No. 81
Vier en tachtigste Jaargang
1882.
Hervorming der Staatsloterij tot
Rijks-pensioenfonds.
FEUILLETON.
ZONDAG
9 JULI.
BB MOLENAAR VAN HEIDE.
Prijs der gewone Advertentiën
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
EERSTE BLAD.
(Dfóciëel CScbccltc.
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door
het geheele Rijk f 1,
De 3 nummers 0-06.
Van 15 regels 0,75; iedere regel meer f 0,15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON
Met het oog op de advertentie in de Alkmaarsche Courant
van 30 Juni j.l., No. 77, 4* bladz. „Naar Amerika!"
adresden heer J. v. d. Berg Dz., te Franekeracht de
Commissaris van politie te Alkmaar zich verplichtde aan
dacht van het publiek te vestigen op twee bekendmakingen
omtrent dien persoon, voorkomende op bladz. 634 en 1051
van het algemeen politie-blad van dit jaar, door den Burge
meester van Franeker gedaanwaaruit blijktdat die persoon
te Franeker geen verblijf heeft en diens handelingen niet ver
trouwbaar schijnen. De Commissaris van politie
Alkmaar, den 8 Juni 1882. VAN BREMEN.
P O L I C I E.
Ter terugbekoming is aan het Commissariaat van Policie het
navolgende gevondene voorhandeneen zilveren schaar in étui
een portemonnaie met eenig geld; een en-tout-cas; twee kope
ren rijtuigmoereneen huissleutel; een gouden oorbelletje met
rood steentjeeen schildpadden horlogekast.
Verder is aldaar inlichtingen te bekomen omtrent een
postduif.
Bij gelegenheid van het Zendingsfeest zijn de navolgende
voorwerpen op het feestterrein vNijenburg" gevondeneen ge
zangboekjeeen kerkboekje; een lederen sigarenkoker; een le
deren koker met brileen kinder-portemonnaie met geld
een sigarenpijpje in étui; een paar zwarte handschoenen en
eenige losse handschoeneneen rozenkrans in étuieen wan
delstok met zwarten kasktwee witte zakdoeken; een huis
sleuteleen klein tabakspijpjeeen sanella en-tout-castwee
katoenen parapluies. Ter terugbekoming dezer voorwerpen
vervoege men zich aan het commissariaat van politie te Alkmaar.
Lijst van brieven, waarvan de geadresseerden onbekend zijn,
verzonden gedurende de le. helft der maand Juni 1882.
J. Houwer, H. Baks, Amsterdam; Dr. Voorhoeve, Beester-
zwaag; J. v. d. Vliet, Watergraafsmeer; P. Bakker, Zuid-
scharwoude.
Van de Hulpkantoren
Bergen: F. CosBergen.
Hensbroek: Palenstijn Nieuwer Amstel.
Schoorldam: J. EnisHaarlem.
