NAJAARSYEEIARKTEN No. 129. Vier en tachtigste Jaargang, 1882, ZONDAG 29 OCTOBEII. te Alkmsiar, op Maandag 6 November en Woensdag 22 November 1882. 8 November 1882. FEUILLETON. DE ZIELVERKOOPEKS. CENSUSVERLAGING. Prijs der gewone Advertentiën Dit nummer bestaal uit twee bladen. EERSTE BLAD. ISij dit No. wordt aan onze abonné's in de stad de dienstregeling; van liet Postkantoor alhier ver zonden, aantevangen 1 Novemberdie overigens a 10 cents verkrijgbaar is. Aan onze abonné's buiten de stad wordt die op verlangen gratis toegezonden. (Dfticicel (fócbccltc. GROOTS mu&lkade. iLKMAARSCHE CO! RAM Deze Courant wordt Dinsdag-, Dondordag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; tranco door het geheele Rijk f 1, De 3 nummers 0.06. A V Van 15 regels f 0,75; iedere regel meer 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter algemeene kennisdat bij gelegenheid der Groote Veemarkt op Maandag, 6 November 1882, de GEWONE MAANDAGSCHE MARKT voor vette kalverenschapen en varkens zal worden gehouden aan de GcdCiSip&C Mïfïiwesloot en de Ü4a- Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 25 Oct. 1882. De Secretaris, NUHOUT VAN DER VEEN. II. Bij bet wetsvoorstel thans door de Eegeeiing inge diend gaat zij uit van het denkbeeld dat in 1850 voor het bepalen van den census te recht onderscheid is gemaakt tusschen de zeeprovinciën (Groningen, Fries land Noord- en Zuid-Holland en Zeeland) en de land provinciën (Drente Overijssel Gelderland Utrecht Noord-Braband en Limburg). Behoudens uitzonderingen voor enkele gemeenten werd de som die men in de directe rijksbelastingen moest betalen om kiezer te zijn, voor de eerstgenoemde provinciën bepaald op 32 en 30, voor de iaatstgenoemde op f 24 en f 20. Ook de tegenwoordige Minister van Binnenlandsche Zaken is van oordeel datten gevolge van het verschil in den oeconomischen toestand het betalen van dezelfde som in de verschillende provinciën geen kenmerk is van gelijke gegoedheid. Mag voor de landprovinciën het betalen van een bedrag van f 20 voldoende geacht worden om bij den kiezer zekere mate van maatschap pelijke onafhankelijkheid te onderstellen, voor de zee provinciën wordt voor dat vermoeden de betaling van een booger bedrag noodig geoordeeld. Op denzelfden grond werd in 1850 en wordt ook thans weder voor de steden een hoogere census geëischt dan voor het platteland. De Minister meent echter, dat de verschillen niet zoo groot behoeven te zijn als de wetgever van 1850 wenschelijk achtte. De verbeteringeu in de mid delen van vervoer hebben het verschil van plaatselijke gesteldheid doen verminderen het onderling verkeer bevorderd en de gelijkheid van maatschappelijken toe- 8!atid en politieke ontwikkeling zeer iu de hand gewerkt. De Minister stelt thans een bepaling van deu census voor naar een onderscheiding in vijf klassen en wel van f 60, 40, 30, 24 en f 20. De hoogste klasse f GO) zal alleen de drie gemeenten bevatten die een bevolking hebben van meer dan 100000 zielen Am sterdam Rotterdam en 's Gravenhage, waar de census thans bedragt f 112 en 100. In de tweede klasse t 40) zullen geplaatst worden de gemeenten Utrecht Groningen Arnhem Leiden, Haarlem, Leeuwarden, Dordrecht, Deift, Schiedam en Middelburgdie alle behalve de laatstgenoemde meer dan 20,000 zielen tellen. Echter zijn in deze klasse niet opgenomen de gemeenten MaastrichtNy- megen 's Hertogenbosch en Zwolle ofschoon haar bevolking meer dan 20C00 zielen bedraagt. Zij heb ben thans reeds een census van f 34, 36 en 40 en liggen iu provinciën waar het platteland een eensus van f 20 heeft. Op grond van den bestaanden toestand en om het verschil tusschen stad en platteland niet te groot te maken wenscht de Minister deze gemeenten in de volgende klasse te plaatsen. In de derde klasse (f 30) zullen worden opgenomen de overige steden met een bevolking van meer dan 10,000 zielen, behalve Deventer, Kampen, Breda, Zutphen Amersfoort en Roermond die thans reeds een census hebben van 30, of f 23. Daarenboven worden in deze klasse gebracht de gemeenten Goriucbera Goes, Bolsward Dokkum Zierikzee en Purmerend ofschoon minder dan 10,000 zielen tellende omdat zij niet gelijk kunnen gesteld worden met het plattelandwaar de census f 24 bedraagt. De vierde klasse f 24) is als regel aangenomen