33uitettlanb.
bijvoeging van een kleine geldsom maar in het laatst
der 17e eeuw brak de loterijwoede tot stijving van
's lands kas losen in 1709 gingen ook de Staten
Generaal tot de proef met dit middel over, gedrongen
door de behoefte aan geld en uitgelokt door het met
zoo goeden uitslag bekroonde voorbeeld van Engeland
in 1694. De Staten der Provinciën bleven niet achter.
Adolf Huyske was de gelukkige wiens plan in 1726
bij de eerste Generaliteits loterij werd gevolgd en met
f 500 beloond.
In 1862 herinnerde Mr. G. A. Eokker er aan dat
Koning Willem I in zijne Aanspraak bij de opening
der zitting van de Staten-Generaal in 1827 getuigde
dat de staatsloterij „een schadelijken invloed op de
openbare zedelijkheid uitoefent," en dat zij door alle
staathuishoudkundigen zonder uitzondering is veroor
deeld. Ook de oud-hoogleeraar Vissering schreef in
zijn Handboek van praktische staathuishoudkunde
„Zonderling dat de overheid die in het belang der
goede zeden het spel verbiedtof (als ware het buiten
de wet gesteld) er rechtsvordering aan ontzegtzelve
de middelen en de verleiding tot spelen verschaft
alleen om der schatkist winst te bezorgen. Ook zon
der dat wij den Staat den plicht voorschrijvendat
hij rechtstreeks medearbeide aan de zedelijke ontwik
keling des volks mogen wij toch wtl vorderen dat
hij zelf zich onthoude van handelingendie hij als
schadelijk voor het algemeen belang afkeurt en den
burgers verbiedt." Intusschen schijnen in dezen tijd
van loterij-leeningen ook de bezwaren tegen de staats
loterij eerder af dan toe te nemen en een ambtenaar
bij het departement van Finantiën wiens vader als
gedelegeerde le klasse te Amsterdam eene rijke on
dervinding op dit gebied heeft opgedaan heeft dezer
dagen zjjne stem voor het behoud onzer loterij doen
hooren. De vier ton die zij jaarlijks aan de schatkist
bezorgtzal wel niet als voldoende reden voor haar
behoud kunnen geldenwanneer het volksbelang tot
hare afschaffing noopt en evenmin het belang van
zoovelen die in haar beheer een middel van bestaan
hebben gevonden. Ook niet het feit dat noch de
Minister Vissering noch eenig ander ernstig staats
man in de laatste jaren tot hare afschaffing heeft kun
nen besluiten. Merkwaardig is zeker wat de schrijver
mededeelt omtrent Mr. P. P. van Bossedieais
Minister van Financiën opgetredenin de Kamer
verklaardedat hij den dagwaarop de staatsloterij
uit de rij der middelen zou verdwijnen een gelukkige
dag zou noemen doch later, nadat hij van de inrich
ting en de werking der loterij kennis had genomen
aan verschillende personen zijn dwaling erkenden
getuigd zou hebben dat alle misbruiken waren ver
dwenen en de tegenstand geen reden van bestaan meer
had. Maar wie zal daardoor of door de verklaringen
van anderen wier aanvankelijk ongunstig oordeel
evenzeer gewijzigd zou zijuovertuigd worden ook al
neemt hij de eenvoudige verzekering van den schrijver
omtrent deze verandering van meeningen als voldoend
bewijs aan
.Niet minder opmerkelijk is hetgeen de schrijver ons
bericht omtrent het doelwaarmee de oude Generali-
teits-loterij voor meer dan anderhalve eeuw werd opge
richt. Geen winstbejaggeen zucht om de schatkist
te stijven, geen geldnood heeft daartoe geleid, verzekert
hij ons maar eenvoudig het welbegrepen volksbelang.
De speelzuchtzegt hij nam in die dagen hand over
hand toe. Speelhuizen verrezen als uit den grond.
Dobbel- en hazardspelen waren aan de orde. De speel
huizen werden door de kern der burgerij bezochten
groote verliezen niet alleen, maar huiselijke twisten en
vechtpartijen waren de rampzalige gevolgen. Dronken
schap en doodslag kwamen niet zelden voor. Om dat
kwaad zooveel mogelijk tegen te gaannam de Begee
ring zelve de leiding van het spel in handen. Op dien
weg moet men voortgaanmeent de schrijver. Nog
altijd is de lust tot het spel zeer sterk daarom is het
goeddat de Staat zelf voor de gelegenheid zorgt om
aan dien lust te voldoen diebinnen zekere perken
begrensd niet te veroordeelen is omdat het spel de
hoop op de toekomst levendig houdt en als middel tot
lotsverbetering kan worden aangewend. De Staat zorge
de acht en veertig schouten toen over het lot zijner
dochter werd beschikt. De priester trad op hem toe
en vroeg hem om zijne meening.