Onder de minder schoone karaktertrekken van de
oude Germaansche volken worden misbruik van sterken
drank en zucht tot hazardspel genoemd. Drinken en
dobbelen waren geliefkoosde uitspanningen van de oude
Batavieren. Middel- en nieuwere geschiedenis getuigen
van de onmatigheid der noordelijke volken van Europa,
en wat speelzucht betreft verloochenen zij hunne afkomst
niet. Tegen de schadelijke gevolgen van die speelzucht
hebben sinds jaar en dag vele stemmen zich verheven,
en al bleef de strijd tot nog toe vruchteloos de strij
ders zijn onvermoeid en blijven aan hazardspelspeel
bank en loterij den oorlog verklaren. Herhaaldelijk is
aangetoond hoe gering eigenlijk de kans is tegen de
zekerheid van het verlies van den inzet. Er is gewezen
op de blindheid van het lotwaardoor de prijs zelden
valt waar de behoefte het grootst is en het redmiddel
uit den dringenden nood het meest gewenscht zou
zijn. De verderflijke invloed van de gewoonte om te
spelen is in het licht gesteld. De drijfveer tot het
spelheeft men gezegd, is de zucht naar winst zonder
arbeid of inspanning die zich aan het spel overgeeft
verliest meer en meer de geschiktheid en den stand-
vastigen wil om door goed overleg en spaarzaamheid
vooruit te komen. Die weg duurt hem te lang, is hem
te moeilijk en te vervelend. Hij wenscht eensklaps
door een gunstige beschikking der fortuin tot zijn doel
te komen. Daarbij men kent het Hollandsch spreek
woord „zoo gewonnen, zoo geronnen." In vele geval
len zal het zoo gemakkelijk gewonnen geld niet op de
beste wijze worden besteed en den gelukkigen winner
geen zegen brengen. En wat beteekent in het gunstig
ste geval aldus heefc men gevraagd een enkel
gelukskind tegenover die groote menigte, die haar zuur
verdiende, met moeite op de dagelijkschs onvermijdelijke
uitgaven bespaarde penningen waagt en verliestin
plaats van ze rentegevend te maken voor den ouden
of' den kwaden dag P
Inderdaad hebben in den laatsten tijd de meeste be
schaafde Staten gemeend het hazardspel te moeten
tegengaan. De speelbank is teruggedrongen tot op
de rots van Monaco en Engeland Frankrijk, België,
Zweden Zwitserland en sommige Dmtsche Staten
hebben hnnne staatsloterijen afgeschaft. In de meeste
wetgevingen wordt spel en loterij tegengegaan of aan
beperkende maatregelen gebonden. Ook volgens onze
wet kan hij die door spel of weddingschap heeft ver
loren niet tot betaling gedwongen worden. Loterij
en hazardspel op den openbaren weg zijn verboden
op het houden van speelhuizen is straf gesteld en
evenzeer op het houden van particuliere loterijen bin
nenslands en het collecteeren van buitenlandsche lote
rijen wanneer de waarde der te verloten goederen
de som van honderd gulden te boven gaatbehoudens
speciale vergunning des Konings. De Nederlandsche
staatsloterij bleef intusschen gehandhaafd en in bui
tenlandsche loterijen de Hamburgsche, Brunswijksche,
Frankfortsche wordt ruim deel genomen zonder dat
onze strafwet daartegen iets vermag.
De hoogleeraar van Geer, bekend wegens zijn me
dewerking bij de poging tot oprichting van een pen
sioenfonds voor werklieden en het maken van de
daartoe vereischte berekeningen is dezer dagen opge
treden met het denkbeeld om de Nederlandsche staats
loterij welker voortdurend bestaan hij ten strengste
veroordeeltdoor iets anders iets beters te vervangen.
Hij wil een loterij een staatsloterij zelfs maar die de
prijzen alleen toekent aan hen die ze noodig hebben
V.
Ongeveer een uur zuidelijk van Meldorf, de hoofd
stad van Zuid-Ditmarschen ligt het dorp Windbergen,
een kleine, van den akkerbouw levende plaats. Fees
telijk luidden de klokken van den lagen ouden toren
van de bouwvallige kerk en een schaar feestelijk ge-
kleede mannen en vrouwen traden de poort in door
de op het kerkhof wachtende bevolking der plaats met
luid gejubel begroet. Liese Jochem het schoonste
meisje uit het gansche kerspel huwde met Jacob
Hademar, den rijksten boerenzoon van "Windbergen
en het geheele dorp nam aan het feest deeldat
de door oud en jong geliefde jongelieden voor het le
ven verbond. De muzikanten liepen vooraaneen
lustig wijsje blazende daarna kwam het bruidspaar, in
de Ditmarscher kleeding gevolgd door de ouders
en bekenden der jonggehuwden eene statige lange
rij van bruiloftsgasten.
Een rijke maaltijdzooals de zeden en het vermogen
des bruidegoms het eischten volgde op de kerkelijke
verbintenis en na het eten gaf de jeugd zich aan de
vreugde van den dans overterwijl de oude gasten
zich met drinken en kaartspelen bezig hielden. Voor
het huis echter in de sneeuw stonden de "Wiadbergers
en luisterden naar de vrolijke muziek en iedere keer
wanneer de vrijgevige bruiloftsgasten een boordevol
glas en een flink stuk vleesch naar buiten onder het
landvolk zonden, brak er een stormachtig gejuich los
en werden er allerlei zegenwenschen voor het jonge
paar geuit.
