No. 117. Vier en tachtigste Jaargang. 1882. ZONDAG 1 OCTOBER. Het nieuwe zittingjaar. FE UIL LET ON. Tweeërlei Liefde. EERSTE BLAD, Prijs der gewone Advertentiën: Dit nummer bestaat uit twee bladen. (Officieel ©cbccltc. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1, De 3 nummers 0.06. Van 15 regels /0,75; iedere regel meer f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON SOLLICITANTEN naar de betrekking van LEERAAR in de WISKUNDIGE WETENSCHAPPEN aan de BURGER AVONDSCHOOL te ALKMAAR, op f 300,jaarwedde, worden verzocht zich bij op zegel geschreven verzoekschrift vdor 8 October a s., aan te melden bij bet gemeentebestuur van Alkmaar. KENNISGEVING. Het HOOED van het Plaatselijk Bestuur te ALKMAAR brengtop grond van art. 1 der wet van 22 Mei 1845 (Staats blad n°. 22), bij deze ter kennis van de ingezetenen der ge meente, dat het suppletoir kohier van het Patentregt over het le kwartaal der dienst 1882/83, op 27 September 1882 door den Heer Provincialen Inspecteur der directe belastingen in Noord- holland executoir verklaard, op beden aan den Heer Ontvanger der Rijks directe belastingen binnen deze gemeente ter invordering is overgegeven. Ieder ingezeten, die daarbij belang heeft, wordt vermaand op de voldoening van zijnen aanslag behoorlijk acht te geven, ten einde alle geregtelijke vervolgingenwelke uit nalatig heid zouden voortvloeijen te voorkomen. Alkmaar, Het Hoofd van het Bestuur voornd., 29 Sept. 1882. A. MACLAINE PONT. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen in voldoening aan art. 5 der wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 97),ter openbare kennis: dat bij hen ingekomen is een verzoekschrift van G. HOL LANDER te Alkmaar, waarbij hij vergunning vraagt, te mogen voortgaan met den verkoop van sterken draHk in het klein in den winkel van bet perceel aan de Breedstraat A, No. 38, waarin tot nu toe met vergunning sterke d^ank in het klein verkocht werd door J. SMIT, onlangs overleden. Burgemeester en Wethouders voornoemd Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 29 Sept. 1882. De Secretaris NUHOUT van der VEEN. P O L I C I E. Ter terugbekoming is aan het Commissariaat van Policie het navolgende gevondene voorhandeneen gewerkte zilveren vin- gerhoed twaalf glazen japonknoopen een witte vrouwenzak inhoudende een nieuwe portemonnaieeen paar grijze hand schoenen enz.een lap bukslakeneen vierstrengs bloedkoralen armbandje met gouden slotje, waarin rood steentje; een manchet knoop (vermoedelijk zilver); een bruine en-tout-cas een gouden oorbelletje met roodsteenen onderstukdrie partijen haver. Hot Ministeriedat den 9 Mei den Koning zijn ontslag verzochtheelt den 24 Augustus opnieuw de regeeriDgstaak aanvaardbehoudens eene enkele uit zondering onveranderd. Alleen de Minister van Ko loniën die reeds vroeger zijn wensch om af te treden had te kennen gegeven is bij zijn besluit blijven vol harden. Wat heeft het Ministerie genoopt, na een herhaald en nog eens herhaald verzoek om ontslag, op grond dat het om meer dan ééne reden tot de over tuiging was gekomen van de wenschelijkheiddat de regeering in andere handen overgingmaanden later weer met dezelfde Vertegenwoordiging zijne taak te her vatten Volgens het hoofd van het Kabinet niets anders dan de overtuiging, dat geen ander Ministerie mogelijk was. Toen namelijk deu heer van Lijnden van Sanden- burg door Zijne Majesteit was opgedragen een voorstel te doen tot behoud of reconstructie van het Kabinet, was zijn antwoord dat hij bezwaar gevoelde de regee- ringstaak voort te zetten en daartoe in geen geval zou kunnen besluiten, tenzij