No. 139. Vier en tachtigste Jaargang. 1882. WOENSDAG 22 NOVEMBER. FEUILLETON. 14) DE ZIELVE11KOOPERS. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1, Prijs der gewone Advertentiën ©fficiecl (Scheelte, ISuitculAub. De 3 nummers 0.06. COURANT. Van 15 regels f 0,75; iedere regel meer f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON Tegen betaling van 10 cents is ter gemeente-secretarie ver krijgbaar de verordening op de heffing en invordering eener belasting op de honden (gemeenteblad No. 98) ingaande 1 Ja nuari 1883. DUITSCHLAND. Het pruisische huis van afgevaar digden herkoos den heer von Köller tot voorzittermet alle stemmen op één na, baron von Heeremann als eersten ondervoorzitter met 31G stemmen terwijl 66 briefjes oningevuld waren en von Benda als tweeden ondervoor zitter met 256 stemmen tegen 88 stemmen op den vrij .conservatieven afgevaardigde Stengel. De minister van financiën verklaarde dat het door leening te dek ken tekort der begrooting 31*11 miljoen bedroeg. De leemte die in de inkomsten ontstaat door de afschaf fing der laagste vier klassen van de klassenbelasting zou door eene belasting op de sterke dranken en den tabak gedekt worden. De russische minister van bultenlandsche zaken von Giers kwam den 20 te Varzin aan. ENGELAND. Den 18 zijn de uit Egypte terugge keerde troepen te Londen in optocht voorbij de Ko ningin gegaan. Aan hun hoofd ging generaal Wolseley. Zoodra hij naderde stond de Koningin in haar rijtuig op en boog. Het voorbij trekken der troepen duurde drie kwartier. De leider der oppositie in het lagerhuis Northeote gaat tot herstel zijner gezondheid naar het zuiden van Erankrijk. Lagerhuis. Den 17 antwoordde minister Ashley op eene vraag van den heer Cameron dat Ketswayo geen gevangene isdoch volgens afspraak blijft hij op den ouden molen tot dat de schikkingen voor zijne terugkomst naar Zoeioeland afgeloopen zijn. In eene der laatste zittingen las minister Gladstone een telegram van kolonel Warren voor, waarin deze de hoop uitspreektdat hij binnen kort de meeste der moordenaars van professor Palmer en zijne medgezellen in handen zal hebben. ERANKRIJK. Kamer. Het besluit van het vorige ministerie, om f 25000 te verstrekken aan den bisschop Lavigerie ten behoeve van de geestelijkheid in Tunis gaf den 16 tot eene heftige beraadslaging aanleiding. Het radicale lid Roche stelde voor hoofdstuk 7 van de begrooting van eeredienst, op die uitgaaf betrekking hebbende, te schrappen. De minister van binnenland- sehe zaken Fallières antwoordde aan den heer Clémen- ceaudat het bij voorbaat besteden van dat bedrag vóór het optreden van het tegenwoordige ministerie geschied was maar verklaarde tevens dat dit goed gezien wasomdat dit hoofdstuk posten inhield tot ondersteuning van dienstdoende geestelijken. De Kamer kon echter omtrent het gebruik dier fondsen gerust zijn. Clémenceau antwoordde, dat dit voorloopig krediet toegestaan was ter gunste eener staatkundige propaganda in Tunis. Hij verklaarde, dat de rechten der Kamer gesehonden waren omdat de begrotingscommissie ge weigerd had. Hij stelde voor, het hoofdstuk betreffende den onderstand aan enkele priesters in bet bizonder te schrappen, en gispte het toezicht dier commissie. Haar voorzitter Wilson kwam hiertegen op en zeide, nader te zullen antwoorden bij de algemeene beraadslagingen. De minister bestreed het schrappen van den post omdat dit eene verklaring van wantrouwen tegen de regeering zou zijn. Clémenceau antwoordde dat hij het stelsel en niet de leden der begrootingscommissie had willen gispen en drong er sterk op aande ministeriëele verantwoordelijkheid krachtig te handhaven. Wilson was van meening, dat de commissie niet de bevoegdheid had gehad het te weigeren. Naquefc gaf zijn wantrouwen te kennen tegen den voorzitter van het vorige ministerie. Goblet antwoordde dat hij het zich tot een eer rekendelid daarvan te zijn geweest. Te vergeefs had hij aan zijn ambtgenoot voor eeredienst de dagteekening dier uitgave gevraagd, doch hij geloofde, dat die uitgaaf geschied was vóór de weigering der commissie. De minister vroeg stemming over hoofdstuk 7. Brisson de voorzitterwilde daartoe overgaan. De uiterste linkerzijde verlangde echter opheldering, waarna de minister voorlas het besluit, waarbij f 25,000 werd toegestaan aau bisschop Lavigerie, gedagteekend 25 Juli 1882. Dit veroorzaakte een hevige opschudding. Onderscheidene afgevaardigden vroegen, wie de verant woordelijke minister was. Brisson antwoordde dat het de taak van den