No. 78. Vier en tachtigste Jaargang 1882. Stedelijk Museum. FEUILLETON. ZON D A G 2 JULI. EERSTE BLAD. Ken stem ten gunste van de Staatsloterij. 5> RE MOLENAAR VAN HEIDE. Prijs der gewone Advertentiën Dit nummer bestaat uit twee bladen. (Dfttciëel ©ebeclte. Nationale Militie. ALkHAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt Dinsdag», Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele Rijk f 1, De 3 nummers 0.06. Van 15 regels 0,75; iedere regel meer f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON BURGEMEESTER en 'WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter algemeene kennisdat de aangifte tot toelating op de openbare burgerschool en die voor meisjes moet geschieden vóór 15 Juli e.k., bij het hoofd der school, den heer C. J. REIZIGER en raej. SEPP, onder overlegging van geboorte- en vaccinebewijzen. De leerlingen die in het kwartaal na den toelatingstermijn 6 jaar oud worden en van ouderen leeftijd kunnen toegelaten worden. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 30 Juni 1882. De Secretaris, NUHOUT VAN DER VEEN. De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR gelast, krachtens bekomen aanschrijvingde onderstaande hier wonende of tot deze gemeente behoorende verlofgangers om zich, tot bij woning der oefeningen, bij hun korps aan te melden. Op 3 Augustus 1882, 's namiddags voor 4 uur, te weten garnizoen te Helder4e batt., 7e reg. infanterie CORNELIS HOGETOORN, CORNs. AAPJES, HENDRs. PETRUS POST, WILLEM HAMER, GERRIT OVER- HORST, NICs. JOHs. DUIJNEVELD en HENDRIK MEERS en van het 4e regiment vesting-artillerie PIETER SCHRA- VERUS; garnizoen te Amsterdam7e regiment infanterie; JOHs. BERNs. MARIA OUWENS, ABRAHAM VAN DER KOP GERRIT BLOM, als voren le komp. hospitaal-soldaten CHARLES JULIUS WILLEM MAAS 3 Augustus 1882, op de plaats voor het raadhuis aan de O. Z. Voorburgwal te Amsterdam voorm. 7 uur JOHANNES GERARDUS VAN DER KAMP; 3 Augustus 1882 voorm. 4 uur3e reg. hussaren te Leiden HENDRIK MOORLAG; als voren2e reg. veld-artillerie te 's Gravenhage GERBRAND BRUIN en HENDRIK VAN EGMOND; 10 Augustus 1882, nam. 4 «ur, hussaren te Haarlem ISAAC CORNELIS MULDER. De opgeroepenen hebben regt op vrij transport tot de plaats van opkomst of hun korpsbenevens daggeldeen en ander tijdig ter gemeente-secretarie aan te vragen. Alkmaar. De Burgemeester voornoemd 1 Juli 1882. A. MACLAINE PONT. KENNISGEVING. Het HOOPD van het Plaatselijk Bestuur te ALKMAAR brengt, op grond van art. 1 der wet van 22 Mei 1845 (Staats blad n°. 22) bij deze ter kennis van de ingezetenen der ge meente, dat het kohier No. 1 voor de belasting op het Perso neel, dienst 1882,83, voor de wijken A en B op 30 Juni 1882 door den Heer Provincialen Inspecteur der directe belastingen in Noordholland executoir verklaard op heden aan den Heer Ontvanger der Rijks directe belastingen binnen deze gemeente ter invordering is overgegeven. Ieder ingezeten, die daarbij belang heeft, wordt vermaand op de voldoening van zijnen aanslag behoorlijk acht te geven, ten einde alle geregtelijke vervolgingen, welke uit nalatigheid zouden voortvloeijente voorkomen. Alkmaar, Het Hoofd van het Bestuur voorn., 1 Juli 1882. A. MACLAINE PONT. Onderstaande personen worden verzocht seoretarie aantemelden: Dina Franken laatste woonplaats Hendrik Hekkert, Jan Koome Antje Kruijt Hendricus Pistoor, Hendrik Grunke Catharina Clasina Schaaps, Marrigje Mannen Neeltje de Boer, Engeltje Hofkamp, Frederik Henricus van Slooten, r Pieter Kramer, n Willem Schellinger, Geertruida Margaretha Morsch, n Willem Ruurds, Gunrtje Louw, Anna Geertruida Genesis Francisca Bloemer, Gerrit Overhorst, Eduard Spree, zich ter gemeente- Schagen. Utrecht. Krommenie. Leeuwarden. Amsterdam. Weesp. Hoorn. Avereest. Sint Pancras. Groningen. Groningen, de Rijp. Steenbergen. Bergen. Winkel. Schagen. Haarlemmermeer. Ginneken en Bavel. Nieuwer Amstel. Avereest. VERGADERING van den RAAD der gemeente ALK MAAR, op M aandftgi 3 Julides namiddags te 12*/4 uur. Namens den Voorzitter van den Raad, De Secretaris, NUHOUT VAN DER VEEN. Bezichtiging tegen 10 cents de persoonZONDAG, 2 Juli, van 1 tot 3 uren. KOSTELOCZE bezichtiging op ZONDAG, 9 Juli, waarvoor toegangkaarten te verkrijgen ter vergadering der Commissie van toezicht op DONDERDAG, 6 Juli, 's namiddags 2 uren ten stadhuize. Kinderen beneden de 12 jaren worden, zelfs in het bezit van kaarten n i e t toegelaten. Verder wordt herinnerd, dat het Museum