No. 144. Vier en tachtigste Jaargang. 1882. Dc arbeid van 12- tot lGjarigen. FEUILLETON. ZONDAG 3 DECEMBER. DE SCHAT VAN HEN DUIVELSPOEL. Prijs der gewone Advertentiën Dit nummer bestaat uit twee bladen. EERSTE BLAD. (SMficicel (Sebceltc. ALKMAARSCHE COURANT Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1, De 3 nummers 0.06. Van 15 regels 0,75; iedere regel meer ƒ0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON PROVINCIALE WATERSTAAT VAN NOORD-HOLLAND- AAN BESTE 1)1 G. Op Donderdag den 14 December 1882des voormiddags ten elf ure, zal aan bet lokaal van het provinciaal bestuur van Noordholland te Haarlem, bij enkele inschrijving worden aanbesteed Het driejarig onderhoud van den grindweg van de brug aan het einde van de Breelaan nabij den Huigendiik, naar TJrsem, uitmakende een gedeelte van den grooten weg der 2e klasse van Alkmaar naar Hoorngedurende de jaren 18831884= en 1885. De bestekken zijn tegen betaling van 10 cents per exemplaar, verkrijgbaar aan bet lokaal van het provinciaal bestuur voor- noemcU aau het bureau voor de buitenlandscke paspoorten op de Oudezijds Achterburgwal, tegenover het Walepleintje te Amsterdam, en bij den Opzichter van den Provincialen Wa terstaat E. J. KR1EGER, te Alkmaar. Nadere inlichtingen kunnen worden verkregen bij den Hoofd ingenieur van den Provincialen Waterstaat te Haarlem en bij den Opzichter E. 3. KRIEGER, te Alkmaar. POLICIB. Ter terugbekoming is aan het Commissariaat van Policie het voleende gevondene voorhandeneen zwart lederen pet; eenig zwart saijet, een gouden oorbelletje, kegelvorm met knopje, een gele kip, een wandelstok, een lorgnet, een wagen- bank (hanger), een pak manufacturen-staleneen paar dames- handschoenen zes zak uieneen mandwaarin een keulsche kan en roode steenen pot, een zijden dasje. Do moeilijkheden bij de regeling van den arbeid der minderjarigen beginnen op het tijdstip waarop zij tot den maatschappelijken arbeid worden toegelaten, waarop werkplaatsen en fabrieken voor hen worden geopend om van hunne diensten bij den arbeid gebruik te maken en hen in staat te stellen zich te oefenen en meer en meer te bekwamen tegen den tijd, dat zij in eigen onderbond en later ook in dat van hun gezin zullen moeten voorzien. Men stelle dat tijdstip op 10 jaren, als in Engeland, op 14 jaren, als in Zwitserland, op 12 jarenals in Duitscbland en hier te landede bezwaren die zich openbaren zijn velerlei. De thans door onze Regeering voorgestelde regeling laat de kinderen tot den arbeid toe wanneer zij den leeftijd van 12 jaren bereikt hebben, wil voorts bepaald hebben, welke arbeid onvoorwaardelijk aan de 12- tot 16jarigen verboden zal worden en tot welken arbeid zy alleen onder zekere voorwaarden zullen worden toegelaten en stelt ten slotte den werktijd vast naar gelang van den leeftijd. De dagelijksche werktijd zal in geen geval langer mogen duren dan 6 uren voor de 12jarigen 7 uren voor de 13jarigen 8 uren voor de ldjarigen 9 uren voor de lójarigen. Tegen deze regeling nu zijn van verschillende zijden bezwaren ingebracht. Het wetsvoorstel heeft ten doel, „overmatigen arbeid en verwaarloozing van kinderen" tegen te gaan. Uit muntend maar op welke wijze wordt tegen verwaar- loozino' gewaakt In een adres van de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Enschede aau de Tweede Kamer wordt te recht de vraag gedaan, hoe de 12jarige knaap den dag zal doorbrengen, wanneer hij niet langer dan 6 uren werken mag. Zij wijst