BittncttUttb.
kanaal deel te nemen welke uitnoodiging aangeno
men is.
TURKIJE. Alle gezanten hechtten den 27 hunne
goedkeuring aan het voorstel van den engelschen ge
zant dat Arabi in de eerste verklaard moet worden
een oproerling te zijn. De turksche gemachtigden
zouden dit vraagstuk aan het oordeel der Porte onder
werpen. De engelsche gezant zond den inlandschen
secretaris van het gezantschap naar den Sultan om
hem op de noodzakelijkheid eener zoodanige verklaring
te wijzen, alsmede op de onmogelijkheid, om de engel
sche troepen uit Egypte terug te trekken.
De duitsche gezant te Konstantinopel ontving deD 28
uit Berlijn last, den Sultan aan te bevelen, die door En
geland verlegde bekendmaking uit te vaardigen en
wel als miorael om met Engeland tot overeenstemming te
geraken. Den 30 begaf de secretaris van het engel
sche gezantschap zich andermaal namens den gezant
tot den Sultan met het verzoek bij bekendmaking
Arabi tot oproerling te verklaren en de rechten van
Tewfik-pacha als Onder-Koning te handhaven daarbij
voegende eene vredelievende verklaringinhoudende
dat Engeland geen beschermheerschap over Egypte
beoogt en eene vriendschappelijke samenwerking met
Turkije wenscbt.
De gezanten konden een paar dagen niet officieel
bijeen komen omdat de russische gezant Onou afwezig
bleef. Hij moest schriftelijke bevelen afwachten alvo
rens verder aan de bijeenkomsten deel te kunnen nemen.
Den 29 zouden die bevelen met een oorlogsvaartuig
aankomen, doch dit was niet het geval. Den 24 zou
den die bevelen verzonden zijn.
Den 31 deelde de russische gezant mede, dat Rusland
het egyptische vraagstuk in twee deelen scheidt en
alleen dan aan de bijeenkomst der gezanten zal deelnemen
als het vraagstuk betreffende het kanaal wordt behan
deld. Ten gevolge dezer verklaring wordt de bijeen
komst als geëindigd beschouwd.
De Sultan gaf bevel tot het uitrusten van 15000
man naar Egypte. Derwisch-pacha is tot bevelhebber
dier troepen benoemd. Hun vertrek wordt ver
traagd doordien de Porte aan den engelschen ge
zant opheldering vroeg over de zeer groote gestreng
heid waarmede de engelsche overheden in Egypte te
werk gingen. Zelfs twee personen uit het gevolg des
Onder-Konings waren doodgeschoten. De gezant heeft
aan den minister van buitenlandsehe zaken ophelde
ringen gevraagd die de Porte tevreden zouden kunnen
stellen.
EGYPTE. De eerste van de door de inlandsche
rechtbank veroordeelde personen wegens medeplichtig
heid aan het oproer van 11 Juni te Alexandrië is den
28 door de inlandsche overheidspersonen buiten de
stad doodgeschoten in tegenwoordigheid van vertegen
woordigers der engelschen. Hij was overtuigd gewor
den van deelneming aan 13 moorden op europeanen.
Admiraal Seymour gaf den 28 's namiddags schrif
telijk kennis aan den Onder-Koning dat de forten te
A boukir voortdurend gevaar opleverden voor de engel
sche stellingen te Ramleh en vroeg hem welke maat
regelen hij kon nemen ter wegneming van dat gevaar.
De Onder-Koning antwoorddedat hij Kiamil-pacha
naar Aboukir had gezonden om van het garnizoen te
eischen dat het van zijne trouw aan hem zou doen
blijken. In geval van weigering liet hij het aan den
admiraal over, die maatregelen te nemen welke hij
noodig achtte. Den 30 verkende admiraal Seymour
aan boord van de Helicon de forten te Aboukir. Hij
vond ze goed gewapend en er heerschte groote bedrij
vigheid. Den 31 werd het bombardement weder uit
gesteld.