minister van eeredienst was, daarop te antwoorden. Roche vroeg vergunning het ministerie te ondervragen en stelde een motie van orde voor waarbij zijne handelingen op dit gebied werden afgekeurd. De minister president Du- clerc merkte opdat de motie betrekking had op feitenaan het tegenwoordig ministerie onbekend waarover eene stemming onrechtvaardig zou zijn. Hij verlangde uitstel der ondervraging tot den 18. Onder toejuiching der linkerzijde werd dit voorstel en daarna hoofdstuk 7 aangenomen. Op hoofdstuk 8 stelde bisschop Ereppel een amendement voor, om het vroeger cijfer van f 30,C00, dat door de com missie tot ƒ3500 was verminderd weder op te nemen. Dit amendement werd verworpen en het door de commissie aangegeven cijfer aangenomen. Hoofdstuk 9 werd aangenomen, na verwerping van een amendement, om het cijfer voor de kerkfabrieken weder te brengen op f 220,000. Het krediet, door den Minister aangevraagd, bedroeg f 81000. De hoofdstukken 10 tot en met 21 werden onveranderd goedgekeurd. Den 18 werd onder toejuiching der vergadering door minister Duclerc voorgelezen het ontwerp-verdrag van Congo. Er werd besloten, bet dadelijk in behan deling te nemen. Daarna lichtte Roche zijne vragen over de zending van den aartsbisschop Lavigerie naar Tunis toe, nadat minister de Eallières een overzicht van het gebeurde had gegeven. Roche betoogde, dat de toestemming der Kamer noodig geweest was voor die zending, welke door het geheele land en zelfs door den tegeuwoordigen minister Eallières afgekeurd was. Er had eene ongeoorloofde overschrijving van staats gelden plaats gehad. Clémenceau verklaarde zich met Roche te kunnen vereenigen. De minister antwoordde, dat het vaderlandlievende werk van den aartsbisschop zijne volle goedkeuring wegdroeg. Met 344 tegen 125 stemmen werd tot de eenvoudige orde van den dag overgegaan. Daarna werd de begrooting van buiten landsche zaken in behandeling genomen. De minister verklaarde op eene vraag van den heer Yiliiersdat niets het vertrek van den Paus uit Rome deed voorzien en mocht dit ooit gebeuren, dan zou de regeering over wegen wat haar te doen stond. 14 Hoofdstukken werden aangenomen en drie verdaagd, evenals d© be grooting van oorlog en posterijen. In den ministerraad van den 15 werd besloten, zich tegen een eventueel voorstel der uiterste linkerzijde om een onderzoek in te stellen naar het gebeurde te Montceau-les-Mineste zullen verzetten. Te Lyon werden den 19 25 personen in hechtenis genomenwaaronder 3 vreemdelingenleden eener internationale vereei iging, welke het bevorderen van werkstakingen en de afschaffing van den eigendom beoogt. ZWITSERLAND. Omtrent bet leven van den rus- sischen prins Krapotkineden hoofdleider der perso nen die op het voorbeeld der nihilisten in Rusland, in Erankrijk dezelfde wandaden verrichten wordt het volgende vernomen. Zijn leven was zeer afwisselend. Hij is werkelijk prins en van zeer hooge afkomst. Hij studeerdedeed in Siberie aardrijkskundige onderzoe kingen en reisde zelfs tot in China. In Rusland te ruggekeerd schreef hij een groot werk over de giet- sehers in Finlandhij was tevens kamerheer bij de Keizerin en ontving als zoodanig tal van ridderorden. In 1872 bezocht hij o. a. Belgie en Zwitserland waar toen de Internationale veel van zich deed spreken en werd daardoor volkomen anarchist of nihilist. Weder in Rusland teruggekomen hield hij geheime samenkom sten met werklieden en boeren als kunstschilder rondreizende en geruimen tijd de nasporingen der po litie verijdelende, tot dat hij gevangen genomen en in eene vesting opgesloten werd. Drie jaren bracht hij aldaar door, werkende aan zijn onderzoek in zake de finsche gletschers. In 1876 werd hij ziekherstelde spoedig en ontvluchtte uit het hospitaal. Na dien tijd vertoefde hij op verschillende plaatsen in Europa, sprekende, schrijvende, leven makende, naar het schijnt zonder veel uit te werken. Men vindt hem te krashij houdt niet van samenzwering en heeft Juist was docter Eilps opgestaan, toen er van de ver- tingwerken tromgeroffel werd gehoord. Hoornsignalen klonken daartussehenhet garnizoen ijlde onder de wapenen alle vensters werden geopend, in de straten ontstond een verward rumoeren bij troepen snelden de burgers naar het stadhuis. „Wat kan daar gebeuren?'' vroeg Hamilton met onvaste stem, maar nog had de docter geen tijd gehad, zijne meeuing te uiten, toen er een bediende met bleek gelaat in de kamer trad. „Wat is er, Daniel?" „Cromwell is zoo even in de legerplaats gekomen!" bracht hij