1
No. 97.
Vier en tachtigste Jaargang.
1882.
WOENSDAG
16 AUGUSTUS.
FEUILLETON.
De Hoop Tan ütavö.
Prijs der gewone Advertentiën
dDificicel ©sbeelte.
De PitTENTEM aangevraagd in
Hei j.l, z(ja (er gemeente secretarie
verkrijgbaar van 16 tot en met 30
Augustus 1883.
Qlbn^vtentiëtt.
Bhtnenlanb-
ALKHAABSCHE COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door
het geheele Eijk f 1,
De 3 nummers 0.06.
Van 15 regels 0,75; iedere regel meer ƒ0,15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON
DUITSCHLAND. De officieuse Nordd. Allg. Zei-
tung zegt in een artikel over den tegen woordigen stand
der egyptische zaken dat Duitschland volstrekt geen
vrees koestert voor eene machtsoverschrijding van En
geland niet op zal komen tegen de maatregelen, door
de engelsehe regeering ter bescherming harer belangen
te nemen en de verzekering aan Engeland geeftdat
de mogendheden van het vasteland niet voornemens
zijn, eenigen maatregel te nemen tot onzijdigverklaring
van het Suez-kanaalwaardoor in den bsstaanden toe
stand eene verandering gebracht zou worden.
De sociaal-democraten BebelLiebknecht en Hasen-
clever, leden van den rijksdag, zijn veroordeeld wegens
beleediging van den bondsraad ieder tot 2 maanden
gevangenisstraf. Zij hadden zich in den Bondsraad op
minachtende wijze uitgelaten over hunne verbanning
uit Berlijn.
De prins bisschop van Breslau Herzog heeft aan de
geestelijken van zijnen kring, die leden van het prui-
sische Hui3 van afgevaardigden zijn den wensch ken
baar gemaaktdat zij geen nieuw mandaat aannemen
om het groote gebrek aan gee3telijken, dat er bestaat.
Yan de 22 silezische afgevaardigden zijn 6 geestelijken.
ENGELAIÏD. Generaal Wolseley vertrok den 12
van Malta naar Alexandrië alwaar hij den 15 hoopt
aan te komen.
Lord Salisbury schijnt na de onlangs in het parle
ment geleden nederlaag van plan te zijn, te bedanken
voor leider der conservatieve partij.
Ieeland. De politie-agenten te Limerick, de hoofd-
aanleggers van de voorgenomen werkstaking onder de
politie beambten hebben evenwel verklaard geene werk
staking te zullen beginnen. Zij blijven echter verhoo
ging van jaarwedde eischen.
FRANKRIJK. Bij het uiteengaan der Kamers wij
zen bijna alle bladen op het feitdat men gedurende
de afgeloopen zitting van 11 Januari tot 8 Augustus
wel drie nieuwe ministeriën heeft zien optreden dat
van Gambettadat van de Freycinet en het nu dezer
dagen benoemde ministerie Duclerc doch dat geen
enkel der belangrijkeaanhangige vraagstukken afge
daan is.
SPANJE. Op het schrijven betreffende het Suez-
kanaal is van de engelsehe regeering een antwoord
ontvangen, de verklaring inhoudende, dat zij niet tegen
haar verlangen is maar herhalen moetwat zij reeds
aan Duitschland te kennen gaf, dat de zorg voor de
veiligheid van het Kanaal in de eerste plaats op Egypte
en bij ontstentenis op Turkije rust. Mocht door bui
tengewone omstandigheden de veiligheid van het Kanaal
bedreigd wordendan zou gaarne de medewerking der
belanghebbende mogendheden aangenomen worden en
daar Spanje tot die mogendheden behoortzoo zou in
dat geval de medewerking der Spaansche oorlogsche
pen voor de verzekering der vrije vaart op het Kanaal
gaarne gezien worden.
