No. 122. Vier en tachtigste Jaargang. 1882. FEUILLETON. llufericiat©p. V It IJ IA A G 13 OCTOBER. Prijs der gewone Advertentiën ©(Ticiêcl ©cbecltc. Ociiieente-iïciniging. 13uite»!;mh. O AIKMAABSCHE COIIBAAT Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar 0,80; franco door het geheele Rijk f 1, De 3 nummers 0.06. Van 15 regels ƒ0,75; iedere regel meer ƒ0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR, in ervaring gekomendat door verscheidene ingezetenen in sommige gedeelten der gemeente de emmersvatenbak ken of dergelijke voorwerpen, die aseh mest, stroobiezen, vuilnisafval van groenten of aardappelschillen inhouden ter lediging op de stoepen, straten of andere plaatsen worden nedergezetnadat de werklieden der gemeente-reiniging die gedeelten der gemeente nvoor dat doel reeds bezocht hehben, noodigen de ingezetenen dringend uitdie voorwerpen neder te zetten vóór de kornst dier werklieden. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 10 Oct. 1882. De Secretaris, NUHOUT VAN DER VEEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen naar aanleiding van art. 11 van het reglement betref fende de Kamers van Koophandel en Eabrieken vastgesteld bij koninklijk besluit van 9 November 1851 (Staatsblad N°. 142), gewijzigd bij dat van 11 Augustus 1859 (Staatsblad N°. 80) en 12 Juli 1873 (Staatsblad N°, 108) ter kennis van de belang hebbenden dat op Donderdag 16 November 1882 des morgens van 10 tot 1 ure, ten raadhuize der gemeente de verkiezing zal plaats hebben van vier leden voor de Kamer van Koophandel en Ea brieken alhier, in vervanging van debeerenT. L. KOORN A. GEEL, P. KOOL en A. PRINS Az., die met het einde dezes jaars periodiek aftreden, zijnde de vastgestelde lijst vanjtiesge- rechtigden van af beden ter gemeente secretarievan 's mor gens 9 tot 2 ure, ter inzage voor de belanghebbenden nedergelegd. Bezwaren tegen die lijst kunnen gedurende 8 dagen na heden bij het gemeentebestuur worden ingeleverd. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 11 Oct. 1S82. De Secretaris, NUHOUT van der VEEN. SCHOUW. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengenonder berinnering aan de verplichtingenaan eigena ren of gebruikers van slooten opgelegd bij de politieverordening op de gebouwenstratenpleinenwegen en wateren van 14 December 1881, tpr al M kennis. 18 Januari 1882 dat op Woensdag, 25 October aanstaande, door den opzichter van den bout en de plantsoenen zal worden gehouden de jaar- lijksche SCHOUW over de vaarten en slooten in deze gemeente. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 11 Oet. 1882. De Secretaris, NUHOUT VAN DER VEEN. ENGELAND. De Globe houdt de door den mili tairen berichtgever der Köln. Zeitung tegen de engelsche soldaten ingebrachte beschuldigingen voor laster. Som mige gevallen van wangedrag mogen zich hier of daar voorgedaan hebben maar dat de engelsche soldaten zich erger aangesteld hebben dan andere overwinnende legers onder dergelijke omstandigheden kan dat blad niet gelooven. In ieder geval acht het een streng on derzoek noodig. Ook andere bladen dringen op een onderzoek aan. In een dezer dagen openbaar gemaakt schrijven ver klaart de leider der conservatieve partij, Northcote, dat het voor haar zaak isop hare hoede te zijn, want al prijzeD de liberale bladen op het oogenblik de regecring, zoo acht hij het toch duidelijk, dat een deel dier partij ontevreden is, en dat er wei zeer krasse radicale maat regelen noodig zullen zijn, om die ontevredenheid over den gevoerden oorl. g weg te nemen. FRANKRIJK. De heer de Leaoeps schreef aan den pre sident van den krijgsraad waarvoor Arabi terecht zal staan een briet waarin hij zich bereid verklaart16 in het arabisch geschreven brieven of telegrammen ter be schikking van den krijgsraad te stellen ten bewijze dat de staatkunde volkomen vreemd was aan'de door hem gedurende zijn verblijf aan het Suez-kanaal met Arabi onderhouden betrekkingen. Zij hadden uitsluitend ten doel de handhaving der onzijdigheid aan het Suez- kanaal en de bescherming van de belangen van 15000 europeanen die dank zij Arabi's bevelen, gastvrijheid te Ismaïlia genoten en veilig Port Saïd, Alexandrië of Europa konden bereiken. Den 8 is te Ryssel het opbreken van het beleg door de oostenrijkers in 1792 feestelijk herdacht. De plaat selijke bladen hadden den vorigen dag een feestmaal aangeboden aan de vertegenwoordigers der fransche en buitenlandsche pers. Den 8 overleed admiraal Pothuau een van de on