voor de plattelandsgemeenten in de zeeprovinciën en de vijfde klasse 20) voor die in de landprovinciën een en ander behoudens uitzonderingen ten aanzien van enkele gemeenten. Zoo worden bij voorbeeld Bergen op Zoom, Eindhoven, Venlo, Wage-linden Doesburg, Rhenen en Hoogeveen in de vijfde klasse geplaatst ofschoon de census er thans f 26 of f 24 bedraagt. Utrecht hield tot nog toe ongeveer het midden tusschen de land- en de zeeprovinciën daar de census er in het algemeen op f 24 was gesteld. Deze provincie wordt thans met de landprovinciën gelijkgesteld. Gedeputeerde Staten hebben omtrent de voorgestelde censusregeling hun gevoelen medegedeeld. Wat de eerste drie klassen betreft waren zij in hun oordeel niet eenstemmig, of bepaalde zich hunne afwijkende meening tot een enkele gemeente zoo ook ton aar.ziin van de vijfde klasse voor de vierde klasse was de bestrijding van ernstiger aard. Gedeputeerde Staten van Friesland achten verlaging van den census voor het platteland alleen ten opzichte van vier gemeenten gerechtvaardigd en die van Zuid-Holland en Zeeland ontraden elke verlaging voor het platteland. Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland gaan zelfs zoo ver, dat zij verhooging aanbevelen. Waar de census thans f 28 bedraagt willen zij dien op f 32 bepaald hebben. Zij zijn van meening dat het platteland thans te grooten invloed uitoefent op den uitslag der verkiezingen en dat ver laging van den census voor het platteland personen tot kiezers zou maken die de noodige geschiktheid mis sen. Ten aanzien van het eerste bezwaar merkt do Minister op dat de verhouding van den invloed van de steden tegenover het platteland alleen ter sprake kan komen bij de verdeeling van het rijk in kiesdistric- ten. Daarbij toch zou men de samenvoeging van de steden met uitgestrekte deelen van het platteland zoo veel mogelijk kunnen vermijden. Maar als men dit den Minister toegeeft, wat zal hij dan antwoorden op de bezwaren van hen die meenen dat dit ontwerp van wet tot censusverlaging niet op zich zelfmaar alleen in verband met het toegezegde voorstel tot indeeliug van het land in kiesdistricten kan beoordeeld worden Wil men kleine, misschien enkelvoudige kiesdistricten, dan kan het bezwaar van de overheersching der steden door het platteland aangenomen dat het gegrond is, waarschijnlijk op de wijze die door den Minister is aangegeven worden voorkomen j maar indien men groote kiesdistricten wenschtkan zijn redmiddel niet helpen dan zal men altijd steden met uitgestrekte deelen van het platteland moeten samenvoegen. Omtrent het tweede bezwaar, de ongeschiktheid der kiezersmerken Gedeputeerde Staten van Zuid- Holland op, dat blijkens de onderv nding in 1850 het kiesrecht is verleend aan niet weinigen die van staat kunde geen begrip hebben vele kiezers toch zeggen zijnemen alleen aan de verkiezingen deel als zij ter stembus worden gedreven onder leuzen die met de staatkunde niets te maken hebben. De Minister is van een ander gevoelen. De leuzen die bij de verkiezingen worden vernomen aeht hij wel degelijk van politieken aard en de ervaring heeft zijns inziens geleerd dat de kiezers in staat zijn een oordeel te vellen omtrent de staatkundige richting die zij wenschen gevolgd te zien. Ziedaar een verschil van inzicht waarover men 4) Het jonge meisje bleef een oogenblik aarzelend op den drempel staan en richtte haar b auwe oogen ang stig vragend op bet gelaat des bezoekers, voordat zij, Trevelyans groet beantwoordende eene kleine buiging voor hem maakte. In het geplooide blauwe kleed met wijde gepofte mouwen kwamen hare slanke leden niet geheel tot hun rechtde lieve frischheid van gelaat en hals echter kwam uit deu stijven hoogen en met gouddraad doorwerkten kanten kraag des te voordeeli- ger uit. Over de gansche verschijning lag zulk eene betooverende lieftalligheidzulk eene verkwikkend waas van onschuld en schuchterheid dat zelfs bij den luchthartigen en onbesuisden modegek de gedachte, dat deze bloem hem zou toebehooren een gevoel deed op- komen dat eenige overeenkomst met ware liefde had. „Gij hebt mij laten roepenlieve vader," begon Annie „hier ben ik om uwe bevelen te ontvangen." „Geen bevellieve Annie antwoordde Hamilton haar hand vattende. „Ik hoop dat gij met vreugde zult hoorenwat