eerst ware gebleken, dat een ander, die tot het in het leven roepen van de crisis had medegewerkt, haar niet zou kunnen opvatten. Wie die „andere" zou moeten zijn werd door hem niet gezegd daartoe gaf hij geen advies maar nader hand bleek hem dat de heer Tak van Poortvliet was uitgenoodigd een nieuw Ministerie samen te stellen en daartoe een voordracht in te dienen. In een onderhoud met den Koning verklaarde dit lid der Tweede Kamer zien gaarne bereid zijne beste pogingen aan te wenden om aan 's Konings verlangen te voldoen maar achtte zich vooraf verplicht rekensehap te geven van de wijze waarop hij die taak wenschte op te vatten en van den grond slag, waarop, naar zijne meeningtde Kabinetsformatie zou moeten geschieden. Hij gaf te kennen dat verbetering in den staatkundigen toestand en bevredigende regeling van de belangrijkste onderwerpen die herziening eiechen niet mogelijk was zonder wijziging van de grondwets bepalingen omtrent het kiesrechtde parlementaire werkzaamheid het belastingstelsel en 's lands verdedi ging. Inzonderheid omtrent het kiesrecht werd door hem opgemerktdat een herziening binnen de per ken die de Grondwet steltalzoo een eenvoudige ver laging van den census en daaruit voortvloeiende ver meerdering van het aantal kiezersgeen verbetering kon aanbrengen. Het was in hoofdzaak hetzelfde wat vroeger de heer Kappeyne noodig had geoordeeld. Mocht de Koning daartoe zijnen steun willen verlee- nen en toestemming geven tot het indienen van wets ontwerpen tot grondwetsherziening in dien zin, dan verklaarde de heer Tak zich gaarne bereid 's Konings wensch tot samenstelling van een nieuw Ministerie te helpen verwezenlijken. Nadat hij daarna op 's Konings uitnoodiging eeD schriftelijk verslag van het gesprokene had ingediend ontving hij vijf dagen later de mede- deeling dat de Koning het oogenblik vooralsnog niet gekomen achtte om tot grondwetsherziening over te gaan en het bij dat verschil van opvatting niet waar schijnlijk rekende dat de opdracht tot het samenstellen van een nieuw Ministerie zou worden aanvaard. Aldus verviel de opdracht aan den heer Tak an Poortvliet, die belastingen wijziging of afschaffing van personeel of patent kiesbevoegdheid geeft of doet verliezen het betalen van een zekere som in die belastingen als eenige voorwaarde van kiesbevoegdheid bet voorschrift dat het aantal leden der Tweede Kamer in verhouding brengt tot het getal inwoners des rijkswaarvan een wijziging in de samenstelling der kiesdistricten om de vijf jaren het uitvloeisel is, de aftreding van de helft der leden van de Tweede Kamer om de twee jaren, waardoor binnen een zoo kort tijdsbestek wijziging in bare samenstelling mogelijk, en tegelijk een beslissende verande ring belemmerd wordt, al deze bepalingen worden vrij algemeen afgekeurd, en bet kan bijna niet betwijfeld wor den dat ook de commissie die tot dat onderzoek geroepen zal worden haar zal afkeuren. Zal men nu inmiddels het kiesrecht met inachtneming van deze bepalingen regelen Niemand twijfelt er aan dat ook de voor schriften omtrent ons staand leger, onze militie en schutterij de bepaling van den diensttijd op vijf jaren etc. afgekeurd zullen worden. Zal men inmiddels onze strijdkrachten volgens die voorschriften regelen Zal men zulke belangrijke hervormingen ter hand nemen en daarna een commissie benoemen om te onderzoeken in welke opzichten de voorschriften zeiven veranderd moeten worden die men bij de hervorming volgt En dat met het doel om later alles overeenkomstig die veranderde voorschriften nog eens om te werken? Het bedenkelijke van dit programma wordt