No. 153. Vier en tachtigste Jaargang. 1882. Wegens het Kerstfeest zal Dins dagavond (j E E Courant ver- sclijjnen. Het eindigend jaar. ZONDAG 24 DECEMBE R. »E SCHAT VAN KEN DUIVELSPOEU. Prijs der gewone Advertentiën Dit nummer bestaal uit twee bladen. EERSTE BLAD. De Uitgevers dezer Courantstel len, even als het vorige jaar, de gelegenheid open tot het plaatsen van Nieuwjaarswenschen in dit blad. De prys eener zoodanige ad vertentie van 5 regels is f 0,25 a contant, iedere regel meer 5 ct eicel (*5cï>cclte. BBondenltelasting. ui ALK1IAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegoven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar 0,80franco door het gebeele Rijk f 1, De 3 nummers O 06. Van 15 regels f 0,75; iedere regel meer ƒ0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON VERGADERING van den RAAD der gemeente ALK MAAR, op Woensdag 27 'December, des namiddags te twee ure. Namens den Voorzitter van den Raad, De Secretaris NU HOUT VAN DER VEEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter algemeene kennis, dat met 1 Januari 1883 in wer king treedt dc op 20 September 1882 vastgestelde verordening op de beffing eener belasting op de honden, bepalende a. de belasting bedraagt, drie gulden per jaar voor eiken hond, uitgezonderd die, uitsluitend gehouden ten dienste van den landbouw of eenig hedrijf vao nijverheid of ter bewaking van gebouwen, erven of vaartuigen, waarvoor f 1,50 wordt be taald, zullende voor bonden, ter bewaking van gebouwen erven of vaartuigen voor de toepassing dezer verordening alleen gehouden worden die, welke het gebouw, erf of vaar tuig niet verlaten; b. de belasting is verschuldigd door bendie in de gemeente hun hoofdverblijf hebben of er drie maanden van het j aar verblijven en binnen de gemeente bonden bezitten of houden. Het hoofd van het gezin is aansprakelijk voor de belasting der bonden, aan een der leden van net gezin toebehoorende. Personen, bij anderen inwonende, zonder deel uit te maken van hun gezin, zijn zeiven aansprakelijk voor de betasting hunner bonden. c. de belasting is niet verschuldigd 1. voor bonden, boven bet, getal van twee, toebehoorende aan of gehouden door kooplieden in honden om daarmede handel te drijven, mits die kooplieden als zoodanig van patent voor zien zijn en die honden op den openbaren weg aan een touw of ketting geleid worden; 2. voor honden, op vaartuigen of op andere wijze op het grond gebied der gemeente gekomen, waarvan de eigenaars of hou ders geene ingezetenen der gemeente zijn of daarin minder dan eene maand van het dienstjaar verblijf houden; 3. voor honden, beneden den leeftijd van drie maanden. Zijnde bij de verordening op de invordering dier belasting o. a. bepaatd dat a. ieder eigenaar, bezitter of houder van een of meer aan de belasting onderworpen honden verplicht is, daarvan jaarlijks vóór 31 Januari ten kantore van den gemeente-ontvanger aangifte te doen. Die aangifte geschiedt door de inlevering van een behoor lijk ingevuld en door den belastingschuldige onderteekend biljet, kosteloos ten kantore voormeld verkrijgbaar. De betaling der belasting geschiedt dadelijk bij de aangifte tegen kwitantie, onverminderd hrt recht om, zoo de aangifte later onjuist bevonden wordt, herziening te doen plaats bebben. 