Den 29 werden den geheelen dag te Alexandrie
ontploffingen gehoord als gevolg van het vernielen van
kanonnen en het springen van kruidmagazijnen in de
forten. Des avonds werden gewapende manschappen
gezonden, om den door de arabieren vernielden spoor
weg bij Millaha te herstellen hetgeen volkomen ge
lukte. Zij werden niet aangevallen. In de nabijheid
begonnen de toppen der bergen aan het oog te ont
trekken als een gloeiende bal zonder glans stond de
zon aan den hemel en een eigenaardige vrees scheen
zich van de paarden meester te maken, want zij snoven
angstig en schudden de dikkevurige koppen. Alles
wees op een naderend zwaar onweder.
Donkerder en donkerder werd de hemel. Juist toen
de toeristen het steenen huisje op de hoogte van den
Gemmipas bereikten flikkerde een felle bliksemstraal
een knetterende donderslag volgde onmiddelijk daarop
en tegelijk scheen het, of de hemel alle sluizen ge
opend had. Als een zondvloed stortte de regen naar
beneden. Een van die ontzettende onweders zooals
zij in het hooggebergte met zulk eene verbazende snel
heid kunnen opkomen was losgebroken.
Het werd hoog tijd, dat de reizigers een schuilplaats
vonden, want nauwelijks stonden de paarden onder het
lage afdaknauwelijks waren de toeristen binnenshuis
in veiligheid of de storm begon huilend te loeien tus-
schen de steile rotswanden. Diepe duisternis bedekte
plotseling het geheele gebergteslechts verlicht door
onophoudelijk elkander opvolgende bliksemstralen en
de donder raasde dermate, door de echo honderdvoudig
weerkaatstdat het onmogelijk waseen woord te
wisselen. In eerbiedig stilzwijgen stonden de reizigers
verzonken in de beschouwing van het verheven natuur-
tooneel Zoo verliep een uur.
Meer en meer verminderde de woede der elementen,
slechts uit de verte ratelde nog de donder en allen
ademden vrijer. Aan voortzetting der reis kon niet
gedacht worden. Gelijkmatig stroomde de regen nog
naar beneden en grauwe dampen vulden het dal. Ver
geefs zagen de reizigers uit naar een enkel blauw plekje
aan den hemeldie zich loodkleurig, bijna onmiddelijk
boven hen uitstrekte. Ongeduldig wachtend verliep
het tweede, het derde uur en de avond naderde reeds.
Wordt vervolgd.
der engelsche voorposten worden voortdurend woningen
geplunderd. Den 29 's avonds werden twee huizen
ledig geroofd. Een gauwdief werd op heeterdaad door
soldaten betrapt en doodgeschoten twee anderen wer
den gevangen genomen. Port Saïd wordt door de op
standelingen versterkt en de gouverneur nam de wijk
aan boord van een engelsch oorlogschip.
Den 29 werd te Caïro in eene groote bijeenkomst
van ulema'shadi's en mindere geestelijken besloten
Arabi ter verdediging van het land bij te staan tot
dat een bevredigende vrede verkregen of het land ge
heel van vreemdelingen bevrijd was.
Osman-Rifki en 26 circassische officieren die bij de
samenzweering tegen Arabi betrokken waren zijn
den 29 des ochtends te Alexandrië uit Konstantinopel
teruggekomen op een telegrafisch verzoek van den On
der-Koning. Zij waren vergezeld van verscheidene cir
cassische adjudanten des Sultans en werden met groote
plechtigheid ontvangen.
