No. 118.
Vier en tachtigste Jaargang.
1882.
WOENSDAG
k OCTOBER.
net nieuwe zittingjaar.
FEUILLETON.
Tweeërlei Liefde.
Prijs der gewone Advertentiën
(Dfficiëcl (Scheelte.
AIKMAARSCHE COURANT
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80 franco door
het geheele Rijk f 1,
De 3 nummers 0.06.
Van 15 regels ƒ0,75; iedere regel meer ƒ0,15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter algemeene kennis
dat het suppletoir kohier van de belasting op de honden
over de dienst van 1882, door hen op heden voorloopig vast
gesteld, van 4 tot en met 17 October e.k. ter secretarie
dezer gemeente ter lezing van de belanghebbenden is neder-
„eleed Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
3 Oet. 1882. De Secretaris,
NUHOUT van der VEEN.
De persoon van GERRIT OU DES, laatst gewoond hebbende
in de gemeente Schagenwordt verzocht zich ter gemeente
secretarie aan te melden.
Onze lezers zullen bemerkt hebben, dat in ons nummer van
Zondagliet hoofdartikel, door verkeerde plaatsing van som
mige gedeelten, volkomen onbegrijpelijk geworden was; weshalve
wij het opnieuw in dit nummer opnemen.
Het Ministeriedat den 9 Mei den Koning zijn
ontslag verzochtheelt den 24 Augustus opnieuw de
regeeriugstaak aanvaardbehoudens een enkele uit
zondering onveranderd. Alleen de Minister van Ko
loniën die reeds vroeger zijn wensch om at te treden
had te kennen gegeven is bij zijn besluit blijven vol
harden. Wat heeft het Ministerie genoopt, na een
herhaald en nog eens herhaald verzoek om ontslag, op
grond dat her, om meer dan ééne reden tot de over
tuiging was gekomen van de wenschelykheid dat de
regeering in andere handen overgingmaanden later
weer met dezelfde Vertegenwoordiging zijne taak te her
vatten Volgens het hoofd van het Kabinet niets anders
dan de overtuiging, dat geen ander Ministerie mogelijk
was. Toen namelijk deu heer van Lijnden van Sanaen-
burg door Zijne Majesteit was opgedragen een voorstel
te doen tot behoud of reconstructie van het Kabinet,
was zijn antwoord dat hij bezwaar gevoelde de regee
riugstaak voort te zetten en daartoe in geen geval zou
kunnen besluiten, tenzij eerst ware gebleken, dat een
ander, die tot het in het leven roepen van de crisis
had medegewerkt, haar niet zou kunnen opvatten.
Wie die „andere" zou moeten zijn werd door hem
niet gezegd daartoe gaf hij geen advies maar nader
hand bleek hem dat de heer Tak van Poortvliet was
uitgenoodigd een nieuw Ministerie samen te steiten en
daartoe een voordracht in te dienen. In een onderhoud
met den Koning verklaarde dit lid der Tweede Kamer
zich gaarne bereid zijne beste pogingen aan te wenden
om aan 's Konings verlangen te voldoen maar achtte
zich vooraf verplicht rekenschap te geven van de wijze
waarop hij die taak wenschte op te vatten en van den grond
slag, waarop, naar zijne meening, de Kabinetsformatie zou
moeten geschieden.Hij gaf te kennen dat verbetering
in den staatkundigen toestand en bevredigende regeling
van de belangrijkste onderwerpen die herziening eischen
niet mogelijk was zonder wijziging van de grondwets
bepalingen omtrent het kiesrechtde parlementaire
werkzaamheid het belastingstelsel en 's lands verdedi
ging. Inzonderheid omtrent het kiesrecht werd door
hem opgemerktdat een herziening binnen de per
ken die de Grondwet stelt alzoo een eenvoudige ver
laging van den census en daaruit voortvloeiende ver
meerdering van bet aantal kiezersgeen verbetering
kon aanbrengen. Het was in hoofdzaak hetzettde wat
vroeger de heer Kappeyne noodig had geoordeeld.