4. De aangifte en betaling wegens bonden, na 31 Januari ver kregen. geschiedt binnen acht dagen na het verkrijgen. Die van honden, binnen het belastingjaar geboren, geschiedt (in den loop der vierde maand na de geboorte. e. Bij de betaling wordt door of namens den gemeente-ontvan ger kosteloos voor eiken hond een metalen kenteeken uitge reikt volgens een door Burgemeester en Wethouders vast te stellen model, waarop het wapen der gemeente, het jaar waar voor het uitgereikt wordt en een doorloapend volgnummer moet zijn uitgedrukt. Het heeft eene afzonderlijke kleur voor elk der in artikel 1 der verordening tot heffing der belasting vermelde twee klassen van belasting. Dit kenteeken wordt zichtbaar gedragen om den hals. d. Alle honden welkeniet voorzien van het bij art. 4 dezer verordening voorgeschreden kenteeken, worden aangetroffen en waarvan de eigenaars onbekend zijn worden ter beschik king der politie gesteld. Burgemeester en Wethouders deelen mede, dat de biljetten voor de aangifte van konden van af heden steeds ten kantore van den gemeente-ontvanger kosteloos verkrijgbaar zijn. Burgemeester en Wethouders vooornemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 19 Dec. 1882. De Secretaris. NUHOUT VAN DER VEEN. P O L I C I E. Ter terugbekoming is aan het Commissariaat van Polieie bet volgende gevondene voorhanden; eene zilveren tabaksdoos, een knipmes, een springtouw, een huissleutel, een mahoniehouten breibakje, een mandje waarin kleedingstukken enz., een protest, kerkboek, eene lap bruine kleedjesstofeen koper gewicht, drie witte zakdoeken en twee theedoekjeseen zwart gebreid vest, eenige handschoenen en een klein voshondje. Indien men en met rechtde zon aanneemt als het beeld van leven, licht, warmte, blijdschap en geluk, dan zal het oordeel over het ten einde spoedend jaar 1882 niet gunstig kunnen zijn. De zon vertoonde zich slechts zelden in volle helderheid; het is een jaar geweest van wolken, mist en nevel. In ongewenschten over vloed stortten de regens op het aardrijk neer, in wilde, verwoestende vaart snelden de bergstroomen naar de dalen en hoog zwol'en de rivieren. Talrijk waren de noodlottige tijdingen van overstroomingen van door braak en watersnood en van den jammer en de ellende, door de over dijken en dammen zegevierende wateren veroorzaakt. Zwaar werden vele streken geteisterd. Wegen en bruggen spoordijken buizen en hutten de vrucht van de vlijt en volharding der menschen, werden vernieldvruchtbare velden verwoesten bij ettelijke milüoenen moest de schade berekend worden Eenige minuten later waren de beide jongelieden hen genaderd. Hunne lachende gezichtenhunne vroolijke opmerkingen maakten het Winslow gemakke lijk, om weder geheel meester van zich zelf te worden; terwijl Kornely geen oogenblik haar strenge ernst ver loor. Eerst toen men zich gereed maakte, om afscheid te nemen, Kate nog eens voor haar kwam staan en, evenals bij de bron beide handen haar op de wangen legdekwam er een welwillend lachje op hare harde trekken maar op eene wijze alsof zij het vroolijke meisje daarmede slechts een dienst had willen bewijzen. „Goede mrs. Kornelyklonk het op hartelijken toon van Kate's frisscbe lippen, en hare lachende don kere kijkers keek diep in Kornely's groote blauwe oogen, „tot morgen dus. Dan zijn wij echter reeds oude vrien den en dan zult gij niet meer zoo boos kijken.'' „Kom kom," vermaande Winslow die vreesde, dat Kornely die liefkozingen zouden mishagen; „kom, kind, morgen vroeg breken wij op. Bezoekt msr. Watson ons dan geschiedt dat op eene halve dagreis verder op een vriendelijker plek dan de Duivelspoel." „Het iszooals uw vader zegt," voegde Kornely daarbij, „indien ik u nog bezoek, zal het op eene andere plek zijn." Een seconde liet zij haar hand op het hoofd van het lieve meisje rusten, eene