Van engelsche zijde werden telegrammen verspreid
dat de heer de Lesseps met Arabi heulde. Uit latere
berichten blijktdat zijne betrekkingen met Arabi ten
doel hadden de wegzending van 120 grieken te ver
zekeren het overbrengen van 35 zieken11 liefde
zusters 1 geneesheer en 4 ziekenverplegers van Cairo
naar Ismaïla te beschermen en de orde in de provincie
Tagazig te handhaven. De heer de Lesseps blijft van
gevoelen dat de onzijdigheid van het kanaal niet door
de egyptenaren zal worden geschonden zoo de euro
peanen haar niet schenden. Hij teekent verzet aan
tegen eene handeling der engelsche marineals in
strijd met de reglementen der Kanaalmaatschappij. De
openbare meening stemt over het algemeen met het
inzicht van den heer de Lesseps in.
De Onder-Koning machtigde den 31 de engelschen,
elk punt langs het Suezkanaal te bezetten voor zoo
veel dit noodig mocht worden geacht ter bedwinging
van den opstand. Arabi beval den Bedouïnen nabij
het kanaal den heer de Lesseps te gehoorzamen ieder,
die een vrijgeleide van dien heer bezitkan ongehin
derd van en naar Cairo gaan.
Yan de vredes-voorstellen van Arabi is niets geko
men. Wel kwamen eenige gemachtigden van hem te
Alexandrië en geloofde mendat zij voorstellen over
brachten maar de Onder-Koning en de ministers
weigerden ze te ontvangen. Alleen wanneer hunne
komst ten doel had hunne hulde aan den Onder-Ko
ning te komen betuigen, zouden zij ontvangen worden.
BRAZILIË. Geruchten, dat de Keizer zou aftreden,
zijn niet bevestigd.
STATEN-GENERAAL.
Uit het voorloopig verslag der 2e Kamer omtrent
het wetsontwerp tot opheffing der rechtbank te Haar
lem tot herstel der rechtbank te Hoorn enz. blijkt
dat slechts zeer enkele leden zich voor dat ontwerp
verklaarden. Naar hunne meening toonde de memorie
van toelichting voldoende aan dat in Noord-Holland
ten noorden van het Noordzeekanaal behoefte bestond
aan twee rechtbanken en de groote afstanden het be
staan eener enkele rechtbank in dit deel des lands te
Alkmaar voor de vele justiciabelen in het oostelijk deel
te bezwarend maakten, terwijl de rechtbank te Haarlem
wegens de nabijheid van Amsterdam zeer goed kon verval
len. De over groote meerderheid verklaarde zich tegen
het ontwerp. Niet zonder overwegende redenen moest
teruggekomen worden op het goede in 1877 aangeno
men en toen sinds lang wenschelijk geachte beginsel,
om door vermindering van het aantal rechtbanken aan
de rechters meer werk en betere bezoldiging te ver
schaffen en het bestaan eener voldoende balie bij elke
rechtbank te bevorderen. Die overwegende redenen
bestonden hier niet of golden evenzeer voor verschillende
andere arrondissementen. Eenige leden maakten de op
merking, dat door de opheffing eener rechtbank, de onaf
zetbaarheid der rechterlijke ambtenaren denkbeeldig kon
worden gemaakt. Er waren er zelfs, die op dien grond
het wetsvoorstel in strijd met de grondwet achtten. De
meerderhoid deelde die bezwaren nietal werd toege
geven dat alleen om zeer overwegende redenen eene
rechtbank moest worden opgeheven. Aehtte de groote
meerderheid der leden het wetsontwerp dus onaanne
melijk meerdere leden oordeelden de opheffing der
rechtbank te Haarlem wenschelijk, maar zonder herstel
van die te Hoorn. Deze leden zouden in dat geval het
arrondissement Haarlem bij Amsterdam willen voegen;
sommigen ook het kanton Hoorn. Andere waren van
meeningdat eene betere oplossing zou te vinden zijn
door de kantons Haarlem, Haarlemmermeer en Zaandam
bij het arrondissement Amsterdam te voegen, het kan
ton Hilversum over te brengen van Amsterdam naar
Utrecht en het kanton Purmerend bij Alkmaar te voe
gen. Daartegen werd opgemerkt, dat de opheffing der
rechtbank te Haarlem eene te groote uitbreiding van
het arrondissement Amsterdam met zich zou brengen.
