Binncttlattb. zoo is het toch vrij zeker, dat de toestand te Cairo en te Alexandrië den 8 alles behalve geruststellend was. Niettegenstaande de arbeid aan de versterkingen ge staakt was en er dus minder reden bestond om een on- middelijk bombardement te vreezenbleef de schrik welke zich onder de bevolking verspreid had voort duren en verliet men overijld beide plaatsen. Yele vluchtelingen waren echter genoodzaakt terug te kee- rendaar aan boord der schepen geen plaats meer beschikbaar was. De kas der openbare schuld werd van Cairo naar Alexandrië overgebrachtterwijl de meeste beambten aan boord van de engelsche en fran- sche schepen gingen. De fransche consul jte Cairo ontving dien dag van Frankrjjk's vertegenwoordiger te Alexandrie het be richt dat elk oogenblik eea aanval der vloot kon ver wacht worden hij werd daarom verzochthet vertrek der fransche onderdanen te bevorderen en zich zelf zoowel als het archief in veiligheid te brengen. De consul liet deze depêche aanplakken waardoor de schrik natuurlijk niet verminderde en daarna vertrok hij naar Alexandrië. Ook de ocstenrijksche consul ging weg. Daar de engelsche admiraal de verzekering, dat niet aan de versterkingswerken zou worden gewerktwan trouwde en vreesde, dat des nachts daaraan toch gewerkt zou worden zoo werd een der oorlogschepen elec- trisch verlichtten einde daarop het oog te kunnen houden. Dat deze vrees niet ongerechtvaardigd was bleek bij eene verkenning op den 9. Niet alleen werd toen gezien dat de versterking en wapening van den ingang der haven met stukken zwaar geschut voortgezet werden, maar bovendien dat egyptische soldaten loop graven groeven en kogels overbrachten van het eene fort naar het andere. De engelsche admiraal verzond dan ook eene kennisgeving, waarin de egyptische over heden beschuldigd werden van verbreking hunner be loften en uitgenoodigd alle forten binnen 12 uren over te geven. In geval van weigering zou 24 uren later, en wel den 11 bij het aanbreken van den dag, het bombardement der forten aanvangen. Des avonds te 11 uren waren alle consuls met hunne amb tenaren aan boord der vaartuigen. De engelsche consul had aan de consuls-generaal eene kennisgeving gezon den dat het wenschelijk was, hunne landgenooten uit te noodigenbinnen 24 uren na den ontvang dezer waarschuwing Alexandrie te verlaten en zich aan boord van het eene of andeie schip in de haven in te schepen. In den ochtend van den 10 werd de fransche admiraal in kennis gesteld met den door den engelschen ad miraal gedanen eisch. Alle franschen scheepten zich in' Arabi-bey had den 7 weder een onderhoud met den berichtgever der Daily Telegraph bij welke gelegen heid hij o. a. verklaardedat hij zich zoowel tegen de engelschen als de turken verzetten zou, mocht het doel onderdrukking van de nationale partij en bet leger zijn. Engeland had even weinig rechtzich met de egyptische zaken te bemoeienals bijv. Zwitserland. Aan engelsche ambtenaren zal zoo lang vergunning gegeven worden, in Egypte te verblijven als de regee ring goedvindt maar niet langer. Sedert Frankrijk en Engeland het niet langer eens zijn beschouwde hij het toezicht dier mogendheden als afgeloopen. Dien zelfden dag gaf hij aan nog 4 berichtgevers van bladen inlichtingen tusschen welke verschillende verklaringen echter geene eenstemmigheid bestaat. Aan Arabi-bey werd den 8 door den Sultan het bepaalde bevel gezonden om naar Konstantinopel te gaan doch hij weigerde. De voor een paar dagen aangekomen twee adjudan ten des Sultans vertrokken den 8 weder. De geheime onderhandelingen worden als afgebroken beschouwd. Het ministerie blijft voornemens weerstand te bieden en schijnt maatregelen te hebben genomen, om bij een bombardement of eene landing de veiligheid van den Onder-koning te verzekeren. ZUID-AMERICA. De Chileenen trekken zich vol gens de laatste berichten uit Peru terug, om de in stelling van een bestuurwaarmede zij vrede kunnen sluiten op de door hen bepaalde voorwaarden waarin geene verandering kan worden gebracht, te vergemak kelijken. voor onsantwoordde de Koning. „Keert naar huis terug, en ik hoop, dat het u moge gelukken de stijf hoofdigheid dier boeren te breken." „Hebt gij mijn vrijbrief nog vroeg hertog Frede- rik. „Gij zoudt