„Het is mijn eenig kind wanneer zij mij verlaat, is
mijn huis verlaten en ben ik in mijn ouderdom alleen,"
gaf de waardige man ten antwoord. „Wanneer echter
Telse zelf niet weerstreeftdan voeg ik mij naar den
wil van het volk zij alleen mag beslissen."
De vergadering was afgeloopenkrijgsliederen zin
gende trokken de mannen troepsgewijze naar hunne
dorpen terug. De oude Wollersien begaf zich met
twee priesters en vier der oudste schouten met een
beklemd hart naar het stille Möhrden om zijne doch
ter de boodschap over te brengen.
Eene lichte siddering overviel het jonge meisje, toen
zij vernam dat zij de wereld vaarwel zeggen en den
sluier aannemen moest. Haar, het vrolijke, levenslus
tige meisje, wilde men van de zijde harer verloofde weg
rukken en haar verder leven achter donkere klooster
muren doen slijten. Dat trof haar plotseling onvoor
bereid en met smeekenden blik zag Telse naar haren
vader op als vroeg zij om raad en bijstand. De oude
verstond de stomme taal harer oogen.
„Ik heb nog geene bindende verklaring gegeven
mijn kindzeide de schout zacht„gij alleen moet
over uwe toekomst beslissen. Uit vele honderden zijt
gij gekozenom tot het groote bevrijdingswerk mede
te werken, maar geen macht op aarde kan u dwingen,
tegen uwen wil, alles wat u lfef en dierbaar is op
aarde te verlaten."
Een lichte straal van hoop flikkerde in Telse's
oogen. „Ik ben de verloofde van Beimer van Wimer-
stadt die mij binnen weinige dagen naar het altaar
voeren zalzeide zij schuchter en met zachte stem tot
de priesters.
„Een oneindig hooger geluk wacht uantwoordde
slechtsgelijk thans het geval isvoor wering van
misbruiken.
Dat het doel van de oprichting der Generaliteits-loterij
stijving van de schatkist is geweestblijkt echter te
duidelijk dan dat het ontkend zou kunnen worden, en
meermalen komen dan ook dankbare erkenningen van
hare voordeelen voor. Bij hare oprichting werden te
vens alle provinciale en andere loterijen verboden en
al moge het waar zijn, dat bestrijding van haar schade
lijken invloed wegens hare menigvuldigheid en de on
regelmatigheden die vele van haar aankleefden als lof
felijk doel genoemd kan worden, als reden voor het mo
nopolie wordt tevens uitdrukkelijk opgegeven dat zij de
algemeene loterij te veel benadeelden. Dit staat intus
schen vast, dat de Algemeene Staten de provinciale en
andere loterijen niet hebben kunnen tegengaan, omdat
de Provinciën op dit gebied souverein waren en niet
geliefden mede te werken. Maar al ware het bewezen,
dat de oprichting onzer loterij grootendeels met een
lofïelijk doel is geschied, de oprichters kunnen gedwaald
hebben en daaraan kan het aanvankelijk doel niet den
doorslag geven bij een oordeel over de wenschelijkheid
harer afschaffing. Historische herinneringen zijn hier
ook van weinig belaug. De kwestie hangt af van de
vraag hoe de staatsloterij thans werkten wat de
staatszorg in het algemeen moet zijn ten aanzien van
het spel en de gelegenheden om er aan deel te nemen.
DUITSCHLAND. De afgetreden pruisische minister
van financiën de heer Bitter, ontving van den Keizer
de orde van den rooden adelaar le klasse en den titel
van minister van staat.
ENGELAND. Volgens verscheidene berichten neemt
de regeering in verband met den loop der egyptische
zaken militaire toebereidselen waarop door de bladen
ook sterk aangedrongen wordtwant Engeland moet
naar hunDe meening zijne rechten en belangen bij het
Suez-Kanaal bepaald handhaven.
In de te Konstantinopel vergaderde bijeenkomst wordt
weinig vertrouwen gesteld en zij vragen wat moet
Engeland doen wanneer die bijeenkomst onmachtig
blijkt te zijn tot bescherming der engelsche belangen.
Het transportschip Orontes vertrok den 29 reeds met
1200 mariniers naar Alexandrie.
Den 29 werd te Londen eene bijeenkomst, hoofdza
kelijk van conservatieven gehouden betreffende het
egyptische vraagstuk. Lord Salisbury keurde de han
delwijze der regeering scherp af; Engeland's wezenlijke
belangen waren daardoor aan vreemde mogendheden
onderworpen want Engeland had zich verbonden den
Onder-koning te ondersteunen en Arabi-bey te verwij
deren. Kwam het zijne aangegane verplichtingen niet
nadan verloor het zijn gezag in het oosten met
name in Indië. Het volk moest ter voorkoming
dier uitkomst zijn invloed op het ministerie doen
gelden. Ten slotte werd eene motie aangenomen
waarbij de regeering uitgenoodigd is tot geene oplossing
toe te tredenwelke met de nationale belangen in
strijd zou zijn.
