No. 148. Vier en tachtigste Jaargang. 1882. Zij, die zich met 1 Januari a.s. op ons blad abonneerenontvangen de tot dien datum verschijnende nummers gratis. Engeland aan den Nijl. FEUILLETON. WOENSDAG 13 DECEMBER. DE SCHAT VAN DEN DUIVELSPOEL. Prijs der gewone Advertentiën ©Uiciceï (Scheelte. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1, De 3 nummers 0.06. Van 15 regels ƒ0,75; iedere regel meer ƒ0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON PROVINCIE NOORDHOLLAND. AAABG8TEDING1 Op Donderdagden 2 L December 1882 des voormiddags ten elf ure, zal aan het lokaal van het provinciaal bestuur van Noordholland, te Haarlem, voor rekeniug van de gemeente Texelbij enkele inschrijving worden aanbesteed Het driejarig onderhoud van de haven be oosten het Oude Schild op Texelloopende van 1 Januari 1883 tot 31 December 1885. De bestekken zijn, tegen betaling van 20 cents per exemplaar, verkrijgbaar aan het lokaal van het Provinciaal bestuur voor noemd, aan het bureau voor buitenlandsche paspoorten, op den O. Z Achterburgwaltegenover het Walepleint je Ie Amster dam en ter Se -retarie van de gemeente Texel. Nadere inlichtingen kunnen worden verkregen bij den Hoofd ingenieur van den Rijks waterstaat te Haarlem bij den Inge nieur J. W. WELCKSR te Alkmaar en bij den Opzichter L. KOOT te Helder. P O L I C I E. Ter terugbekoming is aan het Commissariaat van Polieie het volcende gevondene voorhandeneen paar gouden hangers met bloedkoralen, een griffelkoker, een paar kinder-pantoffels zeven manden en een pakje z kken, een wollen kap, een schotsch oorbelletje, een witte biljartbal, een metalen kruisje, twee portemonnaies met eenig geld een berlinzilveren parapluieknop, eenige handschoenen, een notitiehoekje van een schipper, een wandelstokeen wiel van een kinderwagen. Lijst van brieven, waaran de geadresseerden onbekend zijn verzonden gedurende de le. helft der maand November 1882. Wed. L. Dekker, Anna PmilownapolderJ. S. Corins 's Gravenbage; BlaauboerTexel. Uit Egmond aandenHoeL Mej. M. Wittenberg, Amsterdam. Egmond aan Zee; G. Conijn, Hilversum. n Koedijk G. Buikeveld E. BeenEnter. Briefkaarten: Wed. J. van Zijp, Amsterdam; Hazel- zet Co., 's Grevenhage. Arabi heeft te recht gestaan, maarniet wegens eenig aandeel in de moorden en de brandstichtingen te Alexandrië. Daarvoor bestonden geen termen. Hij beeft erkend schuldig te zijn aan opstand tegen den Khediveen is daarop terstond ter dood veroordeeld, maar even spoedig is dat vonnis veranderd in levens lange ballingschap buiten Egypte. En met die schrale berichten moet zich de nieuwsgierigheid tevreden stel len, die meende den «luier te zullen zien opheffen van zooveel waaromtrent wij gissen en vermoedenmaar waarvan wij niets met zekerheid weten Op welken voet stond Arabi met den Sultan van Turkije? Heeft hij gehandeld in overleg met, misschien zelfs met goed keuring van den Sultan Daarvan hooren wij niets en juist daarvan zouden wij zoo gaarne veel hebben vernomen. Engeland heeft het blijkbaar niet raadzaam geoordeeld deze zaken publiek te maken. Inderdaad indien het waar is, dat de Sultan de hand heeft gehad in den opstand tegen den Khedive, Eugelands houding zou er slechts te meer door bemoeilijkt worden wan neer die waarheid aan het licht kwam. Het kan op dit oogenblik geen moeilijkheden met Turkije wenschen. Het kan niet verlangen dat onthullingen van dezen aard, de groote mogendheden thans in beroering bren gen en wellicht aanleiding geven om het oostersche vraagstuk opnieuw onder de aandacht en op den voor grond te stellen. Is de Sultan niet zonder schuld, het v bezit van dit geheim en van ae bewijzen is voor Enge- land voldoende, en kan een groote kracht zijn tegen over de Porte. En indien eens de houding van den Khedive er niet bij winnen zon, als al zijn handelingen openbaar werden, - ook dit ban Engeland niet wen schen zoolang het voortgaat den Khedive te hand haven als regeerend vorst onder Engelsche voogdij. Engeland heeft vooreerst in Egypte genoeg te doen om van alle nieuwe verwikkelingen afkeerig te zijn. Het heeft de toekomst van dit arme land in handen op welke wijze zal het van zi)n macht gebruik maken? Daarvan schijnt Arabi de beste verwachtingen te hebben. Zijn opstand was tegen den Khedive en tegen diens bestuur gericht. Engeland heeft dat niet gewild, en het was dwaasheid zich tegen Engeland te verzet ten; maar thans is Engeland meester van Egypte, Enge land alleen niet in bondgenootschap met Frankrijk en \rabi schijnt de hoop te voeden dat de Britten thans