zonder deze bezwaarlijk door de voor posten komen De molenaar haalde een rond stukje metaal te voor schijn waarop het familiewapen van den hertog ge- Btempeld was en hield het dezen voor. „Dat zal u beschermen knikte de veldheer „en nu tot weerziens. In Heide zien wij elkander weder." „Vergeet uw belofte niet, genadige heer," zeide Karsten Holmterwijl hij zich tot vertrekken gereed maakte „zorg dat uwe soldaten mijn eigendom ver- schoonen." „Zorg, dat wij dien man niet lang meer noodig heb ben broederriep Johan den hertog toe nadat de molenaar zich verwijderd had. „Een man die zijn vaderland verraadtis tot alles in staat." VI. Met de snelheid van den wind verbreidde zich de tijding van den val van Meldorl door het land maar in plaats van do Ditmarschers te ontmoedigen deed dit hen veeleer besluiten zich tot het uiterste te verdedigen. In Wöhrden, de geboorteplaats van Telseberaadslaagden de achtenveertig voogden en bijna de geheele mannelijke bevolking woonde de be raadslagingen bij. Met buitengewone welsprekendheid schilderde de „uit de gevangenis ontvluchtte" Karsten Holm de vreeselijke krijgsmacht, waarover de vijand te beschikken had met de zwartste kleuren gewaagde hij van de gruwelendie door de woedende garde in het veroverde Meldorf waren gepleegd het land xou verwoest, al wat leven had door de wilde honden STATEN-GENERAAL. Tweede Kamer. Het door de heeren van Eek c. s. ingediende voor stel tot herziening van bet reglement van orde strekt hoofdzakelijk tot invoering van het stelsel van zelfstan dige rapporteurs met wegneming der vroeger daartegen aangevoerde grieven. Zoo wordt voorgesteld opneming in het verslag der in de afdeelingen gemaakte, terzake dienende opmerkingen. Verder bevat het voorstel an dere wijzigingen als het getal afdeelingen op zes te brengen beter te waken voor de orde in de vergade ring de uren der beraadslaging te beperken afschaf fing van inschrijvingslij8teu der sprekersaanwijzing van eene vaste plaats voor het spreken uitbrenging van verslag op verzoekschriften op een bepaalden dag en voorts tal van andere wijzigingen ter verbetering en vereenvoudiging van den parlementairen arbeid De rammonitor 2e klasse Adder, den 5 's morgens te 9 uren bij zuidelijken wind en flauwe koelte van IJ- muiden naar Hellevoetsluis vertrokken, is in de Noordzee verongelukt. Te 12 uren schoot de wind plotseling met hevige kracht naar het w. z. w., en te half 6 werd het schip door een visscherter hoogte van Scheveningen gezien slecht vorderende de zee over het dek waarop zich niemand bevonden zelfs over den schoorsteen slaande. De visscher is tot half 10 nabij de Adder geblevenen zag even later eene verschikkelijke rookmassazoodat toen vermoe delijk door overgekomen water de vuren gebluscht zijn en de monitor gezonken is. De loods Duinkerdie zich aan boord had bevonden is den 8 dood bij IJ- muiden en den 9 dwars voor Egmond het lijk van een matroos opgevischtbeiden voorzien van een zwem gordel. Het horloge in den zak van den loods stond stil op 9 u. 10 m. Bij Kamperduin en Egmond zijn zwemgordels en stukkeu wrakhout aan het strand ge dreven. In den avond van den 9 werden door de ter opsporing uitgezonden sleepboot Simson te IJmuiden nog 3 lijken aangebrachtvan 2 mariniers en 1 ma troos, mede met wemgordels. Een loodskotter van het Nieuwediep heeft den 10 het lijk van den luite nant Jonckheer in zee gevondenachter den Hoorn op Texel en te Oaiiantsoog is één en op Vlieland zijn 7 lijken aangespoeld. De officieren van het schip waren de hee ren E. Simon v. d. Aa le luitenant comman dant M. Smits G. BorelG. Jonckheer en E. v. Voorthuyzen 2e luitenants, A. Lofvers, officier van gezondheid 2e kl.en W. F. Klornpé officier van ad ministratie 2e kl. Voorts waren 56 schepelingen ma riniers en zee-miliciens aan boord, benevens de bejaarde loods die weldra pensioen zou hebben verkregen en onlangs door een matroos van de Willem Barents werd gered toen hij bij het uitvaren van dat poolschip, in de sluis te IJmuiden viel. 10 Manschappen waren met verlof en zouden te Hellevoetsluis aan boord ge nomen worden. Men zegtdat op de Adder zich ook bevonden heeft een particulier, genaamd Captain, als hofmeester dienende bij den commandant. De Adder werd woensdagavond