De vreugde scheen haar toppunt bereikt te hebben
toen zich op de straat eene zeldzaam onrustige bewe
ging vertoonde. Mannen vrouwen en kinderen zwaar
beladen met allerlei huisraad kwamen ijlings aange-
loopen en drongen overal de huizen binnen en toen
zij daar niemand buiten de oude en gebrekkige lieden
vondendaar de bewoners Jacob Hademan en Ziese
Jochem bruiloft hielpen vieren, liepen zij naar het
midden van het dorp, al roepende„Vluchtvlucht
De Denen komen 1" In het eerste oogenblik wisten de
Windbergers nietof zij aan de waarschuwing gevolg
zouden geven dan wel zich zouden verdedigen. Toen
zij echter hoorden, dat de voorhoede van het Deensch-
Holsteinsche leger uit de gevreesde garde bestondbe
sloten zij te vluchten evenals de bewoners van de
naburige dorpen, die zooeven het bericht in het vreed
zame bruiloftvierende Windbergen hadden gebracht.
De muziek verstomde oogenblikkelijk toen het be
richt der nadering van den vijand tot de bruiloftsgas
ten doordrong. In de eerste schrik wilden allen weg
om naar huis te loopen de zakendie de meeste
waarde hadden bij elkander te pakken en met deze
naar het nabijzijnde Meldorf te vluchtenwaar men
zich ten minste voor het oogenblik veilig achtte. Maar
de jonge mannen door den wijn en de dans verhit
verzette zich beslist tegen deze storing van hun feest
en brachten het ook eindelijk zooverdat muziek en
dans opnieuw begonnen. Daar het slechts de voorhoede
van het leger wasmeenden zijdat zij zich gemak
kelijk door een paar vaten wijn zouden laten tevreden
stellen in geval van nood gevoelden zich de mannen
sterk genoeg om het hoopje Denen met geweld tot
rede te brengen.
De aanval van den vijand kwam voor de dorpen
en vlekken in het zuiden geheel onverwacht. Men
wistdat de aanslag onvermijdelijk was en de man
nen die de wapens konden dragenwaren daartoe
ieder oogenblik bereid niemand echter had gedacht
dat de aanval van deze zijde zou volgen. Men
en de nieten laat vallen óp hen die geen behoefte
meer hebben aan een prijs. Hij wil den prijs niet
bepaald hebben door het grillige lotdoor het trekken
van een briefje uit een rondwentelende bus maar
door den dood. Met andere woorden hij wil
van staatswege een Algemeen Rijks-pensioenfonds doen
oprichten. Zijn bemoeiingen met de commissiën uit
de Maatschappij tot Bevordering van Nijverheidde
Vereeniging tot Bevordering van Fabrieks- en hand-
werksnijverheid in Nederland en het Algemeen Neder-
landsch Werklieden-Verbond hebben hem tot de over
tuiging gebrachtdat particuliere krachten hier niet
voldoende zijn en dat de staat de zaak ter hand zal
moeten nemen.
Het doel moet zijnden deelnemer een jaarlijk-
sche toelage te verzekeren voor den ouden dag, wan
neer de afnemende krachten weinig of geen werk meer
toelaten. De uitkeering begint op een vooraf bepaal
den leeftijd. Reeds vroeg moet daartoe in deze lijfrente
loterij worden deelgenomen. Ten allen tijde kunnen
gelden worden ingebracht. Hoe meer geld een deelne
mer stort, hoe grooter later zijn jaarlijksehe toelage zal
zijn. Niet alleen vermeerderen de gestorte gelden door
de bijkomende rente, maar alle gelden van personen
die vóór den bepaalden leeftijd sterven komen den
overldijvenden ten goede. Wanneer bij voorbeeld is
bepaalddat de lijfrente zal beginnen op zestigjarigen
leeftijd dan vervallen al de ingelegde gelden van hen
die vóór hun zestigste jaar overlijden aan het fonds.