TURKIJE. Alle gezanten hebben op voorstel )van
Frankrijk dringende vertoogen bij de Porto ingediend
met het oog op de aan de christenen v.jandige bewe
ging in Syrië en op andere punten van het Turksche rijk.
De gezanten komen nog steeds bijeenhet is echter
niet mogelijk een goed begrip te verkrijgen van hetgeen
zij bespreken.
ZWEDEN EN NOORWEGEN. Het ingediende
wetsontwerp op den algemeenen weerplicht komt in
hoofdzaak overeen met dat, voor 4 jaren ingediend.
De duur van de verplichting tot de krijgsdienst is van
het 2Le tot het 40e levensjaar voorgedragen. De oe-
feningstijd is op 90 dagen gesteld.
EGYPTE. Den 12 kwamen 2 bataljons koninklijke
garde te Alexandrië aan. Het fort Mex werd dien
dag door admiraal Seymour in oogenschouw genomen.
In den avond van den 12 werden de schotsche gar
des en de grenadiers ontscheept, die daarop in de linie
van Ramleh eenige stellingen bezetten. De afdeeling
onder bevel van den hertog van Connaught vormt den
linkervleugel die onder generaal Graham den rechter
vleugel van de stelling bij Ramleh. De engelsehe
voorposten bezetten de verst verwijderde stations op
den spoorweg van Ramleh vanwaar de voornaamste
stelling van Arabi te Kafr-el Dowar gezien kan wor
den. Den 13 's morgens werd nog een bataljon der
koninklijke garde ontscheept. Generaal Alison liet den
bevelhebber der duitsehe kanonneerboot Habicht weten,
dat hij thans voor de orde te Alexandrië kon instaan,
tengevolge waarvan de wachtpost van duitsehe mariniers
voor het duitsehe hospitaal ingetrokken werd.
De gouverneur van Alexandrië vaardigde het bevel
uitdat voortaan aan niemand die van geen pas
voorzien wasvergund zou worden aan land te gaan
tenzij hij een bewijs van zijn consul kon overleggen.
In de bekendmakingwaarbij Arabi door den Sultan
voor oproerling zal worden verklaard, wordt gezegd, dat
de Sultan hem alleen eene ridderorde had geschonken,
omdat hij zich eenmaal tegen de wettige macht verzet
hebbende van die fout terug gekomen was en beloofd
had zich daaraan niet weder schuldig te maken. Arabi
had die belofte toch geschonden zich een gezag aange
matigd dat hem niet toekwam en zelfs eene vijandige
houding aangenomen tegen Engeland Turkije's ouden
beproefden vriend en bondgenooten daarom verklaart
de Porte hem en zijne aanhangers voor oproerlingen.
Ten slotte wordt gezegd dat die bekendmaking uitge
vaardigd wordtopdat een ieder zou weten dat het
een wettig gezag in Egypte isdat van den Onder-
Koning den vertegenwoordiger van den Sultan en den
Kalif. Een later bericht meldt echter, dat de Sultan
aan het voorstel van den ministerraad, om deze bekend
making af te kondigenzijne goedkeuring nog niet
gehecht heeft.
YEREENIGDE STATEN. De zitting van het con
gres is den 8 gesloten. Het Huis der Volksvertegen
woordigers hervat zijne zittingen den eersten Maandag
in December. Alsdan zal eene commissie van deskun
digen die benoemd ia om de tariefshervorming te on
derzoeken verslag uitbrengen. Daar die commissie
samengesteld is uit voorstanders van het heffen van
hooge beschermende rechtenvreest men dat haar
rapport niet zeer gunstig voor verlaging gestemd zal
zijn. Onder de ingezetenen breidt de beweging tot
vermindering zich overigens meer en meer uit.