afzetbare leden des Senaats in den ouderdom van 67 jaren aan maagkanker. Tijdens den Krim-oorlog onder scheidde hij zich meermalen en gedurende het beleg van Parijs in 1870 en 187 L gaf hij als bevelhebber van een afdeeling matrozen meermalen groote blijken van moed. Te Parijs brak in den nacht van den 6 op den 7, even na middernachteen hevige brand uit in eene fabriek van zinken en andere metalen voorwerpen gelegen aan de boulevard de Charonne. In de geheele stad was de meer dan 100 el hooge brandende massa zichtbaar. Bij dien brand is de onderbevelhebber der brandweerdie zich met een deel der manschappen naar een binnenplein der fabriek begeven had, om vaten petroleum enz. te verwijderenomgekomen. Op het zelfde oogenblik, dat het hoofd der politie hun toeriep, dat zij zich moesten redden want dat het gevaar voor instorting zeer groot was, stortte een muur in en viel een zware balk op het achterhoofd van dien onderbevel hebber. De fabriek is geheel afgebrand. 800 werklieden zijn daardoor buiten werk geraakt. Den 9 werd die onderbevelhebber begraven. De lijkstoet werd door duizenden personen en door de meeste overheidsperso nen gevolgd. 2) Zoodra zij den bleeken afgematten en gansch met bloed bedekten man bemerkte, stiet zij een luide kreet uit en liep met onmiskenbare teekenen van teederheid en vertwijfeling op hem toe. „Het heeft niets te beduiden;' sprak Henryat's med- gezel in het engelsch. „Edmund, Edmund, welke ellendeling heeft een aan val op uw leven durven doen „Uw broeder, de Koning van Frankrijk, of ren minste gewapende dienaars van zijn huis. Twee mannendie zijn liverei droegen hebben mij plotseling aangevallen. De een heeft met mijn dolk kennis gemaakt, de andere nam de vluchttoen deze jonge man mij te hulp kwam. De dame wierp op Henryat een bewogen blik die de levendigste dankbaarheid uitdrukte. „Het gevaar, dat ik zoo even liepvervolgde de vreemdeling nog altijd in het engelsch „is niet het eenige, dat ons bedreigt. Uit vrees voor de bedrei gingen en gewonnen door het geld van onzen dood vijandden minister Hugh Spencer, heeft uw broeder Karei de Schoone zoo even een verdrag onderteekend, volgens hetwelk hij u reeds morgen aan de wraak van Eduard II wil overleveren. Gij weetwelk een ver schrikkelijk lot de wraakzuchtige Koning van Engeland, u zijne gemalin bereiden zaltot strafdat gij hem verlaten hebt. Wat mijzelf betreft, deze wond bewijst, dat het niet in hun plan ligtom mij met u te zamen naar Engeland te brengen en dat gij zoo spoedig mo gelijk mijn graafschap Kent als erfenis moet aanvaarden." „En hoe zullen wij die verschrikkelijke gevaren ont gaan „Br is slechts een uitweg, die bovendien nog zeer gewaagd iswij moeten nog in dezen nacht vluch ten en Vlaanderen trachten te bereiken. Mijn trouwe Harrys wacht mij op eenigen afstand van Parijs met ongeveer vijftien tot twintig gewapende mannen allen trouwe engelschen evenals hij zelf. Hij heeft zijne maatregelen genomen, om deze brave lieden, die op be vel van uw broeder buiten Parijs moeten wonen, bij elkan der te zamelen. Wanneer het gelukt, ons bij hen aan te sluiten zijn wij gered en kunnen dan zonder moeite het hof van den graaf van Henegouwen bereiken, waar wij eene goede behandeling en bescherming tegen onze vijanden verwachten kunnen. Harrys had mij een gids medegegeven die mij door de straten van Parijs naar de plaats zou brengen waar ons escorte gereed staat maar de ellendeling nam de vluchttoen hij de beide moordenaars mij zag aanvallen." De graaf van Kent wendde zich vervolgens tot Hen ryat en vroeg hem in het fransch, of hij met de straten van Parijs genoeg bekend was om hem veilig en vlug op den weg naar Vlaanderen te brengen. „Ik wil u rijkelijk beloonen voegde hij er bij. „Ik verlang geene belooning," antwoorde Henryat. „Ik zal u veilig en vlug op den weg naar Vlaanderen brengen wanneer gij het verlangt." „Dan vertrekken wij en God en de heilige George mogen ons bijstaan. Haal gij onzen zoon, lieve vrouw, en uwe k'einoodiën, ik zal onderwijl de paarden doeu zadelen." Na weinige minuten kwam de graaf van Kent terug en meldde dat alles gereed was. De koningin die haar kind op den arm droeg volgde hem met Hen ryat en alle drie begaven zich op weg eerst stap voets en met alle voorzichtigheid, doch spoedig in galop, zoo snel als hunne paarden konden loopen. De dag begon reeds aan te brekentoen zij nog altijd met dezelfde snelheid voortgingen. Met hun smart en de gedachte aan het gevaar waarin zij ver