reeds te 6 of 7 uren te Helle voetsluis verwacht. Eerst den 8 is door het ministerie van marine last gegeven het vaartuig of de slachtoffers op te sporen en zijn daartoe 2 stoomvaartuigen van het loodswezen en 2 particuliere stoomschepen uitge zonden ware dit onmiddelijk geschieddan zouden er vermoedelijk nog van de van zwemgordels voorziene opvarenden gered zijn. Ook wordt het gevaarlijk ge noemd zoo onzeewaardige schepen als monitors zonder geleide van een ander vaartuig in zee te zenden. Het engelsche stoomjacht Candace dat woensdag te gen den avond IJmuiden verliet met bestemming naar Engeland, is den volgenden dag uit zee teruggekeerd waarschijnlijk door slecht weder en ontstuimige zee daartoe genoodzaakt. Den 10 is te Egmond aan Zee bij bekkenslag bekend gemaaktdat eene belooning van honderd gulden is uitgeloofd aan hem die het lijk van den koramandant van der Aa aanbrengt. Blij kens den 11 te half drie uur door ons uit IJmuiden ontvangen telegram waren in het geheel 22 lijken der vernietigd worden, wanneer zij tegenstand ondervonden, terwijl de troepen zich in geval van onderwerping dade lijk uit het land zouden verwijderen. Hij wist veel van de mishandelingen te vertellen die hij gedurende zijn gevangenschap had moeten ondergaan, en deed zijne vlucht als eene met levensgevaar verbonden heldendaad voorkomen. Zijne woorden bleven niet zonder indruk en vele achtten het reeds beter vredesonderhandelingen aan te knoopen, dan have en goed op het spel te zetten. Toen was het weder Wolf Isebranddie met vurige woorden den geest der wraak bij hen wakker riep. Het schandelijk bloedbad te Windbecgen ontrolde hij voor de oogen der vergadering, de heldendaden der voor vaderen riep hij weder voor hunnen geest en het treu rige lotdat het vrije volk der Ditmarschers in geval van onderwerping wachtte, schilderde hij af in de don kerste kleuren. „Gaat heen, gij weerbare mannen," riep hij aan het slot zijner rede, „werpt uwe bijlen en lan sen in zee en kust deemoedig den gehaten Danebrog. Maar vergeet ook niet, de in de kerk te Wöbrden opgehangen zegeteekenen onzer vaderen mede te nemen en ze uwen onderdrukker voor de voeten te leggen bedelt om genade en bedankt dan met een dankbaar hart voor de schoppen waarmede men uwe lafhartig heid beloonen zal." Deze met diepe minachting gesproken woorden mis ten hunne uitwerking nietde vuisten balden zich en niemand wilde meer iets van onderwerping hooren. Ten tweede male had Wolf Isebrand zijn vaderland voor schande bewaard. Aan den weg tusschen Meldorf en Heide niet ver van Wöhrden, ligt het vlek Hemmingstadt, daar waar de hooger gelegene heidevlakten beginnen en de ver raderlijke moerassen eindigen. Het viel nauwelijks te betwijfelen dat de vijand in deze richting op Heide, de gewichtigste stad van het landzou aanrukken, en bemanning gevonden en herkend. Den 7 is te Oud-Beierland eene school met den bijbel geopend met eene rede van dr. G. v. Goor J. L. z., predikant aldaar. 230 Kinderen hebben de openbare school verifcten en zijn thans op de bijbelschool geplaatst. De Prov. Staten van Overijsel hebben den 7 af wijzend beschikt op de verzoeken om subsidie voor de te houden overijselsche geschiedkundige tentoonstelling en voor de verhooging en verzwaring van den spoor- wegdijk van den Centraal-spoorweg bij Hattem. Te Kralingen is den 7 aanbesteed het sloopen en opruimen van een pakhuis eene bergplaats een plan kier met schoeiing enz. en het maken van een nieuw gebouw met paalfundeering en een magazijngebouw het vernieuwen van 73 ellen schoeiing en het uitdiepen van eene binnenhaven een en ander aan de chemische fabrieken aan het Kralingsche veer. Minste inschrijver hiervoor was de heer P. A. A. v. Regenmorter te Rotterdam voor f 20328. De gemeenteraad van Gouda heeft den 7 gunning verleend voor den aanleg van eenen stoomtramweg GoudaUtrecht. Het maken van de aardebaan en het leggen der spoorstaven voor den tramweg Bergen op ZoomTho- lensche veer is den 7 aanbesteed en gegund aan den minsten inschrijver, den heer Polman, voor 18,375. Een onwedervergezeld van hevigen hagelslag heelt den 7 zeer groote schade toegebracht aan de te veld staande gewassen te Hem, Venhuizen, Oosterleek en Oostwoud. De electrische verlichting