iSuiteulimb
fötmiculanb.
lang kan twisten. Het punt van de leuzen kunnen
wij daar latenmaar de twijfel omtrent de voldoende
geschiktheid der kiezers op het platteland van Zuid-
Holland bij een verlaging van den census tot 24 blijft
onopgelost. De Minister wijst op de stoflelijke en in-
tellectuëele ontwikkeling des lands sedert 1850 en den
invloed van het verbeterd onderwijs. Gedeputeerde
Staten antwoorden dat een en ander geen politieke
ontwikkeling heeft medegebracht. Dat zult gij moeten
bewijzen herneemt de Minister.
Ons komt het voor dat er ééne zaak is waarop
Gedeputeerde Staten zich met grond kunnen beroepen,
namelijk de slechte opkomst van de kiezers. Wanneer
men beweert dat een kiezer de noodige geschiktheid
bezit althans eenig begrip heeft van zijne taak en van
de verschillende politieke richtingen die elkander den
voorrang betwisten eenig begrip van het groote alge-
meene belang dat daarbij op het spel staatdan zal
ten minste van eenige belangstelling bij hem moeten
blijken. Volkomen onverschilligheid is zelfs met een
flauw besef van algemeen belang en burgerplicht on
bestaanbaar. In dit opzicht ziet het er met de tegen
woordige kiezers al zeer treurig uit. Bij hoevelen is
de belangstelling zelfs niet groot genoeg om zich de
moeite te getroosten om de twee jaren hun stembil
jet in te leveren Men behoeft er zich daarom niet
over te verwonderendat Gedeputeerde Staten van
Zuid-Holland ernstigen twijfel opperen omtrent de ge
schiktheid van de nieuwe kiezers uit een klasse van
geringer maatschappelijke onafhankelijkheid dan de te
genwoordige. Of kan men misschien op feiten wijzen
waaruit blijkt, dat de klasse van nederlanasebe burgers
wien men het kiesrecht wil toevertrouwen eenigen
prijs stelt op de toekenning van dat recht? Door
sommige vereenigingen van werklieden door voorstan
ders van het algemeen stemrecht is de wensch om aan
de verkiezingen deel te nemen krachtig genoeg uitge
sproken maar van algemeen stemrechtvan een uit
breiding der kiesbevoegdheid tot de klassen van den
werkman is in het Regeeringsvoorstel geen sprake. Bij
de klasse van ingezetenen die de Minister onder de
kiezers wil opnemen heeft zich echter zelfs de wensch
om kiezer te zijn waaruit althans belangstelling in het
bestuur en de leiding der algemeene belangen valt af
te leiden niet geopenbaard. De vraag blijft daarom
gerechtvaardigd welk algemeen belang moet ons nopen
deze klasse van ingezetenen onder de kiezers op te nemen?
DUITSCHLAND. Den 25 brak in den morgen on
geveer te 7 uren brand uit in bet gebouw van het
ministerie van buitenlandsche zaken te Berlijn. De
brandweer slaagde er indien brand te beperken tot
ééne kamer en wel die, welke de werkkamer was van
den directeur van een der afdeelingen. De oorzaak
bleef onbekend.
De Keizer kwam den 25 gezond te Berlijn terug.
De Keizerin vertoeft nog te Baden Baden.
ENGELAND. Den 24 heerschte in het geheele
land een geweldige orkaandie vooral in Londen veel
schade veroorzaakte. De Times steeg o. a. zoo hoog
dat vele straten onder water werden gezet. In de wijk
Belgravia waren de bewoners door den hcogen water
stand zoo verschrikt en bevreesd geraakidat zij on
middellijk bijeenkwamen om op te komen tegen de
laagte van den rivierdijk in dat deel der stad. De
storm was vergezeld van zware regen en sneeuwbuien.