op de leerlingen van hoogere burgerscholen en gymnasiën van 12- tot löjarigen leeftijd, van wie veel inspanning wordt ge vorderd en Oeweert datofschoon die inspanning van een anderen aard iazij van de gezondheid in het weerstandsvermogen meer eischt dan het werk dat in de fabiieken te Enschede van weversleerlingen wordt gevergd. Inderdaad kan geen waarheid ontzegd worden aan de volgende opmerking: „Nog is opmerkelijk, dat de Regeering het heil van kinderen van het volk zoekt in weinig werk ei. afgid ledigen tijd. Dat onderwijs dien ledigen tijd zal aanvullen wordt met weinig ver wachting wel gehooptdoch daarvoor wordt niet ge zorgd. Waar zoude, bij onze inrichtingen van onderwijs, de gelegenheid om ook aan de oudere kinderen nog onderwijs te verstrekken in eens vandaan komen Daarentegen vreest de meer ontwikkelde klasse niets meer dan gebrek aan bezigheid aan werk bij hare kinderen. Bij deze wordt ledigheid als de bron van alle kwaad geschuwd." Evenzoo zal de juistheid erkend moeten worden van de volgende bemerking „De ar beid van het kind moet niet ingekrompen worden alleen met het doel dat het weinig zal werken neen men zorge dat het kind niet gebruikt worde voor arbeid die ongeschikt of te zwaar is voor zijne krachten of gezondheid," en de Kamer van Koophandel beroept zich op de door haar verkregen jjervaring„dat licht voor den leeftijd en de krachten geëigend werk ook door kinderen vrij langen tijd en geregeld kan verricht worden, zonder nadeel voor de gezondheid en de ont wikkeling" Daarenboven moet de arbeid in de fabrieken onverpoosd worden voortgezet. Werktuig, drijfkracht, lokaal kan niet den halven dag ongebruikt staan. In sommige gevallen zouden twee partijen van kinderen elkander kunnen aflossen maar niet in elke fabriek schijnt dit middel uitvoerbaar te zijn. Vrij algemeen wordt dan ook de bepaling van den werktijd zooals die in het wetsontwerp wordt voorge- steld afgekeurd en de voorkeur gegeven aan een be perking van den werktijd voor alle kindereu tusschen 12 en 16 jaren tot 8 9 of 10 uren daags. Het Alge meen Nederlandsch Werklieden-Verbond wenscht den werktijd op ten hoogste 8 uren bepaald te zien en rekent daarbij op het bezoeken van een herhaling- industrie-, teeken- of burgeravondschool van 710 uren 's avonds. De Kamer van Koophandel en Fabrieken tc Enschede zou wenschen dat de werktijd vooreerst onbepaald bleef en acht een werktijd van 10 uren niet te lang. De Kamer te Hengelo zou den werktijd voor de 12- tot 16jarigen wel in de wet bepaald willen hebben maar voor allen op ten hoogste 10 uren. Het hoofdbestuur der Vereeniging tot bevordering van fa briek- en handwerksnijverheid „erkent dat in de bepalinggvan een verschillenden arbeidsduur voor ver schillende leeftijden een bezwaar voor sommige fabrikan ten kan gelegen zijn en zou dan ook niet ongeneigd zijnaan eene meer eenvormige bepaling van den arbeidsduur de voorkeur te geven." Dr. Coroneleen vurig voorstander van het wetsvoorsteleindigt zijne beschouwingen omtrent dit punt aldus: „Misschien is de verdeeliug van 8 en 10 uren effectieven arbeid voorhands de meest practische weg, wellicht is het nog voorzichtiger een tijd en wel van 9 uren effectie ven arbeid aan te nemen. Want welke tijdsbepaling men ook vaststelt ze zal altijd sommigen onbevredigd laten. De ervaring zai nu moeten leeren of de ge stelde te veel inbreuk maakt op de gezondheid der kinderen of te veel indruischt tegen de regeling der werk