No. 108. Vier en tachtigste Jaargang. 1882. De zwaarste taak. FEUILLETON. Tweeërlei Liefde. ZONDAG 10 SEPTEMBER. Prijs der gewone Advertentiën Dit nummer bestaal uit twee bladen. EERSTE BLAD. Officiéél ®ebeelte. ISuitetilAttb. AIMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1, De 3 nummers 0.06. Van 15 regels f 0,75; iedere regel meer f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter algemeene kennis dat heden op de gemeente-secretarie ter visie is gelegd het aan hen ingediende verzoekmet de bijlagenvan SIMON VERHOEVE, om vergunning tot het oprichten van eene slachterij in het perceel aan de Voormeer, wijk D, n°. 6, en dat op Zaturdag, 23 September 1882, 's middags te 12 uren, ten raadhuize gelegenheid wordt gegeven, om tegen het op richten van die slachterij bezwaren in te dienen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE P0N1. 9 Sept. 1882. De Secretaris, NUHOUT VAN DER VEEN. De beslommeringen des levens zijn vele en zij ver meerderen nog dagelijks een noodzakelijk gevolg van de steeds meer ingewikkelde samenstelling van het maatschappelijk bestaan waardoor voortdurend nieuwe belangen eischenbehoeften worden opgewekt die men vroeger niet kende. In die allen moet worden voorzien want eenmaal opgenomen is het niet meer mogelijk een enkel belang van ons bestaan onvervuld te laten zonder het geheel in gevaar te brengen en zoo moet er steeds meer gezorgd gewerkt en gezwoegd worden. Aan klachten en zuchten dan ook geen gebrek. Men zou somtijds meenen dat de menschheid bezwijken zal en indien de voorstellingen over de hardheid en de bitterheid des levensover de zorgen en moeiten en bekommeringen volkomen de werkelijkheid weergaven hoogstwaarschijnlijk zou dan ons geslacht reeds tot het niet zijn teruggekeerd of althans tot een zeer klein aantal van de allerbeste individuen zijn verminderd. Integendeel echter de menschen vermenigvuldigen zich als het zand aan den oever der zee en zelfs nemen zij toe in gezondheid in krachtin levenssterktewant zooals de statistiek ons leert is de gemiddelde levensduur in de laatste jaren niet onaanzienlijk toe genomen. Zou het wel waar wezendat het leven zooveel bezwarender en drukkender is dan vroeger Zou men wellicht niet te veel de aandacht vestigen op datgenewat eigenlijk slechts bijzaak kan heeten en daardoor over het hoofd zienwaarin werkelijk het zwaartepunt van het menscbelijk bestaan gelegen is Of zou er voor den mensch een zwaarder taak zijn dan het leven zelf? Het levenafgescheiden van alle maatschappelijke betrekkingen en verplichtingen alleen beschouwd in zijn natuurlijke eischen en verhoudingen. De dagelijksche werkzaamheden in ambtbetrekking of beroep de zorgen voor het bestaan zijn zij geene kleinigheden in verhouding tot de zware taak die de natuurlijke ervaringen en gewaarwordingen iederen mensch opleggen Vriendschap en liefdehoeveel vreugde verschaflen zij den sterveling maar ook hoeveel tranen doen zij hem weenen die vreugde met gematigdheid te genie ten die tranen gelaten te storten dat is moeilijk en zwaar Zich zelf te beheerschen in alle omstandighe den des levens zijn plichten te vervullen ten aanzien van zijn betrekkingen steeds met vasten tred zijn pad te bewandelen eerlijknauwgezet en getrouwde deugd te beoefenen en ten allen tijde te handhaven en het kwaad te vlieden, dat alles zijn de verplichtin gen van den mensch die zwaar zijn na te komen en waaraan toch wel het minst wordt gedacht als men klaagt over de „zorgen en de beslommeringen des levens." Wat beteekent het voor den mijnwerker af te dalen in het hart der aarde in de diepste duisternis in ver gelijking van de zorgde vrees die zijn gemoed be knelt over de zieke gade die hij boven bij een paar hulpbehoevende kleinen moet achterlaten Welgemoed daalt hij neder in de schacht als hij de zijnen in goeden welstand weet. De zorg voor zijn dagelijksch brood is niet zijn zwaarste taak. Wat waarde hebben de schatten der aarde voor den vader en moeder, die bittere tranen schreien bij de stervenssponde van den lievelingvoor wiens behoud zij gaarne hun goud en zilver prijs geven? Als hij slechts gered wordt dan zien zij niet op tegen den strijd om het bestaanzij tellen dien licht. Zoudt ge meenendat de zorgen der regeering voor den vorst de zwaarste taak zijn en voor den daglooner het volvoeren van een last die bijna zijn lichamelijke krachten te boven gaat Of zijn kinderen behoorlijk groot te brengen en op te voeden? Toch niet. In alle omstandigheden des levens wijs te zijn steeds getrouw zijn plicht te betrachten