Alhier is onder de aanhangers van het iersche land-
verbond eene beweging ontstaan, om Arabi te helpen
en voor hem geld bijeen te brengen. Den 10 had
men reeds ruim f 9000 bijeen. De voorzitter van dat
verbond is echter tegen dien maatregel als in strijd met
de statuten van het verbond dat opgericht is om de
ieren bij te staan in hunnen grondwettigen strijd voor
hunne rechten doch niet steunen kan maatregelen van
een oproerling, om dat doel te bereiken.
STATEN-GENERAAL.
Aan de Tweede Kamer is een ontwerp van wet in
gediend tot bekrachtiging eener overeenkomst met
de Koninglijke Maatschappij de Schelde te Vlissingen,
betreffende de exploitatie van een gedeelte der havens
en haventerreinen aldaar. De maatschappij zal eene
jaarlijksche vaste uitkeering betalen van 2850, zijnde
het bedrag dat de Staat in 1878 ter zake dezer werken
had ontvangen na aftrek van kosten voor onderhoud
en bediening. Bovendien betaalt de maatschappij eene
veranderlijke uitkeering over ieder kalenderjaar, bere
kend naar het aantal kubieke ellenwaarmede de
zeeschepen en zeestoombootendie van de terreinen
en havens gebruik makendat jaar overtreffen den
inhoud van 170,000 kub. ellen. De overeenkomst is
gegrond op de overweging, dat de gewenschte ontwik
keling van Vlissingen niet zou worden verkregen
tenzij het belang van particuliere ondernemers aan de
exploitatie der havenwerken verbonden wordt.
(7
„Ik geloof, Erik zeide zij na een poos, gedurende
welke zij zwijgend tegenover hem had gezeten „dat gij
o«k zoudt kunnen dichten wanneer gij wildet."
„Ik O neen," antwoordde hij treurig. „Dat is eene
gavedie God slechts aan enkele uitverkorenen ver
leent. Ik zou gaarne willen dat ik een dichter was
en zingen en zeggen konde, wat er omgaat in de men-
schelijke borst. Menigmaalwanneer ik op de bergen
sta en rondom mij ziebeneden mij de zee door
storm bewogen of kalm schitterende in de stralen der
zon en de witte zeilen in het verschietof wanneer ik
uwe stem hoor, Signe zooals zooeven toen gij aan
het spinnewiel zatdan zwelt mij de borsteen vreemde
macht grijpt mij aan het wordt mij zoo wel en wee
te moede dat ik zou kunnen juichen en weenenik
weet niet waarom. En in mijn hart kookt het en
bruist hethet wil maar kan niet naar buiten. Zie
Signewanneer ik in staat was onder woorden te
brengenwat ik in zulke oogenblikken gevoel, dan
zou ikgeloof ik, een dichter zijn. Zij slechts, die het
kunnen uitspreken zijn dichters 1"
„Vanwaar hebt gij al die schoone woorden vroeg
zij vol bewondering. „Uit de boeken?"
„Uit de boeken en uit het hart.''
„Uit het hart herhaalde zij langzaam getroffen
door den warmen toon zijner stem en hare oogen waren
wijd op hem gericht, als verscheen hij haar plotseling
in ecu ander licht. „En zoo zoo wonderlijk wordt
het u te moedewanneer gij mijne stem hoort
„Wel en wee 1" knikte hij, diep ademhalende. Het
werd hem te benauwd in de kamerhij moest zich
omkeeren en naar het venster gaan.
Op eens stond zij achter hemhij voelde haar adem
op zijne wangen. Waarom zeidet gij mij niet vroeger,
dat gij een hart hadtErik
Bliksemsnel keerde hij zich om, het bloed steeg hem
wild naar het hoofdhij zag haar gelaat dicht voor
het zijne. Hare grijze oogen waren met eene eigen
aardige uitdrukking op hem gevestigd.
„Signe!" riep hij uit. „Wat bedoelt gij daarmede,
dat ik
„Hebt gij een hartevenals anderen ging zij met
bevende stem voort. „Gij zijt zoo vriendelijk zoo goe
dig voor een ieder evenals zooals ik mij altijd een
jong geestelijke voorgesteld heb, die slechts vervuld van
zijn heilig beroep, de geheele menschheid lief heeft om
Godeswilmaar niemand in het bizonder. Is dat zoo
met u, of niet?"