plaats. Een werktijd voor allen heeft bovendien dit voordeeldat de controle er des te gemakkelijker door wordtwant elke bepaling die het prestige van een wet in gevaar kan brengen daaruit te weren ;s een groote winst. Alinea '3 van art. 7 en alinea 1 van art. 10 geven den minister met de uitvoering der wet belastgenoegzame waarborgen om te waken dat geen kind door overmatigen of schadelijken arbeid misbruikt wordt." Zoo is het inderdaad. In die artikelen wordt aan de Regeering de bevoegdheid verleend om van sommige voorschriften der wet afwijking toe te staan en den inspecteurs het recht gegeven om bij twijfel of eenige overigens geoorloofde arbeid voor een kind te zwaar is de beslissing van een geneeskundige in te roepen. Tot nog toe hebben wij geen bijzonder toezicht op den kinderarbeidgeen inspecteurs wier voorlichting ons den weg kan wijzen wij zullen niet te veel moeten regelenniet voor eiken leeftijd den arbeid op een enkel uur moeten bepalen maar liever afwachten wat ons het toezicht der ambtenaren zal leeren, wien deze belangrijke taak zal worden toevertrouwd. Onze wet geving op den kinderarbeid moet worden aangevuld en vollediger gemaakt, naar mate de behoette zal blijken. Daaraan moet, op het voetspoor van Engeland, voort durend met beleid en voorzichtigheid worden gearbe d. De instelling van inspecteurs en adjunct-inspecteurs is op zich zelve reeds een belangrijke en wenschelijke zaak en algemeene instemming moge verwerven wat Dr. Coronel over hen schrijft: „Van hun beleid hangt voor een goed deel de goede handhaving der eventuëele wet afop hunne inzichten en ervaring afgaandezal de Regeering kunnen voortbouwen op hechtere grond- 2) „De oude bron leeft nog," merkte Kornely op, een kort eind tegen den heuvel op vooruitloopende. Daar ontdeden zij zich van hun last en tegenover el kander op het gras plaats nemende schikte Kornely de eenvoudige spijzen terwijl Dick voor een spaarzaam vlietende bronader met zijn mes een bekken groef, waarin zich spoedig koelhelder water verzamelde. „Er gaat niets boven goede ondervinding merkte de oude vrouw op, terwijl zij, om zich tegen de zon nestralen te beschutten haar breedgeranden strooien hoed een weinig dieper in de oogen trok en met den blikken beker water schepte. „Duivelspoel noemen de lieden deze plek en zij hebben gelijk. Men zou even goed warm spoelwater kunnen drinken als uit die gistende poelen daar ginds. Iemand die deze bron niet kent, zou schier versmachten van dorst. Boven dien laat de zon zich hier ook niet onbetuigd." „Gij hadt liever te paard moeten gaanantwoordde Dick vriendelijk. „Alsof mijne voeten niet zooveel waard waren als de uwen," was het op goedigen toon gegeven antwoord, „en bovendien Dick had ik er ook mijne redenen voor. Gij hebt de Winslows gezien?" „Duidelijk moeder twee wagens met paarden be spannen en een anderhalf dozijn runderen. Zij vorder den vrij langzaam zij kunnen intusschen in een uur hier zijn. Ook zag ik nog een ruiter voordat ik uit den boom kwam of het een man of eene vrouw was, heb ik niet kunnen uitmaken." „Doet er niet toe Dick een ander dan Winslow kiest zijn weg niet naar den Duivelspoel en dag en nur komen ook overeen." „Wat moet er toch met de Winslows gebeuren? Schijnt het geen raadseldat wij hen juist hier moeten ontmoeten. Er zijn toch nog plaatsen genoeg, die met goed gras helderder water en een beetje schaduw een betere gelegenheid aanbieden om een kamp op te slaan. Ik hoorde bovendien