Zij die den leeftijd van zestig jaren bereiken ontvan
gen van dien dag af, zoolang zij leven, een jaarlijk
sehe uitkeeringdie natuurlijk aanzienlijker kan zijn
dan bij eenvoudige belegging op rente omdat de vóór
hun zestigste jaar overleden inleggers niet meedeelen.
Do berekeningen van hetgeen aan de deelnemers kan
worden uitgekeerd steunen op de ondervinding die in
deze zaken reeds is opgedaan en leveren geen gevaar
voor teleurstelling op. Wanneer het echter de stich
ting van een levensverzekering geldtwaaraan ook de
werkman zijn spaarpenningen veilig zal kunnen toever
trouwen en waarbij het niet te doen is om eenige winst
te maken, wanneer men een blijvende instelling wenscht,
die door eenige ongunstige jaren door slecht beheer
of oneerlijkheid van directeuren geen gevaar kan loopen,
dan moet het volgens den schrijver een staatsinstelling
wezen. Al aanstonds zal de staat het meeste vertrou
wen inboezemen, en daarom het meest tot deelneming
uitlokken; de Staat heeft geen waarborgkapitaal noodig,
en vindt in zijn postkantoren, postspaarbanken, ontvan
gers en andere ambtenaren het middel om de instel
ling overal en voor allen toegankelijk te maken zonder
groote uitgaven voor de administratie.
De inrichting door den heer van Geer bedoeld zou
echter niet strekken om den werkman een toelage te
verschaffen in geval van ongeval ziekte of ongeschikt
heid om te werken vóór den bepaalden ouderdom. De
berekeningen voor zulk een algemeen fonds zijn te
was vast overtuigd dat het noorden met de hoofdstad
Heide het eerst aan eenen aanval zou bloot staan
de verdedigingsmaatregelen waren daarom in het zuiden
niet zoo goed genomen, en de bevolking bleef dus geen
anderen uitweg open dan de vlucht.
Van uit het dorp klonk een woest geschreeuw en
paardengetrappeleene afdeeling der garde was daar
binnen gedrongen en liepen schreeuwend en vloekend
naar de huizen om te plunderen. Het waren woeste,
ruwe gezellen, deze zoogenaamde garde; weggeloopen
boeren en misdadigers van allerlei soortdie zich in
hun land niet meer veilig voelden, vormden zij de kern
van deze troepenafdeelingdie overalwaar zij ver
scheen, moordde, brandde en roofde en vrees en schrik
verbreidde.
Aangelokt door de muziek galoppeerde eene afdee
ling naar de herberg bonden de paarden aan de in
de nabijheid staande boomen en stormden het huis
binnen. Op het gezicht dier woeste mannen, die meer
van straatroovers dan van krijgslieden haddenzonk
den bruiloftsgasten de moed in de schoenen en te laat
kregen zij berouw over hun goed vertrouwen, dat hen
weerhouden had, evenals de overige dorpsbewoners hun
heil in de vlucht te zoeken. Zonder omwegen maakte
zich de aanvoerder van de bruid meester, om met haar
de dans voort te zetten nadat de muziek op bevel
der soldaten weder fyegonnen was maar de krachtige
Jacob Hademar greep den indringer om het middel en
slingerde hem ver van zicb.
Dat was het signaal tot eene vreeselijke slachting.
Een krachtige houw in den halsdie bijna het hoofd
van de romp scheidde was het antwoord op de stout
heid van den ongelukkigen bruidegom die zonder een
woord te kunnen uitbrengenmet bloed bedekt ter
aarde viel. Verschrikt weken de mannen achteruit
terwijl de vrouwen in jammerklachten uitbraken en
tevergeefs trachtten naar buiten te komen. Evenals
echter het gezicht van bloed de wilde beesten tot het
toppunt van woede brengtschenen de soldaten