gimtetUanb.
i3uitenlitnb.
Üs
sloten den engelschen vertegenwoordiger ter bijeen-
eenkomst der mogendheden te gelasten, tot geene an
dere oplossing van het egyptisehe vraagstuk mede te
werken dan tot zulk eene die de rechten des On-
der-konings handhaaftde vrijheden van het egyptisehe
volk beschermt en de nakoming van Egypte's interna
tionale verplichtingen verzekert.
Lagerhuis. Den 21 werd art. 11 der nieuwe ier-
sche dwangwet aangenomen met 250 tegen 45 stemmen,
na 10 uren beraadslaging.
Den 22 werd door de regeering medegedeelddat
Engeland het nieuwe egyptisehe ministerie niet erkend
had. Den heer Malet was alleen opgedragen zijne be
trekkingen met dat ministerie te bepalen tot zaken om
trent de veiligheid van personen en goederen en niets
te doen of te zeggen dat als eene erkenning kon
worden opgevat. De fransche consul-generaal handelde
in denzelfden geest. Aan de bijeenkomst der mogend
heden nam Engeland deel met eene duidelijk omschreven
staatkunde. De oostenrijksche en duitsche consuls had
den waarschijnlijk den Onder-koning aangeraden een
ministerie-Zagheb te vormen ter voorloopige bescher
ming van het leven en den eigendom der europeanen.
Over de vijandelijkheden in Zoeloeland was geen bericht
ontvangen. Een amendement op art. 12 der iersche
dwangwet strekkende om het recht tot verwijdering
van voor de rust gevaarlijke buitenlanders tot Engeland
uit te breiden werd ten slotte aangenomen met 228
tegen 51 st., nadat minister Gladstone zich met de
strekking daarvan vereenigd had.
FRANKRIJK. Het wetsontwerp tot wederinvoering
der echtscheiding is ten slotte aangenomen met 336
tegen 150 stemmen.
GRIEKENLAND. In den Piraeus kwamen reeds
2 stoombooten met 3400 vluchtelingen uit Egypte aan.
Op het eiland Malta waar het nederlandsche eskader
aankwam ongeveer 2000 vluchtelingen.
RUSLAND. Eene commissie van rechtsgeleerden,
met den minister van justitie als voorzitter, zal eene
herziening van het burgerlijk wetboek ontwerpen.
De diplomatieke agent in Egypte heeft een verlof
van 2 maanden van de regeering gekregen om naar
Rusland te gaan.
Er schijnt weder eene nihilistische samenzweering te
St. Petersburg ontdekt te zijn. De daaromtrent bekend
geraakte bizonderheden zijn nog zeer onzeker.
SPANJE. De onderhandelingen over een handels
verdrag met Engeland zijn afgebroken omdat die
mogendheid voorrechten vraagtwelke in strijd zijn
met de belangen der spaansche fabriekanten.
TURKIJE. Den 23 konden de gezanten der mogend
heden voor het egyptisehe vraagstuk nog niet bijeenko
men omdat de oostenrijksche gezant verklaarde door
de regeering nog niet volledig ingelicht te zijn.
EGYPTE. De heer Hoede secretaris-generaal van
de europeesche commissie van toezicht op de geldmid
delen in Egypte heeft zich den 20 in een aanval van
ijlende koorts van kant gemaakt.
Derwisch-pacha ontving den 21 eene depeche van
den Sultan waarbij hij uitgenoodigd werd aan Arabi-
bey mede te deelen dat de Sultan over zijne houding
te vreden was en om alles aan te wenden ten einde
hem over te halen zich vóór de eerste vergadering der
mogendheden naar Konstantinopel te begeven. Arabi
heeft zich in antwoord daarop wel bereid verklaard aan
die uitnoodiging te gehoorzamen, doch daarbij doen op
merken dat het leger hem niet veroorloven zou het
land te verlaten.
ZUID-AERICA. In Zoeloeland is de gevreesde
burgeroorlog uitgebroken. Een groot leger, onder aan
voering van Daboeko Ketswayo's broeder, heeft de
opperhoofden Usebepoe en Oham met groot verlies
geslagen. Men verwacht, dat Daboeko John Dunn
zal aantasten.
De Willem Parents is den 19 te Vardö aange-
gekomen veel drijf- en pakijs ontmoet hebbende en
den 23 van daar weder vertrokken
Aolgens het verslag van de gemeenteraadszitting
van 20 Juni te Helder, is het door den heer J. Hof
stee hoofd der school te Koegrasgedaan verzoek
tot ontslag wegens gevorderden leeftijd ingewilligd in
te gaan met den dag waarop zijn opvolger in dienst
treedt. Aan mej. E. O. Rijkers, onderwijzeresseen
den heer S. Hellinga onderwijzer, is op hun verzoek
ontslag verleend ter zake hunner benoeming te Nieu-
wendatn en Oudendijk.