van het overdekte sta tionsterrein te Haarlem met 8 differentiaallampen elk ter lichtsterkte van p. m. 350 normaalkaarsen of 35 gasvlammen, is den 7, bij wijze van proef, het eerst ontstoken geweest en heeft uitmuntend voldaan. De toestellen zijn geleverd door de firma Siemens en Halske te Berlijn. De wissel-stoommachine is op ongeveer 900 ellen van het station geplaatst in het machinenge- bouw van de werkplaatsen der Spoorwegmaatschappij en wordt gedreven door eene stoommachine welke tevens verschillende werkplaatsen van beweging voort- ziet. Den 8 is door de Amsterdamsche Kanaalmaat schappij aanbesteed het maken en leveren van 100 kubieke ellen betonblokken op het landeind van het zuidelijk zeehoofd te IJmuiden. Minste inschrijvers waren de heeren J. H. de Lange en J. Maarleveld te Vlaardingen voor f 16,753. Zaterdag namiddag geraakte te Schagen een meisje van schipper de Wilde te water. Onder de mannelijke toeschouwers scheen niemand den moed te bezitten om zelfs maar eene poging tot redding te wagen. Gelukkig zag vrouw Rooddie op eenigen afstand werkzaam was wat er plaats had. Zij had de tegenwoordigheid van geest om in een bootje te sprin gen met het gelukkig gevolg dat zij het reeds zin kende kind behouden aan wal bracht. Voor hare flinke wijze van handelen verdient vrouw Rood een woord van warmen lof. Op dezelfde plek bij de Houthaven te Amsterdam, waar 14 dagen geleden een 13jarig jongeling bij het baden verdronk, is den 9 het lijk van een jongeling van 16 jaren opgevischt, die zich mede aldaar had gebaad. Bij een hevig onweder in den namiddag en avond van den 9 zijn de volgende ongelukken veroorzaaktin den omtrek van Sneelt geraakte eene boerenplaats in brand, maar werd het vuur door spoedig aangebrachte hulp gebluscht; te Wageningen werd een huis, te Renkum de kerk der herv. gemeente door den blik sem getroffen in beide gevallen zonder brand maar een groot deel van het plafond der kerk stortte naar beneden te Arnhem sloeg de bliksem door de poort van het policiebureauvervolgens door een open staand venster in de bovenwoning van den commissa ris en door den ijzeren keukenschoorsteen met een hevigen knal weder naar buiten. De beide in de keuken etende dienstboden worden met roet oversto- ven maar bekwamen geen letsel. Aan de harddraverij van wege de harddraverij - vereeniging „de Hengstman" te Heer Hugo Waard den 9 gehouden hebben 10 paarden deel genomen. De prijs van f 100 werd gewonnen door Willem III men besloot daarom daar de eerste verschansingen op te werpen. Wolf Isebrand was tot aanvoerder gekozen en men had hem op zijn wensch Karsten Holm ter zijde gesteld om hem in zijn moeielijk ambt bij te staan. Reimer echter had als een gunst verzochtom op het gevaar lijkste punt des verdedigingslinie te worden geplaatst. De eigenaardige houding, die de molenaar bij het ge vecht te Meldorf had aangenomen waar hij, in plaats van den vijand tegemoet te trekken, de vluchtelingen begeleid had zijne geheel tegen de gewoonte des vij- ands strijdende gevangenneming en zijn vlucht uit de, zooals men begreep zeker goed bewaakte gevangenis hadden vele zijner landslieden wantrouwend gemaakt en het verwekte daarom niet weinig verwondering, toen de wakkere Wolf Isebrand, den verdachten Karsten Holm in zijn nabijheid nam. De laatste merkte zeer goed de tegen hem heerschende stemming op en zag dade lijk in dat Wolf Isebrand meer van plan was zijne handelingen te bewakendan hem eene gewichtige post toe te vertrouwen. De sluwe man liet echter niets merken doch toonde zich vol ijver om de wen- schen van zijn aanvoerder zoo goed mogelijk te vol brengen. De beraadslagingen waren ten einde en naar oude zeden zou nu de zegen des Hemels op het groote werk worden afgesmeekt. De klokken van den Wöhrdener kerktoren riepen de menigte tot het gebed en allen stroomden de kleine kerk binnendiie ze nauwelijks allen kon bevatten. In vurige woordlen spoorden de priesters de mannen tot volharding aan in den recht vaardigen doch moeierijken strijd die Jhen te wachten stond en spraken eindelijk de zegen u'it over de knie lende strijders, die in hun binnenste besloten, te zullen overwinnen of sterven. W or dt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1882 | | pagina 2