No. 155. Vier en tachtigste Jaargang. 1882. Hceren Correspondenten worden uitgenoodigd, spoedig hunne reke ningen in te zenden. Geen nieuws onder de zon. FEUILLETON. ZONDAG 3S DECEMBER. Dit nummer bestaat uit twee bladen. EERSTE BLAD. DE SCHAT VAN DEN DUIVELSPOEL. Prijs der gewone Advertentiën <S)flficiêel (öebccltc. Nationale Militie K ALkMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1, De 3 nummers 0.06. Van 15 regels 0,75; iedere regel meer f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON Inschrijving op DINSDAG- en VRIJ DAG-A VOND, ineen locaal van het Raadhuis der gemeente Alkmaar, van 5 tot 7 uren, te weten den 2, 5, 9, 12 en 16 Januari 1883 en, bij wettige verhindering op die avonden, aan de gemeente-secretarie. Onderstaande personen worden verzocht zich ter gemeente secretarie aan te melden JAN TIJM, 1. w. Oude Niedorp; ANTJE ZOMERDIJK, 1. w. Zuid- en Noordschermer. SOLLICITANTEN naar de betrekking van ONDERWIJ ZERES aan de OPENBARE BURGERSCHOOL voor JON GENS en MEISJES te ALKMAAR, op t 650,jaarwedde, melden zich vóór 10 Januari e.k. onder overlegging van stuk ken bij het Gemeentebestuur aan. Wanneer wij nalezen wat wij in den aanvang van dit jaar over den algetneenen toestand in en buiten ons vaderland hebben geschreven ja zelfs wanneer wij onze beschouwingen bij het begin van de jaren 1881 en 1880 nog eens overzien dan treft het onshoe weinig er veranderd is en hoe veel wij bijna ongewij zigd uit die beschouwingen zouden kunnen overnemen om er het overzicht van het jaar 1882 mee te besluiten. Wat ons eigen land betreft, is het zeker nog al merk waardig, in het nummer van 1 Januari 1882 te lezen: „De belangrijkste verbeteringen waarop wij sinds jaren wachten zijn echter in het afgeioopen jaar niet tot stand gekomen. Onze belastingen zijn nog altijd dezelfdeons kiesrecht is onveranderd gebleven en onze militie en schutterij zijn nog even slecht berekend voor de taak die zij in oorlogstijd zuilen moeten vervullen." In het nummer van 8 Januari worden deze drie on derwerpen uitvoeriger besproken en de slotsom luidt „Wij hebben alzoo gezien dat de behandeling der gewichtigste zaken voor onze Regeering en Vertegen woordiging nog moet beginnen en dat voor twee der drie be'angrijkste onderwerpen de plannen der Regeering zelfs nog geen vasten vorm hebben aangenomen. On willekeurig is tevens geblekendat de moeilijkheden die daarbij te overwinnen zullen zijn, vooral niet gering zijn te achten. Wat zullen wij omtrent deze zaken kunnen schrijve^ bij het einde van dit jaar Helaas het/ antwoord staat reeds te lezen in ons nummer vau 24 December „Plannen tot verbetering zijn voorgesteld of beloofd, maar wie heeft vertrouwen in het slagen dezer pogingen, of durft voor-pellen wat de uitkomst zal zijn. De voor uitgang in den tijd van een jaar bestaat hierin dat er een wetsvoorstel tot censusverlaging is ingediend en dat de Minister van Financiën heeft beloofd weldra het eerste ontwerp te zullen indienen van de vele, die tot verbeteriug van ons belastingstelsel zullen moeten leiden. Wat de voorgestelde censusverlaging betreft weten wij daarenboven dat een beslissing spoedig zal moeten volgen en van hoeveel gewicht die beslissing zal zijn voor de voorstellen en plannen der Regeering op ander gebied ja voor haar eigen bestaan begrijpt ieder. Merkwaardig is niet minder wat wij lezen omtrent den toestand buiten onze grenzen in de overzichten bij het einde van vorige jarenbij voorbeeld van 1879. Wat er over de nihilisten in Rusland, over den Kei zer en het Russisch bestuur wordt gezegd zou even goed passen op den tegenwoordigen toestand als op dien van vóór drie jaren. Tegenover het buitenland schijnt alleen een minder oorlogszuchtige eeu rustiger geest te heerschen die zijn uitdrukking vindt in den nieuwen Minister van Buitenlandsche zaken von Giers. Naden laatsten oorlog zal een weinig rnst en onthouding dan ook niet anders dan gewenscht kunnen zijn voor het grootemaar daarom niet sterke en vooral niet rijke land. Dat evenwel van die rust gebruikt wordt ge maakt tot verbetering van den treurigen binnenland- schen toestand is tot nog toe niet gebleken. En wat is in Dnitsehtland veranderd sedert het einde van 1879 Even als vóór drie jaren missen de Mei- wetten de socialisten-wetten en de tarieven de hgil- zame gevolgen die er van voorspeld werden maar de Rijkskanselier blijft op het ingeslagen spoor doorgaan voor de groote Katholieke centrumpartij van tijd tot tijd zoo welwillend als