Op voorstel van den districts-schoolopziener heeft
de gemeenteraad van Purmerende den 21 met alge-
meene stemmen besloten een cursus in te stellen tot
opleiding^ van onderwijzers tot hoofdonderwijzers. De
kosten a f 400 komen voor rekening der gemeente,
die tevens een locaal beschikbaar stelt. Yoor eene te
houden harddraverij heeft de raad een subsidie van
f 200aan de vereeniging „Fioralia" een van 50 en
voor de in September te houden tentoonstelling op het
gebied van zuivelbereiding mede een van f 50 en het
gebruik der nieuwgebouwde boterwaag toegestaan.
In den avond van den 21 werd tot voortzetting
der academische feesten te Amsterdam in het Paleis
voor Volksvlijtdoor het studenten-muziekgezelschap
J. Pz. Sweelinckonder de leiding van den heer
D. de Lange eene eerste uitvoering in Nederland
gegeven van „La Damnation de Faust", door Berlioz,
waartoe met een koor van ruim 500 dames en hee-
ren en de Amsterdamscbe Orkestvereenigingmede
werkten mej. de Vries (sopraan) en de heeren Ste-
pbanne (tenor) en Lauwers (bas) allen uit Parijs en
de heer v. d. M. (bas), van Amsterdam. De
door een talrijk publiek aangehoorde voordracht voldeed
uitstekend en vond veel bijval, hetgeen echter meer aan
de koren en de muzikale begeleiding dan aan de bui-
tenlandsche solisten, waarbij de heer v. d. M. volstrekt
niet achterstond was toe te schrijven. Na den afloop
werd door de Vereenigde Toonkunstenaren een concert
in den smaakvol verlichten tuin gegeveD. Den 22
werd in Volksvlijt eene matinee gegeven door bet mu
ziekcorps der grenadiers en jagers 's namiddags in
het ondelspark een volksconcert door het gezelschap
van den heer Stumpfl en 's avonds in den tuin van
Volksvlijt eene uitvoering door het duitsche mili
taire muziekcorpsmet eene zomerkermis. Toen het
bal in de open lucht zou aanvangen dreef eene don
derbui de menigte binnen het Paleis, en werd het bal
in de groote zaal met veel opgewektheid gehouden.
Bij kon. besluit van den 20 zijn benoemd in het
bestuur van het hoogheemraadschap der Uitwaterende
Sluizen in Kennemerland en Westfriesland: tot dijk
graaf de heer A. Maclaine Pont en tot hoogheemraden
de heeren S. C. S. Holland C. Kroon Mz., mr. II. J.
Smit, mr. M. G. P. del Court, mr. D. F. v. Leeuwen
en jr. mr. P. v. T oreesttot heemraad van den polder
Wieringerwaard de heer C. Dz. Rezelman en tot heem
raad van het waterschap Eierland de heer C. Kievit Az.
Den 22 werd te estwoud de eerste vergadering
gehouden van onderwijzers in het sehool-arrondissement
Medemblik, onder voorzitting van den arr. schoolopziener
dr. Nuijens Deze trachtte in boeienden vorm een over
zicht te geven van de onderwijswetten van 1806, 1857
en 1878en gaf ten slotte zijn eigen ideën omtrent
het neutraal onderwijs. Vervolgens werd een reglement
gemaakt en aangenomen en een bestuur gekozen van
Es te Enkhuizen vice-voorzitter; Dijkstra te Hoog-
carspelsecretaris de Boer, te Grootebroek en Smit,
te Medemblik leden. De bibliotheek zal naar West
woud worden overgebracht, waar de bibliothecaris Koot
er 't opzicht over krijgt. De traditioneele maaltijd
met 't half fleschje ontbrak ook hier niet.
Den 22 zijn B, en W. van Haarlem overgegaan
tot eene herverpachting van de kiosken nr. 2. en 3 in
den Hout. Zij werden voor het loopsnde jaar gegund,
de eene voor 42,75 de andere voor 50.
Vtrvolg'jler binnenlandsche berichten in het tweede blad.