seconde, die voor haar genoeg was, om het vriendelijke kind in stilte te zegenen, met haar zegen echter een vaarwel voor eeuwig te verbinden en Winslow vriendelijk toeknikkende, schreed zij voort. Dadelijk daarop was Dick aan hare zijde. Daar zij, als in gedachten verdiept, voor zich zag, waagde hij nietom het tilzwijgen te verbreken. Eerst toen uit de richting van het kamp een luid, door den afstand echter gedempt. „Tot morgen 1" klonk, dat hij op dezelfde wijze beantwoordde, meende hij, zijne moeders peinzen wel te mogen storen. „Morgen gaan wij er dus nog eens heen?" vroeg hij met eene verlegenheid, die anders niet in zijn aard lag. Kornely keek hem vorschend aaneerst na eenige oogenblikken antwoordde zij „Wij hebben hen voor eeuwig vaarwel gezegd." „Ik heb gemeend, haar te kunnen belooven dat wij ons bezoek zouden hervatten." „Aan wie klonk het scherp van Kornely's lippen. „Aan Kate toen wij samen wandelden." „Daarloe hadt gij geen recht. Nu gij het echter gedaan hebt, en wij komen niet, dan weet Kate wel, dat gij niet verantwoordelijk daarvoor zijt." „Heeft zij u gekrenkt moeder antwoordde Dick levendig„waren hare liefkozingen u onaangenaam Het ligt in haar aard zij kan niet anders het is ver wonderlijk." „Gekrenkt heeft mij niemand ten minste niet dat schuldeloos kind, en meer dan een half kind is zij niet, ondanks hare twintig jaar. Menigeen wordt nooit ver standig." Een poos gingen zij zwijgend voortKornely schijn baar vertoornd Dick als in een droom. „Wat ik u heden vertelde, zult gij voor u houden," begon Kornely eindelijk weder „uwe broeders behoe ven het niet te weten. Ook u deelde ik het slechts mede opdat het u niet bevreemden zou dat ik met de Winslows niet omging als met andere menschen." „Dus is het geld ter sprake gekomen P" „Hoe kon dat anders In twee minuten was het uit gemaakt. leder weet nu waaraan hij zich eens voor goed te houden heeft." „Zette het geen kwaad bloed „Kwaad bloed heeft het niet gezetmaar het kan hier en daar door het hart gesneden hebben, als met een stomp mes." Na eene lange pauze begon Dick opnieuw: die door het alles overheerschende element werd aan gericht. Menschen kwamen om in den vloed van het vee eischte het water zijn schatting, en droevig liet de gespaarde en verarmde landzaat het oog weiden over zooveel vernielde welvaart. Stormen bebben gewoed over land en zee. In ons vaderland werd in de kust streek het teedere voorjaarsgroen reeds in zijn eerste ontwikkeling door den feilen wind gestuit, en bleef het geboomte het gansche jaar door de litteekenen van deze tuchtiging dragen. Ouze visschersvloot had zware ver liezen te lijden en de bemanning moest talrijke offers brengen aan de golven. Eu waar wij van schipbreuken spreken wie denkt daarbij niet met innig leedgevoel aan dien vreeselijken ramp die onze marine trofen die wij niet maar eenvoudig mogen toeschrijven aan de overmacht van wind en zee waar tegen menscüelijke voorzichtigheid en menschelijk beleid niets vermogen Wie denkt daarbij niet aan dien monitor, die, met een ongeoefenden commandant, ongeoefende officieren on voldoende vuurstokers en zonder bevoegden loodsop dien noodlottigen Juli-avond in het gezicht van Sche- veningen onderging in de worsteling met „slecht weer," tegenwind en vloedtij Wie denkt niet aan de 65 jonge mannen, die zich aan boord bevonden en van wie niet één behouden bleef? En niet zonder eenige bezorgd heid zal hij thans ook denken aan dat audere schip, dat, met het Nederlandsche contingent voor de Noord- pool-expeditie aan boord, het gebied