stads-apotheekingediende rekening van ont vang en uitgaaf bij die instelling over 1881. De commissie stelt voor, haar onveranderd goed te keurenin ontvang op 43S6.98 in uitgaaf op 4808,35 met een batig saldo van f 78,(13%. Aangenomen. Van Burgemeester en Wethouders. 23. Kohier der hondenbelasting, dienst 1882. Vastgesteld op een invorderbaar bedrag van f 858, met bepaling van 1 September 1882 als den dag, vóór of op waarop de aanslag in eens moet zijn voldaan. Vastgesteld. 24. Voorstel tot regeling der jaarwedden van het onderwijzend personeel aan de 2e tusschenschool. Na korte bespreking aangenomen. 25. Wordt de behandeling der verder aan dt orde gestelde punten tot eene vo gende vergadering wegens het vergevorderde unr aange houden en de vergadering gesloten. Stoomdrukkerij van Herm. Coster en Zoon te Alkmaar.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1882 | | pagina 10