zullen doen wat bij niet heeft kunnen volbren gen. Toen Orsini na den aanslag op Napoleon III ter dood was veroordeeldheeft hij den Keizer een brief geschreven waarin hij hem aanspoorde Italië te bevrijden. Dat testament van Orsini is niet zonder uitwerking gebleven. Ook Arabi heeft een brief aan de Times gericht, dien men zijn politiek testament zou kunnen noemen. Daarin dankt hij zijn verdediger voor den raad om zich schuldig te bekennen aan opstand tegen den Khedive; maar de tijd zal komen, beweert hij dat men in Engeland anders over hem zal oor- deelen dan thans en zijn gedrag zal billijken en ge rechtvaardigd achten. Indien Engeland zijn taak ver vult en Egypte aan de Egypteuaren teruggeeft wat ook hij Arabiheeft getracht te doen don zal het aan de wereld toonen schrijft hij, wat het plan en de bedoeling is geweest van den rebel, den zoon van den Egyptischen fellah die alleen heeft gehandeld in het belang van zijn geliefd vaderland. Zijn ongeluk zal Egypte ten goede komen. Hij verlaat zijn geboorteland in de vaste overtuiging, dat de rechtvaardigheid zijner zaak meer en meer zal blijken en Engeland nimmer berouw zal hebben over de edelmoedigheid aan den overwonnen vijand betoond ja hem eenmaal zal ver gunnen naar zijn vaderland terug te keeren om met eigen oogen de vruchten van het werk der bevrediging en beschaving te aanschouwen- Merkwaardige brief van een ter dood veroordeelde maar begenadigde in zijn gevangenis te Cairo geschre ven Is dit alles komediespel en ijdele vertooning Is de brief geschreven onder Engelschen invloed misschien op raad van deuzeifden verdediger die heen aanspoorde zich zeiven schuldig te verklaren? Wie zal het uitmaken? Voor het oogenblik moeten wij ons bepalen tot de vrr.agof er grond bestaat dat deze ernstige of voorgewende verwachting van Arabi verwe zenlijkt zal worden En waarom niet? Wij beginnen met te erkennen dat ons geloof in Engelands onbaat zuchtigheid niet groot genoeg is om te kunnen aanne men dat de tocht naar Egypte geen ander doel had dan om het land van militair despotisme of regeering- loosheid te redden, geen ander doel dan de bevrediging van Egypte zelf. Wij gelooven integendeel dat Engeland deze gelegenheid heeft waargenomen om vóór alle andere mogendheden het Suez-Kanaal en het land door welks gebied het loopt in be;it te nemen en zich daar een overwegenden invloed te verzekeren. Thans is het alleen meester ain den Nijl, Frankrijk is op zijdo go- schoven en Europa zal ongetwijfeld later zoo al niet Engelands handelingen in Egypte goedkeuren althans er in berusten. Maar wat niet het doel eener hande ling waskan toch gevolg zijn. Als Engeland meester is van den nieuwen weg naar Indiëheeft het alles wat het voor zich in Egypte verlangt. Het behoeft geen verder voordeel uit het land te trekken. Het heeft er volstrekt geen belang bij, aan het volk een slechto regeering te bezorgen die het uitput verarmt en ou- tevreden maakthet kan er niet bij winnen, het land over te leveren aan Turksche pacha's die azen op hooge posten of aan Oostersche en Europeesche ge lukzoekers die er alleen op uit zijn om zich ten koste van Fellahs te verrijken. Integendeelwanneer het er in slaagt aan rechtmatige grieven en di9 zijn er te gemoet te komen en de welvaart des lands te ver- hoogenindien het er in slaagtdoor een einde te maken aan de bevoorrechting der vreemdelingen bj het vervuilen van betrekkingen en de bezoldiging der door hen bekleede posten de verbittering der bevolking te doen afnemen en verdwijnen indien daardoor rust en vrede in het land beginnen te heerschen, zal het over wicht van Engeland er des te grooter zijn invioed sterker, zijn gezag zoo goed als onbetwist worden. Aan Europeesch toezichtEuropeesche leiding en voogdij heeft het land ontegenzeggelijk behoefte. Ook Arabi heeft steeds ontkend dat het zijn doel was zich daaraan geheel te onttrekken. Waarschijnlijk heeft hij zich aan vankelijk voorgesteld dat Europa geen partij zou kiezen tusschen hem en den regeeringspartij maar van den 6) III. Zoolang was met geen woord met geen gebaar zelfs een groet gewisseld. Want terwijl Kornely de jonge vreemdelinge bij hare meisjesachtig zorgelooze wijze van doen ernstig en onderzoekend beschouwde, waren Dick's oogen op haar gericht, met eene uitdrukking, alsof hij zijne zintuigen niet vertrouwen kon. Hij schrikte bijna, toen zij eindelijk met een vroolijk „Zoo," haar gelaat eerst naar hem en toen naar zijne moeder richtte en daarna levendig vervolgde: „Nu zal ik er wel goed genoeg uitzien om u