No. 88.
Vier en tachtigste Jaargang
1882.
FEUILLETON,
WOENSDAG
26 JUL I.
DE MOLENAAR VAN HEIDE.
Prijs der gewone Advertentiën
©fltciëel (Scheelte.
Bttifcnlattb
ALKiUAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door
het geheele Rijk f 1,
De 3 nummers 0.06.
Van 15 regels f 0,75; iedere regel meer f 0,15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter algemeene kennisdat overeenkomstig art. 17 der
wet van 14 September 1866 (Staatsblad No. 138) door hen is
herzien en vastgesteld de lijst, bevattende de namen der inwo
ners, die in aanmerking komen voor het verleenen van inkwar
tiering en onderhoud van militairen en paarden, welke lijst
aangeplakt en ter inzage voor een ieder is nedergelegd ter ge
meente-secretarie, gedurende 14 dagen na beden. Bezwaren
tegen die lijst kunnen schriftelijk worden ingediend binnen eene
maand na beden.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
24 Juli 1882. De Secretaris,
NU HOUT VAN DER VEEN.
DUITSCHLAND. Een der berichtgevers van de
Köln. Zeitung te Berlijn schrijft den 21 bet volgende
aan dat bladdat wel de aandacht verdient. Men
moet zich met het denkbeeld vertrouwd maken, dat het
tegenwoordige egyptische vraagstuk niet onvoorwaar
delijk als een europeesch beschouwd moet worden, daar
Duitschland feitelijk er weinig mede te maken heeft.
Duitschland heeft bij de scheepvaart op het Suez-kanaal
slechts met 1 °/0Engeland daarentegen met 75°/0 be
lang. De veiligheid van dat kanaal is dus voor Enge
land een levensvraag. Een groot rijk zorgtdat zijne
staatkunde steeds binnen de grenzen zijner eigen be
langen blijfthet zal zijnen invloed nimmer aan de
belangen van andere rijken dienstbaar maken en geene
mede verantwoordelijkheid op zich laden voor de mid
delen welke deze laatsten meenen te moeten gebrui
ken ter beveiliging hunner belangen. De duitsche staat
kunde kiest geen partij zij vindtzooals reeds opgemerkt
is, in het voorbeeld van het Napoleontische Frankrijk
eene waarschuwing, om tegenover andere rijken niet
den schoolmeester te spelen. Duitschland ziet evenmin
zijne belangen als den europeeschen vrede door do ge
beurtenissen aan den Nijl bedreigd: nergens toont zich
een voornemen om Duitschland te krenken. Elke andere
staatkunde, dan die, welke uitsluitend de duitsche belan
gen betreftzou de regeering tegenover het volk niet
kunnen verantwoorden. Men mag dus veilig aannemen,
dat Duitschland aan de westersche mogendheden geen
lastgeving zal verstrekken om in Egypte zonder Tur
kije te handelen en dat het die mogendheden niet ver
hinderen zal in Egypte te doen wat zij in hun belang
noodig oordeelen. Handelde het anders of maakte het van
zijnen invloed ter gunste van een der partijen gebruik,
dan zou het zonder nut en zonder gebiedende nood
zakelijkheid eene bevriende mogendheid kwetsen. En
geland heeft in Zuid-Africa met de boeren en Frankrijk
in Noord-Africa met de inboorlingen oorlog gevoerd
zonder dat Duitschland daarover iets gezegd heeft en
zonder dat duitsche belangen door dat zwijgen schade
leden. Het kan dus thans ook rustig toezien bij de
door beide rijken in Noord-Africa te nemen maatrege
len. Wenscheiijk ware het, dat deze opvatting in
wijderen kring navolging vond want de thans in Eu
ropa heerschende ongerustheid zou daardoor aanmerke
lijk beperkt worden.
De italiaansche oud-minister Crispi bevindt zich te
Berlijn de door den berichtgever der Times gemaakte
onderstelling, dat hij daar eene staatkundige opdracht
vervulde is door hem zeiven tegengesproken.
