No. m.
-
Vier en tachtigste Jaargang,
1882,
V H IJ I) A G
13 OCTOBER.
Prijs der gewone Advertentiën
©fliciëel ©ebccïtc.
Cicnieente-gSciiiiging.
Dames en HeerenFeestgenooten
Omstandigheden van bizonderen aardden meesten uwer
hekend, waren oorzaak, dat in de drie laatste jaren op den
achtsten Octoberdag geene feestrede werd uitgesproken.
Het bestuur der Vereeniging ter viering van dien gedenk
dag achtte het wenschelijknu die bizondere omstandighe
den niet bestondengetrouw te blijven aan de in de eerste
jaren van het bestaan dier vereeniging gevolgde gewoonte
en noodigde mij, geboren Alkmaarder, uit, beden die eer
volle taak te vervullen. Ik aanvaardde haar met lust
doch tevens met schroom. Met lust, omdat als de acht
ste Octoberdag aanbreekt, mij het bloed sneller door de
aderen vloeit en ik de hoop koesterdehet mij gegeven
mocht zijn, anderen op te wekken en te kunnen doen dee-
len in de gevoelensdie mij dien dag bezielenmet
schroom, omdat op zoo menigen feestdag reeds mannen
voor u opgetreden zijnrijper in jarenmeer doorkneed in
de geschiedenis, begaafd met grooter welsprekendheid en
zeggingskrachtdan waarover ik beschikken kan. En zeker
zou ik dan ook voor die taak terug gedeinsd zijnhad ik
niet kunnen rekenen op uwe welwillendheid. Ik wist, dat
U.kH URSCIU; COURANT
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door
het geheele Rijk f 1,
De 3 nummers 0.06.
x
Van 15 regels 0,75; iedere regel meer f 0,15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR,
in ervaring gekomendat door verscheidene ingezetenen in
sommige gedeelten der gemeente de emmersvatenbak-
liilce voorwemendie asclimeststroo biezen
zich erger aangesteld bebben dan andere overwinnende
legers onder dergelijke omstandigheden kan dat blad
niet gelooven. In ieder geval acht het een streng on
derzoek noodig. Ook andere bladen dringen op een
onderzoek aan.
In een dezer dagen openbaar gemaakt schrijven ver
klaart de leider der conservatieve partij, Northcote, dat
is op hare hoede te zijn, want al
daden op het oogenblik de regeering,
h duidelijk, dat een deel dier partij
tt er wel zeer krasse radicale maat-
n ziin, om die ontevredenheid over
g weg te nemen.
3 heer de Lesoeps schreef aan den pre-
sraad waarvoor Arabi terecht zal
larin bij zich bereid verklaart16 in
ven brieven of telegrammen ter be-
:rijgsraad te stellen ten bewijze dat
men vreemd was aan'de door hem
ijf aan het Suez-kanaal met Arabi
[ingen. Zij hadden uitsluitend ten
r der onzijdigheid aan het Suez-
rming van de belangen van 15000
mk zij Arabi's bevelen, gastvrijheid
en veilig Port Sa'id, Alexandrië of
iken.
al het opbreken van het beleg door
.792 feestelijk herdacht. De plaat-
en den vorigen dag een feestmaal
vertegenwoordigers der fransche en
Imiraal Pothuaueen van de on-
Senaats in den ouderdom van 67
er. Tijdens den Krim-oorlog onder-
leermalen en gedurende het beleg
en 1871 gaf hij als bevelhebber
natrozen meermalen groote blijken
t den nacht van den 6 op den 7,
iteen hevige brand uit in eene
en andere metalen voorwerpen
evard de Charonne. In de geheele
In 100 el hooge brandende massa
brand is de onderbevelhebber der
met een deel der manschappen
der fabriek begeven had, om vaten
■erwijdereu omgekomen. Op het-
het hoofd der politie hun toeriep,
redden want dat het gevaar voor
was, stortte een muur in en viel
iet achterhoofd van dien onderbevel-
s geheel afgebrand. 800 werklieden
werk geraakt. Den 9 werd die
graven. De lijkstoet werd door
en door de meeste overheidsperso-
De Répnblique francaise en de Temps komen op
tegeu de meening, in het engelsche blad de Pall Mall
Gazette ontwikkeld, dat Engeland bevoegd zou zijn om
het toezicht, tot heden met Frankrijk samen uitgeoefend
over de geldmiddelen, op te heften, zonder vooraf Frank-
rijk's gevoelen in te winnen. Een wederzijdsche over
eenkomst kan alleen met onderling goedvinden ontbon
den worden en voor de opheffing van dat toezicht is
dus Frankrijk's toestemming noodig.