ideaalen zijn eenig doel is geweest Parijs na te apen
in pracht en weelde en alle vreemdelingen verstomd
te doen staan over zijn rijkdomzijn gastvrijheid en
den luister zijner feesten. Daar alles uit Europaliefst
uit. Parijs moest komenkwamen alle uitgaven ten bate
van vreemde leveranciersvreemde industriëelen
vreemde handelaren en vreemde geldschieters terwijl
daarentegen alle ontvangsten van de Egyptenaren
moesten komen Een aantal paleizen werden gebouwd,
prachige tuinen aangelegd alles ingericht en gestoffeerd
a la franque. De Parijsche mode werd in de harems
van den Onderkoning en zijn geslacht ingevoerd en
weldra door zijn geheelen aanhang, door alle pacha's,
hoofdambtenaren en aanzienlijken gevolgd. Terwijl
daarenboven de nationale de oostersche wijze van
stoffeering en kleeding schier niet verandert en alles
dus zijn tijd uitdient is juist het kenmerk van de
Parijsche mode het veranderlijkeen de dagelijksche
verkwisting die in dit opzicht onder de regeering van
Ismael heerschtegrenst aan bet ongelooflijke. Schan
delijk hooge prijzen werden betaald schatten verspild
aan allerlei zaken van luttele waarde aan groote fees
ten waaraan een leger vreemde tafelschuimers zich te
goed deden en om de kosten te bestrijden werd ten
slotte de toevlucht genomen tot verschillende aanzien
lijke geldleeningen met groot verlies van kapitaal en
hooge rente die het land onder een schuldenlast heb
ben gebracht waarvan het de vraag zal zijn of het
dien op den duur zal hunnen dragen. Zelfs het be
roemde kanaal door de landengte van Suez door een
woestijn van eigenlijk Egypte gescheiden van hoeveel
belang ook voor den Europeeschen handel heefc tot
nog toe voor Egypte zelf niets dan nadeelen opgele
verd. Behalve den gedwongenonbetaalden arbeid
van de door den Onderkoning geleverde fellahs kan
de geldsom die de doorgraving aan Egypte heeft ge
kost matig berekend althans op honderd millioen
gulden worden geschaten door deze doorgraving is
het vervoer van personen en goederen dat vroeger
over Alexandrië, Cairo en Suez plaats had, voor Egypte
verloren gegaan.
Moet men er zich nog over verwonderen dat de
Egyptenaarallengs tot het besef van den toestand
gekomen juist niet bijzonder vriendelijk jegens de Eu
ropeanen gestemd is En toch zelfs bij de algemeeue
vlucht der Europeanen en de onrustdie daardoor in
het geheele land wordt veroorzaaktbij den stilstand
van zaken en de nadeelen voor de inlanders, die daar
van het aanvankelijk gevolg moeten zijn bij de ver
warring in het staatsbestuur, die aan regeeringloosheid
grenst, wordt geen verdere rustverstoring, geen mis
handeling of plundering meer gemeld. Al moge men
Arabi pacha niet vertrouwen zijne verklaring dat hij
voor de handhaving der orde instaat, blijkt tot nog toe
geen grootspraak te zijn en uit de omstandigheid, dat
hij lid van het nieuwe ministerie blijftblijkt, dat
Sultan en Europeesche mogendheden begrijpen dat
men met hem en zijne partij rekening moet houden
en naar bemiddeling en verzoening moet streven.
BELGIE. Het senaatslid graaf d'Aspremont-Lynden
is niet dood. Het in bijn3 alle bladen voorkomend be
richt van zijnen dood was zooalgemeen verspreid dat
aan zijn broeder zells gevraagd werd of eene begrafe
nis met eerbewijzingen door de familie aangenomen zou
worden daar hij in het bezit eener militaire ridderorde
was.
ENGELAND. De Times die zeer tevreden is met
de bijeenkomst der mogendheden is echter van ge
voelen dat met Arabi-bey een vergelijk onmogelijk is.
Wie meester is van Egypte is meester van het Suez-
kanaal en dat kan men in de handen van een man
als Arabi-bey niet laten. Engeland en Frankrijk kun
nen alleen genoegen nemen met volkomen herstel van
het gezag des Onder-koningszcoals het door de be
sluiten des Sultans gewaarborgd is en de wezenlijke en
blijvende vernieuwing van het toezicht over de geld-
middeleu.
In den ministerraad, den 21 gehouden, werd be-
zijn eigen staten en uit Duitschland stroomden hem
de edellieden tegemoetaangelokt door het uit
zicht op strijd en buit. Hertog Frederik van Holstein,
's Konings broeder en diens beide neven de graven
van Oldenburg waren tot bevelhebbers aangesteld, naast
hen nog een groot aantal der oudste en dapperste
ridders waaronder de dappere slotheer van Melbeck
graaf Hendrik van Rantzau verder ridder Hans Ale-
feld, wien de eer te beurt zou vallen, de oude deensche
rijksbanier te mogen dragen, voor allen echter Jonker
Slenitz, de grootste en sterkste man der drie vereenigde
koninkrijken, de aanvoerder der beroemde en gevreesde
„groote Gardeeene wilde bandelooze vijfduizend
man sterke schaar duitsche huurlingen.
In het slot Melbeck hadden niet alle edellieden een
onderkomen kunnen vinden ofschoon alle vertrekken
tot in het dak met krijgslieden gevuld waren een
groot deel was daarom in het dorp en de naburige
goederen ingekwartierd waar ook de mindere krijgs
lieden, zoo goed als het ging, een onderkomen zochten.