Lagerhuis. Den 27 werd art. 14 der nieuwe
iersche landwethandelende over het gevangen nemen
van getuigen die zich verbergen na langdurige be
raadslaging aangenomen. Art. 15 kwam daarop in
behandelingop welk artikel weder tal van amende
menten ingediend waren.
Den 29 werd door minister Gladstone medegedeeld,
dat met de spaansche regeering geen werkelijk verschil
van gevoelen bestond over de rechten op wijn maar
dat Engeland verplicht geweest was, aan Spanje mede
te deelen dat bij den tegenwoordigen staat der geld
middelen geene vermindering toegelaten kon worden.
Het was echter bereid onder gunstiger omstandigheden
de zaak op nieuw te overwegen.
Iehland. Den 29 werden Blake, agent en Keane,
beheerder van de bezittingen van lord Clanricarde
vermoord. Niemand is nog gevat.
een der geestelijken „gij zult een bruid des hemels
worden gij zult het heilige crucifix in uwe handen
dragen en uw volk ter overwinning voeren. De hemel
zelf wil het, het zou u tijdelijk en eeuwig verderf bren
gen indien gij u hiertegen verzettet."
Het meisje stond besluiteloos; allerlei tegenslrijdige
gevoelens stormden in hare borst liefde en plicht
levenslust en eer, vreugde in het leven en de wil van
een geheel volk.
„Gij draalt nog P" vroeg de tweede priester met
zacht verwijt „houdt gij u niet voor waardig genoeg,
om de heilige banier te dragen
Een donkere gloed overtoog bij deze woorden het lieve
gelaat van het meisje, dien twijfel aan hare eer mocht
zij niet verdragen. Weenend zonk zij haren vader in
de armen en zachtjes fluisterde zij de woorden „Ik
stem toe!"
Snelle schreden naderden het huis van den schout
een minuut later werd de deur opengeworpen en Bei
mer stormde het vertrek binnen.
„Gij behoort mij Telse ik heb uw woord, niemand
zal u aan mij ontrukken riep hij opgewonden uit en
wilde het geliefde meisje aan zijn borst trekken. Doch
snel trad e:n der priesters met opgeheven rechterhand
tusschen beide en sprak op strengen toon
„Dit kind behoort aan de kerk, Beimer van Wimer-
stadtzij heeft den Christus tot bruidegom gekozen."
Als van den donder getroffen stond de jonge man
daar alle kleur was uit zijn gelaat verdwenen. Telse
echter lag nog immer schreiend aan de borst haars
vaderszonder op te zien reikte zij den geliefde de
hand bijna onhoorbaar kwamen de woorden over hare
lippen
„Het is te laatBeimervaarwel voor eeuwig."
Wordt vervolgd
FBANKBIJK. De bekende heer John Lemoinne
laat zich over het pas verschenen geele boek in het
Journal des Débats als volgt uit
„De waarheidwaarvan de erkentenis leed doet
is deze dat zoo Turkije met Engeland en Frankrijk
gespeeld heeftde engelsche regeering hetzelfde deed
met de fransche. De lezing van alle openbaar gemaakte
stukken is pijnlijk, zoo wegens de uiterste onnoozelheid
onzer eigene regeering als wegens de niets ontziende
dubbelhartigheid van haar voortreffelijken bondgenoot.
Al het schijnbaar toegeven van den engelschen minister
van buitenlandsche zaken staat gelijk met louter ge
suikerde holle volzinnen. Nooit heeft de engelsche
regeering oprecht en werkelijk bedoeld samen met
Frankrijk tusschenbeide te tredenen hierin heeft
Engeland's minister de door dat land steeds gevolgde
staatkunde vertegenwoordigd en gevoerd welke staat
kunde sedert de opening van het kanaal van den heer
de Lesseps heerschzuchtiger was dan ooit. Al door
heeft, in het ministerie zelf, de engelsche regeering
een dubbel spel gespeeld. Terwijl de engelsche gezant
te Konstantinopel der Porte elke tusschenkomst afried,
drong de consul te Cairo er luidruchtig op aan en ging
hij verleden jaar naar Konstantinopel om haar te be
werken. Terwijl de engelsche gezant te Parijs zich
kalm dankbetuigingen liet aanleunen voor de bereid
vaardigheid waarmede de engelsche regeering aan het
tweevoudige schrijven had deelgenomen, betuigde Enge
land's minister van buitenlandsche zaken even kalm den
franschen gezant Challemel-Lacour dat hij er nooit
het minste nut van verwacht had."