met kalmte en on gestoord te arbeidende liefde te koesteren het hart warm te houdenzich niet te laten meeslepen door de vreugde noch te doen neerdrukken door de smart, dat is wel de moeilijkste taak die iederen mensch is opgelegd onverschillig in welke maatschappelijke be trekking bij is geplaatst en in vergelijking met die taak is al het andere bijwerk en zeer licht. Het zal als ongemerkt verricht worden en ter nauwernood geringen invloed kunnen uitoefenen op het gemoed indien men voor alles er naar streeft mensch te zijn in de volle beteekenis van het woorddoor de edelste menschelijke hoedanigheden en deugden te ontwikkelen en te beoefenen, waardoor het mogelijk wordt des te meer weerstand te bieden aan de beproevingen des levens en reiner te genieten iedere vreugde die het biedt. Maar al te veel wordt in onzen tijd uitsluitend de aandacht gevestigd op dat realistische deel van ons i) Het laatste concert van het saizoen werd door een zeer elegant publiek bijgewoond. De aankondiging dat mevrouw Mathilde Gradisca de gevierde prima donna eenige liederen van Mendelssohn zou zingen was genoeg geweestom het publiek elkander de plaat sen te doen betwisten en zooveel personen de ruime zaal bevatten konwaren dien avond toegestroomd en luisterden met die ademlooze plechtige stiltedie bij een groote menigte de beste getuigenis is van den indruk eener voordrachtnaar de zoete en zielvolle klankendie van hare lippen vloeiden. Toen de laatste toon was weggestorvenbleef het nog eenige oogenblikken doodstil in de zaalmenig oog was voch tig geworden in menig verdorven hart had de liefe lijke stem een ongekende ontroering teweeg gebracht ten laatste echter brak er een storm van toejuichingen loszooals deze wanden nog zelden hadden geboord want gewoonlijk was het concertpubliek niet gemakke lijk uit zijne voorname kalmte te krijgen. Aller oogen richtten zich natuurlijk op de hooge slanke gestalte der zangerestoen deze na herhaalde malen bedankt te hebbenaan den arm van den ka pelmeester Mehringer, die haar geaccompagneerd had, de weinige treden afliep, die het publiek van de musici scheidden en bij een der pilaren onder de toehoorders plaats nam. Men merkte op, dat de kapelmeester, een deftige oude heer met een lange grijze baard en bijna geheel wit haar, er zeer zenuwachtig uitzag en dat mevrouw Gradisca hem uiterst hartelijk de hand druktetoen hij eene buiging voor haar maakte. Het laatste num mer van het concert zou namelijk eene compositie van den kapelmeester zijn een kwartet voor mannenstem men met orkestbegeleiding een reeks van liederen waarvan de tekst was geleverd door een tot nu toe geheel onbekenden dichter. In gespannen verwachting zag men het tegemoet en men verdreef zich den tijd door halfluide gesprekken die grootendeels liepen over het zoo even gesmaakte genot over mevrouw Gradisca's schoonheid hare hooge plaats in de tooneelwereld en haren merkwaardig vlekkeloozen naamwaarop door de meest kwaadaardige tongen niets viel af te dingen. De bewonderde vrouw zelf poogde echter geenszins die opmerkzaamheid te trekken zij had den kanten doek vast om haar ontbloote schouders en armen getrokken en hield de oogen neergeslagen op den bouquet van witte rozen, die op haar schoot lagslechts een paar maal waren de schitterende, bruine oogen zoekend door de menigte gedwaald en vluchtig blijven rusten op een jongen man, die in de voorste rijen zijn plaats hebbende, was opgestaan en onafgebroken naar de zangeres keek. Baron van Hagstraten was voor de schoone vrouw on getwijfeld de belangwekkendste persoon in het geheele bonte gezelschap rondom haar. Hij bezat ook inderdaad alle eigenschappendie in staat zijn een vrouw te bekoren een eerste maatschappelijke positie, aangenamo manieren, slagvaardig vernuft, een voldoende dosis zelfbewustzijn, en daarbij eene aangeboren beminne lijkheid in den toon zijner stemin den blik zijner levendige grijze oogendie met meer voordeel werkt dan alle schoonheid van gelaatstrekken. De baron had Mathilde bij alle gezelschappen en bals der levenslustige stad op de meest in het oog vallende wijze onderschei den en zij waB trotsch op deze verovering geweest. Of zij hem liefhad, had zij zich nooit afgevraagd, er nooit over gedachtwelk einde zijne bewondering die hij zoo duidelijk aan den dag legde, nemen zou maar zich bijna zonder nadenken overgegeven aan de betoo- vering zijner woorden en hare voorliefde voor zijne per soonlijkheid hoogstens hierdoor voor zich zelf gerecht vaardigd dat zij hem het „eenige degelijke karakter" bestaan