De rijke graaf Rantzau rekende het zich echter tot
een eer zijn hooge gasten naar zijn beste krachten te
onthalen om daardoor te gelijkertijd zijne vaderlands
liefde en zijne geheohtheid aan het vorstenhuis te toonen.
Het was een grimmig koude winterdagmat en
bleek vielen de stralen der ondergaande zon in de
hooge feestzaal van het slot, waar het klinken der
glazen door het lachen en schertsen der gasten werd
overstemd. Aan het hoofd der rijk bezette tafel zat de
Koning tegenover hem aan het andere einde de
gastvrije slotheer aan beide zijden de grooten van het
rijk de bloedverwanten van den Koning en zijn voor
naamste raden en veldheeren. Dapper spraken de
mannen de flesch aan en het gelaat van velen ver
toonde reeds dat hooge rood, dat een al te rijk gebruik
Tan het edele druivenat te voorschijn pleegt te roepen.
Daar stond graaf Rantzau op, den gevulden beker in
de hand.
„Koning en Heerriep hij met luide stem „ik
ledig dezen bokaal op het geluk van uwe zegevierende
wapenen die kort geleden de oproerige Zweden hebben
bedwongen. Mogen ook de weerspannige Ditmarschers
hun kracht voelen, tot zij knielend om genade smeeken
Hij zette den kolossalen beker aan de lippen en ledigde
hem tot op den bodem.
dank u, graaf," antwoordde Koning Johan
terwijl hij eveneens den beker greep. „Aan de zijde van
zulke dappere en bekwame aanvoerders zou ik Ditmarseh
van den hemel naar beneden rukken of zou het onder
werpen al werd het door een leger van duivels verde
digd. Op het welzijn van mijne veldoversten."
Jubelend stonden allen op en de glazen klonken
dat het in de aangrenzende vertrekken weergalmde.
Alleen de deensche ridder Ebbe Geis stemde niet met
het algemeen gejuich in hij scheen de hoop op eene
overwinning zijner kameraden niet te deelen. De
Koning bemerkte het.
„Gij schijnt u niet bijzonder over de aanstaande ken
nismaking met de lansen der boeren te verheugen
heer ridderriep hij den edelman over tafel toe.
„Wanneer gij liever in plaats van het zwaard, den
dorschvlegel voeren en uwe eigen velden bebouwen
wilt dan gelukkige reis, gjj hebt mijne toestemming."
Purperrood werd het mannelijkschoone gelaat van
den beleedigde en met onmiskenbare scherpte in den
toon zijner stem zeide hij
„De plaats mijner voorvaderen was in den strijd
steeds daarwaar het gevaar het grootste was, en nog
nooit toonde een drager van mijnen naam den vijanden
den rug. Maar ware dapperheid gaat steeds met voor
zichtigheid gepaard en ook de steek der mug werkt
somtijds doodelijk."
„Wie voor een mug vreest zal nooit een os bij de
horens grijpen riep Hans Alefeld een Holsteiner
„en wanneer een boer een geit vangt stopt hij haar
liever in een stal, dan dat hij haar met zijn lans doodt."
„Gij moet dat weten ridder Alefeld merkte
Ebbe Geis op, „want een haas in het front is gevaar
lijker dan eene geit in de stal."
Dit vond bijval en zelfs de Koning lachte den ridder
toe terwijl de Holsteiners beschaamd zwegen. Toen
namelijk de Holsteiners jaren geleden in Ditmarseh
gevallen waren en in gesloten gelederen voortrukten
om den vijand tegemoet te trekken sprong plotseling
een haas dwars over den weg en rende het veld in.
Bij het zien van het dier ontwaakte in eenige be
velhebbers de lust tot jagen met hoera's sprongen zij
den haas achterna over velden akkers en sloten tot
hij in een bosch verdween. De troepen dachten niet
andersof de vijand bad hen aangevallende voor
hoede bLef staan de bevelhebbers waren verdwenen
overal ontstond wanordeen de soldaten wisten niet
wat te doen. Plotseling sprongen de Ditmarschers met
een wild geschreeuw uit het hosch, waar zij in hinder
laag hadden gelegen hieuwen op de vijand in en joe
gen deze in korten tijd op de vluchtde Ditmarschers
hadden eene volstandige overwinning op de Holsteiners
behaald. Daarom zwegen nu de Holsteiner ridders op
Ebbe's welverdiende woorden.
Er was den Koning veel aangelegen oneenigheden
onder zijn krijgslieden te verhinderen hij nam daarop
ten tweede male het glas open zeide tot ridder
Alefeld „Het Nieldorpsche kloostergoed is het loon
voor den beschermer van onze standaard, wanneer wij
den Ditmarschers den vrede hebben voorgeschreven
Wordt vervolgd.