De Senaat stond den 27 eene som van f 25000 toe
ter opruiming der bouwvallen van de Tuileriën. De
regeering verklaarde, dat zij voornemens was aldaar een
Irankrijk waardig gebouw op te richten, met bestemming
voor een museum van hedendaagsche kunstwerken.
1SIOOB WEGEN. De verhouding tusschen de wet
gevende macht en den Koning is nog niet veel verbe
terd. In de door den Koning uitgesproken rede tot
sluiting der Storthing werd een zeer scherp oordeel
geveld over hare houding in zake de vraag, of de grond
wet zonder toestemming des Konings kan worden ver
anderd. Da Voorzitter, het hoofd der oppositie, had
zich verwijderd, om niet genoodzaakt te zijn het afschrift
dier rede in ontvang te nemen. Zoodra de Koning
de zaal verlaten had kwam de Voorzitter terug. De
Koning werd door de minderheid in de vergadering en
door het volk buiten toegejuichtdoch toen de Voor
zitter buiten kwam werd hem ook een huldebetoon
gebrachtwaarvan het einde was dat zijne voor- en
tegenstanders aan het vechten geraakten en de politie
de orde moest herstellen.
BUSLAND. Het dagblad van St. Petersburg is van
gevoelen dat de mogendheden niet kunnen toegeven,
dat de moeielijkheden in Egypte uit den weg geruimd
zijn zooals de Porte beweert. Men zal ten slotte te
Konstantinopel wel inzien dat er nog groote belangen
te waarborgen en vraagpunten te regelen zijn. De
turksche staatkunde stelt, de goede verstandhouding
ouder de mogendheden op de proef en tracht ze aan
het wankelen te brengen dat echter niet gelukken
zal. Mocht handelen noodig wordendan zou dit
door eene machtiging der mogendheden geschieden.
Zoodra aan de Porte verstaanbaar wordt gemaaktdat
hieromtrent geen twijfel bestaatzal zij zich stellig
hierin schikken. De hoop mag dan ook gekoesterd
worden dat Engeland en Frankrijk slechts als Euro
pa's lasthebbers zullen handelen.
De afdeeling politie zal niet van het ministerie van
binnenlandsche zaken afgescheiden worden en dus blij
ven zooals zij vroeger was. Twee aan genoemd minis
terie werkzame ambtenaren zullen terecht staan de
een wegens omkoopbaarheid en andere slechte hande
lingen en de ander wegens vergrijp tegen de openbare
zedelijkheid.
Het regeeringsblad bevestigt de medegedeelde inhech
tenisneming van deelnemers aan eene nieuwe samenzwe
ring tegen het leven des Keizers. Dat blad meldt, dat
na de inhechtenisneming van eenige staatsmisdadigers
te Petersburg en Moskou de bewaking bevolen werd
van eenige personendie verdacht werden tot een ge
heim genootschap te behooren. Daardoor bleek dat
te Petersburg eene groep personen krachtige voorbereid
selen tot nieuwe misdaden maakte. Na een nader in
gesteld onderzoek werden 18 personen gevangen geno
men, waarvan 7 in het bezit waren van valsche passen.
Het onderzoek in de wijk, waar de misdaad voorbereid
werd leidde tot de ontdekking eener werkplaats voor
de vervaardiging van dynamiet en andere ontplofbare
stoffen. De met de geheime politie te Moskou aange
knoopte betrekkingen leidden ook daar tot eenige in
hechtenis nemingen in hunne woningen, waar blijkbaar
oproerige geschriften gedrukt werden. Verscheidene
typografische werktuigen hadden zij achter gelaten. Drie
personen met valsche passen waren echter uit Moskou
ontsnapt.
TURKIJE. De gezanten blijven nog altijd werkzaam,
om de Porte te doen begrijpen, dat het hoofddoel hun
ner taak alleen is, met haar te onderhandelen over de
maatregelen, welke genomen moeten worden tot herstel
der orde en veiligheid in Egypte. Blijft zij weigeren
te onderhandelen, dan zullen de gezanten verpligt zijn,
hunne regeeringen aan te raden het onderling over
zoodanige maatregelen eens te worden.
De gezanten kwamen den 29 weder bijeen zonder
echter veel te vorderen. Vertrouwbare berichten om
trent den uitslag zijn nog niet vernomen. Engeland
schijnt voorgesteld te hebben turksche militaire tus
schenkomst.
De moordenaar van den engelschen kapitein Selby,
voor eenigen tijd door albaneesche herders dood ge
slagen is tot 15 jaren en zijne medeplichtigen zijn tot
een jaar gevangenisstraf veroordeeld.
SEKVIE. Bij de wetgevende macht is het voorstel
ingediend, om afgevaardigden, die moedwillig hun ont-