Volgens de Daily News zal de regeering in 1883, in
welk jaar het eiland Cyprus 5 jaar door bet rijk bezeten
wordtaldaar belangrijke hervormingen in het bestuur
Een tikken op de deur gaf aan zijne gedachten eene
andere richting. Het was Hartwood, die met eenige
brieven in de hand binnentrad.
„Vergeef mij mijnheer Hamilton dat ik u hier in
uw woonkamer kom lastig vallen. De postrijder staat voor
de deur en deze brieven moeten nog verzonden worden."
„Geef maar hier, Hartwood, ik zal ze onderteekenen,''
antwoordde Hamilton zich aan de eikenhouten schrijf
tafel zettende en den deksel van den massief zilveren
inktkoker openende Gij zet een verbazend ernstig
gezichtman ook verdriet gehad Ja ja, natuur
lijk," ging hij voort, de ganzepen in de inkt doopende,
„gij zijt een rondkop en des Konings overwinning zal
u wel een koude schrik op het lijf hebben gejaagd.
Nu, laat dat je goede luim niet bederven, wat gaan
u de koningsgezinden en puriteinen aan Ik begrijp
volstrekt nietHartwood dat een verstandig man, als
gij nog wel een koopman bovendienzich men
zulke nietsbeduidende dingen kan inlaten. Vrijheid
van godsdienst en van geweten verdraagzaamheid en
hoe al die groote woorden mogen luiden waarmede
men koning en volk tegen elkander ophitsthet is
niets dan dwaasheid. Wat hebben de menschen er
aan naar welke leer er op den kansel gepreekt wordt?
Wat hebben wij er bij voorbeeld aan Hartwood?
Niets, geen roode pennybeste vriend. En waarom
zouden wij dan elkander in het haar zitten en den kop
inslaan OnzinHeeft men ooit zoo iets gehoord
Laat dat aan de cavaliers overbij wien dat als
hun vak te pas komt of aan de leegloopers die voor
niets anders op Gods aardbodem deugen dan om den
raveu ten eten te geven. Zie het grootboekbeste
Hartwood het grootboek daar vindt gij verdraagzaam
heid in gewetensvrijheid en duizend andere goede
dingen en indien gij met alle geweld iemand haten en
vervolgen wilt, haat dan de Hollanders dat zijn de eenige
creaturendie een engelsch koopman moet wenschen
dat van den aardbodem worden weggevaagdom de
concurrentie weet ge Gij zijt mijn beste en flinkste
kop, daarom zie ik uw dwaasheden door de vingers, ik
duld anders bij mijn ondergeschikten geen eigen over
tuiging."
Terwijl de koopman deze woorden broksgewijze sprak,
zag hij de brieven door, onderteekende ze en gaf ze
aan Hartwood over, die hem zwijgend had aangehoord,
invoeren, waarnaar de bevolking reeds lang uitgezien heeft.
Minister Gladstone heeft den 24 bij het vragen van
den voorrang voor de behandeling van het reglement
van orde te kennen gegevendat de regeering nog
wel haar eerste besluitsluiting der beraadslaging bij
eenvoudige meerderheid van stemmen handhaafde
maar dat zij toch gaarne aan het Huis zou overlaten,
zoodanige bepalingen te maken, als naar zijne meening
het best konden dienen om het belemmeren van de
behandeling der zaken tegen te gaan. Northcote deed
daarop dadelijk uitkomen dat ieder lid nu vrij werd,
om geheel naar zijne overtuiging te stemmen want dat
het ophield eene partijzaak te zijn.
ERANKRIJK. De Temps beweert naar aanleiding
der voorvallende socialistische woelingendat de re
geering het bewijs in handen heeftdat er eene inter
nationale samenspanning bestaatwier hoofdzetel te
Genève gevestigd is en wier doel bestaat in vernieling
van den eigendom.
Te Macon werd aan de overheid op nieuw een
dreigende brief geschreven. Verscheidene personen
werden in hechtenis genomen. Te Lyon werden groote
voorzorgsmaatregelen genomen ter bescherming van de
openbare gebouwen en ter verzekering van de veiligheid
der burgers.