van iemand die haren steun niet steeds kan ontberen verwacht kan worden, maar van de liberale beginselen afkeeriger dan ooit. Het jaar werd geopend met een plechtige verklaring van den Keizer in zijn hoedanigheid van Koning van Pruisen waarin hij nog eens de oude beginselen van het Pruisisch staatsrecht kort en duidelijk uiteenzette. De Koning schreef aan zijn Minister van Staat, dat het recht van den Souverein om het bestuur en de staatkunde des lands naar eigen overtuiging te regelen, door de Grond wet wel is beperktmaar niet afgeschaftdat de rech ten die de Grondwet aan den Souverein toekent, door hem en niet door zijn ministers worden uitgeoefend en dat de ambtenaren verplicht zijn de politiek van het koninklijk bewind zoowel bij de verkiezingen als bij andere gelegenheden te steunen. In Oostenrijk-Hongarije bleek de hand die de ver schillende volksstammen omsluit, slerk genoeg om onge legenheden te voorkomen en koudeu zelfs de plannen ten opzichte der bezette provineiën van het Turksche Rijk ondanks heftigen tegenstand volvoerd en de opstand gedempt wordenmaar de strijd om den voorrang tusschen DuitschersHongaren en Slaven bleef, nu eens meerdan weer minder openbaar even sterk voortwoeden ot voortsmeulen als vroeger. En wat zullen wij van Frankrijk zeggen? Op den eer sten Januari 1880 was de bevolking van Parijs voor het eerst sedert den val van het Keizerrijk getuige van een nieuwjaarsreceptie in vollen luister. In November van het vorige jaar had de President der Republiek ziju oificiëe) verblijf opnieuw te Parijs gevestigd en waren de Kamers van Versailles naar de hoofdstad terugge keerd. Gambetta reed op den nieuwjaarsdag als voor zitter van de Kamer der Afgevaardigden met zijn secre tarissen in een koets naar het Elysée omgeven door de beambten der Kamer in livrei en begeleid door een eskadron dragonders, en verwekte misschien voor het eerst een vrij algemeene, ofschoon dan ook kleingeestige ergenis bij de aristocraten wien deze „parvenu" in zulk een omgeving een nieuwe aanstoot wasbij de mannen van Belleville, die in al die pracht een onmiskenbaar teeken van verraad meenden te zien en in Let algemeen bij het Volk dat deze vertooning als een verloochening aanmerkte van de echt demo cratische staatsregeling. Wij weten hoe de ex-dictator later meer en meer de gunst zijner kiezers verloor hoe hij Minister-President werd en in het begin van het heden eindigend jaar ruim twee maandeu later moest aftreden. De maatregelen tot invoering van het leeken-onderwijs en tot hervorming van de rechterlijke machtwaarbij de onafzetbaarheid werd afgeschaft ziju ongetwijfeld volgens veler oordeel krachtig genoeg geweesttoch is de partij die dit alles onvoldoende acht vrij sterk en de partij die er onderdrukking en geweldpleging in ziet, niet zoozeer in de minderheid, dat er geen reden voor bezorgdheid zou behoeven te bestaan. In den laatsten tijd schijnen Regeering en Vertegenwoordiging dit duidelijker in te zien, en open baart zich eeu streven tot zekere gematigdheid, ook op het punt van den aanleg van openbare werken, en tot handhaving van bet bewindooi de Republiek aan geen nieuwe schokken en botsingen bloot te stellen. Wijsheid en bezadigdheid gepaard met doortastend krachtbetoon, waar het noodig is, mogen in het nieuwe jaar bet deel zijn van de regeerders der Republiek, en mogen in Engeland voortgaan voor Ierland de ellende te verminderen en die betere toekomst te doen aan vangen waarvan enkele teekenen zich thans schijnen voor te doen. Nieuws onder de zon was er weinig in het oude jaar verbetering van den toestand weinig of niet te bespeurenmogen wij bij het einde van het nieuwe betere dingen hebben te vermelden 13) En weder bleef Kate staan ongeloovig trachtte zij in Kornely's groote blauwe oogen te lezen wat deze aanleiding kon gegeven hebben tot de naar bare mee ning schertsende wending van het gesprek. Eensklaps uitte zij een heldere en luide lach; maar het was te zien, dat zij daarachter een gevoel van verlegenheid trachtte te verbergen betgeen Kornely niet ontging onwillekeu rig knikte deze goedkeurend met het boofd. „Lieve mrs. Kornely," riep Kate uit en zij wist niet, waarom zij de harde hand der oude vrouw vaster drukte„waarom vraagt gij naar dingen die noch mij noch Dick ooit in het hoofd zijn gekomen „AntwoordKateantwoord m\j in vertrouwen zeide Kornely, met innig genoegen het lieve nu gloeiende gelaat opmerkzaam beschouwende. Kate boog een weinig bet hoofd als om nateden- ken. Om