No. 1.
Vijf
en tachtigste Jaargang.
1883
FEUILLETON.
WOENSDAG
3 JANUAKI.
DE SCH1T VIN DEN DUIVELSPOEL.
Prijs der gewone Advertentiën
©Ificiccl (Scbeeltc.
Nationale llilitie
Buitenlaub.
ALKMAARSGHE-COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar 0,80; franco door
het geheele Rijk f 1,
De 3 nummers 0.06.
Van 15 regels 0,75; iedere regel meer ƒ0,15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON
Inschrijving op DINSDAG- en VRIJDAG-AVOND, ineen
locaal van het Raadhuis der gemeente Alkmaar, van 5 tot 7
uren, te weten den 2, 5, 9, 12 en 16 Januari 1883 en, bij
wettige verhindering op die avonden, aan de gemeente-secretarie.
JAN TIJM, 1. w. Oude Niedorp, wordt verzocht zich ter
gemeente-secretarie aan te melden.
SOLLICITANTEN naar de betrekking van ONDERWIJ
ZERES aan de OPENBARE BURGERSCHOOL voor JON
GENS en MEISJES te ALKMAAR, op 650— jaarwedde,
melden zich vóór 10 Januari e.k. onder overlegging van stuk
ken bij het Gemeentebestuur aan.
BELGIE. Den 28 nam de Senaat de wet op de
middelen met 30 tegen 11 stemmen aan. 13 leden
bleven buiten stemming. Slechts één lid der rechter
zijde welke niet eenstemmig was bij deze stemming
voerde het woord om het tekort der begrooting te
brandmerken. Hij bestreed de weelderige inrichtingen
voor het lager onderwijs en meende, dat het beter was
ten aanzien van de exploitatie der spoorwegen Enge
land en Amerika na te volgen waar het particuliere
initiatief zich zoo sterk ontwikkelde, dan Frankrijk,
waar zulk een overdreven centralisatie geest bestaat.
De minister verdedigde krachtig de staats-exploitatie
volgens hem heter en tevens hooger opbrengst opleverende
dan in Frankrijk en Engeland. Het tekort was alleen
toe te schrijven aan de in 1873 door den staat over
genomen lijnen waarvan de exploitatie veel meer
kostte dan zij opbracht.
Volgens een dezer dagen openbaar gemaakte stati
stiek bevonden zich in 1846 in de kloosters in bet
rebeele land 11968 personen, waarvan 10515 belgen en
1453 vreemdelingen: in 1856 was dat aantal geklommen
tot 14630 (12757 en 1873), in 1866 tot 18196(15710
en 2486) en op 31 December 1880 tot 25362 (21038
en 4324.)
DENEMARKEN. Er heeft zich in dit rijk eene
vereeniging gevormd, die zich ten doel stelt, om Dene
marken door Europa onzijdig te laten verklaren zoo
als geschied is met Zwitserland en België. Deze ver
eeniging, die met de staatkunde in geen verband staat,
geeft een blad uit, dat den naam draagt van „de Vrede".
DUITSCHLAND. Vóór eenige weken liep het ge
rucht reeds, dat een der zoons van prins Bismarck een
onderhoud bad gehad met den oostenrijkschen minister
van buitenlandsche zaken graaf Kalnoky. Later werd
gezegddat tusschen prins Bismarck zeiven en dien
minister eene briefwisseling was gevoerd. De Nordd.
Zeitung zegt den 29 dat zij gemachtigd isom alle
verhalen omtrent eene dergelijke briefwisseling voor
onwaar te verklaren en daarbij te kunnen voegen, dat
er in de buitenlandsche staatkunde niets voorkomt
noch voorgekomen is dat iemand op de gedachte van
zulk eene briefwisseling heeft kunnen brengen.
Aan den Vorst zu Wiod te Neuwied is een van 1300
ingezetenen onderteekend adres aangeboden, waarbij hem
dank gezegd wordt voor de krachtige hulp door hem
bij de overstrooming onlangs betcx n 1.