stotterend uit. „Het garnizoen wordt onder de wapenen geroepen, men vreest, dat het bombarde ment dadelijk beginnen zalalles vlucht reeds in de kelders, wij zijn verloren „Heb ik het niet gezegd?" riep docter Eilps zegevie rend uit. „Vaarwel, mijnheer Hamilton, ik moet naar huis om mijne instrumenten bij elkander te zoeken wanneer het bombardement begint zijn er heel wat armen en beenen af te snijden want de puriteinen mikken goed." Daarop ijlde de kleine docter heen. Hamilton stond als verlamd zijn rood, vleezig gelaat was bleek geworden zijne knieën begonnen te knikken, hij moest zich aan de leuning der stoel vasthouden. Dreigende toekomstbeelden doemden als spookgestalten voor zijn geest op. De docter had gelijkhij was immers een vriend en bloedverwant der Trevelyans de meest verklaarde aanhangers des Koningsdie zielveikoopers en indien Cromwell de stad veroverde, werd hij ten slotte in hun val medegesleept. Dat mocht niet zijn er moest een snel besluit worden genomen de nood was dringend. Na snel beraad begon hij haastig een brief te schrij ven dien bij toevouwde, verzegelde en den bediende ter hand stelde. „Breng dit aan mijnheer Trevelyan haast u beval hij. ,.Op antwoord behoeft gij niet te wachten. Ga H|j streek zich over het klamme voorhoofden begaf zich naar de kamer zijner dochter. „Anniemijn kindzeide hij op zulk een liefde vollen toon als Annie sinds langen tijd niet van hem gehoord had. „De docter heeft mij de oorzaak uwer ziekte medegedeeld. Gij zult weêr gezond worden ik heb zoo even uwe verloving met Harris Trevelyan afgebroken." „Man, wat hebt gij gedaan riep mevrouw Hamilton, haren gade om den hals vallende. „Ik heb het gedaan heb mijn kind dit zware offer gebracht wat doet een vader niet voor zijn kind Het jonge meisje vatte met hare magere witte hand de rechterhand haars vaders en drukte er een kus op. „Ik dank u voor uwe liefde vader maar het kan mij niet meer helpen, want William William is dood en ik zal spoedig met hem daarboven vereenigd zijn." „Dood wie zegt dat zeide de koopman aarzelend, doodsbleek van schrik. De gedachte vloog hem door het hoofddat Trevelyan zijn medeminnaar misschien vermoord had, en dat ook op hem de verdenking van medeplichtigheid zou kunnen vallen. „Hoe weet gij dat Hartwood dood is Spreek kind „Mijn hart zegt het mij. Zou hij mij anders verlaten hebben fluisterde zij. De koopman uitte een diepe zucht van verlichting. „Welnu, stel u dan gerust, het hart is een slechte profeet. Hartwood leeft; ik meen zelfs te weten, waar hij zich ophoudt. Ik zal hem zoo spoedig moge lijk doen terughalen bij moet hier komen. Hij is een waarheidlievend man een Puritein hij zal getuigen dat ik nooit een aanhanger des Konings ben geweest." Annie had zich half in haar bed opgerichtmet de handen over de borst gevouwen en een van vreugde stralend gelaat, zag zij tot haar vader op. „En het is waar, hetgeen gij zegtik zal hem we derzien „Gij zult hem weerzien en gezond worden. Vertrouw op mij, ik zal onderzoek naar hem doen en hem hier brengen zoodra het beleg voorbij is. Ik heb hem noodigik heb ook altijd veel van hem gehouden. Hij is een puritein hij zal mij gerechtigheid doen weder varen. Nu Annie, vaarwel, ik moet nog maatregelen nemen voor het gevaldat de puriteinen wat God moge verhoeden de stad zullen beschieten. Maak u niet angstigwij wonen juist in het midden der stad zoover reiken de kogels niet." Hij kuste zijne doehter op het voorhoofd en verliet de kamer. Annie brak in een stroom van tranen uit en verborg haar gelaat aan de boezem barer moedervreugde en hoop overmanden bijna hare zwakke krachten. Langzamerhand kwam zij echter tot bedaren en slui merde zij in en werden hare wangen overtogen met een liefelijke glans het morgenrood van terugkeerende gezondheid. IX. In een groote halve kring strekte zich het kamp der puriteinen rondom Bristol uitals een tweede stad ofschoon minder trotsch en bewoonbaar, als die dec belegerden. Te midden van duizende ruwelicht gebouwde aarden en rieten hutten die den krijgslieden een schuilplaats verleenden tegen het gure weder, verhieven zich de tenten der hoogeren in rang. Een gordel van los opgeworpen schansen en grachten be schutte het kamp tegen een uitval der koningsgezinden en boven de uit schanskorven vervaardigde borstweringen richtte het geschut zijne sombere loopen op de stad gereed om er dood en verderf te brengen. In het kamp heerschte een kalmte en stilte als in

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1882 | | pagina 1