Uit Berlijn wordt het door den parijschen bericht
gever der Etoile Beige medegedeelde geruchtdat
Duitschland van de tegenwoordige omstandigheden ge
bruik zou willen maken om zich met den Koning der
Nederlanden te verstaan over eene inlijving van Luxem
burg in het duitsche rijk welk gerucht uit Luxemburg
zelf zou ontstaan zijn louter onzin genoemd.
ENGELAND. Den 11 verzond de minister van bui-
tenl. zaken aan den engelschen gezant te Konstan-
tinopel eene depêche waarin een overzicht werd ge-
geven van de gebeurtenissen in Egypte tot op het
bombardement van Alexandria een door hem ter zelf
verdediging noodig genoemden maatregel. Hij herinnert
de staatkundewaaraan de regeering altijd getrouw
geble.""°u is, uiteengezet in het schrijven van 11 Februari.
Engelanu aeeft in Egypte noch eenig doel, noch eenig
belangdat niet in overeenstemming zou zijn met
Europa's belangen in het algemeen of in strijd met de
belangen van het egyptische volk. Het verlangtdat
de vaart op het Suez kanaal vrij en onbelemmerd blijve;
dat Egypte goed en vreedzaam geregeerd worde vrij
van den overheerschenden invloed van ééne enkele
mogendheid onverschillig welke en dat de bestaande
verbintenissen geëerbiedigd worden. De regeering kwam
getrouw hare verbintenissen met Frankrijk na en al de
andere mogendheden werden ingelicht of geraadpleegd
over alle vraagstukken betreffende den stoffelijken
toestand in Egypte. In deze staatkunde bracht het
bombardement geene verandering.
Den 22 word de reserve voor een deel opgeroepen
uiterlijk 2 Augustus moeten de manschappen tegen
woordig zijn. Den 4 gaat de infanterie en den 9 de
cavalerie scheep rechtstreeks naar Alexandrië.
De Times maakt een brief openbaar, den 2 door
Arabi geschreven aan minister Gladstone die echter
eerst na den afloop van het bombardement ontvangen
werd. Daarin zegt Arabidat Engeland er zeker van kan
zijn dat het eerste engelsche schot Egypte van alle
verdragen ontslaat; dat het toezicht op de staatsschuld
ophoudtde goederen der europeanen verbeurd ver
klaard de kanalen vernield en de verbindingen afge.
sneden zullen worden. Verder zegt hij van den gods
dienstijver der mohammedanen gebruik te zullen maken,
om den heiligen oorlog in Syrië Arabië en Indië te
prediken.
Over het algemeen zijn de bladen ingenomen met de
buitengewone crediet aanvrage van de regeering die
daardoor het bewijs leverthet zij alleen het zij met
anderen', in Egypte datgene te zullen doenwat de
Porte gepoogd heeft zoo lang van zich af te schuiven.
Lagerhuis. De artikelsgewijze behandeling van
de wet op de achterstallige pacht in Ierland liep den
19, tegen veler verwachting in reeds af. De derde
lezing werd op den 21 bepaald.
De minister van oorlog deelde den 22 mededat
de regeeringter bestrijding der krijgstoerustingen
een crediet van f 27,600,000 aanvroeg waarvan
f 10,800,000 voor het leger en 15,680,000 voor de
vloot. Yerder stelde hij voor, het leger met 10,000
man te vermeerderen.
Ierland. In het afgeloopen halfjaar werden 3049
pachters van hunne hoeven verwijderd en wel 2051
om wanbetaling en 998 om andere redenen. In 176
gevallen was overmacht door slechten oogst de oorzaak
der wanbetaling en in 132 het gevolg vau andere
oorzaken dan ongunstige oogsten. Bij 346 pachters
was onwil de oorzaak.
Een met geweren en ammunitie geladen spoorweg
wagon bestemd voor het garnizoen te Waterford
is op bet stationsterrein opengebroken en geplunderd
zonder dat de daders opgespoord zijn kunnen worden.