te voren nooit van hen." „Dan zal ik u des te meer van hen vertellen," ant woordde Kornely en baar gelaat kreeg eene nog strenger uitdrukking „en juist hier, waar wij geheel alleen zijn. Uwe broeders behoeven het niet te weten, die zijn nog te jong en hebben er daarom toch nog geen begrip van." Zij zweeg eenige oogenblikken terwijl zij met de zware wenkbrauwen sterk samengetrokken strak op het gras keek daarop streek zij zich met een haastige beweging het sterk grijzende haar van hare slapen en vervolgde zichtbaar verruimd „Ik hoopte dat ik nooit weder van den man zou hooren en had dus geen redenom zijn naam te noe men. Ik zon hem zelfs geheel hebben vergetenindien ik niet voor veertien dagen een schrijven van hem ontvangen had. Maar lees zelf," en een toegevouwen papier uit de zak halende reikte zij bet haren zoon toe, „ja, lees, maar hardop, opdat ik het ook nog eens hoore." Dick maakte den brief open en begon nadat hij hem eenige oogenblikken bekeken had vrij langzaam te lezen „Kornely, mijn eigendommen heb ik verkocht en nu ben ik van plan om mijn geluk in Galifornië te beproeven. Binnen enkele dagen breek ik met de mijnen van hier op, om, naar het noorden trekkende, den emigrantenweg te bereiken. Ik zal een omweg nemen om indien het u goed is, elkander nog eens en zeker wel voor de laatste maal terug te zien. Daar ik niet weet hoe gij er over denktblijf ik buiten uw huis. Daarentegen wil ik een twee ook drie dagen bij den Duivelspoel mijne tenten opslaan en u of bericht van u afwachten. Waarom ik juist den Duivelspoel kiesweet gij het best. Achter ons beiden ligt een lange tijd van zwaren en moeitevollen arbeid en voor onze kinderen ware het wel te wen schen dat zij zich iets minder behoefden in te span nen. Het ligt in uw machtom dat te bewerkstel ligen. Kom dus en verzoen n met mij. Ben ik een maal in Californië of heeft de dood een van ons weggeruktdan is het te laat. Ik bereken mijne dagreizen nauwkeurig en ik beloof u dat ik den 10 Juni bij den Duivelspoel zal komen. Schroomt gij om mij te ontmoeten zendt mij dan een uwer zonen en ik weet, dat gij er drie hebt met eene goede boodschap. Of gij tegenwoordig zijt of niet als rechtschapen man en christen zal ik de verdee ling eerlijk doen plaats hebben. Moge uw hart ter wille van onze kinderen zachter worden gestemd. WINSLOW." „Ik zou schroomen om hem te ontmoetenzeide Kornely met een ruwe lach zij zag Dick in de oogen, die haar met verbazing aankeek en op schijnbaar on- bezorgden toonvoegde zij er bij gij hebt gelijk mijn jongen om u over al die raadselen te verwonde ren. Maar voordat wij van hier gaan weet gij alles en dan wil ik van u hooren of gij oordeelt als een echte zoon uws vaders." „Raadselachtig inderdaad moeder antwoordde de jonge man eerbiedig ofschoon iedere trek van zijn knap gelaat gespannen nieuwsgierigheid verried, „en wanneer er geheimen zijn wat heeft dan jde Duivelspoel daar mede te maken „Veel zeer veel was het antwoord „het meeste zelfs maar luister „Ik was eens een jong schoon meisje de menschen beweerden het ten minste toen maals en ik behoef mij niet te schamen om tegen over mijn eigen zoon daarvoor uit te komen. Van mijne ouders weet gij volstrekt niets" af althans zeer weinig. Zij woonden in den Staat Illinois en ik was hun eenig kind. Zij bezaten een wel kleinemaar rente- gevende hoeve en daar zij zeer spaarzaam huishielden

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1882 | | pagina 1