keerden voortdurend bezig gehouden had geen van hen tot nog toe een woerd gesproken. Ook het kind sliep rustig door. De République francaise en de Temps komen op tegen de meening, in het engelsche blad de Pall Mali Gazette ontwikkeld, dat Engeland bevoegd zou zijn om het toezicht, tot heden met Frankrijk samen uitgeoefend over de geldmiddelen, op te heflen, zonder vooraf Frank- rijk's gevoelen in te winnen. Een wederzijdsche over eenkomst kan alleen met onderling goedvinden ontbon den worden en voor de opheffing van dat toezicht is dus Frankrijk's toestemming noodig. Den 8 had te Arles een groot feestmaal der le gitimisten plaatswaaraan 3000 van de 12000 geneo- digden deel namen', nadat eerst eene mis in de open lucht was gehouden. De oud-officier de Mun was voorzitter. Dienzelfden dag had te Lyon eene derge lijke bijeenkomst plaats. ITALIË. Minister Depretis hield den 8 te Stra- della eene redevoering tot zijne kiezerswaarin o. a. het volgende voorkwam. Italië blijft getrouw aan de overeenstemming der groote mogendheden inzonderheid der midden-europeesche die zooveel belang hebben bij het behoud van den vrede. De goede betrekkingen met Frankrijk zullen nog nauwer worden toegehaaldelk spoor van het onlangs voorgevallene zal worden uitgewisehten de ophan den zijnde benoeming der respectieve gezanten zal de wederzijdsche welwillendheid voor goed bevesti gen. De betrekkingen met Engeland zijn uitmuntend. Door stukken zal worden bewezendat het gehoor geven aan de uitnoodiging tot eene tusscbenkomst in Egypte geenszins met de nationale verplichtingen overeen te brengen was geweest. OOSTENRIJK-HONGARIJE. Minister Tissa ant- woordde den 10 op eene interpellatie in het hongaar- sche Volkshuis dat hij niet de afkondiging van den staat van beleg voor Presburg had gelastmaar alleen den koninklijken commissaris gemachtigd had, in geval van nood daarvan gebruik te maken. In dergelijke gevallen zou de minister, wat hem aanging, altijd weer dezelfde maatregelen nemen. SPANJE. De bladen, die het min sterie ondersteu nen verzekerendat het zich nadrukkelijk verzetten zal tegen elke herziening der grondwet van 1876 waarop de democratische partij aandringt. EGYPTE. Den 9, des morgens werden de moor denaars van dr. Ribton en den heer Cattari ter dood gebrachtzonder dat er ongeregeldheden voorvielen niettegenstaande geene engelsche troepen bij de ten uitvoer legging van het vonnis tegenwoordig waren. Dienzelfden dag kwam de commissie die benoemd is om een onderzoek in te stellen naar de geweldena rijen den II Juni te Alexandrie voorgevallen, voor de eerste maal bijeenom over de regeling harer werkzaamheden te beraadslagen. Uit Cairo wordt ge meld dat het onderzoek zeer langzaam vordert en dat De koningin had meermalen de trekken van den gids met alle opmerkzaamheid beschouwd en de uit drukking van diepe smart was haar daarin niet ont gaan. Zij was de eerste die het stilzwijgen verbrak „Nu wij op den goeden weg zijn en ons escorte dicht in de nabijheid moet zijn is het voor n zaak om terug te keeren want ontdekt men dat gij onze vlucht hebt begunstigd zou het u het leven kunnen kosten." Henryat zuchtte en scheen uit eene verdooving te ontwaken. „Het leven heeft voor mij toch geen waarde meer," zeide hij. „En waarom niet vroeg de koningin deelnemend. „Hetgeen mij gelukkig had kunnen maken heb ik voor altijd verloren antwoordde Henryat. „Zoo jong en reeds zoo ongelukkig? Hoe is dat mogelijk Henryat vertelde met weinige woorden zijne treurige geschiedenisdie op de koningin een diepen indruk maakte. Zulk eene reine en edele liefde was een bitter verwijt voor haar, die zich door haren hartstocht zoo ver had laten vervoerenvan twee koningrijken tot getuigen eener strafbare liefde voor den broeder van haren gemaal, voor den graaf van Kent, te maken. En met een beklemd hart richtte zij hare betraande oogen op hem ter wille van wien zij rustgeluk troon geweten en goeden naam had prijs gegeven zij zocht troost in de blikken van den teerbeminden man Maar om de lippen van den graaf van Kent speelde een spotachtig lachje hij maakte zich vroolijk over de buitengewone fijngevoeligheid van Henryatdie liever voor zijn geheele leven van Margaretha had afstand gedaan dan haar met de gewetenswroeging en schaamte te beladendie het gevolg van hare vlucht uit het huis van haren echtgenoot zou geweest zyn. Toen Isabelle de ironie in Kent's blikken opmerkte,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1882 | | pagina 1