uw vader tot uw geluk besloten heeft. Hier, mjjnheer Trevelyan, de speelmakker uit uw jeugd en de voortreffelijke zoon van den rijksten koopman uit Bristol doet ons de eer aan u tot zijne vrouw te begeeren, en ik heb hem u toegezegd. Reik uwen verloofde de hand en ontvang de bruidkus morgen zal uwe verloving openlijk worden gevierd." „Liefste juffrouw Anniebegon Trevelyanhaar langzaam naderende. Met een gebaar van schrik echter stre.ue zij afwerend den arm naar hem uit. „Gij gij mijn bruidegom stamelde zij, terwijl zij aan alle iecien sidderde. „Een bruidegom, die zijn bart en hand aan uw voeten ligt voor een enkel woord uit uw lieven mond. Spreek het uit, liefste juörouw Annie, en maak mij tot den gelukkigste aller meuschen." „Nooit, nooit!" riep Annie, met alle teekeneirvan afschuw terugwijkende. Trevelyan's gelaat werd langer. Zyne oogen begon nen toornig te fonkelenterwijl Hamilton de zijne verbaasd nu eens op zijn dochter, dau weder op Tre velyan richtte. „Wij hebben de zaak wat overijld behandeld schijnt het," zeide hij, zich tot Harris wendende. „Het kind is verschrikt en weet niet, wat het zegt. Neem het haar niet kwalijk waarde Harrishet kwam haar te onverwacht. Mijne vrouw heeft juist zoo gedaan toen ik haar vroeg. Maar houd nu met die gekheden op, Annie, wees verstandigal te veel preutschheid deugt nietgeef uw bruidegom de haud." „Ik kan niet fluisterde Annie. „En waarom niet liefste Annie vroeg Trevelyan, op honigzoeten toon, bare hand vattende. „Wat hebt gij tegen mij?" „Ik heb u niet lief, kan u niet liefhebben!" „Zotteklap nu worde het toch te erg riep Hamil ton rood van toorn „Gij hebt gehoord, Annie, wat er van u wordt verlangd gehoorzaam dus. Liefheb ben dwaasheid! Moet men elkander dan lief hebben vóór het huwelijk? Dat komt van zelf, als men een maal getrouwd is. De partij is goed mijnheer Treve lyan's vader is mijn vriendwij zijn met ons beide de rijkste reeders van Bristolen het is het beste wat wij kunnen doenindien wij onze kinderen laten huwen. Dat zou wat fraais z'jn, indien zulk een voortreffelijk en goed overlegd plan zou schipbreuk lijden op een of andere fantastische meisjesgril Harris, neem wat u toekomt en geef haar de bruidkuszij zal wel verstandiger worden." „Dat hoop ik ook wanneer juffrouw Aunie eerst mijne liefde maai' kout en de verrassing van het oogen blik te boven is gekomen," antwoordde Trevelyan, Annie snel naar z:ch toetrekkende en haar, zonder dat zij er zich tegen verzette een kus op het voorhoofd drukkende. Annie kromp ineen en word doodsbleek. Trevelyan moest haar ondersteunen anders was zij gevallen. Hij wierp nog een' half toornigen blik op het meisje en haar op een stoel nederlatende wendde hij zich tot Hamilton. „Sta mij toe dat ik u nu verlaat en de moeder mijner bruid ga opzoeken, om ook haar zegen te vragen." „Goed, beste Harris, ik sta er u voor in, dat mor gen op den verlovingsdag mijn al te preutsch dochtertje een ander gezicht zal zetten." Nauwelijks had Trevelyan het vertrek verlaten toen Annie als uit eene verdooving ontwakende opstond en zich voor de voeten van haar vader wierp. „Vader, vader vleide zij. „Doe mij dat niet aan offer mij niet aan dien gevoelloozen man, dien ik ver afschuw o, dwing mij nietom zijne vrouw te worden!" De koopman deed verbaasd eene schrede achteruit, het gedrag zijner dochter was hem volkomen onverklaarbaar. „Nu wordt hat mij toch te erg!" riep bij heftig. „Offeren Hoe komt gij aan die domme denkbeelden Is het geen voldoende waarborg voor het karakter va n uw bruidegomdat uw vader hem het jawoord gaf. Geen woord meer anders zult gij ondervinden, dat ik mijn gezag weet te handhaven gij hebt mij van daag door uw dwaas gedrag reeds schande genoeg gedaan. Den rijksten en flinksten jongen man uit de stad af te wijzen hei is ongeloofelijk Morgen is uwe verloving, daarmee uit. Eu laat ik dan een vroo- lijk gezicht zien anders „Vader „Zwijg „Ik zal gehoorzamen maar het zal mijn dood zijn," fluisterde Annie, de hand op haar hart drukkende. Lang zaam en wankelend ging zij de kamer uit, terwijl de koopman zenuwachtig heen en weer liep. Hij kon niet zoo spoedig tot kalmte komeu over haar zijns in ziens ongehoord en ondankbaar gedrag.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1882 | | pagina 1