Sommige leden betwijfelden het, of vergrooting van het
personeel der Rechtbank te Amsterdam wel noodzakelijk
was. De meeste leden achtten echter die versterking
noodzakelijk vooral met het oog op de geregelde en
spoedige afdoening van burgerlijke gedingen en de instruc
tie der strafzaken. Wat den omvang betreft der voorge
stelde versterkingzoo werd die nauwelijks voldoende
geacht voor de bestaande uitgebreidheid van het arron
dissement. Bepaaldelijk werd gemeend, dat het rechter-
commissariaat versterking behoefde. Nog wordt opge
merkt dat in de verzoekschriften uit Oude- en Nieuwe-
Niedorp en Winkel voldoende aangetoond is dat de
tegenwoordige indeeling dier gemeenten behouden moet
blijven.
Ook omtrent het ontwerp tot voorziening in de kos
ten van aanbouw van cellulaire gevangenissen waren
vele leden overtuigd van de noodzakelijkheid om spoe-
dig tot vermeerdering van die soort gevangenissen over
te gaan. Eenige leden verklaarden zich tegen het ont
werp om bezwaren van geldelijken aard. Yele leden
achtten den bouw eener nieuwe gevangenis te Amster
dam noodzakelijk.
De maatschappij der nederlandsche letterkunde
besloot in hare jaarlijksche vergadering den 15 Juni 1.1.,
op voorstel van het bestuureen blijk van belangstel
ling te geven aan de wakkere stambroeders in de Trans
vaal, door aan de regeering van dat gewest eene biblio
theek van nederlandsche letterkunde aan te bieden
bestemd om de nederlandsche taal en letteren daar in
wijderen kring bekend te makende zuiverheid der
taal te helpen in stand houden en zoo de banden van
stamverwantschap en broederlijke gezindheid tusschen het
africaansche en het europeesche Nederland te bestendi
gen en te bevestigen. Iederdie voor dat doel boek
werken aan de maatschappij wenscht af te staan, wordt
uitgenoodigd, ze onder bijvoeging van het opschrift „voor
de Transvaal" in te zenden aan het adres dier maat
schappij te Leiden; geldelijke bijdragen moeten aan den
voorzitter of den secretaris overgemaakt worden.
Den 22 werd te Yeendam eene vergadering ge
houden van belanghebbenden bij de door de Prov.
Staten tegen den zin van Ged. Staten van Groningen
bevolen oprichting van een waterschap in de veenko
loniën. Met algemeene stemmen, op 4 na werd ver
klaard dat men in de veenkoloniën geen waterschap
wil; dat op den waterafvoer een verscherpt toezicht noo
dig is en dat de bruggen en sluizen die dien water
afvoer belemmeren opgeruimd moeten worden.
De gemeenteraad van Oldebroek besloot den 23
Eebr. 1882 uit den post voor onvoorziene uitgaven op
de gemeente-begrooting voor 1882 vijf gulden beschik
baar te stellen voor den Noordpooltocht, aan welk be
sluit Ged. Staten van Gelderland hunne goedkeu
ring onthielden op grond dat die uitgave niet geacht
kon worden de belangen dier gemeente te betreffen.
Bij kon. besluit van den 18 is dat besluit vernietigd
en de magtiging verleend op grond dat het brengen
dier uitgave ten laste der gemeente niet strijdt met
de wet, de uitgaaf zelve strekt ter bevordering van een
algemeen wetenschappelijk belang en de toestand van
de geldmiddelen dier gemeente geene aanleiding geeft,
om het doen dier uitgaaf te beletten.
Den 26 werd het bouwen eener nieuwe openbare
school te Opmeer aanbesteed voor 9955 aan de
laagste inschrijvers H. L. M. de Leeuw te Spanbroek
en P. Nieuweboer te Twisk.