Te Keulen staat een groot gedeelte der stad onder
water. Den 29 rees het water na een paar uren op
dezelfde hoogte te zijn gebloven zeer aanzienlijk. Des
avonds te 8 uren teekende de peilschaal 8.37 meter.
ENGELAND. Het parlement is tegen 15 Febru-
ari opgeroepen.
Volgens de Times heeft de minister van koloniën
aan de regeering van de Transvaal doen weten, dat de
engelsche regeering niet kan treden in eene wijziging
der met baar gesloten overeenkomst.
Door het instorten van eeu zeer hoogen schoorsteen
in eene fabriek te Bradford kwamen 24 werklieden om
het leven en werden nog 40 zwaar gekwetst.
Minister Gladstone vierde den 29 zijn 73 verjaardag.
FRANKRIJK. Het bericht omtrent Gambetta's toe
stand luidde den 29 's namiddags te 4 uren dat de
ontsteking eenigzins toegenomen was naar de huid
doch dat de toestand der inwendige deelen onveranderd
was gebleven. Door die ontsteking was de koorts in
den loop van den dag iets toegenomen. De nacht van
29 op 30 was onrustig, die van 30 op 31 daarentegen rus
tig. Den 31's avonds te 7 uren ging een zijner geneeshee-
ren de heer Lrinnelongue naar zijn huis terug, doch
te 9 uren werd hij weder bij den lijder ontboden, wiens
toestand inmiddels zeer verergerd was. Na dien tijd
verergerde zijn toestand steeds en te middernacht blies
hij den laatsten adem nit. Tot op het laatst bleef bij
bij zijne kennis. Eenige vrienden waren bij zijn over
lijden tegenwoordig. De góueesheeren verklaren, dat
eene ontsteking, welke niet naar buiten kon worden
afgeleid eene ontbinding van het bloed veroorzaakte,
waardoor zich in de hartstreek een vlok vormde, welke
den bloedsomloop verhinderde. Hij zou den 20 April
a.s. 45 jaren zijn geworden. Al bad hij in den laatsten
tijd, na zijn aftreden als minister, veel van zijne popu
lariteit verloren waartoe zeer zeker de wangunst het
hare zal hebben bijgedragen, een zeer gewoon verschijnsel,
wanneer een man uit het volk opklimt tot de hoogste
rangen in de maatschappij, zijn overlijden zal toch door
menigen franschman met droefheid vernomen worden.
De schoone rol, door hem in 1870 tijdens den fransch-
duitschen oorlog gespeeld zal niet spoedig vergeten
worden, en welke fouten hij ook moge begaan hebben,
men kan niet anders dan van hem getuigen dat hij
een man was, wiens hart warm klopte voor zijn vader
land en die in moeielijke omstandigheden met alleen
wist te handelen, maar door zijn voorbeeld ook anderen
daartoe krachtig wist aan te spuren. Met hem daalt
een der vurigste republikeinen eu een der felste tegen
standers van het tweede keizerrijk ten grave, voor wien
in de geschiedenis van zijn land zeker een rol was
weggelegd.
De oostenrijksche gezant graaf von Wimpffen reed
den 30 des morgens uit verliet in de Avenue Marc-
eau de tramgfng in een urinoir staan haalde een
revolver voor den dag en joeg zich een kogel door den
rechterslaap in het hoofd. Hij viel onmiddelijk dood.
Eenige metselaars die juist voorbij gingen hoorden
het schot en zagen hem vallen. Aanvankelijk wist men
nieg ondei i' wa8- ^an 'ie'; politiebureau meende men
in bet alen oostenrijkschen gezant te herkennen. Bij
onderzoek oleek dit vermoeden juist te zijn. Oneenig-
heid met zijne vrouw schijnt de oorzaak dezer daad te
zijn hij had zich althans meermalen uitgelaten dat
hij zelfmoord zou plegen.