Den 8 had te Arles een groot feestmaal der le
gitimisten plaatswaaraan 3000 van de 12000 genoo-
digden deel namen;, nadat eerst eene mis in de open
lucht was gehouden. De oud-officier de Mun was
voorzitter. Dienzelfden dag had te Lyon eene derge
lijke bijeenkomst plaats.
ITALIË. Minister Depretis hield den 8 te Stra-
della eene redevoering tot zijne kiezerswaarin
o. a. het volgende voorkwam. Italië blijft getrouw
aan de overeenstemming der groote mogendheden
inzonderheid der midden-europeesche die zooveel
belang hebben bij het behoud van den vrede. De
goede betrekkingen met Frankrijk zullen nog nauwer
worden toegehaaldelk spoor van het onlangs
voorgevallene zal worden uitgewischten de ophan
den zijnde benoeming der respectieve gezanten zal
de wederzijdsche welwillendheid voor goed bevesti
gen. De betrekkingen met Engeland zijn uitmuntend.
Door stukken zal worden bewezen, dat het gehoor
geven aan de uitnoodiging tot eene tusschenkomst in
Egypte geenszins met de nationale verplichtingen overeen
te brengen was geweest.
OOSTENRIJK-HONGARIJE. Minister Tissa ant-
woordde den 10 op eene interpellatie in het hongaar-
sche Volkshuis dat hij niet de afkondiging van den
staat van beleg voor Presborg had gelastmaar alleen
den koninklijken commissaris gemachtigd had, in geval
van nood daarvan gebruik te maken. In dergelijke
gevallen zou de minister, wat hem aanging, altijd weer
dezelfde maatregelen nemen.
SPANJE. De bladen, die het ministerie ondersteu
nen verzekeren dat het zich nadrukkelijk verzetten
zal tegen elke herziening der grondwet van 1876
waarop de democratische partij aandringt.
EGYPTE. Den 9, des morgens werden de moor
denaars van dr. Ribton en den heer Cattari ter dood
gebrachtzonder dat er ongeregeldheden voorvielen
niettegenstaande geene engelsche troepen bij de ten
uitvoer legging van het vonnis tegenwoordig waren.
Dienzelfden dag kwam de commissie die benoemd
is om een onderzoek in te stellen naar de geweldena
rijen den 11 Juni te Alexandrie voorgevallen, voor
de eerste maal bijeenom over de regeling harer
werkzaamheden te beraadslagen. Uit Cairo wordt ge
meld dat het onderzoek zeer langzaam vordert en dat
IjXiuuiuuup xiuuiuau) 1» wiuu
val op uw leven durven doen
„Uw broeder, de Koning van Frankrijk, of ten minste
gewapende dienaars van zijn huis. Twee mannendie
zijn liverei droegen hebben mij plotseling aangevallen.
De een heeft met mijn dolk kennis gemaakt, de andere
nam de vluchttoen deze jonge man mij te hulp kwam."
De dame wierp op Henryat een bewogen blik die
de levendigste dankbaarheid uitdrukte.
„Het gevaar, dat ik zoo even liepvervolgde de
vreemdeling nog altijd in het engelsch „is niet het
eenige, dat ons bedreigt. Uit vrees voor de bedrei
gingen en gewonnen door het geld van onzen dood
vijandden minister Hugh Spencer, heeft uw broeder
Karei de Scboone zoo even een verdrag onderteekend,
volgens hetwelk hij u reeds morgen aan de wraak van
Eduard II wil overleveren. Gij weetwelk een ver
schrikkelijk lot de wraakzuchtige Koning van Engeland,
u zijne gemalin bereiden zaltot strafdat gij hem
verlaten hebt. Wat mijzelf betreft, deze wond bewijst,
dat het niet in hun plan ligtom my met u te zamen
naar Engeland te brengen en dat gij zoo spoedig mo
gelijk mijn graafschap Kent als erfenis moet aanvaarden."