De ministerraad hield zich den 2G bezig met het
gebeurde te Montceau-les-Mines en keurde eenparig
goed het door den procureur-generaal bij het Hof van
gezworenen der Saone en Loire gevraagde uitstel voor
de behandeling der zaak tegen de oproermakers en be
sloot spoed te doen maken met het vellen van een nieuw
vonnis. Het uitstel van de behandeling dezer strafzaak,
een gevolg van de vrees, dat de gezworenen onder den
indruk zouden geraken van de aan hen en aan de ge
tuigen toegezonden bedreigingen met den dood van de
vermeerderde aanslagen enz. en daardoor niet vrij
in hun oordeel zouden zijn, wordt zeer verschillend
beoordeeld. Sommige bladen meenen dat juist krachtig
moest zijn opgetreden tot onderdrukking der ongeregeld
heden. Het schrikbewind is in Erankrijk begonnen
schrijft o. a. de Univers; de justitie is niet meer vrij de
mannen van het dynamiet zijn de meesters geworden.
Er wordt gezegd, dat het bewijs geleverd kan worden
dat prins Krapotkine een der hoofdleiders van de rus-
sische nihilisten betrokken is in de gebeurtenissen te
Montceau-les-Mines.
EGYPTE. Engeland heeft aan de regeering een
nieuw voorstel gedaan betreffende de samenstelling der
internationale commissie tot regeling van het vraagstuk
der schadeloosstellingen, tengevolge waarvan Engeland
en Erankrijk, evenals de overige mogendheden, waaron
der de Vereenigde Staten en Griekenland elk eenen
vertegenwoordiger in die commissie zouden hebben. De
kleinere Staten zouden samen vertegenwoordigd worden.
Alleen zou Egypte twee vertegenwoordigers hebben
namelijk de voorzitter en de onder voorzitter der com
missie.
Wegens bet Bairam-feest werd tot den 28 elke be
langrijke bezigheid gestaaktalleen de commissie be
last met het onderzoek in de zaak der van hoogver
raad beschuldigde personen zette haren arbeid voort.
Die commissie verhoorde den 25 Ali-bey Rushdi
tijdens het bombardement bevelhebber der wacht aan
het gebouw waarin de rechtbank van eersten aanieg
van Alexandrië en het Hof van appèl zitting hielden.
Rushdi ontving den 12 Juli van Suleiman-Daoud bevel,
om dat gebouw in brand te' steken. Daar Arabi en
zijn leger reeds naar Kafr-el-Dowar teruggetrokken
waren had hij hen gevolgdzonder het bevel uit te
voeren. Toen hij te Kafr el-Dowar aankwam werd hij
voor Arabi gebracht, die hem vroeg, of hij het gege-
slechts een nauwelijks merkbare trek van verachting
deed zijn bovenlip krullen.
„Gij hebt nog altijd een gezicht, als een van Crom
well's heiligen riep Hamilton lachend uit. „Luister
toch naar rede Hartwood en laat die gekheden na.
Vandaag heeft de Koning overwonnen morgen zijn
misschien uwe geliefde rondkoppen de baas wie weet
hetHet ergert mij waarachtigom te zien dat zulk
een flink koopman als gij zich door die belachelijke
denkbeelden het hoofd op hol brengten zijn goed
humeur bederft. In gemoede raad ik u aanom voor
zichtig te zijn met uw puriteinsche gezindheid en die
niet te veel in het openbaar te toonon ik zou u niet
gaarne in den toren zien daar zijt gij mij van geen
nut en wanneer de Koning overwintzooals het al
den schijn heeft dan nu wat hebt gij nu in het
hoofd
Over Hartwood's ernstige trekken was bij de laatste
woorden een trotsch lachje gegleden.
„De goede zaak kan het onderspit niet delven voor
de machten-der duisternis," zeide hij.