Den 28 werd te Rosendael bij Arnhem geopend
de tentoonstelling van planten, bouquetten en vruchten,
tot stand gekomen door de zorg der afdeeling Velp en
omstreken der nederlandsche maatschappij van tuinbouw
en plantkundewelke zeer voldeed. De ingezonr1 .u
planten enz. waren schilderachtig gerangschikt op het
bizonder fraai gelegen landgoed Rosendael.
De Nederlandsche Noordpool-tocht is den 28 naar
Dicksonhaven vertrokken alles was wel aan boord.
Den 29 werd te Oegstgeest gehouden de jaarlijk
sche vergadering van aandeelhouders der spoorweg
maatschappij LeidenWoerden waarin de balans
goedgekeurd en tot de uitbetaling van een dividend
van 8,50 per aandeel besloten werd.
Volgens het verslag bedroegen de ontvangsten der
exploitatie ƒ117,050,57, de uitgaven ƒ95,030,54, alzoo
overlatende een saldo van 22020,03. Het aantal
reizigers vermeerderde met 3523 en bracht 2015,29%
meer op de vracht leverde 2852.20% meer. Alleen
voor onderhoud van weg en werken werd 969 L,15
meer uitgegeven de geheele uitgaaf was 10258,04
hooger. Als eenige troost haalt het verslag aan dat
de toenemende ontwikkeling van blijvenden aard belooft
te zullen zijn en dat de buitengewone onderhoudskosten
voornamelijk toe te schrijven zijn aan het zakken van
den weg, waaraan toch eens een einde moet komen.
Het saldo der exploitatie-rekening is met 113019,97
aangevuld geworden om te komen tot het door de
Nederl. Rijnspoorwegmaatschappij gewaarborgde bedrag
van 135040 door die maatschappij renteloos voor
geschoten wordende op rekening van toekomstige di-
videnten.
Het stoomschip Zaandam dat den 29 van Am
sterdam naar Nienw-York vertrok had 17 reizigers
der le klasse en 286 tusschendeks reizigers aan boord.
De bezichtiging van dit schip ten voordeele van de
nagelaten betrekkingen der Adder bracht ongeveer
370 op.
Den 29 is te Wiesbaden overleden de aan de
Ukrechtsche hoogeschool verbonden hoogleeraar J. J.
van Oosterzee. In 1841 was hij beroepen tot predikant
te Eemnes vervolgens te Alkmaar daarna te Rotter
dam, van waar hij in 1863 als hoogleeraar naar Utrecht
vertrok.
Den 29 's avonds 7 uren kwam de was der Maas
bij Grave tot staan en week daardoor het gevaar dat
de rivier zich over de Beersche overlaten in de Traverse
zou storten waardoor aanzienlijke schade aan de veld
gewassen toegebracht zou zijn.
Den 30 is te Amsterdam eene vereeniging opge
richt van winkel- en magazijnbedienden met het doel,
volgens de over 14 dagen te behandelen ontwerp sta
tuten, om te bevorderen het kameraadschappelijk ge
zellig en maatschappelijk verkeer onder hare leden het
aankweeken van kennis, het houden of doen houden
van voordrachten op handels of staathuishoudkundig
gebied het ondersteunen van zieken en van hen die
buiten hunne schuld hunne betrekking verliezen.
Den 30 werd te Roermond de 12 openbare ver
gadering van het Nederl. gymnastiekverbond gehouden.
Ruim 40 turngezelschappen uit NederlandBelgië
en Pruisen waren tegenwoordig. Den 29 waren de
turners met fakkellicht en onder muziek ingehaald en
toegesproken door den burgemeester.
Den 30 's nachts is eene oppervlakte van onge
veer 350 bunders van den polder de Aa in Noord-Bra
bant onder water geloopen door het snel oploopen der
rivier de Aa. Veel hooi is daar door verloren gegaan.
De dijken van den in de onmiddelijke nabijheid van
's Hertogenbosch gelegen polder de Beneden-Dommel.
groot ruim 800 bundersworden op verschillende pun
ten versterktom het doorbreken te voorkomen.