nog ver hoogd door een andere wijziging die het Ministerie in de volgorde der werkzaamheden heeft gebracht. Daar volgens de Grondwet het betalen van zekere som in de rijksbelastingen voorwaarde is van kiesbevoegdheid hangt het voor velen van het belastingstelsel af, of zij kiezers zullen zijn of niet. Aanvankelijk was dan ook het voornemen van de Regeering om eerst ons belas tingstelsel te herzien en daarna met het oog op de nieuw geregelde belastingen te bepalenhoeveel men daarin zon moeten betalen om tot kiezen bevoegd ge acht te worden. Nu echter de belastinghervorming met zoo vlug van de hand blijkt te gaan heeft men de volgorde omgekeerd. Eerst zal men den census vast stellen met het oog op de thans bestaande belastingen, en daarna zal men die belastingen wijzigenwaardoor opnieuw voor velen een belangrijke verandering in de kiesbevoegdheid kan worden te weeg gebracht. Wordt niet te recht zulk een programma bedenke lijk genoemd Toen de heer van Lijnden van het voorgevallene kennis had bekomen achtte hij de gestelde voorwaarde vervuld en herstelde het oude Kabinet. Immers was een ernstige poging aangewend om de regeerin? in andere handen te doen overgaan bij had gehoopt dat die poging zou slagen maar zij was afgestuit op een bezwaar van de zijde van hem aan wien de opdracht was gedaan en de heer van Lijnden kon zich geheel vereenigen met 's Konings weigering om reeds nu tot grondwetsherziening over te gaan Het zal ongetwijfeld velen bevreemden dat de bezwaren van dezen staats man om opnieuw een Kabinet samen te stellen door de opdracht aan den heer Tak waren opgeheven. Min- 9) Twee jaren waren voorbijgegaan. Twee jaren, die het jonge paar in Italië deels te Rome en Florence deels op Capri doorbracht. Wij ontmoeten docter Hartmann na zijn terugkeer op een somberen Septembermorgen in de hoofdstad. Hij had in de openbare bibliotheek eenige wetenschappelijke werken gehaald die hij bij letterkundigen arbeid noodig had waaraan bij zich sinds zijn huwelijk met vreugde en goed gevolg had gewijd hij was op het puntom den breeden marmeren trap af te gaan, toen achter hem de glazen deur haastig werd geopend en toegeslagen en eene luide stem hem vrooiijk toeriep: „Hephestus gij bier terwijl een mannenhand op zijne schouders werd gelegd. Bij het hooren van dien naam zijn bijnaam als stu dent kwamen plotseling Jang vervlogen berinneringen aan zijne jeugd bij hem boven maar hoe hij ook in de trekken van den flink gebouwden man die nog een goed hoofd boven hem uitstak eene hem eertijds bekende uitdrukking trachtte te vindenhet mocht hem niet gelukken. „Excuseer mü ik weet op het oogenblik werkelijk niet goed „Dat merk ik Erich en zou het waarachtig niet gedacht hebbendat de zon van Amerika en de storm van den oceaan mij zoo onkenbaar zouden maken dat ik mij in alle vormen aan u moest voorstellen. Gij zult lachen Hephestus allons done docter Melchior Langbansenprofessor in de beschrijvende aardkunde aan de hoogeschool alhier, alias salamander t.»®Ü Ik kende u waarlijk niet meerWat zijt gij veranderd het doet mij ontzettend veel genoegen En nu volgde een hartelijke begroeting tusschen de beide lang gescheiden academievr enden en eindelijk wandelden zij in een levendig gesprek over hun levensloop wel een dozijn malen de lange stille straat op en neer. Dat wil zeggentot nu toe bad de professor bijna geheelalleen het woord gehad; hij had zooveel te vertellen! Hij was als een Ulysses jareD lang van het eene we relddeel naar het andere gereisdin storm en zonne schijn in nood en overvloed in eenzaamheid en in het drukke stadsgewoel tot een