dat vooral zooveel „zorg en beslommering" eischtwaardoor de meesten zich zoo zwaar gedrukt gevoelen. Die druk zou misschien lichter worden indien zij tot de bewustheid kwamen dat zij een veel zwaarder taak te volbrengen hebben die allen men schen gemeen is waar ter wereld zij zich ook bevin den en die boven alles niet alleen hef zwaartepunt van ieders bestaanmaar wier trouwe vervulling tevens de hoofdfactor is van den gestadigen vooruitgang en de ontwikkeling der menschheid in deugdzaamheid wijsheid en trouw. Zij veredelt het gemoed en ver heldert het verstand. In zich zelf heeft de mensch de kracht om zijn taak te volbrengen ook de zwaarste en is voorzien van de bronnen voor zijn eigen geluk de voorwaarden voor zijn vooruitgang en ontwikkeling. So goldenfest und treu hat allen Wesen Der Gott die eignen Güter zugetheilt Wie angesmiedet an den goldnen Born! 't Is beneden de edele roeping en de waardigheid van den mensch zooveel gewicht en beteekenis te hechten aan zaken die wel erkend moeten worden en plichten die men niet mag verloochenenmaar die toch klein en onbeduidend zijn in vergelijking van de groote levenstaak en ook gemakkelijk te behartigen en te vervullen als de hoofdzaak ook als zoodanig wordt erkend. Werd daarop meer de aandacht gevestigd en de volle beteekenis er aan gehechtdie zij verdient de menschheid zou ongetwijfeld winnen aan levenskracht en aan levensmoed. DUITSCHLAND. De Keizer, die den 5 des avonds te Breslau aangekomen en in een met 4 paarden be spannen open rijtuig onder het uitbundig gejuich der menigte naar het paleis gereden was woonde den 7 de krijgsoefeningen en den na afloop daarvan gehouden maaltijd niet bijomdat de geneesheer hem na de voorafgegane vermoeienissen rust had aanbevolen. Hij had den 6 de groote parade van het 5e legercorps bij Wahren bijgewoond en toen 3 uren lang in den bran denden zonneschijn te paard gezeten. Den 8 reed hij in een open rijtuig een uur lang rond. ENGELAND. Prins Leopold is aanmerkelijk beter en zal een zeereisje maken langs de kust voor zijn verder herstel. Te Glasgow voerde den 6 de heer Lawson het woord in eone druk bezochte en onstuimige bijeenkomst. Hij keurde den egyptischen oorlog sterk af. Engeland had het grootste belang bij vredehet Suez-kanaal liep vol strekt geen gevaar en deze oorlog kostte dagelijks 600,000. Hetgeen men door dezen oorlog zou ver krijgen was in geen geval die kosten en het verdere ongerief waard. De vergadering nam echter met groote meerderheid een motie aan, waarbij de regeeringsmaat- regelen goedgekeurd werden. noemde onder al de middelmatige menschen. Yaak toch had hij verteld van zijne onbevredigde vurige wenschen, van de leegte van zijn bestaan ondanks alle uiterlijke glans en van zijn haken naar rein en volmaakt geluk. Het kwartet begon. Mathilde merkte nu ook op hoe bleek de kapelmeester wastoen hij van zijn di- rigeerstoel het eerste teeken gaf, zij voelde zich zelf eenigzins beklemd uit deelneming voor den beminnelij- ken ouden mandie haar sinds den eersten dag van haar optreden te dezer plaatse een trouwe raadgever en vriend was geweest, en verheugde zich van ganscher hartetoen de compositie alle verwachtingen overtrof en de toejuichingen van lied tot lied vermeerderden. Den kapelmeester stonden de tranen in de oogen, toen Mathilde hem bij het einde hare warmste gelukwenschen bracht. „U heb ik grootendeels te dankendat het zoo goed is opgenomenzeide hij geroerdterwijl hij in de vreugde van zijn hart Mathilde's hand altijd opnieuw drukte en schudde. „Ja, lieve mevrouw Gradisca, eerst hebt gij door nw gezang de harten der toehoorders mild en vriendelijk en ontvankelijk gemaakt voor mijne zwakke tonen." „Nu niet al te bescheiden mijnheer Mehringer. Uwe compositie is van zulk een diep gevoel bij zooveel een voud dat de harten waar zij niet binnendrongal met zeer zware grendels moesten gesloten zijn 1 Is het u echter een klein weinigje ernst met uw lofbeste mijnheer Mehringer, komponeer dan ook voor mijne stem een paar liederen! Wilt gij, ja Maar, niet waar, dan kiest gij ook zulk een oorspronkelijke tekst! Wie is toch de dichter, die zich zoo vreesachtig achter de letters E. H. verbergt Ik zou hem gaarne leeren kennen 1" „En hij verlangt zeker geen zoeter loon dan aan u te worden voorgesteld en zijn lof te hooren uit uwen mond. Ik zal hem dadelijk zoeken 1 Hij is namelijk een wonder van bescheidenheid en onttrekt zich in de meest verborgen hoek aan allen dank en b' 1 Hij

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1882 | | pagina 1