No. 104. Vier en tachtigste Jaargang. 1882. V K IJ I) A G 1 S E P T E VI B E B. Grootc Paarden- en Veulenmarkt FEUILLETON. (12 ©e Hoop van Stavö. Prijs der gewone Advertentiën #(ïificcl ©kbecïtc. Tit] als&iiaar, op Maandag 4 September 1882. üurgt'r Hvoiitlscliooi. BuitcuStmb. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele Rijk f 1, De 3 nummers 0.06. li'i'bWiniïhi COURANT. Van 15 regels 0,75; iedere regel meer f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON VERGADERING van den RAAI) der gemeente ALK MAAR, op VRIJDAG, 1 September, des namiddags te ZEVEN aren. Namens den Voorzitter van den Raad, De Secretaris, NUHOUT VAN DER VEEN. Inschrijving van leerlingen op Maandag, 4 September a.s des avonds te 7 uur in het gebouw, hoek Doelenstraat en Ge dempte Nieuwesloot. De lessen aan de Burger-avondschool zullen gedurende den aanstaanden cursus gegeven worden van 7 uur tot half tien. De directeur, Dr. H. W. WAALEWIJN. Lijst van brieven, waarvan de geadresseerden onbekend zijn, verzonden gedurende de 2e. helft der maand Juli 1882. Molenaar, Amsterdam; A. Wijkstra, üedemsvaart; H. Bran- hof, Haarlem; I. Langeveld, Ouddorp; M. Wijring, Rotterdam; H. Schoemacher, Rotterdam. Uit Heilo, Jb. van Voorst, Oterleek. s Oterleek: T. Boon, Wormer. S e h o o r 1 d a m A. de JongAmsterdam. ENGELAND. De hertog van Albany is ernstig ongesteld de Koningin stelde haar vertrek naar BaL moral daarom uit. FRANKRIJK. Bij de behandeling der begrooting in de Kamer na hare terugkeer zal de vraag aan de orde komen of het hótei der invaliden al dan niet behouden moet blijven. De minister van oorlog is voor het behoud dezer instelling waarvan de opheffing dooi de begi'ootings-commissie verlangd wordt en wel op de volgende gronden. Die instelling kost thans aan het land ongeveer f 390,000: in het gesticht zijn opgeno men 33 officieren lOé onderofficieren285 soldaten en soldaten-kinderen. Voor deze opgenomenen wordt rechtstreeks 255,000 uitgegeven voor het personeel ongeveer f 135,000. Dit beschouwt zij als een misbruik en daarom wil zij de afschaffing der instelling in het belang van de billijkheid en van een beter beheer. Zij wil den oud-gedienden een jaargeld toekennen en wel van f 500 voor soldaten eu korporaals en van f 600 voor onder-officieren. Op de officieren zou den toegepast worden de kort geleden aanzienlijk ver hoogde pensioen-tarieven. Te Montceau les-Mines is ook in hechtenis genomen een der beambten van het plaatselijk bestuur die tevens secretaris der zoogenaamde zwarte bende was. Hij gaf in laatstgenoemde betrekking aan de bende de inlichtingendie hij door het bekleeden van eerstge noemde betrekking wist. Den 29 kondigde de president Grévy in den minis terraad aan dat hij den 31 naar de Jura zou vertrekken. De president-minister Duclerc deelde mededat de uit Syrië ontvangen berichten gunstiger waren en dat al de naar Tripoli gevluchte tunesische stammen zich onderworpen hadden en naar hunne haardsteden terug keerden. In die bijeenkomst werd besloten, eene fran- sche commissie te benoemen voor de in 1883 te Am sterdam te houden koloniale tentoonstelling. Mahmoua Fehmi-pachaArabi's raadgever, die ge vangen genomen werd in het hoofdkwartier onder vraagd zeidodat onder Arabi's troepen ontevreden heid heerschte en de krijgstucht zeer slecht was. Of dit verhaal veel vertrouwen verdient kan twijfelach tig genoemd worden. De italiaansche sociaal-democraat Zanardellidie onder het ministerie de Ereycinet vergunning verkreeg, om voorloopig voor 6 maanden te Parijs te mogen verblijvenwelke termijn over 3 weken verstreken zou zijnheeft het rijk thans moeten verlatenop grond dat hij onlangs in eene vergadering eene rede voering uitsprak waarin hij den tot levenslange ge vangenisstraf veroordeelden revolutionair Cipriani alle lof toezwaaide zijne deelneming aan de parijsche com mune prees en de regeering met smaad overlaadde. Eenige dagbladschrijvers besloten op voorstel van de Gaulois den heer de Lesseps een feestmaal aan te bieden bij zijne terugkomst te Parijs. Niettegenstaande de ver zekering, dat het geen staatkundig karakter zou hebben, zijn alleen de conservatieve en radicale bladen met dat denkbeeld ingenomen. De ultramontaansche Monde geeft in de volgende woorden rekenschap van zijn ge voelenwaarom dat plan bij haar gem instemming vindt. „Ons oordeel over de staatkundige handelwijze van dien heer in Egypte voorbehoudende hebben wij onbekrompen hulde gebracht aau de bewonderenswaar dige geestkracht, bij de verdediging van het Suez-Kanaal