Mocht de Koning daartoe zijnen steun willen verlee-
nen en toestemming geven tot het indienen van wets
ontwerpen tot grondwetsherziening in dien zindan
verklaarde de heer Tak zich gaarne bereid 's Konings
wensch tot samenstelling van een nieuw Ministerie te
helpen verwezenlijken. Nadat hij daarna op 's Konings
uitnoodiging een schriftelijk verslag van het gesprokene
had ingediend ontving hij vijf dagen later de mede-
deeling dat de Koning het oogenblik vooralsnog niet
gekomen achtte om tot grondwetsherziening over te
gaan en het bij dat verschil van opvatting niet waar
schijnlijk rekende, dat de opdracht tot het samenstellen
van een nieuw Ministerie zou worden aanvaard. Aldus
verviel de opdracht aan den heer Tak van Poortvliet.
Toen de heer van Lijnden van het voorgevallene
kennis had bekomen achtte hij de gestelde voorwaarde
vervuld en herstelde het oude Kabinet. Immers was
een ernstige poging aangewend om de regeering in
andere handen te doen overgaan hij had gehoopt dat
die poging zou slagen maar zij was afgestuit op een
bezwaar van de zijde van hem aan wien de opdracht
was gedaan en de heer van Lijnden kon zich geheel
vereenigen met 's Konings weigering om reeds nu tot
grondwetsherziening over te gaan Het zal ongetwijfeld
velen bevreemden dat de bezwaren van dezen staats
man om opnieuw een Kabinet samen te stellen door
de opdracht aan den heer Tak waren opgeheven. Min
der bevreemdend zou het geweest zijn aldus zullen
zij redeneeren indien hij toen hij vernam aan wien
de opdracht was geschied had uitgeroepen jadat
spreekt van zelf, dat die opdracht tot geen gevolg
leidde, niet omdat de heer Tak geen kans zag om een
Ministerie samen te stellen maar omdat men vooruit
kon weten welke plannen hij voor den Koning zou
ontvouwen en dat daartegen bezwaar zou gemaakt wor
den. De heer Tak had deel uitgemaakt van het Mi
nisterie Kappeyne, en diens denkbeelden omtrent
grondwetsherziening gedeeld en gesteund. De heer van
Lijnden was echter van een andere meening. Men kon
toch niet wetenbeweert hij dat de heer Tak niet
een zelfstandig programma zou voorstellen maar het
vóór drie jaren door den heer Kappeyne gestelde pro
gramma als het zijne zou overnemen. Menigeen zal
meenen dat men dit wel vooruit kon weten en dat
men integendeel moeilijk kon aannemen dat een ernstig
man omtrent zulk een gewichtige zaak thans niet meer
10)
Van dit oogenblik was het met zijne rust gedaan.
In hare liederen hare woorden bare kussen hoorde
hij steeds het weemoedig klinkend: „arme Erich." Het
deed hem opschrikken in zijne droomen, het klonk als
een doffe echo door al zijne gedachten. Hij was zoo
rijk dat wist zij overrijk wanneer zij hem beminde
en hoe kon zij dan zeggen „arme Erich indien zijn
donker voorgevoel zich niet bewaarheid had, en zij niet
verplicht was geweestaan haren eed op hun trouw
dag te denken.
Naar buiten bleef hun leven onveranderd: de profes
sor kwam zeer vaak en Erich liet zijne vrouw met hem
alleen zooals te voren indien hij werken moesthij
had toch een veel te edel karakter, om ook eene seconde
lang de trouw zijner vrouw in twijfel te trekken en
zijn vriend schandelijk te verdenken neen laag wan
trouwen kende hij niet, hij vreesde slechts, dat zijne
vrouwdie hij zoo innig lief hadniet gelukkig meer
was. Zij was ook inderdaad stillerernstiger dan te
voren zij lachte niet meer zoo onbezorgd en keek
tusschenbeide droomend voor zich uit, alsof zij uit diepe
gedachten werd opgeschrikt j menigmaal echter, waa
neer zij hem kuste of hem zijne donkere baren van het
voorhoofd streek, zooals zij zoo gaarne deed, trof hem
een smeekendetreurige blik, die hem als vuur op de
ziel brandde. En dan dan kwam de vreeselijke
zekerheid dat zijne vrouw een geheim voor hem had;
hij zag hare pogingen om te spreken, om de last, die
haar drukte, af te werpen; hij zag hare angst en
schroomom plannen te maken voor de naaste toe
komst en een besluit te nemen, omtrent hun al of
niet blijven in de hoofdstad Wanneer hij alleen was
steunde hij uit medelijden met haar en met zich zelf.