„Hoopt gij datmij goed zeg het echter maar
niet te luide. Zooals ik zeide ik zou uwe diensten
ongaarne missen en de toren is een onaangenaam
verblijf. En dan beste Hartwood mishaagt mij sterk
uw armoedige plunje, men zou u in het geheel niet
voor den eersten boekhouder van den rijken Hamilton
houden zoo kaal loopt gij sinds het begin van den
oorlog rond. In dat opzicht moet gij bepaald ver
anderen denk overigens wat gij wilt."
Hij monsterde Hartwood met kritischen blik van het
hoofd tot de voeten. Diens kleeding vormde ook in
derdaad een opvallend contrast met die des koopmans
en de rijke omgeviDg. Ben eenvoudige bruine jas van
een gering soort laken met eenvoudige stalen knoopen,
een broek van dezelfde stof, blauwe wollen kousen en
schoenen zonder gespen gaven hem het voorkomen van
een kleinen burgerman of een landman. Een witte
gladde kraag zonder eenige borduursel was zijn eenig
sieraad in de hand hield hij een breedgeranden grauw-
vilten hoed mei hoogen bol.
„Geef ik u geen goed salaris?" ging Hamilton voort
„Kunt gjj u daarmede geen fatsoenlijke jas aanschaften?"
Hartwood schudde ontkennend het hoofd.
„Het betaamt mij niet, om in feestgewaad te loopen,
ven bevel had uitgevoerdwaarop bij uit vrees beves
tigend antwoordde. Daarna had Arabi uitgeroepen
„God zij geloofd nu hebben wij de meeste Christenen
omgebracht en hunne voornaamste gebouwen vernield."
Overigens kan uit geen der tot nu toe afgelegde
getuigenissen Arabi's rechtstreeksche medeplichtigheid
aan den brand van Alexandrie worden afgeleid.
Mahdide zoogenaamde valsche profeetvan wien
in lang niets gehoord was, schijnt op de tegen hem
uitgezonden egyptische troepen de overwinning behaald
te hebben en aan het hoofd eener aanzienlijke leger
macht grootendeels gewapend met de op de egypte-
naren buit gemaakte Remmingtongeweren, op te rukken.
Hij zal waarschijnlijk de egyptische bezetting te Khartoem,
welke 1000 man sterk is aantasten. Hij was nog
drie dagreizen van die plaats verwijderd. De meerderheid
der bevolking ontvangt hem met open armen. Zijne
komst wordt door de regeering zooveel mogelijk geheim
gehouden. Hij kan voor het land wel eens weder de
aanleiding wmrden tot belangrijke gebeurtenissen.
Arabi's briefwisseling is niet in beslag genomen
maar door zijnen zoon aan zijne rechtsgeleerden over
handigd. Zijne vrouw en een zijner bedienden hadden
ze zorgvuldig bewaard en verborgen gehouden voor de
nasporingen der egyptische regeering die wist, dat zij
bestond en trachtteze in haar bezit te krijgen. De
kist, waarinde brieven, ten getale van 69, zich bevon
den werd onmiddellijk in veiligheid gebracht bij den
en»elschen consul-generaal. De brieven werden vervol
gens naar volgorde gerangschikt. Zij zijn voornamelijk
afkomstig van leden der familiejvan den Onder-Koning,
van ministers en van wege den Sultan van Turkije en
schijnen voor Arabi's verdedigers van zeer veel belang
te zijn omdat daaruit bewezen zal kunnen worden
hoe er gekuipt en geknoeid is en hoe de Sultan ver
antwoordelijk kan worden gesteld voor den opstand.