„En hoe zullen wij die verschrikkelijke gevaren ont
gaan
„Br is slechts een uitwegdie bovendien nog zeer
jiatai/13 outi
eten nog in dezen nacht vluch-
iracbten te bereiken. Mijn trouwe
ip eenigen afstand van Parijs met
twintig gewapende mannen allen
evenals hij zelf. Hij beeft zijne
a, om deze brave lieden, die op be-
ïiten Parijs moeten wonen, bij elkan-
anneer het gelukt, ons bij hen aan
;ered en kunnen dan zonder moeite
af van Henegouwen bereiken, waar
ideling en bescherming tegen onze
kunnen. Harrys had mij een gids
ij door de straten van Parijs naar
irBen waar ons escorte gereed staat
maar de ellendeling nam de vluchttoen hij de beide
moordenaars mij zag aanvallen."
De graaf van Kent wendde zich vervolgens tot Hen
ryat en vroeg hem in het fransch, of bij met de straten
van Parijs genoeg bekend was om hem veilig en vlug
op den weg naar Vlaanderen te brengen. „Ik wil u
rijkelijk beloonen voegde hij er bij.
„Ik verlang geene belooningantwoordo Henryat,
„Ik zal u veilig en vlug op den weg naar Vlaanderen
brengen wanneer gij het verlangt."
„Dan vertrekken wij en God en de heilige George mogen
ons bijstaan. Haal gij onzen zoon, lieve vrouw, en uwe
k'einoodiën, ik zal onderwijl de paarden doen zadelen."
Na weinige minuten kwam de graaf van Kent terug
en meldde dat alles gereed was. De koningin die
haar kind op den arm droeg volgde hem met Hen
ryat en alle drie begaven zich op weg eerst stap
voets en met alle voorzichtigheid, doch spoedig in galop,
zoo snel als hunne paarden konden loopen.
De dag begon reeds aan te brekentoen zij nog
altijd met dezelfde snelheid voortgingen. Met hun
smart en de gedachte aan het gevaar waarin zij ver
keerden voortdurend bezig gehoudenhad geen van
hen tot nog toe een woord gesproken. Ook het
kind sliep rustig door.
De koningin had meermalen de trekken van den
gids met alle opmerkzaamheid beschouwd en de uit
drukking van diepe smart was haar daarin niet ont
gaan. Zij was de eerste die het stilzwijgen verbrak
„Nu wij op den goeden weg zijn en ons escorte
dicht in de nabijheid moet zijn is het voor u zaak
om terug te keeren want ontdekt men dat gij onze
vlucht hebt begunstigd zou het u het leven kunnen
kosten."
Henryat zuchtte en scheen uit eene verdooving te
ontwaken.
„Het leven heeft voor mij toch geen waarde meer,"
zeide hij.
„En waarom niet?" vroeg de koningin deelnemend.
„Hetgeen mij gelukkig had kunnen maken heb ik
voor altijd verloren antwoordde Henryat.
„Zoo jong en reeds zoo ongelukkig? Hoe is dat
mogelijk P"
Henryat vertelde met weinige woorden zijne treurige
geschiedenisdie op de koningin een diepen indruk
maakte. Zulk eene reine en edele liefde was een
bitter verwijt voor haar, die zich door haren hartstocht
zoo ver had laten vervoerenvan twee koningrijken
tot getuigen eener strafbare liefde voor den broeder
van haren gemaal, voor den graaf van Kent, te
maken.
En met een beklemd hart richtte zij hare betraande
oogen op hem ter wille van wien zij rustgeluk
troon geweten en goeden naam had prijs gegeven
zij zocht troost in de blikken van den teerbeminden
man -
Al aar om de lippen van den graaf van Kent speelde
een spotachtig lachje hij maakte zich vroolijk over de
buitengewone fijngevoeligheid van Henryatdie liever
voor zijn geheele leven van Margaretba had afstand
gedaan dan haar met de gewetenswroeging en schaamte
te beladendie het gevolg van hare vlucht uit het
huis van haren echtgenoot zou geweest zijn.
Toen Isabelle de ironie in Kent's blikken opmerkte,