ieder en MAANDAG en VRIJDAG, van één tot drie uren des namiddags kan worden bezichtigd tegen f 0,25 per persoon. P O L I C I E. Ter terugbekoming is aan het Commissariaat van Policie het navolgende gevondene voorhandeneen gouden oorbelletj emet langwerpig rood steentjeeen schildpadden horlogekast met zilver gemonteerdeen verguld-koperen armbandvoorzien van drie sterren, een koperen medaljonwaarin een mans- en vrouws-portreteene bruine parapluie met dito stok. Per spoor van Uitgeest alhier aangebracht een pakje, inhou dende zeven geld- of boterhammenzakjes. Er zijn voorzeker weinig staatsinstellingen, die sedert jaar en dag aan zooveel bestrijding hebben bloot ge staan als onze Staatsloterij en geeue die aan alle aan vallen hardnekkiger weerstand hebben geboden. Sedert 1726 heeft zij in wat de hoofdzaak betreftweinig gewijzigden vorm onafgebroken ais middel van staatsin komst, ondanks alle wisselingen en stormen, die ons volksbestaan heeft moeten verduren stand gehouden en haar laatste uur schijnt ook thans nog niet geslagen. Aanvankelijk als Generaliteits-loterij bekend onderging zij in 1798 een verandering van naam maar om te doen uitkomen dat zij inderdaad dezelfde was geble ven werd zij van dat jaar tot 1806 Generaliteits- nu Bataafsche loterij genoemd, en ofschoon zij onder Koning Lodewijk den naam ontving van Koninklijke Hollandsche loterij, droeg men er althans in het eerste jaar zorg voor, door de bijvoeging voorheen Generaliteits-loterij, het publiek te doen weten dat zij ondanks haar nieuwen naam niet van aard en wezen was veranderd. Zij over leefde het verlies onzer onafhankelijkheid en getuigde van de Fransche overheersching alleen door de vreemde taal, waarin haar naam was overgebracht, als loterie dite hollandaiseloterie ci-devant hollandaiseloterie de Hollande. In 1813 werd zij uitgeschreven als Nederland- sche loterij, daarna als Koninklijke Nederlandsche loterij, somtijds als classicale Nederlandsche loterij, later als Ne derlandsche Staatsloterij. In de 15e en 16e eeuw waren het inzonderheid de Nederlandsche steden en eorporatiën b. v. de schutte rijen die tot het bestrijden van buitengewone uitgaven of tot herstel barer geldmiddelen van de loterij gebruik maakten. De prijzen bestonden in zilveren voorwer pen in geld zelfs in stedelijke ambten of bedieningen en in lijf- cf losrenten. Het verkoopen van deze lijf- of losrenten was langen tijd de eenige wijze van geld- leenen onzer steden en provinciën en bij de loterij trok de door het lot begunstigden de schuldbrief van de lijfrentedie hem gedurende zijn leven zou worden uitgekeerd of van de losrente die hem jaarlijks moest worden voldaan, totdat de stad of de corporatie mocht goedvinden haar af te lossen tegen betaling van 16, 12, 10 of zooveel maal haar bedrag als de schuldbrief bepaalde. Philips II maakte het eerst het verieenen van octrooien tot het houden van loterijen aan parti culieren tot een bron van staatsinkomst inzonderheid ten behoeve van de fortificatiën der frontiersteden. In de tweede helft der 16e en vooral in de 17e eeuw werden de loteryen door de besturen van godshuizen en gestichten van weldadigheid gebruikt tot voorziening in hunne behoeften het liefdadig doel stond op den voorgrond en de prijzen bestonden nagenoeg zonder uitzondering in goud- of zilverwerkmet of zonder Deze laatste woorden sprak de redenaar met krach tige stem zoodat al de duizenden van mannen en vrouwen die om hem heen stonden ze moesten ver staan. Als een jonge krijgsgod stond Wolf Isebrand op de tribune zijn oog vlamde van moed en op zijne wangen gloeide het rood der geestdrift. Een oogenblik, nadat hij gesproken had heerschte er eene diepe stilte, op de uitgestrekte marktdaarop verhief zich het geroep van „oorlogoorlogen als het bruisen van de duitscbe zee die de westkust van het land bespoelt donderde het duizendstemmig door de rijen „oorlog oorlog De teerling was geworpen de Ditmarschers waren nog het oudevrijheid en vaderland boven alles liefhebbende volk De klokken van den dichtbijzijnde kerktoren stemden in met dien roep, de poorten van het godshuis openden zich en in eenen plechtigen optocht traden priesters en koorknapen naar buitenonder de verzamelde me nigte die eerbiedig plaats maakte. Zij liepen voort tot aan het midden van de marktwaar de acht en veertig voogden zaten en een oudeeerbiedwaardige geestelijke betrad de plaatsvan welke zooeven Wolf Isebrand het volk had