Arabi schijnt aan zijnen rechtsgeleerde Broadiey gezegd
te hebben dat hij gaarne zoo spoedig mogelijk Egypte
zou verlaten, vergezeld van zijne familie, om er nimmer
weer terug te keeren. Hij neemt ten voile genoegen
met verbanning voor zijn leven. Hij is overtuigd, dat
Egypte'8 toekomst thans afhangt van Engeland en dat
het dus dringend noodig is de nationale beweging
grondig te onderzoeken. Het gerucht dat de Sultan
trachten zou de behandeling van het rechtsgeding
tegen Arabi geschorst te krijgen is dan ook na dezen
loop der zaken volstrekt niet vreemd.
Te Helder is door den storm van den 24 da
gevel van een huis aan de Middenstraat omgewaaid
en het dak ingestort van 2 huizen am de Walvisch-
straat. Te Hellevoetsluis is de westelijke ijzeren
kapbedekking over het koninglijk stoomjacht geheel
afgescheurd en de zeildoeksche bedekking over het
stoomschip Eustatius nagenoeg geheel weggestormd.
Mevr. Stateman die bij het spoorwegongeluk
te Vogelenzang ernstig werd verwond maar goed herstel
lende was en den 23 met haren echtgenoot eene
villa in de haarlemmer hout had betrokken is den
24 plotseling overleden.
De gemeenteraad van Zaandam heeft den 26
goedgekeurd eene overeenkomst met de A msterda usche
Kanaalmaatschappij, volgens welke deze betaalt 10000
in de kosten van het zijkanaal G, en vergunt de bag-
gerberging §in het noordoostelijk deel van polder VII
(op te hoogen tet minstens 8 palmen boven AP.) en
op het terrein achter den verbindingsweg tusschen polder
VII en den zeedijk.
Vervolg der binnenlandsche berichten in het tweede blad.
wanneer mijne broeders hun bloed vergieten voor onze
zaak."
„Gij zult het u morgen echter moeten laten welge
vallen. Ik vier de verloving mijner dochter met mijn
heer Harris Trevelyan en verlang van allen die tot
mijn huis behooren dat zij ook in hun uiterlijk van
hunne vreugde en deelneming in deze blijde gebeurte
nis doen blijken. Dit moet gij ook den anderen ipede-
deelen. Ik hoop, dat gij mij door uwe stijfhoofdigheid
niet boos zult maken. Waar de eer mijner familie in
het spel is versta ik geen gekscheren dat weet gij."
Hartwood verbleekte en drukte de lippen op elkander.
„Na, nu," vervolgde Hamilton welwillend, meenende
dat hij den jongen man gekwetst had„ik meen het
niet zoo erg, gij behoeft er niet zoo van te ontstellen.
Kom morgen als een gentleman voor den dag dan is
alles goed."
„En morgen viert gij de verloving uwer dochter
met mefc Harris Trevelyan kwam het dof van
Hartwooas lippen.
„Ja zeker verwondert u dat? Het schijnt u niet
te bevallen omdat Trevelyan een verklaard aanhanger
des Konings is, maar toch zult gij het feest moeten mee
vieren."
„Was hij maar alleen een aanhanger des Konings,"
riep Hartwood uitalles vergetende „dat zou ik daar
laten maar dat gij uw lief, onschuldig kind aan dien el
lendeling dien modegek en verkwister, wiens vader
een bekend zielverkooper is verschacbert, dat, mijnheer,
dat
„Bedwing uw tong," «toof de koopman op. „Ik heb
u reeds te veel toegegeven zie ik. Mijnheer Trevelyan
is mijn schoonzoon en zijn vader is mijn vriend. Ik
wil u uwe woorden voor ditmaal nog vergeven omdat
ik u ken als een warhoofd als iemand die altijd met
beginselen schermtin een woord als een puriteiner
maar past er op, dat gij mij niet meer op die wijze
toespreekt. Ga nu, Hartwood en geef de brieven aan
den koerier."
De jonge man had met bevende lippen en gloeiende
oogen voor den koopman gestaan bet scheen als of
hen een heftig antwoord op de lippen lag maar hij
bedwong zieh maakte een stomme beweging en verliet
het vertrek.
Wordt vervolgd.