hare lippen speelde echter voortdurend het eigenaardige lachje dat onwillekeurig ieders hart moest winnen. Plotseling keek zij op. Bij het kinderlijk lachje had zich eene uitdrnkkingvan schuchtere nieuwsgierigheid gevoegd. „Wil Dick mij werkelijk tot vrouw vroeg zij zoo ernstig en op zulk een gewichtigen toon dat Kornely haar aan het hart had willen drukkenmaar zij be- heerschte zich en zij herhaalde nogmaals als om haar aan te moedigen „Antwoord, Kate, antwoord mij op mijne vraag." Even als zoo even, dacht Kate eenige seconden na, toen begon zij met zelfvertrouwen „Verschrikt heeft het mij zeker, dat mijn hart er bijna van stil staat maar onaangenaam? Neen zeker niet maar Dick ik kan het niet gelooven ik kan het niet gelooven hij is zulk een knap man zijne woorden zijn zoo zachtmoedig en verstandig neen goede mrsik kan bet niet gelooven „Geloof het maar, Kate „Heeft hij het werkelijk gezegd vroeg Kate haar in de rede vallende in ademlooze spanning „zeide hij het met duidelijke woorden mrs. Watson, gij hebt verkeerd geboord het is onmogelijk „Neen Kate niet in woorden sprak hij het uit antwoordde Kornely ernstig „maar ik las het in zijn hart, en hetgeen daarin geschreven staat, is zoo waar en vertrouwbaar als het gulden woord der Heilige Schrift. Daarom ben ik u achterop geredenom het u te vra gen want het zou zondig geweest zijn, om u te laten wegtrekken en geseheiden te houden, hetgeen de Heer voor elkander bestemde." Nog altijd zag Kate de oude vrouw ongeloovig in de oogen haar borst bewoog zich onregelmatig op en neder. Toen Kornely's harde trekken zich echter tot een onbeschrijfelijk zacht lachje ontspanden breidde zij de armen uit en die de oude vrouw om den hals slaande, lacbtte en weende zij te gelijkzoodat de „lieve mrs. Kornely," zooals zij aanhoudend uitriep zich nauwe lijks onder hare stormachtige liefkozingen kon staande houden. Plotseling trad zij terug en er kwam eene uitdrukking van hevige ontsteltenis op haar gelaat. „Vadermoeder en mijne broers en zusters zeide zij met geweld hare tranen inhoudende„zij kunnen niet buiten mij indien zij weggingen zonder mijhet zou hun ongeluk zijn ik zon hen nooit terug zien „Stil stilkind viel Kornely haar op kalmeeren den toon in de rede„gij zult niet van hen scheiden, ten minste niet geheel. Ik weet namelijk een middel, om hen van Californie af te brengen en goedkoop en goed land is hier in overvloed in de omgeving zoodat zij slechts hebben uittezoeken. Maar help mij nu te paardik zal de zaak met uw vader in orde maken voordat gij bij ons zijt." En de wolkendie Kate zoo even nog zoo drei gend hadden toegeschenen waren weggedreven alsof in Kornely's woorden een tooverspreuk had gelegen en een vriendelijke lentemorgen had niet liefelijker kunnen glimlachen dan zij toen zij Kornely de teugels uit de hand nam en op den nek van het paard legde. „Nog slechts een minuutvleide zij met zichtbare verwarringtoen Kornely gereed stond om zich door haar in het zadel te laten tillen„nog slechts eene halve minuutgoede mrs. Kornely;" zij aarzelde nog toen ging zij echter, naar het scheen, iets vrijmoediger voort„Ik beloof u dat ik voortaan verstandiger zal praten u niet meer zal ergeren met mjjne dolle stre ken mij iatsoenlijk zal gedragen „Onzin antwoordde Kornely, haar in de rede val lende „zal ik uwe goede mrs. Kornely" blijven dan blijft gij zooals gij tot nu geweest zijt. Werdt gij anders dan was het huichelarij. Als op de vrije prairie zal uw lach in mijn huis klinken dat het mij het oude hart verkwikt maar dat was het niet, wat u op de lippen lag en uwe wangen kleurde als kersen. Hebt gij nog bezwaren vertrouw ze mij dan toe, mij, uwe toekomstige moeder." Kate kleurde nog sterker. Om den blik der oude vrouw te ontwijkenbracht zij hare lippen dicht bij Kornely's oor, en fluisterend alsof zij vreesde dat het droomerige paard het verstaan zouzeide zij „Ja, goede mrs. Kornely, ik heb zeer groote bezwa ren ik wil het u wel bekennen met schrik denk ik aan Dick's lengte ik zal hem niet kunnen aanzien „Kijk hem dan voorbij gaf Kornely haar schert send den raad toen Kate zweeg. „Wat zal hij wel van mij denken als hij maar niet zoo spoedig kwam." „Hij kan wel twee of drie weken wachten." „Ik bedoelals hij heden nog maar niet kwam niet op dit uur." Kornely's oogen lachten met dezelfde glansals misschien dertig jaren geleden terwijl een onbeschrij felijke zachte trek om hare lippen lag.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1882 | | pagina 1