Britsoh-Indie. Twee transportschepen vertrokken
den 21 met troepen naar Egypte.
FRANKRIJK. De Senaats-coramissie die belast
was met het onderzoek der voor de egyptische aange
legenheden aangevraagde credieten keurde ze goed.
De behandeling wordt den 25 verwacht
Den 22 antwoordde de minister-president in den
Senaat op eene daartoe gedane vraag dat in de vol
gende week eene nieuwe aflevering van het geele boek
zou volgen, loopeude tot 2 Juni. Later zouden de vol
gende stukken uitgegeven worden.
De prefect der Seine, Floquet, nam na het besluit der
Kamer omtrent de centrale mairie te Parijs zijn ontslag.
De gemeenteraad van Parijs nam den 21 met 37 tegen 26
st. eene motie aan waarbij de handhaving vau dien pre
fect als eene handhaving van de eischen van den raad
omtrent die zaak aangemerkt en verder verklaard werd,
dat de raad zijn besluit van November 1880 te dien
aanzien handhaafde. Den 22 werd dat besluit door
den President vernietigd. In de Kamer gaf de minis
ter van binnenlandsche zaken Gobletop eene vraag
van den heer Dreyfus, ten antwoord dat hij den Pre
sident tot het nemen van dat besluit uitgenoodigd
had hoewel hij zelf voorstander bleef van de gemeen
telijke vrijheden. De wet moest echter geëerbiedigd en
gehandhaafd worden. In dat antwoord werd berust.
De raadsleden die voor de vernietigde motie stemden,
namen bun ontslag. Hoewel de prefect op zijn verzoek
om ontslag blijft aandringen, weigert die minister nog de
inwilliging.
Kamer. Den 20 werd een aanvang gemaakt met
15)
IX.
Bijna twee maanden waren sedert bet bloedbad bij
den Hemmingstadter straatweg verloopen en het water
in de vlakte en grachten wasnadat men de sluizen
weder gesloten had spoedig verdwenen Aan beide
zijden der straat echter bleekten de beenderen der
vele duizenden gesneuvelden en verdronken krijgslieden,
onder hen de dragers van doorluchtige namen want
evenals de verbitterde overwinnaars in het slaggewoel
n emandwie het ook zijn mochtpardon gaven en
het ook zelf niet vroegen evenzoo weigerden zij ook
standvastig de uitlevering der lijken en versmaadden het
hun daarvoor geboden losgeld. Koning Johan van
Denemarken had in de spoedig na den 17 Februari
gesloten vrede zijn aanspraken op Ditmarschen laten
varen en het kleine moedige boerenvolk kon zich daar
door opnieuw aan zijnen gewonen arbeid overgeven
en de lans met ploeg en zeis verwisselen.
In de lage landen zag men het gras reeds welig op
schieten de boomen hadden ter eere van de lente
hun met groen en bloemen bekleed gewaad aangetrok
ken en rondom in de natuur verspreidden de bloemen
haar liefelijke geur. In de vochtige vlakten wandelden
scharen van ooievaars deftig heen en weder, de vinken
floten en de meerle zong in de krachtige beuken zijn
zwartgerokt liefje een welluidend lied toe. Overal in bosch
en veld was alles vol leven en beweging en de menschen
ademden nu, na het gelukkig afgewend gevaar, dat hun
land met den ondergang bedreigd had, de geurige lucht
van de lente en de vrijheid met dubbel welbehagen in.