van het ijs is bin- nengestoomd, en waarvan geen tijding is te wachten voor dat de lange noordsclie winter voorbij is. Wolken en nevelen zijn blijven hangen aan den poli- tieken hemel van raenigen staat en menig volk. Wat er dit jaar is omgegaan in de landen der Mohamme danen, schuilt voor een groot gedeelte nog in het duister. Met zenuwachtige haast roept de Sultan heden dezelfde mannen tot het hoogste gezag, die hij gisteren van zich joegmaar niemand weet welken weg hij gaat. Dit alleen komt helder aan den dagdat de band die de min of meer zelfstandig geworden deelen van zijn vroeger gebied met Konstantinopel vereenigde steeds losser wordt. Zal Rusland of Oostenrijk dat door Bosnië is binnengedrongen het rijkste gedeelte van den buit tot zich nemen Het is de roeping van Oostenrijk aldus predikt Strossmayer de beroemde Groatische bisschop het Slavische ras te beschermen te verheffen en te beschavenmaar zoo het van de slaven de dienaren wil maken van de Duitschers of de Hongaren, zal het bij hen weldra even gehaat zijn als de Turken. De bevolking aan den Donau en de Balkan heeft steeds getracht en tracht nog hulp te vinden bij Rus land omdat geen audere staat tot hulpbetoon bereid was maar zij is niet blind voor het gevaar van Rus sische overheersching. Zal Oostenrijk zich een zachter, vrijzinniger voogd toonen en daardoo" de bevolking on der zijn vanen lokken? De met geweld onderdrukte opstand in de bezette streken schijnt met te bewijzen, dat de van de heerschappij der Turken „bevrijden" met „Mijne hand zal verdorren, indien ik ooit de vingers naar de begraven schat uitstrek en mijn tong boven dien, indien ik nog een enkel woord om het bezit daarvan zal verspillen Maar Kate "Winslow had ik het wel gegund dat haar vader geholpen werd." „Waarom haar? Zij is niet beter, dan ieder ander lid dier familie „Dat zeide ik nietmoeder, maar om haar gaat het mij meer aan het hartomdat haar lachend gelaat en die moeielijke omstandigheden niet bij elkander passen." „Zij beklaagde zich bij u over haar lot; zij wist, dat gij het mij vertellen zoudt en hoopte, mij daardoor van meening te doen veranderen, en gij zijt daarop ingegaan." „Ik sprak niet over dingen die ik zelf ook niet gaarne hooren zou aanroeren. Zij klaagde ook niet Zij sprak over de reis naar Californië als over een pleizier- tochtje dat wekte mijn medelijden op. Ik wil het wel bekennen zij zweefde mij voor den geestweenend en handenwringend, wanneer in de wildernis in het verre westen een of andere ramp hare familie treft. „Zwakhoofden zijn hetdie alleen het slechte in de toekomst zien. Ieder mensch is zijn lot afgebakend en daaraan ontkomt hij niet. Den een treft liet zwaarder, den ander lichter, onbekommerd of het verdiend is of niet." Moeder en zoon gingen zwijgend en in zich zelf ge keerd in den stillen avond in het door de dauw be vochtigd gras voort. De ongewone bitterheid in Korne ly's stem en de hardheid van haar oordeel hadden den jongen man blijkbaar schuchter gemaakt. Het scheen hem onbegrijpelijk, dat zijn moeder, wier goedheid hij zoo menigmaal had leeren kennen in staat was om haar vijandschap van den vader op diens dochter over te brengen. Meer en meer hield hij zich daarom in zijn geest bezig met het onschuldige meisje dat met zoo weinig toegevendheid door zijne moeder beoordeeld werd meer en meer totdat hij eindelijk de lieve Kate voor zich meende te zien hare vroolijke stem meende te hoorenzich in haar lachende oogen meende te

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1882 | | pagina 1