De baryton-zanger aan de groote opera te Parijs
Lasalle, die met Maart a.s. eene nieuwe o.ereenkomst
moet aangaan vraagt per jaar f 76000 belooning en
4 maanden rust. Bovendien zou het zingen van een
rol of niet hem geheel vrij staan. Een andere zanger,
die in het zelfde geval verkeert, vraagt voor het eerste
jaar 35000 en voor het tweede 40000 belooning.
Senaat. Den 29 werd met 216 stemmen de be-
groo:ing goedgekeurd, zooals zij van de Karner terug
ontvangen was. De verslaggever der commissie voor
de begrooticg had vooraf het recht van den Senaat om
de begrooting te wijzigen gehandhaafd doch de goed
keuring voorgesteld als een onderpand voor de goede
verstandhouding tusschen beide takken der wetgevende
macht Een amendement, om de door de Kamer afge
wezen postt n te herstellen, werd verworpen. De zitting
werd vervolgens gesloten.
Kamer. Den 29 las de voorzitter het besluit voor,
waarbij de zitting gesloten werd verklaard.
ITALIË. De Senaat nam den 29 het door de Ka
mer *eeds goedgekeurde wetsontwerp betreffende den
parlementairen eed met 105 tegen 5 stemmen aan en
ging daarop tot 18 Januari uiteen.
LUXEMBURG. Gp de staatsbegrooting was een
post van f 5000 uitgetrokken tot het uitvoeren van
eenige werkzaamheden aan het kasteel Walferdange
het koninklijk slot, dat aan wijlen prins Hendrik tot
verblijf diende, in verband met het aanstaande bezoek
van den Koning-Groothertog. Dit bedrag werd toege
staan na eene korte besprekingwaarbij een lid o. a.
den wensch uitsprak dat dit bezoek mocht plaats
hebben. Hij wilde zelfs het toestaan dier som afhan
kelijk stellen van de zekerheid van dat bezoek, doch
drong, nadat de minister geantwoord had, niet langer
op zijn gevoelen aan.
14)
Voordat Kornely het dal inreed kreeg Winslow
haar reeds in het oog. Vermoedende, dat zij hem spreken
wilde over zaken die hij voor zijne huisgenooten
gaarne geheim wilde houden, ging hij haar te gemoet.
„Ik verwachtte u niet meer," zeide hij tot haar nog
voordat zij een groet gewisseld hadden „en ik weet
niet, of gij wel doet, nu ik met het verleden voorgoed
heb afgesloten om mij opnieuw te komen opzoeken."
„Omstandigheden veranderen de zaken antwoordde
Kornely, Winslow de hand reikendeen hem met
deelneming in het zorgvol gelaat ziende, stelde zij zich
met innig genoegen voor, hoe spoedig het verhelderen
zou „jaJohnde omstandigheden veranderen de
zaken soms veel laat mij op uwe hand stappen en
help mij op den grond zoo ik dank u."
Zij nam het paard den teugol af en gaf het dier
daarmede een lichten slagwaarop het onmiddelijk
naar de beek draafde.
„Een verstandig veteraan is dat. dier," ging zij voort,
„zoolang hij het zadel op den rug voeltblijft hij heel
kalm; misschien zullen uwe zoons hem zijn tuig afne
men des te beter. Gisteren hebt gjj my aan uwe
tafel genoodigd vandaag noodig ik mijzelf bij u uit.
Eerst echter hebben wij iets tusschen ons beide uitte-
maken. Ga een paar schreden mede tot gindschen
ooom. De zon brandde mij vandaag lang genoeg op
het hoofd om mij een weinig schaduw welkom te ma
ken", en zonder een antwoord af te wachten liep zij
Winslow vooruit naar de aangewezen plek waar zij
op het gras ging zitten.
Winslow nam tegenover haar plaats. Maakte hij
gisteren den indrukalsof Kornely's woorden strenge
bevelen voor hem geweest waren, nu lag daarentegen
in zijne trekken een uitdrukking van onverzettelijke
vastberadenheid. Dezelfde uitdrukking openbaarde zich
in zijne stem terwijl hij zonder aarzelen het gesprek
begon
„Ik herhaal u Kornely deze samenkomst had gij
ons beide kunnen besparen. Met het verleden heb ik
gebroken en daarom is het onnoodig om oude ge
beurtenissen weder op te halen. Ik verondersteldat
gij van gedachten veranderd zijt en mij uit medelijden
de helft der zesendertig honderd dollars wilt verschaffen?"