In de zaal van het raadhuis te Heide was echter
niets van deze vrolijke stemming te bespeuren ernstige
mannen zaten daar en hielden raad over een man met
een trotsch uitzicht, die eenigszins ter zijde op een houten
bank had plaats genomen. Het was Karsten Holm
die, van landverraad beschuldigd, van de gezworenen
zijn vonnis afwachtte. De strijd bij Hemmingstadt
en zijne gevolgen de verdeeling der buithet begra
ven der gesneuvelden en eindelijk de vredesonderhan
delingen hadden het proces van den molenaar tot nu
toe vertraagd en hem over zijn lot in het onzekere
gelaten met des te grootere zorgvuldigheid en nauw
keurigheid had men nu het onderzoek begonnen, want
Karsten Holm was niet alleen een welgesteldmaar
ook een zeer gezien man geweest. Met volharding en
trotsche hardnekkigheid loochende de aangeklaagde alles,
Reimer van Wimerstadt verweet hij dat hij een per
soonlijke vijand van hem was. Maar datgene wat de
overige getuigen omtrent het gedrag van den molenaar
wisten waren evenzooveel bewijzen zijner schuld, zoo
dat niemand meer aan zijn verraad twijfelde en diepe
verontwaardiging zich van de van alle kanten toege
stroomde menigte meester maakte zij begrepen niet
dat een Ditmarscher tot verraad in staat kon zijn.
Doodelijke stilte heerschte in de zaal toen de oud
ste der gezworenen het vonnis over den misdadiger
uitsprak het luidde de dood door hef koord ver
beurdverklaring van zijn vermogen ten behoeve van
den Staaten het beitelen van zijn naam op de scban-
paal op de markt te Heide. De veroordeelde kon
volgens de wet nog in booger beroep komen bij
de vergadering der acht en veertig en hij greep dat
middelom nog een korten zijn leven te rekken aan
ofschoon hij wel wistdat eene verandering van het
vonnis niet te verwachten was.
Hoe was ook alles geheel anders uitgekomen dan
de molenaar verwacht had. Het door hem voor on
mogelijk gehoudene was gebeurdhet kleine hoopje
zijner landslieden had het machtige leger van den vij
and verslagen en vernietigden in plaats van den
ijzeren scepter des deenschen Koningszwaaiden de
oude vrijheid en onafhankelijkheid hun banier over
het land. Hertog Frederikaan wien Holm om be
scherming voor zijn eigendom verzocht had en die hem
dit verzoek had toegestaan kreeg zelfs niet in de verte
den kerktoren van Heide te zien de krijgskans had alle
berekening te schande gemaakt. Dat waren de ge
dachten, die het hoofd van den molenaar doorkruisten,
toen hij zich weder in zijne donkere gevangenis be
vond en eene machtelooze woede overviel hem wanneer
hij aan Reimer dachtdie hem eens voor Telse's ven
ster zoo diep vernederd had en nu ook de oorzaak
geworden was dat zijn misdaad was ontdekt en hij een
schandelijken dood moest ondergaan.
De gevangene was sedert lang uit de zaal verwijderd
en ook de gezworenen verlieten deze langzamerhand
maar niemand der toehoorders maakte aanstalten om
te vertrekken. Een openbare raadsvergadering zou na
de uitspraak van het vonnis worden gehouden en de
burgers bleven, om deze bij te wonen ook een aantal
geestelijken waren om deze reden gebleven. Zij behoef
den niet lang te wachten, of de raadslieden verschenen,
die aan dezelfde tafel plaats namen, waar even te voren
de rechters hun ambt hadden uitgeoefend de burge
meester stond op en deelde den aanwezigen mede, dat
er een schrijven van den aartshertog van Bremen, den
beschermheer der Ditmarschersgekomen wasdat hij
wilde voorlezen.
De inhoud van den brief bestond in uitdrukkingen
van lof en tevredenheid over de dapperheid en volhar
ding der beschermelingen van den kerkvaderwiens
naam en rang de Ditmarschers als bolwerk gebruikten,
waarachter zij hunne onafhankelijkheid met groote zorg
vuldigheid bewaaktenzonder dat zij intusschen den
aartsbisschop den geringsten invloed op de aangelegenhe
den van hun land gunden. De prelaat billijkte hun
besluit, om een nonnenklooster te bouwen en gaf hun
hoop op zijn komst, om hot nieuwe gesticht in te wijden.
Toen de burgemeester geëindigd had stond een der