door hem ten toon gespreid. Er is dus niets onheusch jegens hem in onze weigering gelegen. Ook laten wij aan de goede bedoelingen der Gaulois alle recht weêr- varenmaar zij moet ons vergunnen te zeggendat haar denkbeeld van een feestmaal niet gelukkig is. Na de rampspoedige gebeurtenissen, aan het verfoeielijk staatsbeleid onzer regeeringen te wijten na zooveel ellende in enkele maanden opeengestapeld, waarbij de ondergang van Erankrijks staatkunde overeenkomstig de overleveringen van vroeger in het oosten gerekend moet wordenschijnt het oogenblik ons kwalijk geko zen toe, om eene messen- en vorken-beweging over de egyptische zaken op touw te zetten. Men verhaalt, dat de Lesseps in een gesprek te Port Saïd met een ongenoemde verklaard heeftdat zijne meening omtrent de nationale partij in Egypte onveranderd was en dat hij Arabi nog altijd als een edelen vaderlander beschouwde. Hij achtte zich geluk kig bij de gedachtedat hij een groot aandeel hieraan had dat Frankrijk niet deelnam aan een avontuurlijke onderneming, die naar zijn oordeel ongelukkiger gevol gen hebben zou dan de mexicaansche veldtocht. Hij ging naar Frankrijk omdat hij zich niet zou kunnen beheerschen, als hij getuige van de engelsche barbaarsch- heden bleef. Engeland had do onzijdigheid van het Suez kanaal tot heden door elke mogendheid nog ge- eërbiedigd, geschonden. Op de tegenwerping, dat tot heden geene enkele mogendheid in de verzoeking geko men was, de onzijdigheid van dat kanaal te schenden antwoordde hij „Den 15 Augustus 1870 ontmoetten een fransch en een duitsch oorlogschip elkander in het Timsahmeer; zij salueerden elkander en gingen elk huns weegs. In den russisch-turkschen oorlog, toen de egyp- tenaren nog wel in het turksche leger medestreden trokken russische schepen met krijgsvoorraad geladen, ongehinderd door het Suez-kanaal, onder den mond der tursehe kanonnen terwijl de Sultan over beide oevers van het kanaal Souverein is. Engelands handelwijze daarentegen is eene schreeuwende laagheid." OOSTENRIJK-HONGARIJE. De oostenrijksche minister Taafle werd na zijne terugkomst van Triëst waar hij de tentoonstelling bezochtbij den Keizer toegelaten. Hij schijnt geruststellende mededeelingen te hebben gedaan over het onlangs te Triëst voorge vallene. De kamer van koophandel te Triëst besloot den Keizer een adres van toewijding te zendenter gelegenheid van den SOOsten verjaardag der vereeniging van Triëst met het oostenrijksche Keizerrijk. In 1881 werden door de jury 81 personen aan moord of poging tot moord schuldig verklaard en ter dood veroordeeld. 80 hunner kregen kwijtschelding dier straf, die veranderd werd in kerkerstraf. Eén vonnis werd ten uitvoer gelegd. TURKIJE. Tusschen de turksche en grieksche troe pen hebben aan de grenzen vechtpartijen plaats over een gedeelte grondgebied aau de grenzen, waarop beide partijen aanspraak maken tengevolge van eene min juiste omschrijving bij de onlangs plaats gehad hebbende grensregeling. De turksche regeering beweertdat de grieken de eerste aanvallers waren, de grieksche regee ring daarentegen natuurlijk het tegendeel. EGYPTE. Het nieuwe ministerie is thans voor goed samengesteld uit Riaz binnenlandsche zaken Omar Lufti oorlog Ali Moerabek openbare werkenHaïdar financiën Khaïri onderwijs Zeki geestelijke zaken en Sherif-pacha buitenlandscbe zaken en voorzitter. Zijne taak zou zich bepalen tot onderdrukking van het op roer, herstel van het aanzien des Onder-Koningsont binding der tegenwoordige Kamer en bijeenroeping eener nieuwe zoodra de rust in het land hersteld is. „Vele jaren geleden het kunnen er wel tachtig zijn; ik tel ze reeds lang niet meer leefde aand-n Noordfjord een jonge man de sterkste en stoutste vis- scher wijd en zijd. Hij volgde de beeren in de meest afgelegen bergkloven en bestreed ben met mes en bijl in bun eigen hol, hij zeilde verder zee in dan ieder an der en bracht steeds de rijkste vangst mede geen klip was hem te steilwanneer een nest van den zeearend moest bereikt worden, geen ijsstorm te koud, geen zee te onstuimighij trotseerde het. Zijn hart sloeg blijde en zorgeloos want hij had een hut, een goede boot en eene schoone bruid Gunlöd heette zij en de toekomst scheen hem rooskleurig en gelukkig toe. Maar omdat hij de oude goden niet vreesde noch den bliksemwer- pende Thor die de bergen doet splijten noch Odin die op de stormwolk voortjaagtnoch den listiger» Ran die den schipper met zijn net naar beneden trekt in zijn koud bed noch de bleeke Hela die in het doodenrijk den scepter