man gerijpt tot het ideaal van een levenslustig en naar lichaam en geest krachtige persoonlijkheid. Toen Erich hem zoo aanzag en luisterde naar zijne beschrijvingen vol gloed en zijne schan- dere opmerkingen voelde hij plotseling in zijn hart een zonderling stekende heimelijke smarteen soort van tegenzin om met deze opgeruimden man aan zijn arm in zijn huis te komen en tot zijn vrouw te zeggen „Wees goed en lief voor hemhij is mijn vriend Ja eenige oogenblikken zelfs bekroop hem de lust, om zijn vrouw te verloochenen voor den vriend zijner jeugd en hem te zeggen dat hij slechts tijdelijk in de stad was en spoedig vertrekken zou en dan wer kelijk te vertrekkenom eene tweede ontmoeting te vermijden dat was echter slechts een gedachte van voorbijgaanden aard, waarover hij zich dadelijk als over een misdaad, een lafheid schaamde, zijn lieve, goede vrouw Zij had hem immers nog met geen woord geen blik recht gegeven tot zulk een afschuwelijk wantrouwen en eenstoen ook zulk een angstig gevoel aan zijn hart had geknaagd had hij zich ook voor zichzelf gechaamdHet was in Napels geweestzij hadden aan de table d'höte een duitscber ontmoet baron van Hagstraten, denzelfden, van wien Mathilda hem op zijn herhaald verzoek om eene verklaring der raadselachtige scène op den dag hunner verloving, vertelde, dat zijne oplettendheden haar een tijd lang niet onverschillig lieten dat zij gestreden had tegen een warmer gevoel voor hem dat zij als eene vernedering voor zichzelf moest beschouwen, nadat zij zijn karakcer bad leeren kennen. De baron had zich dadelijk bij ben aangesloten met hen gesoupeerd, de schouwburg bezocht, hen deu vol genden morgen op hunne wandeling vergezeld, en toen zij beide nu alleen met hem warenhoe trotsch had Mathilde zich opgericht aan den arm van haar man hoe warm, hoe rein, hoe roerend hadden hare woorden geklonken toen zij den baron van het eenige geluk sprak dat eene vrouw vinden kan van de trouwe en hartelijke liefde van een goeden man, toen zij tot hem zeide„Iedereook de meest zelfstandigegevierde vrouw is als een kleine bootdie met zijne dunne zei len op de groote zee aan de stormen is prijs gegeven, totdat zij de rots de ankerplaats eener beschermende liefde heeft gevonden." Als Freia de beschermgodin der echthad zij in haar wit kleed met schitterende oogen aan het strand der blauwe zee gestaan; de baron had beschaamd naar hare woorden geluisterd en baar ten slotte de hand gereikt met de belofte„Misschien beter ik mij nog en wanneer ik werkelijk nog geluk vermag te vergeven en te ontvangen dan heb ik het aan u te danken En hij de gade dier onvergelijkelijke vrouw, hij durfde aan haar twijfelen! Als om zich tegen zichzelf te verzet ten, viel hij bij eene vroolijke schildering van turksche toe standen, zijn vriend plotseling in de rede, met de woorden: „Gij komt toch eens spoedig bij ons Salamander Ik ben namelijk getrouwdweet gij wij wonen in eene lieve villa daar buiten voor de poort „Zijt gij getrouwd Gij Erich Ja ik had het kun- den denken Ik behoef je ook niet eens te vragen of gij gelukkig zijt, want uit je geheel veranderd wezen, je zonnigevroolijke oogen je levenslustige woorden komt mij een geheel ander mensch tegemoetdan de sombere soezer van weleer, en ik sta verbaasd over de onbegrijpelijke grillen van het lot, dat de vroolijkste kameraden in te vroeg verouderde^nuchtere filisters heeft veranderd en u daarentegen met je dertig jaren een frischheid verleendedie den student ontbrak. N; tu irlijk kom ik spoedig, Erich, want ik beu ontzet-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1882 | | pagina 1