toegesproken. De priester was in feestgewaadin de rechterhand droeg hy een klein, gouden kruisdat hij omhoog hieldterwijl hjj tot bet volk sprak. vGij hebt tot den oorlog besloten, mannen van Dit- martM-hen zeide hij langzaam en op ieder woord den nadruk lessende, „en dit besluit is uwer waardig. Zonder den regen des hemels echter zal de vijand u vernietigen en ons land overheerschen maar woorden en gebeden alleen zijn ook niet genoegde Heer wil daden zien. Wij hebben nog geen plaats, waar vrome jonkvrouwen een veilig toevluchtsoord vinden waar zij zich aan den hemelschen bruidegom kunnen wijden. Beloof dan een nonnenklooster te bouwen wanneer de Voorzienigheid uwen wapenen de zege verleentslechts dan zal u de heilige Maagd beschermen in het slacht- gewoel en de vijand voor u in de engte drijven tot hij, door uwe lansen doorboord, bloedend nederzinkt.'' De oudste der voogden antwoordde den priester „Wij beloven plechtig een nonnenklooster te bouwen wanneer ons land van den vijand gezuiverd is!" en de geheele vergadering stemde verheugd met deze belofte in. „Welnu dan Ditmarschers vervolgde de gees telijke met eene krachtige stemterwijl hij beide handen om het beeld des gekruisigden vouwde en bet boven zijn hoofd omhoog hield. „Neemt dit dan mede in den strijd het zal u beschutten en behoeden in nood en gevaar. Uwe vijanden zullen voor dit heilige teeken verstuiven als kaf voor den wind de hoeven uwer vossen zullen ze vertreden en de golven der zee zullen ze verslinden. Doch slechts in de handen der onschuld leg ik dit beeld van den verlosser neder een uwer jonkvrouwen zal het voor u uitdragen tot den strijd en de overwinning en zij zal in het nieuw te stichten klooster de eerste hemelbruid zijn. De waardigste onder uwe dochters zij dit kleinood toever trouwd gij zelf moogt haar uitkiezen." De oudeeerwaardige priester met langen witten baard en golvende, zilverwitte haren zag er uit als een profeet uit het Oude Testamenten zijne verschijning zoowel als de plechtige toon zijner stem maakten op de aanwezigen onmiskenbaar eenen diepen indruk. Een gemompel van bijval ging door de verzamelde menigte en de beloften van den dienaar der kerk vervulden de Ditmarschers weder met vertrouwen op de toekomst. Toen verhief zich weder de oude schout, zag opmerk zaam de verzamelde menigte rond en riep „Er zijn velen onzer dochters verschenen en de keuze onder hen zal niet gemakkelijk vallen. Maar even als het reeds bij onze voorvaderen de gewoonte wasom degene die roeping gevoelt, om dat heilige ambt te vervullen, den voorkeur te geven zoo vraag ik ook nu, of een onder u zieh vrijwillig wil aanmelden om voor altijd van de wereld afstand te doen en zich aan den dienst des hemels te wijden Doch hoevele jonge meisjes er ook waren verschenen, geen enkele trad te voorschijn. De lust en vreugde in het leven waren sterker in hen dan het verlangen naar de stille kloostermuren en velen harer waren reeds door banden der liefde gebonden zoodat zij niet ge heel meesteres meer waren over hunne daden. Een doodelijke stilte heerschte dan ook op de marktdie minutenlang niemand waagde te onderbreken. Plotseling sprong een man op de tribune en wenkte met de hand ten teeken, dat hij spreken wilde. „Er is gewis niet eene onder onze jonkvrouwen, die niet moedig en vroom genoeg zijn zou om zich voor het vaderland op te offerenbegon hij, „zeker bestaat er in geheel Ditmarschen geen enkele, die daartoe waar diger ware dan de dochter van Hans Wollersien van Wöhrden een der aanzienlijkste mannen van het land. De schoone en deugdzame Telse drage de banier voor ons uit in den slag en haar valle de eer ten deel als eerste in het klooster binnen te treden." Een storm van toejuichingen volgde op deze woor den, het onmiskenbare teeken, dat de aanwezigen met het voorstel waren ingenomen. „Karaten Holm weet toch altijd het rechte te vinden," riepen de mannen elkander toe „eene deugdzamer meisje is er in Ditmarschen niet te vinden." De mole naar van Heide echter wierpvoor hij de tribune ver liet een blik vol haat en leedvermaak ter zijde waar een jonge man tegen een put geleund stondmet doodsbleek gelaat en de oogen strak op hem gevestigd. Het was Reimer van Wimerstadt, die in dit oogenblik dat gevoelde hij wel het liefstwat hij op aarde bezatzijn bruid verloren had. Hans "Wollersien bevond zich op zijn plaats onder

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1882 | | pagina 1