zwaait werden die machtigen toornig en zon den hem Mimir den dwergdie hem de hand op de oogen legde. En plotseling werd hij ziende, maar hij wist het niet, hij meendedat het slechts een droom was. Het was hem, alsof hij in de hut trad waar zijne bruid woonde, maar niet zoo als anders sprong zij hem met een blij den welkomstgroet te gemoet. In de kamer stond een kistdnnrin lag zij dood en koud met eene bloedige wond op bet blanke voorhoofd en hij ontwaakte met angst in hei '^art. Den volgenden morgen lachte hij er over, Gunlöd zoo frisch en gezond ziende als altijd, en hij vergat het leeiijke droombeeld. Twee dagen ver liepen er en hij lachte niet meer. Zijne schoone bruid, Gunlöd lag op de lijkbaar, met eene bloedende wond cp het bleeke voorhoofd. De noordelijke storm had ge woed heviger dan andersen een steen bad haar doodelijk getroffen toen zij uit de kerk kwam. Zuike droomen had hij voortaan dikwijls, zelfs bij dag en zij kwamen allen in vervulling. Toen bemerkte hij, dat hij ziener was geworden en hij huiverde voor zich zelf. Weg was zijn genoegen in jacht en vischvangst, somber werd zijn hart, en de menschen begonnen hem te ontwijken als iemand van God geteekend. En omdat hij het niet meer verdragen kon, vooruit te weten, dat zijne vrienden en buren die in bloeiende gezond heid hem omringden reeds werden aangeraakt door de hand des doods, bracht hij zijn boot in gereedheid en besloot de eenzaamheid te gaan zoeken. Daar hoopte hij, te worden verlost van het vreeselijke lot, dat Mimir hem had aangebracht. Op de uiterste landtong wier oevers bespoeld werden door de golven der grootc Noordzee, landde hij en bouwde hij zijne hut in een kloof van het Skakingerkliff en hij schuwde de menschen evenals zij hem. Zoo is hij oud en grijs geworden in eenzaamheidmaar zijne oogen bleven open en nog heden moet hij zien de toekomstige zakenongeluk en dood alleen den zijne niet. Hij zag ook uwe komst vooruitKnut Mende." Nog een poos, nadat Kjar geëindigd had, zat Knut in gedachten verzonken als versteend. Toen scheen hem een ontzettende gedachte aan te grijpen, zijn haar ging recht overeind staan hij sprong op en stiet een woeste schreeuw uit. „En ik Kjar Kjarsen gij gelooft dat ook ik „Blijf bedaardviel hem de oude man in de rede op onvriendelijken toon. „Wilt gij den vrede van mijn huis storen Deze muren hebben geen schreeuw gehoord sinds zeventig jaren." „Ellendige!" riep Knut buiten zichzelf, terwijl hij Kjar bij de borst greep en heen en weer schudde. „Geef antwoord op mijn vraag of ik dood u en mij. Waar om wijdt gij juist mij in uwe geheimen? Leerde u uwe vreeselijke gave in mij een makker in het ongeluk te zien Zal ik gedoemd zijn zooals gij om den dood der mijnen vooruit te weten. Spreek Liever verpletter ik mij het hoofd tegen den rotswand. Sterven is niets tegenover een leven zooals gij leidt." Kjars wenkbrauwen trokken dreigend te zamen. Zon der op te staan vatte hij Knuts handen en slingerde hem zoo krachtig terug dat de visschen tegen de tafel tuimelde. „Wilt gij mij tot spreken dwingen? Dwaas! Verleer eerst te vreezen en te hopenzooals de oude Kjar, opdat gij een man wordt." Zijne stem kreeg weder een zachteren klank toen hij zag dat Knut als vernietigd in elkander was ge zonken. „Gij zijt nog jong onervaren en uw hart klopt snel, gij meent, dat de rnensch leeft om gelukkig te zijn, en nu het lot u eenigszins hard aangrijpt, meent gij te moeten sterven. Dwaas 1 alsof u dat iets hielp Is bet leven niet in alle vormen hetzelfde, hoe wilt gij het ontvlieden Gij kent alleen de buitenzijde van deze wereldmaar zie ook de andere. De vluchtige ge slachten der menschen zijn als de golven der zee, die de storm door elkander werpt. Zij verheffen zich, snel len voortslaan op de klippen uit elkander, vervliegen in schuim maar altijd nieuwe golven steken de hoofden op om evenzoo te vergaan, want nooit neemt het spel een einde. Vanwaar komen zijwaar gaan zij heen? Allen uit dezelfde bron en de golf, die heden het strand bevochtigtis dezelfde die voor duizend jaren deze klippen bespoeldeal weet zij het zelf niet. De dood is de groote bron daaruit ontstaat alle leven, daarheen keert het ook weder terug verleden en toe komst zijn slechts schijn zijn beide hetzelfde al wil het blinde menschenkind het dan ook niet erkennen en het altijd heerschende lot is zonder erbarming. Be kommert de wind er zich om waarheen hij de golf drijftvraagt hij of het haar bevalt Kiest de golf

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1882 | | pagina 1