Tegen zijne vrouw was hij onveranderlijk goed en zacht
en al lag er ook eene schaduw over zijn omgang met
den vriend zijner jeugd en al zag hij hem tusschen
beide diep en vorschend in de oogen alsof hij op den
grond zijner ziel wilde lezen kon toch niemand ver
moeden welk verdriet hem verteerde. De professor
was op reis en zou veischeidene dagen uitblijven. Op
een morgen, terwijl Erich met zijn vrouw aan het ont
bijt zatkwam er een brief voor Mathilde. Niet met
argwaan maar slechts met die aangeboren nieuwsgie
righeid die zoovele menschen voor adressen en onge
opende brieven bezitten had hij naar het groote
verzegelde couvert gezien en had toen de angstige
blikken zijner vrouw ontmoet, die den brief snel opbergde,
zonder met een enkel woord te gewagen, van wien hij
kwam zooala zij gewoon was. Van dat oogenblik af
werd het smartelijk gevoel in Erich's gemoed steeds
grooter de briefdien hij zelf ontvangen had, beefde
in zijn hand en hij was niet in staatde blijde bood
schap die deze bevatte zijne vrouw mede te deelen
hij hoorde weder van hare lippen die schuwe stame
lende woorden, die hem tot wanhoop brachten: „Erich
ik zou ik heb laat mij1" O, die ellen
dige eeddien hij haar afgenomen had Hij kon hij
wilde haar niet van hare eigen lippen hooren die vreese-
lijke bekentenis„Gij hebt gelijk gehad mijn hart
zucht naar een volmaakter geluk vergeef mij
alles, alles, maar hij kon het niet met die ontzettende
zekerheid die geen twijfel meer overliethaar zelf
hooren zeggen De vrees die hij voor de onthulling
van haar „geheim" koesterde moest in zijne oogen te
lezen zijn want na die zwakke pogmg bleef zij zwijgen
en verzonk zij in een smartelijke gedachten.
Den volgenden dag toen hij van een verre eenzame
wandeling thuis kwam vond hij zijne vrouw met rood
geweende oogenmaar hij vroeg niet naar de oorzaak
harer tranen.
De professor was weder van zijne reis teruggekeerd.
noodig zou achten wat hij drie jaren te voren noodza
kelijk oordeelde.
Het Ministerie 13 thans opgetreden met een programma
waartoe ook behoort het doen instellen van een onderzoek
omtrent de vraag van welke bepalingen der Grondwet
herziening raadzaam is. Herziening wordt alzoo ook
door haar wenschelijk geachtonderzocht moet nog wor
den tot welke bepalingen de herziening zich zal uit
strekken. Maar vooraf zal met behoud van de thans
bestaande grondwettelijke voorschriften het kiesrecht
herzien het belastingstelsel hervormd de defensie gere
geld worden. Het bedenkelijke van dat programma van
werkzaamheden ligt voor de hand. Dat de Grondwet
beletselen oplevert tegen een bevredigende regeling van
het kiesrecht en van de samenstelling der Staten-Gene*
raai wordt schier algemeen erkend al verschilt men
van gevoelen omtrent het meer of minder dringende
van de herziening. Het verband tusschen de rijksbelas
tingen en het kiesrechtwaardoor elke verandering in
die belastingen wijziging of afschaffing van personeel
of patent kiesbevoegdheid geeft of doet verliezen
het betalen van een zekere som in die belastingen als
eenige voorwaarde van kiesbevoegdheid het voorschrift
dat het aantal leden der Tweede Kamer in verhouding
brengt tot het getal inwoners des rijks, waarvan een
wijziging in de samenstelling der kiesdistricten om de
vijf jaren het uitvloeisel isde aftreding van de
helft der leden van de Tweede Kamer om de twee jaren,
waardoor binnen een zoo kort tijdsbestek wijziging in hare