„Zeker ben ik van gedachten veranderd, John, ook
aan het geld heb ik gedacht," antwoordde Kornely op
kalmen toon.
„Goed, Kornely, ook ik ben van gedachte veranderd,
maar daarom zullen wij het toch met eens worden. Gij
wilt het geld opgraven en nu ben ik het die zegt
hetgeen onze vaders wilden dat hunne families zou
worden onthouden indien zij gescheiden bleven mag
door ons niet worden aangeraakt. Ik kwam reeds gis
teren tot dit besluit en daarom dacht het my het beste,
ten einde aan alle verdere verzoeking te ontkomen, om
mijn papier maar te verbranden."
„Zoodus hebt gij het verbrand antwoordde Kor
nely op onverschilligen toon, „des te beter; dan behoef
ik ook nog slechts het mijne te vernietigenen de
steen des aanstoots is uit den weg hetgeen ik u echter
wil voorstellen heeft geen schijn van hebzucht."
Winslow zag Kornely vorschend in de oogen zonder
daarin iets anders te ontdekken dan eene blijde kalmte,
die hem bevreemdde.
„Ik dacht er slechts overom het papier te ver
branden herhaalde hij daarop „had ik bet bij de hand
gehad dan zou het reeds geschied zijn. Het doet mij
genoegen dat het achterwege bleef want nu kan ik
het onder uwe oogen in de vlammen werpen om u
allen twijfel te ontnemen.".
„Doewat u behaagt. Luister echter eerst naar
mij. Onze vaders bepaalden eensdat het geld ons
eerst toekwam, wanneer hunne wederzijdsche families
door een huwelijk zouden vereenigd zijn. Of zij gehan
deld hebben in het goede geloof aan on'.e gemeenschap
pelijke toekomst of niet, verandert niets aan de zaak.
Dcor ons beide mag het geld niet worden aangeraakt.
Maar wat dunkt u John indien er een middel be
stond om nu nog onze families te vereenigen."
„Hoe moet ik dat begrijpen?"
„Eenvoudig genoeg John. Gij hebt eene huwbare
dochter eu mijn oudsten zoon gij hebt hem leeren
kennen gun ik eene flinke lieve vrouw."
„Wat gij eens als een inbreuk op uwe heiligste rech
ten met verachting van de hand hebt gewezen moet
nu mijne dochter zich laten welgevallen, en dat alleen,
om dien ellendigen schat uit den grond te halen
vroeg Winslow somber „neen Kornelyhet kan u
geen ernst zijn, of uw hart moest zich in den laatsten
nacht van een edelsteen veranderd hebben in een gif—
tigen paddestoel."
„Zoo hadt gij dertig jaren geleden tot mijnen vader
en tot den uwen moeten spreken en alles zou anders
geweest zijn John maarwaartoe dient dit alles nu
nog? Van ons beide is geen sprake meer, maar van
onze kinderen en wanneer die er zoo vast op staan
om elkander toe te behooren als ik eens weigerde
om uwe vrouw te worden, dan mogen wij hun dat niet
beletten. Gelooft gij echterdat bij mijn voorstel het
geld een hoofdrol speelt welnu wat verhindert u,
het papier inderdaad te verbranden Mijn arme Abel
en ik begonnen met leege handen en nooit hadden wij
reden, om ons daarover te beklagen, laten anderen het
eveneens beproeven."
„Zij zouden behagen in elkander vinden vroeg
Winslow ongeloovig, „terwijl zij eerst vóór 24 uur met
elkander kennis maakten?"
„Abel kende ik nauwelijks zes uur toen wij elkan
der wederkeerig liefde en trouw zwoeren en dien eed
hebben wij gehoudentotdat de dood tusschen ons
trad."