mijnen groet te kunnen bren gen en zij reikte Kornely de hand „dat was een rit maar het zou mij niet verwonderen of ik zag de eerwaarde rnrs Kornely voor mij." „En mij zou het niet verwonderen of mr. Winslow heeft zijne dochter vooruitgezonden om bij den Dui- velspoel oude bekenden optezoeken antwoordde Kor nely ontevreden alsof de aanblik van het meisje som bere misschien gehate herinneringen bij baar opwekte, en zijne dochter moet gij zijn met die oogen en den trotschen trek om den mond." „Zijne 6igen dochter Ivate stemde zij vroolijk toe, „maar gezonden heeft hij mij nietneenmet de wa gens en de runderen ging het mij te langzaam, en toen ik voorsloeg om vooruit te rijden vroeg hij mij om te zien of rars. Watson hier reeds was, ofschoon hij het niet geloofde. Gij zijt evenwel hier en deze gentle man is zeker een van uwe zoons en onbeschroomd nam zij den ffinken jongen man op. „Mijn zoon l'ick," antwoordde Kornely, de wenk brauwen een weinig rueer samentrekkende „zulk een trouwe zoon als er ooit een zijne moeder het leven verlichtte," „Dick dus nam Kate snel weder het woord en nu stak zij ook hem de hand toe„welnuDick maak dan ook mij het leven iets lichter, ontzadel mijn paard en breng hem naar eene goede drinkplaats. Ik zal zoo lang uw plaats hier op het gras innemen dat is te zeggenwanneer gij het goedvindtmrs. Watson want het kan nog wel een half uur duren voordat vader hier komt." „De prairie staat voor iedereen open kwam het mokkend van Kornely's lippen „en indien het u be haagt om juist hier te gaan rusten kan niemand u dat beletten. Hebt gij dorstschep dan naar hartelust uit die bron hebt gij honger, maak gebruik van bet geen wij hebben.'' Kate ging zonder verdere complimenten zitten. Zij wierp een vluchtigen blik op haar paardwaarmede Dick ijverig bezig was en keerde zich daarop weder tot de oude vrouw. „De lange warme rit heeft mij hongerig maar nog meer dorstig gemaaktzeide zij vertrouwelijk alsof zij tot oude bekenden sprak gij zult mij dus niet te vergeefs hebben uitgenoodigd." Een seconde keek zij scherp in het gerimpelde gelaat tegen over haar en lachte hartelijk. Kornely fronste de wenkbrauwen. „Gij schijnt in uw leven nog niet veel droevige dagen te hebben gehad merkte zij ruw op. „Ja zekerzeer droevigewas het eenigzins ern stiger antwoord, „maar om mij daardoor ook de vroolijke te laten bederven neen dat ligt niet in mijn aard. Ook lachte ik maar niet zoo zonder rede." „Wat gaf u daartoe dan aanleiding?" „Nu, ik wil het u wel zeggen. Vader gaf mij den raad wanneer ik mrs Watson bij den Duivelspoel ont moette om mijn bewegelijke tong wat in toom te houden want dat zij altijd eene zeer deftige dame was geweest. Ik kon dus niets aniers denken dan iemand te zullen vindendie mij vrees inboezemde nu ik u echter goed in de oogen zag, ontdekte ik plotseling zulk een goedoud gezicht" en met de laatste woorden reikte zij over het smalle water heen de vrouw andermaal de hand. Deze vertrok geen spier van haar gelaat. De vertrou welijke bekentenis scheen haar zelfs te mishagen. Doch plotseling keerde zij de handdie nog in de hare rustte om terwijl zij de binnenzijde daarvan opmerk zaam beschouwde en met de duimen beproelde. „Ik geloof wezenlijk dat gij werken geleerd hebt zeide zij op vriendelijker toon dan misschien in hare bedoeling lag. „Mijne ouders lieten mij geen gras onder de voeten groeien verklaarde Kate met zelfbewustzijn „zij gin gen steeds uit van het denkbeelddat eene flinke werkkracht voor een farmer van meer waarde isdan vele duizend dollars en een farmer zal het toch wel zijn met wien ik vroeg of laat trouw." „Hebt gij er reeds een uitgezocht?" Kate trok spottend de lippen op en antwoordde onbeschroomd „Wel had ik er reeds menigeen kunnen krijgen, maar van aldegenen die mij zoovele schoone woorden toe fluisterden beviel er mij niet eenten minste niet zoo, dat ik hem tot man wilde hebben. Neen, neen, xurs Watson, den man, dien ik eens zal toebehooren, moet ik al zeer, zeer goed mogen lijden, zoo goed, dat ik met vreugde tienmaal mijn leven voor hem zou ge ven maar wat smaakt uw maïsbrood goed Dat moet een kundige hand gekneed en met wat tarwemeel ver mengd hebben." Kornely's gelaat was reeds minder streng, toen zij antwoordde „Jazeker met tarwemeel anders zou het zoo los zijn dat het in de handen verkrummelde." Kate wierp een vroolijken blik om zich heen alsof zij naar een nieuw voorwerp zocht voor eene opmer king van meer ernstigen aard. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1882 | | pagina 1