samenstelling mogelijk, en tegelijk een beslissende verande
ring belemmerd wordt, -al deze bepalingen worden vrij
algemeen afgekeurd, en het kan bijna niet betwijfeld wor
den dat ook de commissie die tot dat onderzoek geroepen
zal worden haar zal afkeuren. Zal men nu inmiddels
het kiesrecht met inachtneming van deze bepalingen
regelen Niemand twijfelt er aan dat ook de voor
schriften omtrent ons staand leger, onze militie en
schutterij de bepaling van den diensttijd op vijf jaren
etc. afgekeurd zullen worden. Zal men inmiddels onze
strijdkrachten volgens die voorschriften regelen F Zal
men zulke belangrijke hervormingen ter hand nemen
en daarna een commissie benoemen om te onderzoeken
in welke opzichten de voorschriften zeiven veranderd
moeten worden die men bij de hervorming volgt En
dat met het doel om later alles overeenkomstig die
veranderde voorschriften nog eens om te werken
Het bedenkelijke van dit programma wordt nog ver
hoogd door een andere wijziging die het Ministerie in
de volgorde der werkzaamheden heeft gebracht. Daar
volgens de Grondwet het betalen van zekere som in de
rijksbelastingen voorwaarde is van kiesbevoegdheid
hangt het voor velen van het belastingstelsel afof zij
kiezers zullen zijn of niet. Aanvankelijk was dan ook
het voornemen van de Regeering om eerst ons belas
tingstelsel te herzien en daarna met het oog op de
nieuw geregelde belastingen te bepalenhoeveel men
daarin zou moeten betalen om tot kiezen bevoegd ge-
Hij had lange erns'ige gesprekken met Mathilde.
Er drukte een schaduw op het vreedzame huis
grauw als de herfsthemeldie zich over de uitgestrekte
bruinachtige vlakte voor de vensters uitstrekte als een
nevel was hij opgekomen als een licht doorschijnend
kleed trok hij eerst over het heldere blauw heen en
werd steeds dichter en dichter, totdat alle zonneschijn
verdwenen was en de ademhaling door zijn loodzwaren
druk bemoeielijkt werd.
Erich werkte niets meer, hij ging ondanks den re
gen uren lang wandelen langs de rivier, of in de
reeds met verwelkt loof overdekte plantsoenen rondom
de stad. Toen hij op een avond met doornatte klee
deren en een onrustig gemoed weder thuis kwam
was professor Langhausen in de huiskamerdie slechts
met een glazen deur van den gang gescheiden was. Erich
wilde niet luisteren maar de stemmen in de kamer
waren zoo luid dat hij ze hooren moest en de spre
kers blijkbaar zoo in hun gesprek verdieptdat zij
zijne luide schreden niet hadden gehoord.
„Gelooft gij nu aan mijne standvastigheid en trouw,
mevrouw vroeg de professor.
„Nn, de proeftijd is niet zeer lang geweest mijn
heer Odysseus, maar ik geloof aan uwe liefde en dat
is toch de hoofdzaakGij weetwel is waardat
niet aan mij het beslissende „ja" staatgij moet u
daarvoor wel tot de hoogere instantie wendenmaar
uwe belooning zult gij toch hebben
Den armen Erich achter de glazen deur was het te
moede, alsof zijn hart in duizend stukken vaneen werd ge
scheurd, alsof demonen speelden met zijne heiligste gevoe
lens alsof zijn geluk met snoode voeten werd vertrapt
Eenige oogenblikken lang greep een woeste toorn hem aan
en had hij behoefte met de vuisten de glazen deur in
te slaan en voor hen te verschijnen als rechter en wre
ker met de volle macht van zijn goed recht.
Maar hij was aan zelfbeheersching gewoon niemand
zaghoe hij naar zijne kamer wankeldehoe hij zich
een gewonden wilde gelijkin het donker verborg en