„Signegij vraagt mij dat gij stamelde hij in
de heftigste ontroering terwijl hij niet wetende, wat
hij deed of zeide, hare handgreep. „Hebt gij dan nooit
gevoeld dat gij mij meer zijt, dan alles op de aarde?"
„Gij hebt mij dat nooit gezegd."
„Kon ik dat mocht ik dat. Gij zijt immers veel
te goed voor een half man zooals ikwant gij zijt
den beste waardig en alleen de beste zal uw echtge
noot worden. Kan ik een boot sturen in storm en
brandingkan ik een schip door verre zeëen voeren
en geld en goed winnen zooals allen hier
„Een schip sturen lachte zij woest en hare blanke
tanden schitterden hem in de schemering tegen.
„Meent gij, dat dit de man maakt Dat kan ik ook,
dat kan een ieder! Hoe zeidet gij zoo even? Wat in
het binnenste van den mensch leeft, dat doet hem uit
munten, geen rang of rijkdom. Ook niet ruwe kracht,
Erik 1 Gij kunt veel meer dan alle anderen hier
dan Hendrik zelfs."
„Dan Hendrik 1" Alsof een slag hem getroffen had
tuimelde Erik terug; hij bedekte zijn gelaat met beide
handen. Plotseling opende zich een afgrond voor hem.
Tot welke bekentenis had hij zichzelf, bad Signe zich
laten vervoeren 1 Was dat niet trouwbreuk jegens zijn
broeder Doodsangst greep hem aan, hij had nog slechts
eenen wensch, om weder goed te maken, wat hij had
misdaan.
„Signe, hebt ge Hendrik dan niet lief?" bracht hij
eindelijk met moeite uit.
Een bittere lach speelde haar om de lippen. „Hij
heeft mijn jawoord heeft my tot de zijne gemaakt
evenals hij alles wat hij begeertstormenderhand ver
overt. Wie kan hem weerstreven?"
„Niemand riep Erik uit met eene heftigheiddie
hem anders vreemd was terwijl hij hare handen greep,
en haar smeekend in de oogen zag. „Zeg mij dat gij
hem lief hebt gij moet hem lief hebben, den goeden,
grootmoedigen man, die alleen verdient, u te bezitten.
Gij kent hem niet, anders zoudt gij mij niet met hem
op eene lijn stellen. Hij heeft het edelste hartdat
ooit in een mannenborst klopteheeft moedwils
kracht hij bezit alles, wat mij ontbreekt en niemand
kan zich met hem meten. Zelfs mijn beetje kennis
dat gij zoo hoog schatheb ik aan hem te danken.
Gij weet nietwat een armeellendige knaap ik was,
een voorwerp van medelijden voor iedereen. Hoe dik
wijls heb ik boven op de rots gelegen, met de wanhoop
in het hartmet het van tranen stroomende gelaat
gedrukt op den harden steen en innig naar den dood
verlangdwanneer ik de jongens van mijn leeftijd zag
uitvaren op de visehvangst of hunne eerste groote reis
als scheepsjongen aanvaarden terwijl ik tehuis moest
blijven. Ik was ten gronde gegaan indien Hendrik
zich mij niet had aangetrokken. Hij bracht mij naar
Bergen op eene school waar zich eene hoogere, gees
telijke wereld voor mij opende, van welks bestaan ik
te voren geen vermoeden had die mij honderdvoudig
schadeloos stelde voor alles, wat ik wegens mijne licha
melijke zwakheid moest ontberen. Hij wildedat ik
een vak in de stad zou kiezenmaar toen mij het
heimweh aangreep nam hij mij mede terug naar hier,
want het was hem slechts te doen om mij gelukkig